De heer Dries Van Horebeek neemt deel aan de vergadering vanaf agendapunt "Vaststelling van de tabel van rangorde van de gemeenteraadsleden".
De verordening van de burgemeester d.d. 28.01.2021 "Politieverordening - Coronavirus - Digitale vergadering van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn op 11.02.2021 met livestream via Facebook” wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.
De verordening van de burgemeester d.d. 28.01.2021 "Politieverordening - Coronavirus - Digitale vergadering van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn op 11.02.2021 met livestream via Facebook” wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.
De verordening van de burgemeester d.d. 28.01.2021 "Politieverordening - Coronavirus - Digitale vergadering van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn op 11.02.2021 met livestream via Facebook” wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.
Enig artikel
De gemeenteraad bekrachtigt de verordening van de burgemeester van 28.01.2021 nl.
politieverordening “Coronavirus - Digitale vergadering van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn op 11.02.2021 met livestream via Facebook”.
Per mail van 1 februari 2021 deelde mevrouw Monique Swinnen haar schriftelijk ontslag als gemeenteraadslid mee. De voorzitter geeft de gemeenteraad bij deze formeel kennis van dit ontslag.
Per mail van 1 februari 2021 deelde mevrouw Monique Swinnen haar schriftelijk ontslag als gemeenteraadslid mee. De voorzitter geeft de gemeenteraad bij deze formeel kennis van dit ontslag.
Tijdens de gemeenteraadsvergadering van 14 januari 2021 deelde mevrouw Monique Swinnen mondeling mee dat zij ontslag neemt als gemeenteraadslid.
Per mail van 1 februari 2021 deelde mevrouw Monique Swinnen schriftelijk haar ontslag mee aan de algemeen directeur, met het verzoek dit ontslag mee te delen aan de voorzitter van de gemeenteraad. De algemeen directeur maakte dit bericht op 1 februari 2021 over aan de voorzitter van de gemeenteraad, die op deze wijze kennis nam van het schriftelijk ontslag van mevrouw Swinnen als lid van de gemeenteraad. Het mailverkeer gaat als bijlage.
De voorzitter van de gemeenteraad brengt dit ontslag ter kennis van de gemeenteraad.
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het ontslag van mevrouw Monique Swinnen als gemeenteraadslid van de stad Aarschot.
Ingevolge het ontslag van raadslid Monique Swinnen wordt haar opvolger opgeroepen om de eed af te leggen in openbare vergadering in handen van de voorzitter van de gemeenteraad. De heer Dries Van Horebeek, tweede opvolger op de lijst nr. 3 - CD&V waartoe het te vervangen raadslid behoort, wordt opgeroepen voor de eedaflegging na onderzoek van zijn geloofsbrieven.
Ingevolge het ontslag van raadslid Monique Swinnen wordt haar opvolger opgeroepen om de eed af te leggen in openbare vergadering in handen van de voorzitter van de gemeenteraad.
De heer Dries Van Horebeek, tweede opvolger op de lijst nr. 3 - CD&V waartoe het te vervangen raadslid behoort, wordt opgeroepen voor de eedaflegging na onderzoek van zijn geloofsbrieven.
Gelet op de mail van 1 februari 2021 waarmee mevrouw Monique Swinnen schriftelijk haar ontslag indient als lid van de gemeenteraad;
Overwegend dat
Artikel 1
De geloofsbrieven van de heer Dries Van Horebeek worden goedgekeurd.
Artikel 2
De heer Dries Van Horebeek wordt onmiddellijk ter zitting uitgenodigd en verzocht in openbare vergadering en in handen van de voorzitter van de gemeenteraad de voorgeschreven eed af te leggen, waaraan hij voldoet als volgt:
"Ik zweer de verplichtingen van mijn mandaat trouw na te komen."
(get.) Het raadslid
(get.) De voorzitter
De heer Dries Van Horebeek wordt als opvolgend gemeenteraadslid aangesteld.
Hij zal als laatste voorkomen op de ranglijst van de gemeenteraadsleden.
Naar aanleiding van de installatie van de heer Dries Van Horebeek als opvolgend gemeenteraadslid ingevolge het ontslag van mevrouw Monique Swinnen wordt de tabel van de rangorde van de gemeenteraadsleden aangepast.
Naar aanleiding van de installatie van de heer Dries Van Horebeek als opvolgend gemeenteraadslid ingevolge het ontslag van mevrouw Monique Swinnen wordt de tabel van de rangorde van de gemeenteraadsleden aangepast.
Naar aanleiding van het ontslag van mevrouw Monique Swinnen en de installatie van de heer Dries Van Horebeek, opvolger-gemeenteraadslid op basis van de uitslag van de gemeenteraadsverkiezingen wordt de tabel van de rangorde van de gemeenteraadsleden in toepassing van artikel 6 §7 DLB, vastgesteld als volgt:
Rangorde |
Naam en voornaam |
Anciënniteit (periode[1] gedurende dewelke een gemeenteraadslid deel heeft uitgemaakt van de gemeenteraad) |
Aantal naamstemmen op 14.10.2018 |
1 |
PEETERS André |
Van 01.01.1983 tot 11.02.2021 |
1.557 |
2 |
VAN EMELEN Nicole |
Van 01.01.1989 tot 11.02.2021 |
795 |
3 |
LEMMENS Kurt |
Van 19.04.2001 tot 11.02.2021 |
578 |
4 |
RUTTEN Gwendolyn |
Van 02.01.2007 tot 11.02.2021 |
4.133 |
5 |
SCHELLENS Geert |
Van 02.01.2007 tot 11.02.2021 |
1.126 |
6 |
VRANKEN Gerry |
Van 01.01.2001 tot 01.01.2012 Van 02.01.2019 tot 11.02.2021 |
651 |
7 |
KIESEKOMS Betty |
van 01.01.1995 tot 01.01.2001 van 02.01.2013 tot 11.02.2021 |
606 |
8 |
CRECES Nico |
van 04.04.2011 tot 11.02.2021 |
537 |
9 |
PAGLIALUNGA Mattias |
van 02.01.2013 tot 11.02.2021 |
1.730 |
10 |
PELGRIMS Nele |
van 02.01.2013 tot 11.02.2021 |
1.007 |
11 |
GEYSKENS Annick |
van 02.01.2013 tot 11.02.2021 |
620 |
12 |
DEHAES Bart |
van 23.09.2013 tot 11.02.2021 |
262 |
13 |
VAN DER AUWERA Bert |
02.01.2019 tot 11.02.2021 |
1.557 |
14 |
MELLAERTS Julia |
02.01.2019 tot 11.02.2021 |
788 |
15 |
JANSSENS Leo |
02.01.2019 tot 11.02.2021 |
726 |
16 |
DEHOND Isabelle |
02.01.2019 tot 11.02.2021 |
622 |
17 |
DE RYCK Ronny |
02.01.2019 tot 11.02.2021 |
616 |
18 |
NIJS Koen |
02.01.2019 tot 11.02.2021 |
569 |
19 |
SALAETS Thomas |
02.01.2019 tot 11.02.2021 |
499 |
20 |
SYMONS Cindy |
02.01.2019 tot 11.02.2021 |
496 |
21 |
VERHAEGEN Marleen |
02.01.2019 tot 11.02.2021 |
466 |
22 |
DE RIJCK Wendy |
02.01.2019 tot 11.02.2021 |
463 |
23 |
VANDENBROECK Dries |
02.01.2019 tot 11.02.2021 |
361 |
24 |
VANLOMMEL Petra |
02.01.2019 tot 11.02.2021 |
347 |
25 |
VAN CALSTER Stef |
02.01.2019 tot 11.02.2021 |
302 |
26 |
CASTELEIN Hannelore |
02.01.2019 tot 11.02.2021 |
201 |
27 |
DEN HONDT Bart |
10.10.2019 tot 11.02.2021 |
447 |
28 |
VERLINDEN Martine |
17.09.2020 tot 11.02.2021 |
458 |
29 |
VAN HOREBEEK Dries |
11.02.2021 |
469 |
[1] Tot en met de dag waarop deze rangorde wordt vastgesteld.
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de aangepaste tabel van rangorde van de gemeenteraadsleden.
Naar aanleiding van zijn installatie als gemeenteraadslid draagt de CD&V fractie de heer Dries Van Horebeek voor als vervanger van mevrouw Monique Swinnen in de gemeenteraadscommissies waarvan zij deel uitmaakte en dit in de functie die zij bekleedde in deze commissies. Het gaat om de gemeenteraadscommissies:
Naar aanleiding van zijn installatie als gemeenteraadslid wenst de CD&V fractie de heer Dries Van Horebeek voor te dragen als vervanger van mevrouw Monique Swinnen in de gemeenteraadscommissies waarvan zij deel uitmaakte en dit in de functie die zij bekleedde in deze commissies. Het gaat om de gemeenteraadscommissies:
Gelet op
- veiligheid, communicatie, financiën, begroting en cultuur
- economie (lokale, sociale en investeringen), werk, wonen, energie, omgeving, stadspatrimonium, onroerend erfgoed, kerkfabrieken
- sociale zaken, gelijke kansen, welzijn, armoedebestrijding, kunst- en naschools onderwijs
- mobiliteit, toerisme, modern bestuur en burgerzaken
- openbare werken, onderhoud, landbouw en waterbeheersing
- digitale agenda, inspraak en participatie, klimaat en dierenwelzijn
- onderwijs, jeugd en sport
- openbare werken, onderhoud, landbouw en waterbeheersing
- sociale zaken, gelijke kansen, welzijn, armoedebestrijding, kunst- en naschools onderwijs
Enig artikel
De heer Dries Van Horebeek wordt aangesteld om te zetelen in de gemeenteraadscommissies:
Artikel 7 van het 'Algemeen reglement op de gemeentelijke parkeerkaarten en de retributies met betrekking tot het parkeren op de openbare weg' (goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 13.06.2019) wordt gewijzigd als volgt:
"De retributie voor het betalen parkeren is verschuldigd op alle dagen en dit van 9u tot 18u, uitgezonderd zondagen, wettelijke feestdagen en 11 juli en uitgezonderd tijdens volgende uren:
Artikel 7 van het 'algemeen reglement op de gemeentelijke parkeerkaarten en de retributies met betrekking tot het parkeren op de openbare weg' bepaalt dat de retributie voor het betalen parkeren verschuldigd is op alle dagen en dit van 9u tot 19u, uitgezonderd zondagen, wettelijke feestdagen en 11 juli en uitgezonderd tijdens volgende uren:
De gemeenteraad besliste in zitting van 14 mei 2020 om gedurende een periode van 3 maanden, meer bepaald van 1 juni t/m 31 augustus het einduur van betalend parkeren te bepalen op 18u i.p.v. 19u.
Voorstel tot aanpassing van artikel 7, verwijzend naar de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 18.12.2020:
'De retributie voor het betalen parkeren is verschuldigd op alle dagen en dit van 9u tot 18u, uitgezonderd zondagen, wettelijke feestdagen en 11 juli en uitgezonderd tijdens volgende uren:
Artikel 7 van het 'algemeen reglement op de gemeentelijke parkeerkaarten en de retributies met betrekking tot het parkeren op de openbare weg' bepaalt dat de retributie voor het betalen parkeren verschuldigd is op alle dagen en dit van 9u tot 19u, uitgezonderd zondagen, wettelijke feestdagen en 11 juli en uitgezonderd tijdens volgende uren:
De gemeenteraad besliste in zitting van 14 mei 2020 om gedurende een periode van 3 maanden, meer bepaald van 1 juni t/m 31 augustus het einduur van betalend parkeren te bepalen op 18u i.p.v. 19u.
Voorstel tot aanpassing van artikel 7, verwijzend naar de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 18.12.2020:
'De retributie voor het betalen parkeren is verschuldigd op alle dagen en dit van 9u tot 18u, uitgezonderd zondagen, wettelijke feestdagen en 11 juli en uitgezonderd tijdens volgende uren:
Enig artikel
Artikel 7 van het 'Algemeen reglement op de gemeentelijke parkeerkaarten en de retributies met betrekking tot het parkeren op de openbare weg' (goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 13.06.2019) wordt gewijzigd als volgt:
"De retributie voor het betalen parkeren is verschuldigd op alle dagen en dit van 9u tot 18u, uitgezonderd zondagen, wettelijke feestdagen en 11 juli en uitgezonderd tijdens volgende uren:
Onderhavig reglement behelst de aanpassing aan de verkeerssignalisatie om een straatgedeelte verkeersluw te maken omwille van de aanwezigheid van een ijzerzandstenen brug in dit gedeelte Nieuwland, opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed met ID 214111.
Onderhavig reglement behelst de aanpassing aan de verkeerssignalisatie om een straatgedeelte verkeersluw te maken naar aanleiding van de aanwezigheid van een ijzerzandstenen brug in dit gedeelte Nieuwland, opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed met ID 214111.
Gelet op
Overwegende dat
Artikel 1
De toegang tot het straatgedeelte Nieuwland met o.a. huisnummers 11 en 12 wordt afgesloten voor alle bestuurders met uitzondering van het plaatselijk verkeer en rijwielen klassen A en P.
Artikel 2
De in Art. 1 genoemde verkeerssituatie wordt aangeduid door middel van teken C3, onderbord “uitgezonderd plaatselijk verkeer” en onderbord M12 op:
Artikel 3
Onderhavig reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Departement van Mobiliteit en Openbare werken, Vlaamse Overheid, Koning Albert II laan 20 bus 2, 1000 Brussel.
