Terug
Gepubliceerd op 17/10/2022

Besluit  Gemeenteraad

do 13/10/2022 - 20:00

Reglement betreffende de voorwerpen, gevonden op de openbare weg of er geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting

Aanwezig: Isabelle Dehond, Voorzitter van de gemeenteraad
Gwendolyn Rutten, Burgemeester
Bert Van der Auwera, Nicole Van Emelen, Annick Geyskens, Gerry Vranken, Stef Van Calster, Kurt Lemmens, schepenen
André Peeters, Betty Kiesekoms, Nico Creces, Mattias Paglialunga, Nele Pelgrims, Bart Dehaes, Leo Janssens, Ronny De Ryck, Koen Nijs, Marleen Verhaegen, Wendy De Rijck, Dries Vandenbroeck, Petra Vanlommel, Hannelore Castelein, Bart Den Hondt, Martine Verlinden, Dries Van Horebeek, Nele Weckhuyzen, Hanne Goossens, gemeenteraadsleden
Christi Van Calster, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Julia Mellaerts, Cindy Symons, gemeenteraadsleden
Toelichting

Het afhandelen van verloren en achtergelaten voorwerpen was gebaseerd op de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting en de wet van 21 februari 1983 betreffende de verkoop van sommige achtergelaten voorwerpen.

Beide wetten zijn opgeheven door de wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 “Goederen” van het Burgerlijk Wetboek [titel 3 Eigendomsrecht] vanaf 1 september 2021 waardoor de procedures die de gemeente tot nu toe toepaste, moeten wijzigen.

De gemeente zal hierbij veel meer rekening moeten houden met de rechten van de eigenaars. 

 

Wat houdt de nieuwe regelgeving concreet in?

De vinder moet een redelijke poging ondernemen om de eigenaar van het gevonden voorwerp terug te vinden. Vindt deze de eigenaar niet terug, dan moet de vinder binnen de zeven dagen aangifte doen bij de gemeente waar de zaak gevonden is, of een andere gemeente naar keuze.

 

De gemeente neemt de zaak dan op in haar register van gevonden zaken en laat dit desgevallend weten aan de gemeente waar de zaak gevonden werd. Deze laatste gemeente maakt daar dan ook melding van in haar eigen register. Neemt de gemeente de zaak in bewaring, is zij daar dan ook aansprakelijk voor. (Houdt de vinder de zaak in bewaring, dan is hij ervoor aansprakelijk.)

 

Ondertussen doet de gemeente de nodige inspanningen om de eigenaar te bereiken. Indien de eigenaar gekend is, brengt de gemeente hem of haar binnen de maand na ontvangst van de aangifte op de hoogte per aangetekende zending. Tal van gemeenten doen ook inspanningen om rechtmatige eigenaars via sociale media te bereiken.

 

De gemeente of vinder is in elk geval verplicht de goederen 6 maanden te bewaren, tenzij het gaat om goederen die snel bederven of schadelijk zijn voor de openbare hygiëne, gezondheid of veiligheid óf fietsen. Fietsen moeten maar 3 maanden worden bijgehouden. Is de termijn verstreken, kan de gemeente of de vinder op een economisch verantwoorde wijze beschikken over de zaak. Dit kan verschillende zaken betekenen:

  • ofwel organiseert de gemeente een openbare verkoop;
  • ofwel schenkt de gemeente het voorwerp aan een derden, zoals het overdragen van de goederen aan de kringloopwinkel;
  • ofwel gebruikt de gemeente de zaak zelf;
  • ofwel vernietigt de gemeente de zaak.

Ingeval van verkoop moet de gemeente de opbrengst ter beschikking van de eigenaar of van zijn rechtverkrijgenden houden.

 

Het voorwerp blijft toebehoren aan zijn oorspronkelijke eigenaar en de gemeente of vinder wordt slechts eigenaar vijf jaar na de opname in het register voor zover de oorspronkelijke eigenaar zich niet kenbaar heeft gemaakt.

De gemeente heeft een retentierecht, zolang de eigenaar de verplichting tot vergoeding van de redelijke kosten van bewaring, behoud en opsporing niet heeft nagekomen.

Regelgeving
  • het decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017, zoals gewijzigd en de bijhorende besluiten en omzendbrieven van de Vlaamse regering;
  • de wet van 29.07.1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen;
  • het bestuursdecreet van 07.12.2018;
  • het besluit van de Vlaamse Regering van 30.03.2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale en de provinciale besturen;
  • de artikelen 3.50, 3.51, 3.52, 3.58 en 3.59 van het nieuw Burgerlijk wetboek (wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 “Goederen” van het Burgerlijk Wetboek [titel 3 Eigendomsrecht] );
Feiten, context en motivering

Het afhandelen van verloren en achtergelaten voorwerpen was gebaseerd op de wet van 30 december 1975 betreffende de goederen, buiten particuliere eigendommen gevonden of op de openbare weg geplaatst ter uitvoering van vonnissen tot uitzetting en de wet van 21 februari 1983 betreffende de verkoop van sommige achtergelaten voorwerpen.

