De opmaak en verzending van facturen, belastingaanslagen en andere schuldvorderingen worden gedragen vanuit de algemene middelen. Wanneer de schuldenaar of de belastingplichtige echter in gebreke blijft om de openstaande schuldvordering te betalen, kan niet worden verwacht dat de gemeente, en onrechtstreeks de andere (belastingplichtige) burgers, meebetalen voor de extra kosten die de invordering van de schuld vergt.
Volgens artikel 177 van het decreet lokaal bestuur kan een administratieve kost worden aangerekend bij aanmaning tot betaling. Deze administratieve kost kan naast de loutere verzendingskost alle andere kosten bevatten die verband houden met de opvolging van achterstallige schuldvorderingen. Het is aangewezen hiervoor een forfaitair bedrag vast te stellen. Daarnaast gaat het bij niet-fiscale vorderingen vaak om relatief lage bedragen. Het aanrekenen van een administratieve kost bij aanmaning kan voor de schuldenaars een stimulans betekenen om tijdig te betalen.
Artikel 177 van het decreet lokaal bestuur is voorzien voor de invordering van niet-betwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen. Voor de invordering van de GAS-boetes is een aparte inningsprocedure voorzien bij bijzondere regelgeving (wet van 24.06.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en artikel 29quater van de wegverkeerswet).
Om uniformiteit te hebben, is het wenselijk dat de procedure voor invordering van openstaande schuldvorderingen gelijklopend is tussen fiscale, niet-fiscale schuldvorderingen en vorderingen die ontstaan uit GAS-boetes.
De aanmaningsprocedure voorziet in de volgende stappen:
Voor de eerste aanmaning is het billijk om geen kosten aan te rekenen aangezien de mogelijkheid bestaat dat schuldenaars per abuis zijn vergeten te betalen.
De tweede aanmaning gebeurt wel aangetekend en in deze fase kan een administratieve kost worden aangerekend. Belangrijk is dat de aangerekende tarieven redelijk zijn. Rekening houdende met de materiële kosten en personeelskosten kan worden aangenomen dat de aanrekening van een administratieve kost van 20 euro passend is.
De opmaak en verzending van facturen, belastingaanslagen en andere schuldvorderingen worden gedragen vanuit de algemene middelen. Wanneer de schuldenaar of de belastingplichtige echter in gebreke blijft om de openstaande schuldvordering te betalen, kan niet worden verwacht dat de gemeente, en onrechtstreeks de andere (belastingplichtige) burgers, meebetalen voor de extra kosten die de invordering van de schuld vergt.
Volgens artikel 177 van het decreet lokaal bestuur kan een administratieve kost worden aangerekend bij aanmaning tot betaling. Deze administratieve kost kan naast de loutere verzendingskost alle andere kosten bevatten die verband houden met de opvolging van achterstallige schuldvorderingen. Het is aangewezen hiervoor een forfaitair bedrag vast te stellen. Daarnaast gaat het bij niet-fiscale vorderingen vaak om relatief lage bedragen. Het aanrekenen van een administratieve kost bij aanmaning kan voor de schuldenaars een stimulans betekenen om tijdig te betalen.
Artikel 177 van het decreet lokaal bestuur is voorzien voor de invordering van niet-betwiste en opeisbare niet-fiscale schuldvorderingen. Voor de invordering van de GAS-boetes is een aparte inningsprocedure voorzien bij bijzondere regelgeving (wet van 24.06.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en artikel 29quater van de wegverkeerswet).
Om uniformiteit te hebben, is het wenselijk dat de procedure voor invordering van openstaande schuldvorderingen gelijklopend is tussen fiscale, niet-fiscale schuldvorderingen en vorderingen die ontstaan uit GAS-boetes.
De aanmaningsprocedure voorziet in de volgende stappen:
Voor de eerste aanmaning is het billijk om geen kosten aan te rekenen aangezien de mogelijkheid bestaat dat schuldenaars per abuis zijn vergeten te betalen.
De tweede aanmaning gebeurt wel aangetekend en in deze fase kan een administratieve kost worden aangerekend. Belangrijk is dat de aangerekende tarieven redelijk zijn. Rekening houdende met de materiële kosten en personeelskosten kan worden aangenomen dat de aanrekening van een administratieve kost van 20 euro passend is.
Artikel 1
Er wordt een retributie gevestigd voor het verzenden van aangetekende aanmaningen in het kader van de invordering van niet-betaalde GAS-boetes.
Artikel 2
De retributie bedraagt 20 euro per aangetekende aanmaning.
Artikel 3
De retributie is verschuldigd door de geadresseerde schuldenaar.
Artikel 4
Dit retributiereglement treedt in werking vanaf 1 mei 2024.