Onderhavig reglement behelst de nieuwe verkeerssituatie te Ebdries na invoeren van eenrichtingsverkeer, fietspaden in beide rijrichtingen en het aanbrengen van maatregelen om de veiligheid in de schoolomgeving te verbeteren.
Onderhavig reglement bevat de nieuwe verkeerssituatie te Ebdries na invoeren van eenrichtingsverkeer, fietspaden in beide rijrichtingen en het aanbrengen van maatregelen om de veiligheid in de schoolomgeving te verbeteren.
Gelet op het advies van de politie.
Overwegende dat
Artikel 1
De Ebdries is een eenrichtingsstraat in de richting vanuit de Schoonderbeukenweg naar Oudenbos.
Artikel 2
De in Art. 1 genoemde verkeerssituatie wordt als volgt aangeduid:
Artikel 3
Langs beide zijden van de Ebdries geldt stilstaan- en parkeerverbod over de ganse lengte van de straat.
Artikel 4
De in Art 3 genoemde verkeerssituatie wordt als volgt aangeduid:
Artikel 5
Een oversteekplaats voor voetgangers wordt afgebakend op Ebdries ter hoogte van huisnummer 18.
Voor deze oversteekplaats ligt een verhoogde inrichting.
Artikel 6
De in Art. 5 genoemde verkeerssituatie wordt als volgt aangeduid:
De oversteekplaatsen voor voetgangers wordt afgebakend door witte banden, evenwijdig met de as van de rijbaan.
Artikel 7
De Ebdries heeft een straatgedeelte, Ebdries 43-55, dat aansluit op de Schoonderbeukenweg en via een aardeweg verbindt met de hoofdbaan Ebdries. Deze aardeweg is uitgezonderd voor aangelanden en rijwielen klassen A en P.
Artikel 8
De in Art. 7 genoemde verkeerssituatie wordt als volgt aangeduid:
Artikel 9
Er loopt een fietspad op Ebdries langs beide zijden van de rijbaan over de ganse lengte van de rijbaan. Deze maatregel wordt kenbaar gemaakt door twee witte onderbroken evenwijdige lijnen die niet voldoende breed zijn om autoverkeer mogelijk te maken. Het verplicht fietspad wordt aangeduid door middel van teken D7 ter hoogte van Ebdries huisnummers 2, 32, 29 en 41.
Artikel 10
Onderhavig reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Departement van Mobiliteit en Openbare werken, Vlaamse Overheid, Koning Albert II laan 20 bus 2, 1000 Brussel.
Onderhavig reglement behelst de nieuwe verkeerssituatie te Schoonderbeukenweg na het invoeren van verkeersmaatregelen om de veiligheid in de schoolomgeving te verbeteren.
Onderhavig reglement omvat de nieuwe verkeerssituatie te Schoonderbeukenweg na het invoeren van verkeersmaatregelen om de veiligheid in de schoolomgeving te verbeteren.
Gelet op het advies van de politie.
Overwegende dat
Artikel 1
Op de Schoonderbeukenweg geldt er stilstaan- en parkeerverbod:
Artikel 2
De in Art. 1 genoemde stilstaan- en parkeerverboden worden als volgt aangeduid:
Artikel 3
Op de Schoonderbeukenweg, ter hoogte van het kruispunt met Ebdries worden er oversteekplaatsen voor voetgangers en fietsers afgebakend ter hoogte van huisnummers 24 en t.h.v. zijkant adres Ebdries 2 op Schoonderbeukenweg.
Artikel 4
De in Art. 3 genoemde verkeerssituatie wordt als volgt gesignaleerd:
De oversteekplaatsen voor voetgangers wordt afgebakend door witte banden, evenwijdig met de as van de rijbaan.
De oversteekplaatsen voor fietsers wordt kenbaar gemaakt door fietsgeleidingsmarkering gevormd door kleine witte blokjes.
Artikel 5
Op de Schoonderbeukenweg wordt het verkeer gewezen op het feit dat ze oversteekplaatsen voor voet- en fietsverkeer naderen ter hoogte van het kruispunt Ebdries.
Artikel 6
De in Art. 5 genoemde situatie wordt aangeduid op de Schoonderbeukenweg t.h.v huisnummer 10 en 17 door middel van tekens A21 en A25.
Artikel 7
Op de Schoonderbeukenweg t.h.v. huisnummer 30 wordt een oversteekplaats voor voetgangers afgebakend met langs beide zijden van de oversteekplaats een verhoogde inrichting op de rijbaan.
Artikel 8
De in Art. 7 genoemde verkeerssituatie wordt als volgt aangeduid:
De oversteekplaats voor voetgangers wordt afgebakend door witte banden, evenwijdig met de as van de rijbaan.
Artikel 9
T.h.v. achterzijde adres Diestsesteenweg 387 op de Schoonderbeukenweg wordt parkeren op de weg toegelaten voor autocars over een afstand van 16 meter.
Artikel 10
De in Art. 9 genoemde verkeerssituatie wordt aangeduid t.h.v. achterzijde adres Diestsesteenweg 387 op de Schoonderbeukenweg door middel van teken E9d met onderbord GXa en teken E9d met onderbord GXb.
Artikel 11
Langs Schoonderbeukenweg huisnummer 76 is een doodlopende zijtak van de Schoonderbeukenweg.
Artikel 12
De in Art. 11 genoemde verkeerssituatie wordt aangeduid door middel van teken F45 t.h.v. Schoonderbeukenweg 76.
Artikel 13
Op de vertakking Schoonderbeukenweg 97-117 geldt een toegangsverbod voor bestuurders van voertuigen waarvan de massa in beladen toestand hoger is dan 3,5 ton.
Artikel 14
De in Art. 13 genoemde verkeerssituatie wordt aangeduid op Schoonderbeukenweg 109 door middel van teken C21 (3,5 ton).
Artikel 15
Onderhavig reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Departement van Mobiliteit en Openbare werken, Vlaamse Overheid, Koning Albert II laan 20 bus 2, 1000 Brussel.
Onderhavig reglement omvat een stilstaan- en parkeerverbod in het smalle gedeelte van de Mussenstraat om de doorgang voor hulpdiensten ten allen tijde te verzekeren.
Onderhavig reglement omvat een stilstaan- en parkeerverbod in het smalle gedeelte van de Mussenstraat om de doorgang voor hulpdiensten ten allen tijde te verzekeren.
Gelet op het advies van de politie.
Overwegende dat
Artikel 1
In de Mussenstraat geldt er stilstaan- en parkeerverbod langs beide zijden van de weg vanaf de aansluiting Oude Mechelsebaan tot Mussenstraat huisnummer 2.
Artikel 2
Het in Art. 1 genoemde stilstaan- en parkeerverbod wordt als volgt aangeduid:
Artikel 3
Onderhavig reglement wordt ter kennisgeving overgemaakt aan de afdeling Beleid Mobiliteit en Verkeersveiligheid, Departement van Mobiliteit en Openbare werken, Vlaamse Overheid, Koning Albert II laan 20 bus 2, 1000 Brussel.
Op 19.06.2016 werd de authentieke erfpachtakte tussen de stad Aarschot en het Autonoom Gemeentebedrijf Aarschot verleden, waarbij de stad Aarschot aan het Autonoom Gemeentebedrijf Aarschot een recht van erfpacht verleent
IVERLEK wenst voor het vernieuwen van haar gasdistributiecabine een erfpachtovereenkomst af te sluiten voor het perceel grond gelegen langsheen Ten Drossaarde, gekadastreerd 2e afdeling, nr. 261/r-deel, met een totale oppervlakte van 24 m². Hiervoor werd door het Landmetersbureel Smolders bvba met kantoren te 3300 Tienen, Dr. J. Geensstraat 30, op 5 april 2019 een schattingsverslag opgesteld, waarbij de venale waarde van hogervermeld perceel geschat wordt op 350 euro/m², zijnde 8.400 euro.
Om tegemoet te komen aan de vraag van IVERLEK, wordt verwezen naar wat volgt:
"Een erfpacht op een erfpacht (zgn. ondererfpacht) is evenwel niet mogelijk omdat het recht van de zgn. ondererfpachter wegens de numerus clausus gewoon een erfpachtrecht is en de oorspronkelijke erfpachter dus geen recht meer overhoudt: de ondererfpacht is dus eigenlijk een gehele of gedeeltelijke vervreemding van het erfpachtsrecht6. Net zoals een eigenaar aan een koper geen eigendomsrecht kan verlenen voor een bepaalde tijd, maar hoogstens een eigendomsrecht met verplichting het goed na verloop van tijd terug over te dragen), dan wel een beperkter zakelijk recht dan eigendom, zo ook kan een erfpachter slechts ofwel een beperkter zakelijk recht leveren dan erfpacht ofwel zijn erfpacht geheel of ten dele vervreemden (al dan niet tegen een verplichting deze terug over te dragen, indien de vervreemding duurt voor een kortere duur dan het recht van de vervreemder). De verwijzing naar de mogelijkheid van onderverhuring bij huur gaat niet op, omdat erfpacht een zakelijk recht is. (“Erfpacht en opstal” van prof. dr. Matthias E. Storme, gewoon hoogleraar KULeuven, advocaat, uitgave maart 2018)"
Bijgevolg wordt volgende constructie voorgesteld:
Op 19.06.2016 werd de authentieke erfpachtakte tussen de stad Aarschot en het Autonoom Gemeentebedrijf Aarschot verleden voor notaris D. Michiels waarbij de stad Aarschot aan het Autonoom Gemeentebedrijf Aarschot een recht van erfpacht verleent
IVERLEK wenst voor het vernieuwen van haar gasdistributiecabine een erfpachtovereenkomst af te sluiten voor het perceel grond gelegen langsheen Ten Drossaarde, gekadastreerd 2e afdeling, nr. 261/r-deel, met een totale oppervlakte van 24 m². Hiervoor werd door het Landmetersbureel Smolders bvba met kantoren te 3300 Tienen, Dr. J. Geensstraat 30, op 5 april 2019 een schattingsverslag opgesteld, waarbij de venale waarde van hogervermeld perceel geschat wordt op 350 euro/m², zijnde 8.400 euro.
Om tegemoet te komen aan de vraag van IVERLEK, wordt verwezen naar wat volgt:
"Een erfpacht op een erfpacht (zgn. ondererfpacht) is evenwel niet mogelijk omdat het recht van de zgn. ondererfpachter wegens de numerus clausus gewoon een erfpachtrecht is en de oorspronkelijke erfpachter dus geen recht meer overhoudt: de ondererfpacht is dus eigenlijk een gehele of gedeeltelijke vervreemding van het erfpachtsrecht6. Net zoals een eigenaar aan een koper geen eigendomsrecht kan verlenen voor een bepaalde tijd, maar hoogstens een eigendomsrecht met verplichting het goed na verloop van tijd terug over te dragen), dan wel een beperkter zakelijk recht dan eigendom, zo ook kan een erfpachter slechts ofwel een beperkter zakelijk recht leveren dan erfpacht ofwel zijn erfpacht geheel of ten dele vervreemden (al dan niet tegen een verplichting deze terug over te dragen, indien de vervreemding duurt voor een kortere duur dan het recht van de vervreemder). De verwijzing naar de mogelijkheid van onderverhuring bij huur gaat niet op, omdat erfpacht een zakelijk recht is. (“Erfpacht en opstal” van prof. dr. Matthias E. Storme, gewoon hoogleraar KULeuven, advocaat, uitgave maart 2018)"
Bijgevolg wordt volgende constructie voorgesteld:
Op 19.06.2016 werd de authentieke erfpachtakte tussen de stad Aarschot en het Autonoom Gemeentebedrijf Aarschot verleden voor notaris D. Michiels waarbij de stad Aarschot aan het Autonoom Gemeentebedrijf Aarschot een recht van erfpacht verleent
IVELEK wenst voor het vernieuwen van haar gasdistributiecabine een erfpachtovereenkomst af te sluiten voor het perceel grond gelegen langsheen Ten Drossaarde, gekadastreerd 2e afdeling, nr. 261/r-deel, met een totale oppervlakte van 24 m². Hiervoor werd door het Landmetersbureel Smolders bvba met kantoren te 3300 Tienen, Dr. J. Geensstraat 30, op 5 april 2019 een schattingsverslag opgesteld, waarbij de venale waarde van hogervermeld perceel geschat wordt op 350 euro/m², zijnde 8.400 euro.
Om tegemoet te komen aan de vraag van IVERLEK, wordt verwezen naar wat volgt:
"Een erfpacht op een erfpacht (zgn. ondererfpacht) is evenwel niet mogelijk omdat het recht van de zgn. ondererfpachter wegens de numerus clausus gewoon een erfpachtrecht is en de oorspronkelijke erfpachter dus geen recht meer overhoudt: de ondererfpacht is dus eigenlijk een gehele of gedeeltelijke vervreemding van het erfpachtsrecht6. Net zoals een eigenaar aan een koper geen eigendomsrecht kan verlenen voor een bepaalde tijd, maar hoogstens een eigendomsrecht met verplichting het goed na verloop van tijd terug over te dragen), dan wel een beperkter zakelijk recht dan eigendom, zo ook kan een erfpachter slechts ofwel een beperkter zakelijk recht leveren dan erfpacht ofwel zijn erfpacht geheel of ten dele vervreemden (al dan niet tegen een verplichting deze terug over te dragen, indien de vervreemding duurt voor een kortere duur dan het recht van de vervreemder). De verwijzing naar de mogelijkheid van onderverhuring bij huur gaat niet op, omdat erfpacht een zakelijk recht is. (“Erfpacht en opstal” van prof. dr. Matthias E. Storme, gewoon hoogleraar KULeuven, advocaat, uitgave maart 2018)"
Bijgevolg wordt volgende constructie voorgesteld:
Artikel 1
De gemeenteraad gaat akkoord met de overdracht van het Autonoom Gemeentebedrijf Aarschot van het erfpachtrecht (gevestigd bij voormelde erfpachtakte gesloten tussen de stad Aarschot en het AGB Aarschot d.d. 19.06.2016) met betrekking tot het perceel grond gelegen langsheen Ten Drossaarde, gekadastreerd 2e afdeling, nr. 261/r-deel, met een totale oppervlakte van 24 m² over aan de coöperatieve intercommunale vereniging ‘IVERLEK’ tegen een prijs van 8.400 euro conform het schattingsverslag van het Landmetersbureel Smolders bvba met kantoren te 3300 Tienen, Dr. J. Geensstraat 30, d.d. 5 april 2019.