Beide wetten zijn opgeheven door de wet van 4 februari 2020 houdende boek 3 “Goederen” van het Burgerlijk Wetboek [titel 3 Eigendomsrecht] vanaf 1 september 2021 waardoor de procedures die de gemeente tot nu toe toepaste, moeten wijzigen.

De gemeente zal hierbij veel meer rekening moeten houden met de rechten van de eigenaars. 

 

Wat houdt de nieuwe regelgeving concreet in?

De vinder moet een redelijke poging ondernemen om de eigenaar van het gevonden voorwerp terug te vinden. Vindt deze de eigenaar niet terug, dan moet de vinder binnen de zeven dagen aangifte doen bij de gemeente waar de zaak gevonden is, of een andere gemeente naar keuze.

 

De gemeente neemt de zaak dan op in haar register van gevonden zaken en laat dit desgevallend weten aan de gemeente waar de zaak gevonden werd. Deze laatste gemeente maakt daar dan ook melding van in haar eigen register. Neemt de gemeente de zaak in bewaring, is zij daar dan ook aansprakelijk voor. (Houdt de vinder de zaak in bewaring, dan is hij ervoor aansprakelijk.)

 

Ondertussen doet de gemeente de nodige inspanningen om de eigenaar te bereiken. Indien de eigenaar gekend is, brengt de gemeente hem of haar binnen de maand na ontvangst van de aangifte op de hoogte per aangetekende zending. Tal van gemeenten doen ook inspanningen om rechtmatige eigenaars via sociale media te bereiken.

 

De gemeente of vinder is in elk geval verplicht de goederen 6 maanden te bewaren, tenzij het gaat om goederen die snel bederven of schadelijk zijn voor de openbare hygiëne, gezondheid of veiligheid óf fietsen. Fietsen moeten maar 3 maanden worden bijgehouden. Is de termijn verstreken, kan de gemeente of de vinder op een economisch verantwoorde wijze beschikken over de zaak. Dit kan verschillende zaken betekenen:

  • ofwel organiseert de gemeente een openbare verkoop;
  • ofwel schenkt de gemeente het voorwerp aan een derden, zoals het overdragen van de goederen aan de kringloopwinkel;
  • ofwel gebruikt de gemeente de zaak zelf;
  • ofwel vernietigt de gemeente de zaak.

Ingeval van verkoop moet de gemeente de opbrengst ter beschikking van de eigenaar of van zijn rechtverkrijgenden houden.

 

Het voorwerp blijft toebehoren aan zijn oorspronkelijke eigenaar en de gemeente of vinder wordt slechts eigenaar vijf jaar na de opname in het register voor zover de oorspronkelijke eigenaar zich niet kenbaar heeft gemaakt.

De gemeente heeft een retentierecht, zolang de eigenaar de verplichting tot vergoeding van de redelijke kosten van bewaring, behoud en opsporing niet heeft nagekomen.

Publieke stemming
Aanwezig: Isabelle Dehond, Gwendolyn Rutten, Bert Van der Auwera, Nicole Van Emelen, Annick Geyskens, Gerry Vranken, Stef Van Calster, Kurt Lemmens, André Peeters, Betty Kiesekoms, Nico Creces, Mattias Paglialunga, Nele Pelgrims, Bart Dehaes, Leo Janssens, Ronny De Ryck, Koen Nijs, Marleen Verhaegen, Wendy De Rijck, Dries Vandenbroeck, Petra Vanlommel, Hannelore Castelein, Bart Den Hondt, Martine Verlinden, Dries Van Horebeek, Nele Weckhuyzen, Hanne Goossens, Christi Van Calster
Voorstanders: Isabelle Dehond, Gwendolyn Rutten, Bert Van der Auwera, Nicole Van Emelen, Annick Geyskens, Gerry Vranken, Stef Van Calster, Kurt Lemmens, André Peeters, Betty Kiesekoms, Nico Creces, Mattias Paglialunga, Nele Pelgrims, Bart Dehaes, Leo Janssens, Ronny De Ryck, Koen Nijs, Marleen Verhaegen, Wendy De Rijck, Dries Vandenbroeck, Petra Vanlommel, Hannelore Castelein, Bart Den Hondt, Martine Verlinden, Dries Van Horebeek, Nele Weckhuyzen, Hanne Goossens
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Artikel 1. GEVONDEN VOORWERPEN OP HET OPENBAAR DOMEIN