Het bijgevoegd ontwerp van overeenkomst wordt goedgekeurd.
Voor het overige blijft de erfpachtakte d.d. 19.06.2016 gehandhaafd.
Artikel 2
Bij het verlijden van de notariële akte zal de stad Aarschot vertegenwoordigd worden door mevrouw Christi Van Calster, algemeen directeur en mevrouw Gwendolyn Rutten, burgemeester.
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere dossiervorming.
In het kader van een aanvraag tot het bekomen van een verkaveling moet een perceel ingelijfd worden bij het openbaar domein, voor het plaatselijk en gedeeltelijk verbreden van de Bremweg te 3200 Aarschot. Dit perceel zal kosteloos aangeschaft worden door de stad Aarschot bij wijze van gratis grondafstand en om reden van openbaar nut.
Gelet op het bijgevoegd plan van landmeter-expert Véronique Peeters, Leuvensesteenweg 25 - 3200 Aarschot horende bij het aanvraagdossier tot het bekomen van een verkaveling waaruit blijkt dat voor de verwezenlijking van de hogervermelde verkaveling het perceel aangeduid op het plan als lot nr. 2, dient ingelijfd te worden bij het openbaar domein voor het plaatselijk en gedeeltelijk verbreden van de Bremweg te 3200 Aarschot.
Voorstel van besluit:
Het perceel aangeduid op het plan als lot nr. 2, waarvan de inlijving in het openbaar domein nodig is voor het plaatselijk en gedeeltelijk verbreden van de Bremweg te 3200 Aarschot, zal kosteloos aangeschaft worden door de stad Aarschot bij wijze van gratis grondafstand en om reden van openbaar nut.
Gelet op
Overwegende dat
Artikel 1
De gemeenteraad stelt vast dat geen bezwaarschriften werden ingediend.
Artikel 2
De gemeenteraad is definitief akkoord met het plaatselijk en gedeeltelijk verbreden van Bremweg te 3200 Aarschot zoals aangeduid op het bijgevoegd plan van landmeter-expert Véronique Peeters, Leuvensesteenweg 25, 3200 Aarschot.
Artikel 3
Het perceel aangeduid op het plan als lot nr. 2, waarvan de inlijving in het openbaar domein nodig is voor het plaatselijk en gedeeltelijk verbreden van Bremweg te 3200 Aarschot, zal kosteloos aangeschaft worden door de stad Aarschot bij wijze van gratis grondafstand en om reden van openbaar nut.
Artikel 4
Bij het verlijden van de notariële akte zal de stad Aarschot vertegenwoordigd worden door de burgemeester bijgestaan door de algemeen directeur.
Momenteel is telewerk (thuiswerk) verplicht als maatregel om de verspreiding van het coronavirus te beperken. Ook bij stad en OCMW Aarschot wordt waar mogelijk van thuis gewerkt. Het (samen)werken binnen deze nieuwe context is voor onze organisatie een nieuwe en belangrijke uitdaging. Rekening houdend met de huidige positieve ervaringen inzake telewerk en in het licht van de profilering van stad/OCMW Aarschot als aantrekkelijke werkgever wordt voorgesteld om telewerk (post-corona) beleidsmatig te verankeren in onze organisatie en een kader te voorzien waarbij regels en praktische afspraken in verband met telewerk worden vastgelegd.
Momenteel is telewerk (thuiswerk) verplicht als maatregel om de verspreiding van het coronavirus te beperken. Ook bij stad en OCMW Aarschot wordt er, waar mogelijk, van thuis uit gewerkt. Het (samen)werken binnen deze nieuwe context is voor onze organisatie een nieuwe en belangrijke uitdaging. Rekening houdend met de huidige, positieve ervaringen inzake telewerk en in het licht van de profilering van stad/OCMW Aarschot als aantrekkelijke werkgever (MJP, punt 9.1.1), het belang van werknemerstevredenheid, een motiverend personeelsbeleid, een goede work/life balance, het verder aanwakkeren van de jobgoesting (MJP, punt 9.1.2.) alsook in het belang van een moderne, klantvriendelijke en duurzame dienstverlening wordt voorgesteld om telewerk (post-corona) beleidsmatig te verankeren binnen onze organisatie en een kader te voorzien waarbij regels en praktische afspraken in verband met telewerk worden vastgelegd.
Telewerk betreft het plaatsonafhankelijk verrichten van arbeid, met behulp van informatie- en communicatietechnologie en is mogelijk voor contractuele en statutaire medewerkers. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen occasioneel en structureel telewerk. Occasioneel telewerk is telewerk dat incidenteel, sporadisch en niet op regelmatige basis wordt uitgevoerd, terwijl structureel telewerk op regelmatige basis wordt uitgevoerd (bijvoorbeeld op vaste dagen).
Voorliggend ontwerp van telewerkpolicy voor het personeel van stad/OCMW Aarschot is het resultaat van een multidisciplinaire, projectmatige aanpak gebaseerd op een inventarisatie en analyse van de huidige situatie en telewerkervaringen van de verschillende diensten/departementen en de terugkoppelsessies met de leidinggevenden terzake waarbij er - middels afweging van voordelen, uitdagingen en opportuniteiten en met oog voor productiviteit, infrastructuur, praktische implementatie en (kosten)efficiëntie - op zoek werd gegaan naar de beste manier om de wensen en noden van burgers, medewerkers en organisatie met elkaar te verzoenen en in dit verband een constructieve 'win- win' situatie te realiseren.
Gelet op:
Momenteel is telewerk (thuiswerk) verplicht als maatregel om de verspreiding van het coronavirus te beperken. Ook bij stad en OCMW Aarschot wordt er, waar mogelijk, van thuis uit gewerkt. Het (samen)werken binnen deze nieuwe context is voor onze organisatie een nieuwe en belangrijke uitdaging. Rekening houdend met de huidige, positieve ervaringen inzake telewerk en in het licht van de profilering van stad/OCMW Aarschot als aantrekkelijke werkgever (MJP, punt 9.1.1), het belang van werknemerstevredenheid, een motiverend personeelsbeleid, een goede work/life balance, het verder aanwakkeren van de jobgoesting (MJP, punt 9.1.2.) alsook in het belang van een moderne, klantvriendelijke en duurzame dienstverlening wordt voorgesteld om telewerk (post-corona) beleidsmatig te verankeren binnen onze organisatie en een kader te voorzien waarbij regels en praktische afspraken in verband met telewerk worden vastgelegd.
Telewerk betreft het plaatsonafhankelijk verrichten van arbeid met behulp van informatie- en communicatietechnologie en is mogelijk voor contractuele en statutaire medewerkers. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen occasioneel en structureel telewerk. Occasioneel telewerk is telewerk dat incidenteel, sporadisch en niet op regelmatige basis wordt uitgevoerd, terwijl structureel telewerk op regelmatige basis wordt uitgevoerd (bijvoorbeeld op vaste dagen).
Voorliggend ontwerp van telewerkpolicy voor het personeel van stad/OCMW Aarschot is het resultaat van een multidisciplinaire, projectmatige aanpak gebaseerd op een inventarisatie en analyse van de huidige situatie en telewerkervaringen van de verschillende diensten/departementen en de terugkoppelsessies met de leidinggevenden terzake waarbij er - middels afweging van voordelen, uitdagingen en opportuniteiten en met oog voor productiviteit, infrastructuur, praktische implementatie en (kosten)efficiëntie - op zoek werd gegaan naar de beste manier om de wensen en noden van burgers, medewerkers en organisatie met elkaar te verzoenen en in dit verband een constructieve 'win- win' situatie te realiseren.
Artikel 1
De telewerkpolicy voor het gemeentepersoneel, zoals gevoegd in bijlage bij dit besluit, wordt goedgekeurd.
Artikel 2
§1. De inwerkingtreding van deze telewerkpolicy wordt voorzien na afloop van de vigerende coronarichtlijnen en -maatregelen inzonderheid inzake verplicht telewerk in het kader van de huidige coronapandemie.
§2. Het gemeentepersoneel is, voor de duur van de vigerende coronarichtlijnen en -maatregelen inzonderheid inzake verplicht telewerk tijdens de huidige coronapandemie, gehouden en verplicht tot naleving van de opgelegde, uitzonderlijke maatregelen terzake en waar mogelijk, van thuis uit te werken.
Artikel 3
De telewerkpolicy wordt opgenomen als bijlage 17 bij de rechtspositieregeling en het arbeidsreglement voor het gemeentepersoneel.
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verdere praktische uitwerking en opvolging van deze telewerkpolicy.
Artikel 5
Dit besluit wordt ter kennis gebracht van het gemeentepersoneel.
Dit agendapunt behelst een actualisering van het algemeen politiereglement van de stad Aarschot. De voorgestelde aanpassingen vinden hun oorsprong in:
Met name over de aanpassingen m.b.t. de gemeentelijke administratieve sancties leven veel vragen in de raad. De voorzitter is ingegaan op het verzoek om het agendapunt in maart opnieuw te agenderen nadat het ten gronde is besproken in een gemeenteraadscommissie.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het algemeen politiereglement van de stad Aarschot te actualiseren. De voorgestelde aanpassingen vinden hun oorsprong in:
Toelichting bij artikel 1
De GAS-wet heeft een aantal wijzigingen aangebracht die een impact hebben op de bestaande reglementen en de toe te passen procedure.
LOKALE BEMIDDELING
De procedures en nadere regels voor de uitvoering van de lokale bemiddeling voor minderjarige en meerderjarige overtreders, krachtens artikel 18, §1 en 12, §1, 1° van de wet van 24.06.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, zijn uitgewerkt in een aparte gemeenteraadsbeslissing 'Bemiddelingsreglement in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties, goedgekeurd door de gemeenteraad op 18.06.2018'.
De procedure van lokale bemiddeling zal uitgevoerd worden door de bemiddelaar ter beschikking gesteld door de stad Leuven. Hiervoor werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met de stad Leuven (gemeenteraadsbeslissing van 18.06.2018).
GEMEENSCHAPSDIENST MEERDERJARIGEN
Voor zover de sanctionerend ambtenaar dit aangewezen acht, kan hij aan de meerderjarige overtreder, mits zijn akkoord of op zijn verzoek, een gemeenschapsdienst voorstellen in plaats van de administratieve geldboete.
De gemeenschapsdienst mag niet meer dan dertig uur bedragen en moet worden uitgevoerd binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van kennisgeving van de beslissing van de sanctionerend ambtenaar.
Zij bestaat uit een opleiding en/of een onbetaalde prestatie onder toezicht van de gemeente of van een door de gemeente aangewezen bevoegde rechtspersoon en uitgevoerd ten behoeve van een gemeentedienst of een publiekrechtelijke rechtspersoon, een stichting of een vereniging zonder winstgevend oogmerk die door de gemeente wordt aangewezen. De gemeenschapsdienst wordt omkaderd door een door de gemeente erkende dienst of door een rechtspersoon die door deze gemeente wordt aangewezen.
GEMEENSCHAPSDIENST MINDERJARIGEN
In geval van weigering van het aanbod of falen van de bemiddeling, kan de sanctionerend ambtenaar een gemeenschapsdienst voorstellen, zoals omschreven bij artikel 10, tweede en derde lid van de GAS-wet, jegens de minderjarige, die georganiseerd wordt in verhouding tot zijn leeftijd en capaciteiten. Hij kan eveneens beslissen de keuze en de nadere regels van de gemeenschapsdienst toe te vertrouwen aan een bemiddelaar of een bemiddelingsdienst.
Deze gemeenschapsdienst mag niet meer dan vijftien uur bedragen en moet worden uitgevoerd binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van kennisgeving van de beslissing van de sanctionerend ambtenaar.
De vader en moeder, voogd of personen die de hoede hebben over de minderjarige, kunnen op hun verzoek de minderjarige begeleiden bij het uitvoeren van de gemeenschapsdienst.
In geval van niet-uitvoering of weigering van de gemeenschapsdienst, kan de sanctionerend ambtenaar een administratieve geldboete opleggen.
OUDERLIJKE BETROKKENHEID
Een procedure van ouderlijke betrokkenheid kan worden voorzien voorafgaand aan het aanbod tot bemiddeling, tot gemeenschapsdienst of, desgevallend, de oplegging van een administratieve geldboete.
In het kader van deze procedure, informeert de sanctionerend ambtenaar per aangetekende brief de vader en moeder, voogd of personen die de hoede hebben over de minderjarige, over de vastgestelde feiten en verzoekt hen om, onmiddellijk na het ontvangen van het proces-verbaal of de vaststelling bedoeld in artikel 21 van de GAS-wet, hun mondelinge of schriftelijke opmerkingen mee te delen over deze feiten en de eventueel te nemen opvoedkundige maatregelen. Hij kan hiertoe een ontmoeting vragen met de vader en moeder, de voogd of de personen die de minderjarige onder hun hoede hebben en de minderjarige.