1.1. Concreet

Een voorwerp wordt gevonden op het openbaar domein. De vinder moet een redelijke poging ondernemen om de eigenaar van het gevonden voorwerp terug te vinden. Vindt deze de eigenaar niet terug, dan moet hij binnen de 7 dagen een aangifte doen bij de gemeente waar het voorwerp gevonden is, of een ander lokaal bestuur naar keuze. De gemeente neemt de zaak dan op in haar register van gevonden voorwerpen en laat dit desgevallend weten aan de gemeente waar de zaak gevonden werd. Deze laatste maakt hiervan melding in het eigen register.

Verloren voorwerpen kunnen tijdens de openingsuren van het stadhuis afgeleverd worden aan het onthaal of op het politiekantoor.

De gemeente doet de nodige inspanningen om de eigenaar te vinden. Als de eigenaars of rechtverkrijgenden gekend zijn, worden zij binnen de maand na de aangifte per aangetekend schrijven aangemaand om hun eigendommen te komen ophalen. 

 

1.2. Registratie

Het secretariaat staat in voor de registratie van de voorwerpen.

In het register zijn minstens volgende velden opgenomen:

  • beschrijving van het voorwerp
  • datum van aangifte
  • datum waarop het gevonden werd
  • plaats waar het gevonden werd
  • gegevens van de vinder of wie het voorwerp heeft bezorgd
  • persoon die het voorwerp in ontvangst genomen heeft aan het onthaal
  • bewaarplaats
  • datum van ophaling van het voorwerp door de eigenaar
  • gegevens van de eigenaar
  • datum van verkoop/schenking
  • verkoopopbrengst

Dit register kan geraadpleegd worden op het secretariaat tijdens de openingsuren van het stadhuis (na afspraak).

 

1.3. Bewaring

De wettelijke bewaartermijn bedraagt 6 maanden. Uitzonderingen hierop zijn:

  • Als het gaat om goederen die snel bederven of schadelijk zijn voor de openbare hygiëne, gezondheid of veiligheid, dan kan de gemeente sneller ingrijpen. Deze worden onmiddellijk vernietigd.
  • Fietsen moeten maar drie maanden bijgehouden worden.

Minder dan zes maanden geleden verloren voorwerpen kunnen afgehaald worden op het secretariaat tijdens de openingsuren van het stadhuis.

Als het voorwerp wordt afgehaald, wordt in het register de datum van ophaling en de gegevens van de ophaler genoteerd. De ophaler tekent voor ontvangst.

 

1.4.  Verwijdering

Na 6 maanden kan de gemeente op een economisch verantwoorde wijze beschikken over het voorwerp.

De gemeente kan na afloop van deze termijn afhankelijk van de waarde van het goed (waardevol, van geringe waarde, niet bruikbaar, vuil of onhygiënisch):

  • een verkoop (al dan niet via een veilingsite) organiseren;
  • het voorwerp aan derden schenken, zoals het overdragen van de goederen aan het OCMW of de kringloopwinkel;
  • de zaak zelf gebruiken;
  • de zaak vernietigen.

 

Ingeval van VERKOOP moet het gaan om een redelijke prijs zodat de eigenaar die het goed eventueel toch op een later tijdstip komt ophalen een redelijke verkoopopbrengst kan krijgen.

Een aangewezen ambtenaar van de stad zal de waarde van het goed bepalen. Dit kan aan de hand van vergelijkbare voorwerpen die op het internet worden aangeboden of door beroep te doen op een 'expert' (voor een juweel een juwelier, een bril een opticien, een GSM een telefoonwinkel, ..).
De gemeente moet de opbrengst ter beschikking van de eigenaar of van zijn rechtverkrijgenden houden. Na 5 jaar wordt de gemeente eigenaar van de verkoopopbrengst.

 

Het voorwerp blijft toebehoren aan zijn oorspronkelijke eigenaar. De gemeente of vinder wordt slechts eigenaar vijf jaar na de opname in het register voor zover de oorspronkelijke eigenaar zich niet kenbaar heeft gemaakt.

 
1.5. Kosten
De gemaakte kosten door externe diensten omtrent bewaring, transport en mogelijke vernietiging van het goed kunnen rechtstreeks verhaald worden op de eigenaar. 

De gemeente heeft een retentierecht zolang de eigenaar de verplichting tot vergoeding van de kosten van bewaring en transport (door externe diensten) niet heeft nagekomen.

 
 
Artikel 2. GEVONDEN FIETSEN
Fietsen die op het openbaar domein worden achtergelaten, worden opgehaald en in de stadswerkhuizen gestockeerd. 
Alle gevonden fietsen worden geregistreerd.
 