Na de hiervoor bedoelde opmerkingen te hebben ingewonnen en/of de minderjarige overtreder te hebben ontmoet, evenals zijn vader, moeder, voogd of personen die er de hoede over uitoefenen en indien hij tevreden is over de educatieve maatregelen die door deze laatsten werden voorgesteld, kan de sanctionerend ambtenaar hetzij de zaak in dit stadium van de procedure afsluiten, hetzij de administratieve procedure opstarten.
Een advies over het voorzien van de mogelijkheid om administratieve sancties op te leggen aan minderjarigen en het verlagen van de leeftijdsgrens naar 14 jaar werd verstrekt door de jeugdraad op 27 november 2020 krachtens artikel 4, §5 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Vermits het algemeen politiereglement van de stad voorziet dat minderjarigen het voorwerp kunnen uitmaken van gemeentelijke administratieve sancties, voorziet de wet ook in een algemene informatieplicht t.a.v. de in de gemeente wonende minderjarigen en hun vaders, moeders en voogden.
BIJZONDERE VELDWACHTERS
Een bijzondere veldwachter kan aangesteld worden als GAS-vaststeller. De wettelijke basis is terug te vinden in artikel 20 van de GAS-wet van 24 juni 2013. Alle inbreuken die het voorwerp kunnen uitmaken van GAS, kunnen vastgesteld worden door politieambtenaren, agenten van politie of bijzondere veldwachters in het kader van hun bevoegdheden. Voor veldwachters aangesteld door publiekrechtelijke rechtspersonen is de bevoegdheid beperkt tot het grondgebied waarvoor zij beëdigd zijn.
Het algemeen politiereglement van de stad Aarschot voorziet momenteel deze mogelijkheid niet.
Het CBS verzoekt het algemeen politiereglement uit te breiden met de mogelijkheid om bijzondere veldwachters aan te stellen als GAS-vaststeller.
Toelichting bij artikel 2
De gemeenteraad keurde in zitting van 17.12.2009 het gemeentelijk reglement met betrekking tot de vergunningen voor het exploiteren van taxidiensten en diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder en het gebruik van de taxistandplaatsen op openbare weg (bijlage 7 en 8 van het algemeen politiereglement) goed.
Het decreet van 29.03.2019 betreffende de exploitatievoorwaarden voor het individueel bezoldigd personenvervoer en het besluit van 08.11.2019 betreffende de exploitatievoorwaarden voor het individueel bezoldigd personenvervoer heeft de taxiregelgeving grondig gewijzigd.
Vanaf 01.01.2020 kunnen uitbaters een hervormde vergunning voor het uitbaten van een taxidienst aanvragen. Voor straattaxi's worden de vaste tarieven, de quota en de beperking tot het gemeentelijke grondgebied voor taxi's geschrapt. De Vlaamse overheid wil met deze maatregelen de markt meer laten spelen, in de hoop dat er meer aanbod qua taxi’s komt en dat de prijzen gaan dalen.
Voornoemde beslissingen worden opgeheven. Het is niet nodig of aangewezen dat de stad een eigen reglement maakt. Dit leidt enkel tot verwarring, en bij eventuele tegenstrijdigheden (bv. na aanpassing van het decreet of besluit) telt toch de Vlaamse regelgeving.
Toelichting bij artikel 3
Elke verhuring van een goed dat bestemd is voor bewoning houdt de verplichting in bij elke officiële of publieke mededeling, van welke materiële drager ook, het bedrag van de gevraagde huurprijs en van de gemeenschappelijke kosten en lasten te vermelden zoals bepaald in artikel 4 van het Vlaamse Woninghuurdecreet. Daarnaast worden ook de gegevens meegedeeld zoals vermeld in art. 11.2.1.§ 3 van het energiedecreet van 08.05.2009, ingevoegd bij decreet van 18.11.2011 m.b.t het energieprestatiecertificaat.
Een zeer belangrijke maatregel om discriminatie op de private huurmarkt tegen te gaan. De affichering van deze zaken zorgt voor transparantie naar de kandidaat huurder toe en voorkomt dat de verhuurder de huurprijs aanpast naar gelang de kandidaat huurder die zich aanbiedt.
Voorstel van besluit
Artikel 1
(ter vervanging van Hoofdstuk VIII - Bijzondere bepalingen uit het strafwetboek en Hoofdstuk IX - Procedure van het Algemeen Politiereglement van de stad Aarschot)
Art. 1. Procedure
De procedure voor het opleggen van gemeentelijke administratieve sancties wordt geregeld in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en latere wijzigingen.
Art. 2. Sanctionering
§1. Inbreuken op het algemeen politiereglement van de stad Aarschot kunnen bestraft worden met een administratieve geldboete van maximum 250 euro voor meerderjarige overtreders en maximum 125 euro voor minderjarige overtreders.
§2. Inbreuken op het plaatsverbod dat de burgemeester kan opleggen conform artikel 134sexies van de nieuwe gemeentewet, zoals voorzien door artikel 47 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, kunnen bestraft worden met een administratieve geldboete.
§3. Het college van burgemeester en schepenen kan een door de gemeente verleende toelating of vergunning schorsen of intrekken en/of een inrichting tijdelijk of definitief sluiten. Deze sancties kunnen pas opgelegd worden nadat de overtreder een voorafgaande verwittiging heeft gekregen. Die bevat een uittreksel van het overtreden reglement of van de overtreden verordening. Deze worden ter kennis gebracht krachtens artikel 45 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
§4. Deze sancties kunnen niet opgelegd worden indien voor dezelfde inbreuken door of krachtens een wet, een decreet of ordonnantie reeds straffen of administratieve sancties worden bepaald.
§5. Gemengde inbreuken:
In afwijking van art. 2 §4 kunnen administratieve geldboetes opgelegd worden voor volgende inbreuken:
- vernielen of beschadigen van grafstenen, monumenten, standbeelden, kunstvoorwerpen (art. 526 Sw)
- kwaadwillig bomen omhakken (art. 537 Sw)
- opzettelijk beschadigen of vernielen van roerende goederen (art. 559, 1° Sw)
- nachtlawaai (art. 561, 1° Sw)
- beschadiging van landelijke of stedelijke afsluitingen (art. 563, 2° Sw)
- plegen van lichte gewelddaden (art. 563, 3° Sw).
§6. De omvang van de administratieve geldboete is proportioneel op grond van de zwaarte van de inbreuk die de boete verantwoordt en eventuele herhaling. De bij dit reglement voorgeschreven administratieve geldboete wordt verhoogd in geval van herhaling, zonder dat deze boete het wettelijke voorziene maximum mag overschrijden.
§7. Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de 24 maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.
Art. 3. Specifieke procedure voor minderjarigen - Ouderlijke betrokkenheid
Een procedure van ouderlijke betrokkenheid wordt voorzien, krachtens artikel 17 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
De ambtenaar die belast is met het opleggen van de administratieve geldboetes krachtens artikel 21, §1, 1° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties wordt belast met de uitvoering ervan.
Art. 4. Alternatieve maatregelen – Lokale bemiddeling en gemeenschapsdienst
Er kunnen eveneens alternatieve maatregelen voor de administratieve geldboete worden opgelegd.
De alternatieve maatregelen die opgelegd kunnen worden, zijn
- De lokale bemiddeling, gedefinieerd als zijnde een maatregel die het voor de overtreder mogelijk maakt om, door tussenkomst van een bemiddelaar, de veroorzaakte schade te herstellen of schadeloos te stellen of om het conflict te doen bedaren. De bemiddelingsprocedure wordt verplicht aangeboden aan minderjarigen vanaf 16 jaar. Voor meerderjarigen is de procedure optioneel.
- De gemeenschapsdienst gedefinieerd als zijnde een prestatie van algemeen belang uitgevoerd door de overtreder ten gunste van de gemeenschap (collectiviteit).
Art. 4.1. Lokale bemiddeling
Een lokale bemiddeling wordt voorzien voor minderjarige en meerderjarige overtreders van het algemeen politiereglement, krachtens artikel 4, §2 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
De procedures en nadere regels voor de uitvoering van de lokale bemiddeling voor minderjarige en meerderjarige overtreders, krachtens artikel 18, §1 en 12, §1, 1° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, zijn uitgewerkt in een aparte gemeenteraadsbeslissing 'Bemiddelingsreglement in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties, goedgekeurd door de gemeenteraad op 18.06.2018'.
De procedure van lokale bemiddeling zal uitgevoerd worden door de bemiddelaar ter beschikking gesteld door de stad Leuven. Hiervoor werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met de stad Leuven (gemeenteraadsbeslissing van 18.06.2018).
Art. 4.2. Gemeenschapsdienst
Naast de bemiddeling wordt als alternatieve maatregel een gemeenschapsdienst voorzien voor minderjarige en meerderjarige overtreders van het algemeen politiereglement krachtens artikel 4 §2 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Een gemeenschapsdienst is een prestatie van algemeen belang uitgevoerd door de overtreder ten gunste van de collectiviteit. De gemeenschapsdienst wordt omkaderd door een door de stad erkende dienst of door een rechtspersoon die door de stad wordt aangewezen.
Art. 4.2.1. Gemeenschapsdienst meerderjarige overtreder
Indien de sanctionerend ambtenaar het aangewezen acht, kan hij aan de meerderjarige overtreder, mits zijn akkoord of op zijn verzoek, een gemeenschapsdienst voorstellen in plaats van een administratieve geldboete.
De gemeenschapsdienst mag niet meer dan 30 uur bedragen en moet worden uitgevoerd binnen een termijn van 6 maanden vanaf de datum van kennisgeving van de beslissing van de sanctionerend ambtenaar.
Zij bestaat uit
- een opleiding en/of
- een onbetaalde prestatie onder toezicht van de stad of van een door de stad aangewezen bevoegde rechtspersoon en uitgevoerd ten behoeve van een stadsdienst of een publiekrechtelijke rechtspersoon, een stichting of een vereniging zonder winstgevend oogmerk die door de stad wordt aangewezen.
Art. 4.2.2. Gemeenschapsdienst minderjarige overtreder
Ingeval van weigering van het aanbod of falen van de bemiddeling bij een minderjarige, kan de sanctionerend ambtenaar een gemeenschapsdienst voorstellen.
De gemeenschapsdienst wordt georganiseerd in verhouding tot de leeftijd en capaciteiten van de minderjarige. De vader en de moeder, voogd of personen die de hoede hebben over de minderjarige, kunnen op hun verzoek de minderjarige begeleiden bij het uitvoeren van de gemeenschapsdienst.
De gemeenschapsdienst mag niet meer dan 15 uur bedragen en moet worden uitgevoerd binnen een termijn van 6 maanden vanaf de datum van kennisgeving van de beslissing van de sanctionerend ambtenaar.
In geval van niet uitvoering of weigering van de gemeenschapsdienst, kan de sanctionerend ambtenaar een administratieve boete opleggen.
Art. 5. Leeftijdsgrens
Het politiereglement is ook van toepassing op minderjarigen die de volle leeftijd van 14 jaar hebben bereikt op het ogenblik van de feiten.
Art. 6. Plaatsverbod
§1. De burgemeester kan, in geval van verstoring van de openbare orde, veroorzaakt door individuele of collectieve gedragingen, of in geval van herhaalde inbreuken op de reglementen en verordeningen van de gemeenteraad gepleegd op eenzelfde plaats in de gemeente of ter gelegenheid van soortgelijke gebeurtenissen die zich in de gemeente afspelen en die een verstoring van de openbare orde met zich meebrengen, beslissen over te gaan tot een tijdelijk plaatsverbod van 1 maand, tweemaal vernieuwbaar, jegens de dader of de daders van deze gedragingen.
§2. Het begrip 'tijdelijk plaatsverbod' wordt gedefinieerd als het verbod binnen te treden in één of meerdere duidelijke perimeters van plaatsen die als toegankelijk voor het publiek worden bepaald, gelegen binnen een gemeente, zonder evenwel het geheel van het grondgebied te beslaan. Elke plaats die is gelegen in de gemeente die niet enkel toegankelijk is voor de beheerder van de plaats, voor degene die er werkt of voor degenen die er individueel worden uitgenodigd, met uitzondering van de woonplaats, de plaats van het werk, of de plaats van de onderwijs- of opleidingsinstelling van de overtreder, wordt beschouwd als plaats die toegankelijk is voor het publiek.
Onder 'personen die er werken' worden niet alleen de bedienden van de betreffende onderneming bedoeld, maar ook de personen in dienst van een onderaannemer of de personen die er herstellingen doen, kunnen als dusdanig worden beschouwd.
§3. De beslissing kan worden genomen:
- ofwel na een door de burgemeester betekende schriftelijke verwittiging die de dader of de daders van die gedragingen op de hoogte brengt van het feit dat een nieuwe inbreuk op een identieke plaats of ter gelegenheid van gelijksoortige gebeurtenissen aanleiding zal kunnen geven tot een plaatsverbod;
- ofwel, met het oog op de ordehandhaving, zonder verwittiging.
Art. 7. Vaststellers
Alle inbreuken die het voorwerp kunnen uitmaken van gemeentelijke administratieve sancties, kunnen vastgesteld worden door politieambtenaren, agenten van politie of bijzondere veldwachters in het kader van hun bevoegdheden. In dit laatste geval gaat het om de veldwachters aangesteld door publiekrechtelijke rechtspersonen en hun bevoegdheid is in ieder geval beperkt tot het grondgebied waarvoor zij beëdigd zijn op verzoek van de gemeente of de openbare instelling.
De inbreuken die uitsluitend het voorwerp kunnen uitmaken van administratieve sancties, kunnen vastgesteld worden door gemeenschapswachten-vaststellers en de leidend ambtenaar van de gemeenschapswachten.
Artikel 2
De beslissingen van de gemeenteraad van 17.12.2009 houdende goedkeuring van het reglement houdende de voorwaarden tot het exploiteren van een taxidienst en het reglement houdende de voorwaarden tot het exploiteren van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder (bijlage 7 en 8 van het Algemeen Politiereglement van de stad Aarschot) worden opgeheven.
Artikel 3
VERPLICHTE AFFICHERING HUURPRIJS - GEMEENSCHAPPELIJKE LASTEN – GEGEVENS ENERGIEPRESTATIECERTIFICAAT
Voorwerp
Elke verhuring van een goed dat bestemd is voor bewoning houdt de verplichting in bij elke officiële of publieke mededeling, van welke materiële drager ook, het bedrag van de gevraagde huurprijs en van de gemeenschappelijke kosten en lasten te vermelden zoals bepaald in artikel 4 van het Vlaamse Woninghuurdecreet. Daarnaast worden ook de gegevens meegedeeld zoals vermeld in art. 11.2.1.§ 3 van het energiedecreet van 08.05.2009, ingevoegd bij decreet van 18 november 2011 m.b.t het energieprestatiecertificaat.
Definities
Bewoning:
alle vormen van wonen in de ruimst mogelijke zin (woningen, tweede verblijven, (studenten-)kamers,…)
Materiële drager:
manier van aankondigen door onder meer de klassieke affiches, annonces, aankondigingen in dagbladen, tijdschriften, op het internet,…
Officiële of publieke mededeling:
alle vormen van aankondiging wat ook de materiële drager is.
Onvolledig naleven:
het niet vermelden van één van de verplichte mededelingen, zijnde de huurprijs en de gemeenschappelijke lasten indien van toepassing.
Energieprestatiecertificaat (EPC):
informeert potentiële kopers en huurders over de energiezuinigheid van de woning en is verplicht vanaf het moment dat een woning te koop of te huur staat, zo niet riskeert de eigenaar een boete. Het EPC wordt opgemaakt door een erkende energiedeskundige type A.
Hoogte van de administratieve sanctie
Het niet of onvolledig naleven door de verhuurder of zijn gemachtigde van de in dit artikel bedoelde verplichting wordt vanaf 1 september 2021 bestraft met een administratieve geldboete van maximum 250 euro.
Artikel 4
Deze beslissing en het algemeen politiereglement van de stad Aarschot worden gepubliceerd op de stedelijke website.
Gelet op de vaststelling dat met name over de aanpassingen m.b.t. de gemeentelijke administratieve sancties veel vragen leven; dat de Groen-fractie heeft verzocht de stemming over dit onderwerp te verdagen en het voorstel eerst in de gemeenteraadscommissie veiligheid, communicatie en financiën te bespreken vooraleer het opnieuw te agenderen;
Gelet op het voorstel van de voorzitter om op dit verzoek in te gaan en het agendapunt in maart opnieuw te agenderen nadat het ten gronde is besproken in een gemeenteraadscommissie;
wordt dit punt van de agenda afgevoerd
Elk lid van de gemeenteraad van Aarschot heeft recht op terugbetaling van de eigen informaticakosten. De maximale financiële tegemoetkoming voor de dekking van de uitgaven voor de aankoop van informatica-apparatuur en informaticatoepassingen bedraagt 600 euro inclusief btw en dit voor de volledige momenteel lopende legislatuur. Het bedrag is niet gekoppeld aan enig indexcijfer.
Jaarlijks wordt een gedetailleerd verslag gemaakt van de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen. De raad neemt er kennis van.
Elk lid van de gemeenteraad van Aarschot heeft recht op terugbetaling van de eigen informaticakosten.
De maximale financiële tegemoetkoming voor de dekking van de uitgaven voor de aankoop van informatica-apparatuur en informaticatoepassingen bedraagt 600 euro inclusief btw en dit voor de volledige momenteel lopende legislatuur. Het bedrag is niet gekoppeld aan enig indexcijfer.
De terugbetaling staat in verhouding tot de periode waarin de gerechtigde lid is van de gemeenteraad. Indien een gerechtigd lid de hoedanigheid van lid van de gemeenteraad verliest, betaalt hij in voorkomend geval het gedeelte van de financiële tegemoetkoming terug dat hij ontvangen heeft boven het proportionele deel.
Jaarlijks wordt een gedetailleerd verslag gemaakt van de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen. Dit verslag is openbaar en wordt voorgelegd aan de raad.
Het overzicht van de terugbetaalde informaticakosten in 2020 gaat als bijlage.
Elk lid van de gemeenteraad van Aarschot heeft recht op terugbetaling van de eigen informaticakosten.
De maximale financiële tegemoetkoming voor de dekking van de uitgaven voor de aankoop van informatica-apparatuur en informaticatoepassingen bedraagt 600 euro inclusief btw en dit voor de volledige momenteel lopende legislatuur. Het bedrag is niet gekoppeld aan enig indexcijfer.
De terugbetaling staat in verhouding tot de periode waarin de gerechtigde lid is van de gemeenteraad. Indien een gerechtigd lid de hoedanigheid van lid van de gemeenteraad verliest, betaalt hij in voorkomend geval het gedeelte van de financiële tegemoetkoming terug dat hij ontvangen heeft boven het proportionele deel.
Jaarlijks wordt een gedetailleerd verslag gemaakt van de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen. Dit verslag is openbaar en wordt voorgelegd aan de raad.
Het overzicht van de terugbetaalde informaticakosten in 2020 gaat als bijlage.
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het overzicht van terugbetaalde informatiekosten aan bepaalde leden van de gemeenteraad in 2020.
De gemeenteraad bekrachtigt de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 15.01.2021 'Protocol quarantainehandhaving voor de elektronische mededeling van persoonsgegevens van het Agentschap Zorg en Gezondheid'.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 15.01.2021 'Protocol quarantainehandhaving voor de elektronische mededeling van persoonsgegevens van het Agentschap Zorg en Gezondheid' wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 15.01.2021 'Protocol quarantainehandhaving voor de elektronische mededeling van persoonsgegevens van het Agentschap Zorg en Gezondheid' wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.
Enig artikel
De gemeenteraad bekrachtigt de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 15.01.2021 'Protocol quarantainehandhaving voor de elektronische mededeling van persoonsgegevens van het Agentschap Zorg en Gezondheid'.
De langdurige coronacrisis heeft een zware impact op het lokale verenigingsleven. Het heeft de werking en het activiteitenaanbod van verenigingen tijdelijk stilgelegd en de heropstart gebeurt ondertussen onder strikte voorwaarden. Verenigingen hebben met andere woorden schade geleden onder de crisis die startte bij de lockdown.
Om de heropstart van de werking van de verenigingen aan te moedigen, voorziet het stadsbestuur voor elke erkende socio-culturele vereniging een forfaitair bedrag van 200 euro.
Een deel van de schade is zeer meetbaar, tastbaar en aantoonbaar. Die aantoonbaar geleden schade wil de stad erkennen en (deels) ondersteunen op basis van het beschikbare budget.
Die erkenning en ondersteuning is nodig om zo een duurzaam herstel van de basiswerking van de verenigingen te realiseren. De verenigingen die hun schade aantonen, kunnen een toelage ontvangen van 500 euro tot maximum 5.000 euro.
De langdurige coronacrisis heeft een zware impact op het lokale verenigingsleven. Het heeft de werking en het activiteitenaanbod van verenigingen tijdelijk stilgelegd en de heropstart gebeurt ondertussen onder strikte voorwaarden.
Verenigingen hebben met andere woorden schade geleden onder de crisis die startte bij de lockdown.
Om de heropstart van de werking van de verenigingen aan te moedigen, voorziet het stadsbestuur voor elke erkende socio-culturele vereniging een forfaitair bedrag van 200 euro.
Een deel van de schade is zeer meetbaar, tastbaar en aantoonbaar. Die aantoonbaar geleden schade wil de stad erkennen en (deels) ondersteunen op basis van het beschikbare budget.
Die erkenning en ondersteuning is nodig om zo een duurzaam herstel van de basiswerking van de verenigingen te realiseren. De verenigingen die hun schade aantonen, kunnen een toelage ontvangen van 500 euro tot maximum 5.000 euro.
De langdurige coronacrisis heeft een zware impact op het lokale verenigingsleven. Het heeft de werking en het activiteitenaanbod van verenigingen tijdelijk stilgelegd en de heropstart gebeurt ondertussen onder strikte voorwaarden.
Verenigingen hebben met andere woorden schade geleden onder de crisis die startte bij de lockdown.
Om de heropstart van de werking van de verenigingen aan te moedigen, voorziet het stadsbestuur voor elke erkende socio-culturele vereniging een forfaitair bedrag van 200 euro.
Een deel van de schade is zeer meetbaar, tastbaar en aantoonbaar. Die aantoonbaar geleden schade wil de stad erkennen en (deels) ondersteunen op basis van het beschikbare budget.
Die erkenning en ondersteuning is nodig om zo een duurzaam herstel van de basiswerking van de verenigingen te realiseren. De verenigingen die hun schade aantonen, kunnen een toelage ontvangen van 500 euro tot maximum 5.000 euro.
Artikel 1
Om de impact van corona op de werking van de Aarschotse socio-culturele verenigingen mee op te vangen, zal elke erkende Aarschotse socio-culturele vereniging die haar maatschappelijke zetel of haar werking op grondgebied Aarschot heeft, een heropstartpremie en/of een schadepremie kunnen aanvragen.
De lijst van de Aarschotse erkende socio-culturele verenigingen gaat als bijlage.
Artikel 2 - HEROPSTARTPREMIE
Om de heropstart van de werking van de verenigingen aan te moedigen, voorziet het stadsbestuur voor elke erkende socio-culturele vereniging een forfaitair bedrag van 200 euro.
De heropstartpremie zal uitgekeerd worden aan elke erkende socio-culturele vereniging die hiertoe een aanvraag indient én op voorlegging van
Om in aanmerking te komen voor deze éénmalige subsidie, moet een aanvraag via het aanvraagformulier ingediend worden uiterlijk 31 maart 2021.
Verenigingen die niet tijdig een juiste en correcte aanvraag indienen, komen niet in aanmerking voor deze subsidie.
Er wordt een aanvraagformulier voor deze éénmalige subsidie beschikbaar gesteld op de gemeentelijke website. Dit aanvraagformulier moet worden aangevuld met de ondertekende verklaring op eer en een bewijs waaruit blijkt dat de rekening op naam van de vereniging staat
Artikel 3 - SCHADEPREMIE
Om in aanmerking te komen voor deze subsidie dient er een gemotiveerd schadedossier (= aanvraagdossier) te worden ingediend.
Dat schadedossier heeft betrekking op de schade die de erkende socio-culturele verenigingen omwille van corona geleden hebben. Er wordt enkel rekening gehouden met schade geleden vanaf 13 maart 2020 tot en met 31 december 2020.
In dit schadedossier doet de vereniging aangifte van de opgelopen corona-gebonden schade gedurende de hoger vermelde periode.
Wat?
Indien verenigingen echter nog andere vormen van financiële schade hebben geleden en indien die schade eveneens aantoonbaar toe te schrijven is uitsluitend aan de coronacrisis, kan deze schade ook worden aangegeven in het dossier.
Alle kosten moeten steeds aangetoond worden aan de hand van bewijsmateriaal. Tevens dient voor elke ingediende kost een bewijs van effectieve betaling te worden voorgelegd.
Het college is bevoegd om te beoordelen of deze schade kan mee genomen worden in dit dossier en bij de berekening van de subsidie.
Het college heeft de discretionaire bevoegdheid over de aanvaardbaarheid van om het even welke aangegeven schade.
Hoe aanvragen?
Er wordt een aanvraagformulier voor deze éénmalige subsidie beschikbaar gesteld op de gemeentelijke website.
Dit aanvraagformulier wordt aangevuld met de nodige bewijsstukken (= aantoonbare schade, kosten, betalingsbewijs ...) en een bewijs waaruit blijkt dat de rekening op naam van de vereniging staat.
De vereniging bepaalt zelf welke bewijsstukken ze toevoegt. Ze moeten duidelijk en transparant zijn voor het schepencollege en moeten de gevraagde informatie bevatten.
Bij de beoordeling kan er steeds schriftelijk bijkomende informatie gevraagd worden die deel zal uitmaken van het dossier en de beoordeling. Verenigingen die geen bijkomende informatie aanleveren op vraag van het schepencollege binnen de vooropgestelde termijn, komen niet in aanmerking voor ondersteuning.
Om in aanmerking te komen voor deze éénmalige subsidie, moet een aanvraag via het aanvraagformulier ingediend worden uiterlijk 31 maart 2021. Verenigingen die niet tijdig een juiste en correcte aanvraag indienen, komen niet in aanmerking voor deze subsidie.
Een rechtspersoon/vzw voegt bij de aanvraag tevens een kopie van de statuten toe, een feitelijke vereniging een attest van de feitelijke vereniging.
Hoeveel bedraagt de subsidie?
Binnen de perken van de kredieten goedgekeurd binnen het meerjarenplan 2020 - 2025 van de gemeente worden subsidies verleend volgens de normen en voorwaarden die hierin zijn vastgesteld.
Alle aanvaarde schade tussen 500 euro en 5.000 euro zal voor 75% worden terugbetaald met een maximum van 5.000 euro per vereniging.