De wettelijke bewaartermijn van fietsen bedraagt 3 maanden.
 
Na het verstrijken van de termijn van die 3 maanden, worden de fietsen gratis ter beschikking gesteld van de vzw VELO.
 
 
Artikel 3. GEVONDEN AUTO'S
Auto's die op het openbaar domein worden achtergelaten, worden opgehaald en op het terrein aan de stadswerkhuizen bewaard.
Alle gevonden auto's worden geregistreerd.
 
De auto's worden 6 maanden bewaard.  Voor het einde van de termijn van 6 maanden wordt een aangetekende brief verstuurd naar de eigenaar (indien gekend).

Na 6 maanden kan de gemeente op een economisch verantwoorde wijze beschikken over de auto/wrak.

Afhankelijk van de waarde (waardevol, van geringe waarde, niet bruikbaar) zal de gemeente:

  • een verkoop (al dan niet via een veilingsite) organiseren van de auto of het wrak;
  • de auto zelf gebruiken;
  • het wrak vernietigen.

Ingeval van VERKOOP moet het gaan om een redelijke prijs zodat de eigenaar die de auto eventueel toch op een later tijdstip komt ophalen een redelijke verkoopopbrengst kan krijgen.

De gemeente moet de opbrengst ter beschikking van de eigenaar of van zijn rechtverkrijgenden houden. Na 5 jaar wordt de gemeente eigenaar van de verkoopopbrengst.
 
De auto blijft toebehoren aan zijn oorspronkelijke eigenaar. De gemeente wordt slechts eigenaar vijf jaar na de opname in het register voor zover de oorspronkelijke eigenaar zich niet kenbaar heeft gemaakt.
 
De gemaakte kosten door externe diensten omtrent bewaring, transport en mogelijke vernietiging van het goed kunnen rechtstreeks verhaald worden op de eigenaar.
De gemeente heeft een retentierecht zolang de eigenaar de verplichting tot vergoeding van de kosten van bewaring en transport (door externe diensten) niet heeft nagekomen.


Artikel 4. GEVONDEN GELDEN

Gevonden gelden op het openbaar domein kunnen afgeleverd worden aan het onthaal van het stadhuis tijdens de openingsuren of op het politiekantoor.

Het secretariaat staat in voor de registratie en bezorgt de gelden aan de financieel directeur. De geldsommen worden in de stadskas gestort en worden dan eigendom van de gemeente. 

 

Artikel 5. UITHUISZETTINGEN

5.1. Concreet

De deurwaarder maakt bij binnenkomst een opdeling van goederen die hijzelf in beslag neemt, en goederen die door de gemeente mogen worden meegenomen.

Meestal gaat het hier over goederen van weinig of geen waarde aangezien de deurwaarder de goederen van waarde meeneemt.


5.2. Waarde van het goed

Bruikbare goederen

De goederen worden 6 maanden bewaard in het magazijn van de uitvoeringsdienst

De eigenaar wordt gecontacteerd met de vraag om goederen op te halen voor het verstrijken van de ophaaltermijn.

Bij niet-ophaling na 6 maanden worden bruikbare goederen ter beschikking gesteld van de kringloopwinkel.


Niet-bruikbare, vuile of onhygiënische goederen

Deze goederen worden door de uitvoeringsdienst niet in bewaring genomen maar onmiddellijk vernietigd. 

Meestal gaat het over goederen van weinig of geen waarde.


5.3. Registratie

De nog bruikbare goederen die in bewaring worden genomen, worden geregistreerd.

 

5.4. Kosten

De gemaakte kosten door externe diensten omtrent bewaring, transport en mogelijke vernietiging van het goed kunnen rechtstreeks verhaald worden op de eigenaar. 

De gemeente heeft een retentierecht zolang de eigenaar de verplichting tot vergoeding van de kosten van bewaring en transport (door externe diensten) niet heeft nagekomen.

 

Artikel 6. AANPASSING ALGEMEEN POLITIEREGLEMENT

Artikel 21, afdeling 4. Privatieve ingebruikneming van de openbare ruimte, Hoofdstuk III. De openbare veiligheid en vlotte doorgang van het Algemeen Politiereglement van de stad Aarschot wordt gewijzigd als volgt:


'Indien om welke reden dan ook een persoon uit het huis dat hij/zij bewoont, wordt gedreven en diens meubels op de openbare weg worden gezet, moet deze persoon ze op het moment van de uitzetting verwijderen. Indien de eigenaar zijn goederen niet onmiddellijk verwijdert, zullen ze door de gemeente gedurende zes maanden worden bewaard.'