Concreet:
Artikel 41, 8° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 geeft aan de gemeenteraad de bevoegdheid om vast te stellen wat onder het begrip 'dagelijks bestuur' moet worden verstaan.
Het college van burgemeester en schepenen is conform artikel 41, 10°, a) en artikel 56 §3, 5° van het decreet over het lokaal bestuur bevoegd voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van de overheidsopdracht, wanneer de opdracht past binnen het begrip 'dagelijks bestuur'.
Om de plaatsing van overheidsopdrachten te vereenvoudigen en om schaalvoordelen te verkrijgen, kan een bestuur beroep doen op een aankoopcentrale.
Een aankoopcentrale is een aanbestedende overheid die gecentraliseerde aankoopactiviteiten en eventueel aanvullende aankoopactiviteiten verricht. De aanbestedende overheid die beroep doet op een aankoopcentrale, is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren.
De toepasselijke bepalingen i.v.m. aankoopcentrales zijn terug te vinden in de artikelen 2, 6°- 8° en 47 van de wet overheidsopdrachten d.d. 17 juni 2016.
Het bestuur kan toetreden tot een bestaande aankoopcentrale of zelf een aankoopcentrale oprichten. Het voordeel is dat verschillende lokale entiteiten (stad, OCMW, AGB, Politie) kunnen samenwerken om raamovereenkomsten af sluiten voor de invulling van gezamenlijke behoeften, waarbij één van hen optreedt als aanbestedende overheid en de andere besturen hierbij aansluiten door toetreding tot de aankoopcentrale.
Artikel 41, 8° van het decreet over het lokaal bestuur van 22 december 2017 geeft aan de gemeenteraad de bevoegdheid om vast te stellen wat onder het begrip 'dagelijks bestuur' moet worden verstaan.
Het college van burgemeester en schepenen is conform artikel 41, 10°, a) en artikel 56 §3, 5° van het decreet over het lokaal bestuur bevoegd voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van de overheidsopdracht, wanneer de opdracht past binnen het begrip 'dagelijks bestuur'.
Om de plaatsing van overheidsopdrachten te vereenvoudigen en om schaalvoordelen te verkrijgen, kan een bestuur beroep doen op een aankoopcentrale.
Een aankoopcentrale is een aanbestedende overheid die gecentraliseerde aankoopactiviteiten en eventueel aanvullende aankoopactiviteiten verricht. De aanbestedende overheid die beroep doet op een aankoopcentrale, is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren.
De toepasselijke bepalingen i.v.m. aankoopcentrales zijn terug te vinden in de artikelen 2, 6°- 8° en 47 van de wet overheidsopdrachten d.d. 17 juni 2016.
Het bestuur kan toetreden tot een bestaande aankoopcentrale of zelf een aankoopcentrale oprichten. Het voordeel is dat verschillende lokale entiteiten (stad, OCMW, AGB, Politie) kunnen samenwerken om raamovereenkomsten af sluiten voor de invulling van gezamenlijke behoeften, waarbij één van hen optreedt als aanbestedende overheid en de andere besturen hierbij aansluiten door toetreding tot de aankoopcentrale.
Het college van burgemeester en schepenen is conform artikel 41, 10°, a) en artikel 56 §3, 5° van het decreet over het lokaal bestuur bevoegd voor de vaststelling van de plaatsingsprocedure en de voorwaarden van de overheidsopdracht, wanneer de opdracht past binnen het begrip 'dagelijks bestuur'.
Om de plaatsing van overheidsopdrachten te vereenvoudigen en om schaalvoordelen te verkrijgen, kan een bestuur beroep doen op een aankoopcentrale.
Een aankoopcentrale is een aanbestedende overheid die gecentraliseerde aankoopactiviteiten en eventueel aanvullende aankoopactiviteiten verricht. De aanbestedende overheid die beroep doet op een aankoopcentrale is vrijgesteld van de verplichting om zelf een plaatsingsprocedure te organiseren.
De toepasselijke bepalingen i.v.m. aankoopcentrales zijn terug te vinden in de artikelen 2, 6°- 8° en 47 van de wet overheidsopdrachten d.d. 17 juni 2016.
Het bestuur kan toetreden tot een bestaande aankoopcentrale of zelf een aankoopcentrale oprichten. Het voordeel is dat verschillende lokale entiteiten (stad, OCMW, AGB, Politie) kunnen samenwerken om raamovereenkomsten af sluiten voor de invulling van gezamenlijke behoeften, waarbij één van hen optreedt als aanbestedende overheid en de andere besturen hierbij aansluiten door toetreding tot de aankoopcentrale.
Aangezien een delegatiebesluit steeds beperkend dient geïnterpreteerd te worden is toetreding tot een aankoopcentrale een bevoegdheid van de gemeenteraad, tenzij de gemeenteraad deze beslissingsbevoegdheid heeft gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepen (art. 40 §1 decreet lokaal bestuur).
Op voorstel van het college van burgemeester en schepenen;
ter vervanging van het reglement tot vaststelling van het begrip “dagelijks bestuur” en tot vaststelling van de bevoegdheden die door de gemeenteraad worden gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen (goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 11.06.2020)
Artikel 1 - Het begrip “dagelijks bestuur”
Onder het begrip “dagelijks bestuur” vallen alle handelingen, die moeten verricht worden om de normale gang van zaken van het bestuur te verzekeren.
Deze handelingen
Binnen dit begrip vallen onder meer, niet-limitatief opgesomd, de hierna volgende aangelegenheden.
Artikel 2 - Uitgaven
Inzake uitgaven wordt onder dagelijks bestuur begrepen:
Artikel 3 - Bijkomende uitgaven
Inzake bijkomende uitgaven wordt onder dagelijks bestuur begrepen :
Artikel 4 - Uitgaven boven het voorziene krediet
Een verbintenis mag alleen worden aangegaan als de financiële gevolgen ervan tijdens de periode van het meerjarenplan passen binnen de ramingen van het meerjarenplan en als de financiële gevolgen voor het lopende boekjaar passen binnen de limitatieve kredieten voor dat boekjaar in het meerjarenplan.
Artikel 5 - Uitgaven in geval van dwingende en onvoorziene omstandigheden
Uitgaven in geval van dwingende en onvoorziene omstandigheden kunnen bij hoogdringendheid door het CBS worden beslist.
Het CBS kan, als het geringste uitstel onbetwistbare schade zou veroorzaken, de beslissing over de uitgave evenwel op eigen verantwoordelijkheid laten uitvoeren, mits naleving van volgende bepalingen:
Het CBS
Artikel 6 - Geringe dagontvangsten
Inzake ontvangsten valt onder het begrip dagelijks bestuur:
Het kaderreglement waarbinnen de beslissingen van de algemeen directeur tot het belasten van personeelsleden met de inning van geringe dagontvangsten moeten passen, wordt in een afzonderlijk besluit vastgesteld.
Artikel 7 - Daden van beschikking
Inzake het stellen van daden van beschikking met betrekking tot roerende en onroerende goederen wordt onder dagelijks bestuur begrepen:
Artikel 8 - Leningen
Inzake leningen valt onder het begrip dagelijks bestuur:
Artikel 9 - Financieel beheer
Inzake financieel beheer wordt onder dagelijks bestuur begrepen:
Artikel 10 - Diverse delegaties van bevoegdheden
Volgende bevoegdheden worden door de gemeenteraad gedelegeerd aan het college van burgemeester en schepenen en ressorteren dus onder het begrip “dagelijks bestuur” :
Artikel 11 - Het college van burgemeester en schepenen is, conform hogergenoemde artikelen van dit gemeenteraadsbesluit, bevoegd om alle beslissingen te nemen m.b.t. opdrachten en taken die passen binnen het begrip dagelijks bestuur.
Het gemeentedecreet van 15 juli 2005 stelde in artikel 162:
In toepassing daarvan keurde de gemeenteraad van Aarschot het reglement i.v.m. de inning van geringe dagontvangsten goed.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bevat niet langer bepalingen over de inning van geringe dagontvangsten. Dit decreet bepaalt in artikel 592 wel dat de regelingen die de gemeenten hebben uitgewerkt met toepassing van (o.a.) artikel 162 van het gemeentedecreet van toepassing blijven tot een regeling wordt uitgewerkt met toepassing van artikel 217 tot en met 219 (m.b.t. organisatiebeheersing) van het decreet en uiterlijk tot en met 1 juli 2019. In uitvoering van deze bepaling bekrachtigde de gemeenteraad op 13 juni 2019 de bestaande regeling voor de inning van geringe dagontvangsten.
Inmiddels is het aangewezen deze regeling te actualiseren om:
Het gemeentedecreet van 15 juli 2005 stelde in artikel 162:
In toepassing daarvan keurde de gemeenteraad van Aarschot het voornoemde reglement i.v.m. de inning van geringe dagontvangsten goed.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bevat niet langer bepalingen over de inning van geringe dagontvangsten. Dit decreet bepaalt in artikel 592 wel dat de regelingen die de gemeenten hebben uitgewerkt met toepassing van (o.a.) artikel 162 van het gemeentedecreet van toepassing blijven tot een regeling wordt uitgewerkt met toepassing van artikel 217 tot en met 219 (m.b.t. organisatiebeheersing) van het decreet en uiterlijk tot en met 1 juli 2019. In uitvoering van deze bepaling bekrachtigde de gemeenteraad op 13 juni 2019 de bestaande regeling voor de inning van geringe dagontvangsten.
Inmiddels is het aangewezen deze regeling te actualiseren om:
Het gemeentedecreet van 15 juli 2005 stelde in artikel 162:
In toepassing daarvan keurde de gemeenteraad van Aarschot het voornoemde reglement i.v.m. de inning van geringe dagontvangsten goed.
Het decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 bevat niet langer bepalingen over de inning van geringe dagontvangsten. Dit decreet bepaalt in artikel 592 wel dat de regelingen die de gemeenten hebben uitgewerkt met toepassing van (o.a.) artikel 162 van het gemeentedecreet van toepassing blijven tot een regeling wordt uitgewerkt met toepassing van artikel 217 tot en met 219 (m.b.t. organisatiebeheersing) van het decreet en uiterlijk tot en met 1 juli 2019. In uitvoering van deze bepaling bekrachtigde de gemeenteraad op 13 juni 2019 de bestaande regeling voor de inning van geringe dagontvangsten.
Inmiddels is het aangewezen deze regeling te actualiseren om:
Artikel 1 - Definities
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
Artikel 2 - Aanduiding
§1 Personen belast met de inning van geringe dagontvangsten, beheerders van dienstkassen en beheerders van de gemeentekas worden nominatief aangeduid door de algemeen directeur.
§2 Met de inning van geringe dagontvangsten kunnen worden belast:
§3 Als beheerder van de dienstkas of beheerder van de gemeentekas kunnen uitsluitend personeelsleden van de gemeente worden aangeduid.
§4 Per dienst kunnen meerdere inners van geringe dagontvangsten worden aangeduid. Voor elke beheerder van de dienstkas kan een vervangend personeelslid worden aangeduid. Er kunnen eveneens meerdere beheerders van de centrale kas worden aangeduid.
§5 De aanduiding bedoeld in §1, §2 en §3 kan op elk moment worden beëindigd door de algemeen directeur. De aanduiding neemt alleszins een einde bij de uitdiensttreding van het betrokken personeelslid of desgevallend bij de beëindiging van de overeenkomst met de vrijwilliger.
Artikel 3 - Bewaring
§1 Het bedrag van de geringe dagontvangsten:
§2 De financieel directeur kan een beginkapitaal als wisselgeld ter beschikking stellen aan de persoon belast met de inning van geringe dagontvangsten.
§3 Geringe dagontvangsten worden cash of via een betaalterminal geïnd. Het cash geld moet worden bewaard in een gesloten geldkoffer, -lade en/of kluis. De sleutels van de geldkoffer of -lade worden door de inner van de dagontvangsten bewaard op een andere plaats dan de koffer/lade zelf. Deze plaats wordt aan niemand meegedeeld.
Artikel 4 - Registratie
§1 Elke persoon belast met de inning van geringe dagontvangsten, elke beheerder van een dienstkas en elke beheerder van de gemeentekas heeft een persoonlijke toegang tot het kasbeheersysteem voor de registratie van de geïnde dagontvangsten.
§2 Elke inner van geringe dagontvangsten:
De gemeenteraad neemt kennis van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 03.02.2021 'Inrichting en exploitatie 'Vaccinatiecentrum Aarschot' in samenwerking met Event Service & Solutions BV in de stadsfeestzaal - beslissing tot dwingende en onvoorziene uitgaven in toepassing van artikel 269 van het Decreet Lokaal Bestuur en tot opname kredieten in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025', zoals aangepast door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 11.02.2021.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 03.02.2021 'Inrichting en exploitatie 'Vaccinatiecentrum Aarschot' in samenwerking met Event Service & Solutions BV in de stadsfeestzaal - beslissing tot dwingende en onvoorziene uitgaven in toepassing van artikel 269 van het Decreet Lokaal Bestuur en tot opname kredieten in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025' wordt ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 03.02.2021 'Inrichting en exploitatie 'Vaccinatiecentrum Aarschot' in samenwerking met Event Service & Solutions BV in de stadsfeestzaal - beslissing tot dwingende en onvoorziene uitgaven in toepassing van artikel 269 van het Decreet Lokaal Bestuur en tot opname kredieten in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025' wordt ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.
Hierbij verwijzend naar artikel 269 van het Decreet Lokaal Bestuur dat bepaalt:
De gemeenteraad kan zonder de nodige kredieten over de uitgaven beslissen die door dwingende en onvoorziene omstandigheden vereist zijn, op voorwaarde dat hij daarvoor een met redenen omkleed besluit neemt. In dezelfde omstandigheden en als het geringste uitstel onbetwistbare schade zou veroorzaken, kan het college van burgemeester en schepenen op eigen verantwoordelijkheid over de uitgaven beslissen. Het college van burgemeester en schepenen brengt de gemeenteraad daarvan onmiddellijk op de hoogte. De bevoegdheid om over de uitgaven te beslissen, houdt ook de bevoegdheid in tot het vaststellen van de voorwaarden van overheidsopdrachten, het vaststellen van de plaatsingsprocedure, het voeren van de plaatsingsprocedure, de gunning en de uitvoering van de overheidsopdrachten. In de gevallen, vermeld in het eerste en het tweede lid, worden de financiële gevolgen opgenomen in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan.
Ter zitting wordt aan deze kennisname eveneens de beslissing toegevoegd van het college van burgemeester en schepenen van 11.02.2021 'Aanpassing beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 03.02.2021 'Inrichting en exploitatie 'Vaccinatiecentrum Aarschot' in samenwerking met Event Service & Solutions BV in de stadsfeestzaal - beslissing tot dwingende en onvoorziene uitgaven in toepassing van artikel 269 van het Decreet Lokaal Bestuur en tot opname kredieten in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025' wordt ter zitting eveneens ter kennisname voorgelegd aan de gemeenteraad.
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 03.02.2021 'Inrichting en exploitatie 'Vaccinatiecentrum Aarschot' in samenwerking met Event Service & Solutions BV in de stadsfeestzaal - beslissing tot dwingende en onvoorziene uitgaven in toepassing van artikel 269 van het Decreet Lokaal Bestuur en tot opname kredieten in de eerstvolgende aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025', zoals aangepast door het college van burgemeester en schepenen in zitting van 11.02.2021.
De gemeenteraad bekrachtigt de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 03.02.2021 'Samenwerkingsovereenkomst 'Vaccinatiecentrum Aarschot' tussen ELZ Demerland, stad Aarschot en de gemeenten Tielt-Winge en Begijnendijk'.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 03.02.2021 'Samenwerkingsovereenkomst 'Vaccinatiecentrum Aarschot' tussen ELZ Demerland, stad Aarschot en de gemeenten Tielt-Winge en Begijnendijk' wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.
De beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 03.02.2021 'Samenwerkingsovereenkomst 'Vaccinatiecentrum Aarschot' tussen ELZ Demerland, stad Aarschot en de gemeenten Tielt-Winge en Begijnendijk' wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.
Enig artikel
De gemeenteraad bekrachtigt de beslissing van het college van burgemeester en schepenen van 03.02.2021 'Samenwerkingsovereenkomst 'Vaccinatiecentrum Aarschot' tussen ELZ Demerland, stad Aarschot en de gemeenten Tielt-Winge en Begijnendijk'.
In het meerjarenplan werd voor 2021 een bedrag van 6.000 euro voorzien om premies toe te kennen aan ouders of opvoeders die hun gewone verblijfplaats in de stad Aarschot hebben en de opvoeding verzorgen van een kind met een handicap en/of ongeschiktheid van minstens 66% (minstens 4 punten in pijler 1 of 6 punten in de 3 pijlers samen).
Aan de gemeenteraad wordt een voorstel gedaan met betrekking tot de voorwaarden voor de toekenning van deze premie enerzijds alsook voor een verhoging van het jaarlijkse bedrag van €100 naar €200 per jaar anderzijds.
In het meerjarenplan werd voor 2021 een bedrag van 6.000 euro voorzien om premies toe te kennen aan ouders of opvoeders die hun gewone verblijfplaats in de stad Aarschot hebben en de opvoeding verzorgen van een kind met een handicap en/of ongeschiktheid van minstens 66% (minstens 4 punten in pijler 1 of 6 punten in de 3 pijlers samen).
Aan de gemeenteraad wordt een voorstel gedaan met betrekking tot de voorwaarden voor de toekenning van deze premie enerzijds alsook voor een verhoging van het jaarlijkse bedrag van €100 naar €200 per jaar anderzijds.
In het meerjarenplan werd voor 2021 een krediet voorzien om premies toe te kennen aan ouders of opvoeders die hun gewone verblijfplaats in de stad Aarschot hebben en de opvoeding verzorgen van een kind tot en met 21 jaar met een handicap en/of ongeschiktheid van minstens 66% (minstens 4 punten in pijler 1 of 6 punten in de 3 pijlers samen).
Er werd een voorstel uitgewerkt met betrekking tot de voorwaarden voor de toekenning van deze premie.
In het meerjarenplan werd voor 2021 een krediet van 6.000 euro ingeschreven voor de toekenning van een premie aan ouders of opvoeders van een kind met een handicap.
AC00007 1.3.1. We geven alle kinderen en jongeren een plaats in de stad.
2021/64901000 Toegestane werkingssubsidies aan gezinnen.
Artikel 1
Binnen de perken van het jaarlijks daartoe in de meerjarenplanning ingeschreven en goedgekeurd krediet wordt een premie toegekend aan de ouders of opvoeders die hun gewone verblijfplaats in de stad Aarschot hebben en de thuisverzorging op zich nemen van een kind met een handicap en/of ongeschiktheid van minstens 66% (min. 4 punten in pijler 1 of 6 punten in de 3 pijlers samen).
Artikel 2
De premie bedraagt 200,00 euro per kind per jaar.
Artikel 3
De premie kan worden aangevraagd:
Artikel 4
Bij de aanvraag moeten volgende attesten worden gevoegd:
De gemeenteraad beschikt over een systeem van klachtenbehandeling op het ambtelijk niveau van de gemeente en maximaal onafhankelijk van de diensten of departementen waarop de klachten betrekking hebben. Elke gebruiker van de dienstverlening van de stad die een klacht uit, heeft het recht op een grondige behandeling van zijn klacht. Klachten hebben betrekking op het niet correct handelen van een dienst of departement, niet van een individu. Het systeem van klachtenbehandeling is een hulpmiddel om de dienstverlening te optimaliseren en leidt tot een grotere tevredenheid bij de burgers. In toepassing van artikel 7, §2 van het reglement klachtenbehandeling zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 1 oktober 2007, rapporteert de klachtencoördinator jaarlijks aan de gemeenteraad. In 2020 behandelde de klachtencoördinator 90 klachten.
In toepassing van het gemeentedecreet organiseert de gemeenteraad een systeem van klachtenbehandeling op het ambtelijk niveau van de gemeente en maximaal onafhankelijk van de diensten of departementen waarop de klachten betrekking hebben. Elke gebruiker van de dienstverlening van de stad die een klacht uit, heeft het recht op een grondige behandeling van zijn klacht. Klachten hebben betrekking op het niet correct handelen van een dienst of departement, niet van een individu. Het systeem van klachtenbehandeling is een hulpmiddel om de dienstverlening te optimaliseren en leidt tot een grotere tevredenheid bij de burgers. Onderhavig artikel 7, §2 van het reglement klachtenbehandeling zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 1 oktober 2007, rapporteert de klachtencoördinator jaarlijks aan de gemeenteraad. In 2020 behandelde de klachtencoördinator 90 klachten.
Overwegende dat
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de bijgevoegde klachtenrapportering voor 2020.
De gemeenteraad neemt kennis van het schrijven van het Agentschap Binnenlands bestuur d.d. 18.01.2021, houdende een aantal opmerkingen en aanbevelingen m.b.t. het meerjarenplan 2020-2025 van stad en OCMW
Het decreet lokaal bestuur bepaalt dat besturen in 2019 hun beleids- en financiële planning vastleggen in een meerjarenplan voor de periode 2020 tot 2025. Het meerjarenplan vormt de basis voor het beleid van het bestuur gedurende de komende zes jaar. De stad en het OCMW moeten een gezamenlijk meerjarenplan opstellen, dat door beide raden wordt vastgesteld.
De gemeenteraad heeft op 10.12.2020 de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 vastgesteld en goedgekeurd, waarna de aanpassing van het meerjarenplan werd overgemaakt aan het Agentschap Binnenlands bestuur. Op basis van het nazicht van het meerjarenplan 2020-2025 heeft het Agentschap Binnenlands bestuur op 18.01.2021 een aantal opmerkingen en aanbevelingen overgemaakt, zie bijlage.
Bij de opmaak van de herziening van het meerjarenplan moet hiermee rekening worden gehouden.
Gelet op
Overwegende dat bij de opmaak van de herziening van het meerjarenplan rekening zal worden gehouden met de opmerkingen en aanbevelingen.
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van bijgevoegd schrijven van het Agentschap Binnenlands bestuur d.d. 18.01.2021, houdende een aantal opmerkingen en aanbevelingen m.b.t. het meerjarenplan 2020-2025 van stad en OCMW.
Uit het meerjarenplan blijkt dat er geen structureel exploitatietekort is op de globale sportinfrastructuur (sporthal/zwembad/cafetaria), de zalen Gelrode/Den Akker/Capucienenklooster en de uitbating van het dienstencentrum. Er is wel een structureel tekort op de exploitatie van de culturele infrastructuur (bibliotheek, museum, CC Het Gasthuis, brouwerij en beiaard).
Om de exploitatie van de culturele infrastructuur economisch leefbaar te houden, moeten de vergoedingen van het recht op toegang tot de culturele infrastructuur (bibliotheek, museum, CC Het Gasthuis, brouwerij en beiaard) worden verhoogd tenzij het AGB Aarschot vanwege de stad Aarschot prijssubsidies ontvangt voor dit recht op toegang tot de culturele infrastructuur. De stad kiest ervoor om prijssubsidies toe te kennen voor de exploitatie van de culturele infrastructuur op de Gasthuissite, omdat ze bijzonder wil inzetten op een duurzaam en kwaliteitsvol lokaal cultuurbeleid.
In zitting van 17 september 2020 heeft de gemeenteraad beslist om een verlaagd tarief in te voeren voor het gebruik van de sportzalen door jeugd(ploegen). Om het inkomstenverlies van het AGB Aarschot te compenseren, zal de stad in 2021 een prijssubsidie verlenen aan het AGB Aarschot.
Met beslissing ET.129.288 van 19 januari 2016 heeft de BTW administratie haar visie op het BTW-statuut van autonome gemeentebedrijven uiteengezet.
Van belang is onder meer dat werkingssubsidies (waarop geen BTW moet worden aangerekend) die door de gemeente aan het AGB worden toegekend, in principe niet in aanmerking mogen worden genomen voor de beoordeling van het winstoogmerk. Prijssubsidies (waarop wel BTW moet worden aangerekend) die door de gemeente aan het AGB worden toegekend, komen daarentegen wel in aanmerking voor de beoordeling van het winstoogmerk.
Het AGB Aarschot heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2020 voor de exploitatie van de infrastructuur, zoals vastgelegd in het op 12 december 2019 goedgekeurd meerjarenplan 2020-2025. Op basis van deze ramingen heeft het AGB Aarschot vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2020 de inkomsten uit het verlenen van het recht op toegang tot de door het AGB geëxploiteerde infrastructuur minstens 421.000 euro,- (exclusief btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.
Om economisch rendabel te zijn, wenst de stad Aarschot het AGB Aarschot een prijssubsidie toe te kennen voor volgende zaken:
Aan de gemeenteraad wordt het desbetreffende prijssubsidiereglement voorgelegd.
Met beslissing van ET.129.288 van 19 januari 2016 heeft de BTW administratie haar visie op het BTW-statuut van autonome gemeentebedrijven uiteengezet, nl.:
- Een AGB is in principe een gewone BTW-plichtige met recht op aftrek van BTW. Dat impliceert dus dat een AGB de BTW op de exploitatiekosten en de investeringskosten volgens de normale regels in aftrek kan brengen.
- Voorwaarde daartoe is wel dat het AGB een winstoogmerk heeft en dat dus statutair is bepaald dat eventueel gemaakte winsten moeten worden uitgekeerd en dat ook effectief gebeurt.
- Om te beoordelen of er winstoogmerk is, moet de globale activiteit van het AGB in aanmerking worden genomen.
- De administratie kan onderzoeken of die statutaire bepalingen niet louter theoretisch zijn. Dat zal het geval zijn wanneer systematisch tekorten voorkomen in hoofde van het AGB omdat de aan de bezoekers van de inrichting aangerekende prijzen niet volstaan om de exploitatiekosten van het AGB te dekken
- Werkingssubsidies waarop geen BTW moet worden aangerekend die door de gemeente aan het AGB worden toegekend, mogen in principe niet in aanmerking worden genomen voor de beoordeling van het winstoogmerk. Men kan hierbij wel niet terugkomen op beslissingen die de Rulingdienst in het verleden heeft genomen en die het tegenovergestelde zouden beweren.
- Prijssubsidies waarop wel BTW moet worden aangerekend die door de gemeente aan het AGB worden toegekend, komen daarentegen wel in aanmerking voor de beoordeling van het winstoogmerk.
- In de loop van het boekjaar is het mogelijk om het bedrag van de prijssubsidies aan te passen naar de toekomst toe.
Verder vermeldt voorgaande beslissing van het BTW-administratie:
De kwalificatie van een autonoom gemeentebedrijf als belastingplichtige met recht op aftrek van BTW belet niet dat de administratie later kan onderzoeken of de statutaire bepalingen niet louter theoretisch zijn.
Dit zal het geval zijn wanneer systematische tekorten voorkomen in hoofde van het autonoom gemeentebedrijf omdat de aan de bezoekers van de inrichting aangerekende prijzen niet volstaan tot dekking van de exploitatiekosten van het autonoom gemeentebedrijf. In dat verband kunnen de werkingssubsidies die door de gemeente aan het autonoom gemeentebedrijf worden ter beschikking gesteld, gelet op de nauwe band de tussen het autonoom gemeentebedrijf en de gemeente, niet worden aangemerkt als ontvangsten uit een bepaalde activiteit. De werkingssubsidies mogen bijgevolg niet als bijkomende ontvangsten worden aangemerkt en mogen evenmin in mindering worden gebracht van de gedane kosten voor het bepalen van het boekhoudkundig resultaat.
De door de gemeente aan het autonoom gemeentebedrijf toegekende subsidies die rechtstreeks verband houden met de prijs behoren tot de maatstaf van heffing van de BTW en mogen dan ook gevoegd bij de overige ontvangsten uit een bepaalde activiteit om te bepalen of de statutaire bepalingen inzake winstoogmerk en het doel winsten uit te keren al dan niet theoretisch zijn.
Van een rechtstreeks verband met de prijs is slechts sprake indien de subsidie specifiek aan het gesubsidieerde orgaan wordt betaald om een welbepaald goed te leveren of een welbepaalde dienst te verrichten. Dit verband tussen de subsidie en de prijs moet duidelijk blijken uit een onderzoek van de concrete omstandigheden die aan de basis van de betaling van de tegenprestaties liggen. Daarentegen is het niet nodig dat de prijs van het goed of de dienst, of een deel ervan, bepaald zou zijn. Het volstaat dat hij bepaalbaar is.
Prijssubsidies kunnen enkel voor de toekomst worden vastgesteld of aangepast en niet voor het verleden. Zo is het mogelijk om in de loop van het boekjaar het bedrag van de prijssubsidies aan te passen, maar dan enkel voor de toekomst en niet voor het verleden.
Voor het bepalen van de winst moet rekening gehouden worden met het boekhoudkundig resultaat (met inbegrip van afschrijvingen, aanleggen van provisies, …) en mag met niet louter vergelijken tussen het boek voor inkomende facturen enerzijds en het boek voor uitgaande facturen/dagboek voor ontvangsten anderzijds.
Het resultaat van de globale activiteit (dus niet activiteit per activiteit) van de instelling dient in aanmerking te worden genomen. Er wordt evenwel geen rekening gehouden met uitzonderlijke opbrengsten (vb. de inkomsten uit onroerende en financiële transacties). De winst/verliespositie moet structureel zijn en onafhankelijk van toevallige gebeurtenissen langs inkomsten- of uitgavenzijde.
Gelet op het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Aarschot zoals vastgesteld en goedgekeurd op 10 december 2020. Uit het meerjarenplan blijkt dat er geen structureel exploitatietekort is op de globale sportinfrastructuur (sporthal/zwembad/cafetaria), de zalen Gelrode/Den Akker/Capucienenklooster en de uitbating van het dienstencentrum. Er is wel een structuur tekort op de exploitatie van de culturele infrastructuur (bibliotheek, museum, CC Het Gasthuis, brouwerij en beiaard).
Om de exploitatie van de culturele infrastructuur economisch leefbaar te houden, moeten de vergoedingen van het recht op toegang tot de culturele infrastructuur (bibliotheek, museum, CC Het Gasthuis, brouwerij en beiaard) worden verhoogd tenzij het AGB Aarschot vanwege de stad Aarschot prijssubsidies ontvangt voor dit recht op toegang tot de culturele infrastructuur. De stad kiest ervoor om prijssubsidies toe te kennen voor de exploitatie van de culturele infrastructuur op de Gasthuissite, omdat ze bijzonder wil inzetten op een duurzaam en kwaliteitsvol lokaal cultuurbeleid.
In zitting van 17 september 2020 heeft de gemeenteraad beslist om een verlaagd tarief in te voeren voor het gebruik van de sportzalen door jeugd(ploegen). Om het inkomstenverlies van het AGB Aarschot te compenseren, zal de stad in 2021 een prijssubsidie verlenen aan het AGB Aarschot.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het onderstaand prijssubsidiereglement ten voordele van het Autonoom Gemeentebedrijf Aarschot goed.
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE BIBLIOTHEEK AARSCHOT
Rekening houdend met de socio-culturele en sociale functie van de door het AGB Aarschot geëxploiteerde bibliotheek en om de leesmotivatie te stimuleren en de toegang tot de bibliotheekinfrastructuur en haar collectie zo laagdrempelig mogelijk te maken, wenst de stad Aarschot de kosten voor de toegang van de door AGB Aarschot geëxploiteerde bibliotheekinfrastructuur op zich te nemen.
De kostprijs per bezoeker voor het gebruik van de infrastructuur van de bibliotheek wordt bepaald op 1,75 euro (exclusief 6% BTW).
Het aantal bezoekers van de door het AGB Aarschot geëxploiteerde bibliotheekinfrastructuur bedroeg in 2019, 60.368. Gedurende 2020 heeft de bibliotheek 2 keer als afhaalbib gewerkt en zijn het aantal bezoekers merkbaar lager dan in 2019. Vandaar dat voor de berekening van de prijssubsidie wordt uitgegaan van van het bezoekersaantal van 2019 i.p.v. 2020.
De berekening van het voorschot van de jaarlijkse prijssubsidie (2021) op basis van het aantal bezoekers van 2019:
In de loop van januari 2022 zal het AGB Aarschot aan de stad Aarschot een overzicht bezorgen van het aantal bezoekers van de bibliotheek in 2021. Op basis hiervan zal een eindafrekening worden opgemaakt van de jaarlijkse prijssubsidie, zijnde het effectief aantal bezoekers in 2021 X 1,75 euro (excl. BTW).
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE MUSEUM AARSCHOT
Rekening houdend met de socio-culturele en sociale functie van het door het AGB Aarschot geëxploiteerd museum en om de toegang tot de museuminfrastructuur en haar collectie zo laagdrempelig mogelijk te maken, wenst de stad Aarschot de kosten voor de toegang van de door AGB Aarschot geëxploiteerde museuminfrastructuur op zich te nemen.
De kostprijs per bezoeker voor het gebruik van de infrastructuur van het museum wordt bepaald op 10,00 euro (exclusief 6% BTW).
Het aantal bezoekers van de door het AGB Aarschot geëxploiteerde museuminfrastructuur bedroeg in 2019, 9.055. Gedurende 2020 heeft de bibliotheek meer dan 20% minder bezoekers gekend lager dan in 2019. Vandaar dat voor de berekening van de prijssubsidie wordt uitgegaan van het bezoekersaantal van 2019 i.p.v. 2020.
De berekening van het voorschot van de jaarlijkse prijssubsidie (2021) op basis van het aantal bezoekers van 2019:
In januari 2022 jaar zal het AGB Aarschot aan de stad Aarschot een overzicht bezorgen van het aantal bezoekers van het museum in 2021. Op basis hiervan zal een eindafrekening worden opgemaakt van de jaarlijkse prijssubsidie, zijnde het effectief aantal bezoekers in 2021 X 10,00 euro (excl. BTW).
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE BROUWERIJ/BEIAARD AARSCHOT
Rekening houdend met de toeristische, socio-culturele en sociale functie van de door het AGB Aarschot geëxploiteerde brouwerij/beiaard en om de toegang tot de brouwerij/Beiaard zo laagdrempelig mogelijk te maken, wenst de stad Aarschot de kosten voor de toegang van de door het AGB Aarschot geëxploiteerde brouwerij- en beiaardinfrastructuur op zich te nemen.
De kostprijs per deelnemer aan het begeleid bezoek van de brouwerij en de beiaard (incl. bespeling van de beiaard) in het kader van de stadswandelingen wordt bepaald op 10,00 euro (exclusief 6% BTW).
Het aantal deelnemers aan het bezoek van de door het AGB Aarschot geëxploiteerde brouwerij- en beiaardinfrastructuur bedroeg in 2019, 3.600. Gedurende 2020 zijn het aantal bezoekers merkbaar lager dan in 2019. Vandaar dat voor de berekening van de prijssubsidie wordt uitgegaan van van het bezoekersaantal van 2019 i.p.v. 2020.
De berekening van het voorschot van de jaarlijkse prijssubsidie (2021) op basis van het aantal bezoekers van 2019:
In januari 2022 jaar zal het AGB Aarschot aan de stad Aarschot een overzicht bezorgen van het aantal bezoekers van de brouwerij/beiaard in 2021. Op basis hiervan zal een eindafrekening worden opgemaakt van de jaarlijkse prijssubsidie, zijnde het effectief aantal bezoekers in 2021 X 10,00 euro (excl. BTW).
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE CC HET GASTHUIS
Rekening houdend met de socio-culturele en sociale functie van het door het AGB Aarschot geëxploiteerd CC Het Gasthuis en om de toegang tot de voorstellingen in de theaterinfrastructuur zo laagdrempelig mogelijk te maken, wenst de stad Aarschot geen prijsverhogingen door te voeren van de ticketprijzen. De stad Aarschot verbindt er zich toe om de tickets tot het theater van het CC Het Gasthuis te subsidiëren middels de toekenning van een prijssubsidie, zijnde 5,50 euro (exclusief 6% BTW) per toegangsticket.
Het aantal bezoekers van de door het AGB Aarschot geëxploiteerde theaterinfrastructuur van het CC Het Gasthuis bedroeg in 2019, 34.323 (verkochte tickets). Gedurende 2020 ligt het aantal bezoekers van CC Het Gasthuis merkbaar lager dan in 2019, nl. 15392 verkochte tickets. Vandaar dat voor de berekening van de prijssubsidie wordt uitgegaan van van het bezoekersaantal van 2019 i.p.v. 2020.
De berekening van het voorschot van de jaarlijkse prijssubsidie (2021) op basis van het aantal bezoekers van 2019:
In de loop van januari 2022 jaar zal het AGB Aarschot aan de stad Aarschot een overzicht bezorgen van het aantal bezoekers van de theaterinfrastructuur van het CC Het Gasthuis in 2021. Op basis hiervan zal een eindafrekening worden opgemaakt van de jaarlijkse prijssubsidie, zijnde het effectief aantal bezoekers in 2021 X 5,50 euro (excl. BTW).
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE ZALEN SPORTCOMPLEX VOOR JEUGDPLOEGEN
Op basis van het besluit van de gemeenteraad, d.d. 17 september 2020, m.b.t. een verlaagd tarief voor het gebruik van de sportzalen door jeugd(ploegen), zal de stad in 2020 een prijssubsidie verlenen aan het AGB Aarschot om het inkomstenverlies van het AGB Aarschot te compenseren. Het inkomstenverlies voor 2021 wordt geraamd op 9.434,00 euro (excl. BTW).
In de loop van januari 2022 jaar zal het AGB Aarschot aan de stad Aarschot een overzicht bezorgen van het totaal bedrag van het inkomstenverlies als gevolg van het verlaagd tarief voor het gebruik van de sportzalen door jeugd(ploegen). Op basis hiervan zal een eindafrekening worden opgemaakt van de jaarlijkse prijssubsidie voor de exploitatie van de sportzalen.
Artikel 2
Het AGB Aarschot deelt jaarlijks het aantal bezoekers/gebruikers mee van het voorafgaande jaar en stelt een nota op met vermelding van het jaarlijks verschuldigd bedrag van de prijssubsidie. De Stad Aarschot dient deze nota te betalen aan AGB Aarschot binnen de 30 kalenderdagen na ontvangst. Bovengenoemde prijssubsidie kan steeds geherevalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de totale exploitatieresultaten van het AGB Aarschot.
Artikel 3
De stad Aarschot heeft de nodige kredieten voor de betaling van de prijssubsidies voorzien in haar meerjarenplan 2020-2025, zoals vastgesteld en goedgekeurd op 10 december 2020.
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het model van gebruiksovereenkomst
Na extra juridisch advies inzake de verzekering en aansprakelijkheid wordt een artikel toegevoegd in de gebruiksovereenkomst voor het gebruik van schoolsportinfrastructuur:
De stad Aarschot sluit een verzekering af die de huuraansprakelijkheid en ingebruikname van de gebruiker mee verzekert.
Voor de sporthal Bekaf Noord wordt er een aparte gebruiksovereenkomst gemaakt tussen 3 partijen (stad Aarschot, Arcadia vzw en de gebruiker) omdat de sporthal in een DBFM-contract zit.
De raad van bestuur van Arcadia vzw heeft deze gebruiksovereenkomst goedgekeurd op 26.01.2021.
Voorstel van besluit:
Artikel 1
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het model van gebruiksovereenkomst voor het gebruik van schoolsportinfrastructuur.
Artikel 2
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het model van gebruiksovereenkomst, met Arcadia vzw, voor het gebruik van schoolsportinfrastructuur.
Na extra juridisch advies inzake de verzekering en aansprakelijkheid wordt een artikel toegevoegd in de gebruiksovereenkomst voor het gebruik van schoolsportinfrastructuur:
De stad Aarschot sluit een verzekering af die de huuraansprakelijkheid en ingebruikname van de gebruiker mee verzekert.
Voor de sporthal Bekaf Noord wordt er een aparte gebruiksovereenkomst gemaakt tussen 3 partijen (stad Aarschot, Arcadia vzw en de gebruiker) omdat de sporthal in een DBFM-overeenkomst zit.
De raad van bestuur van Arcadia vzw heeft deze gebruiksovereenkomst goedgekeurd op 26.01.2021.
Artikel 1
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het model van gebruiksovereenkomst voor het gebruik van schoolsportinfrastructuur als in bijlage.
Artikel 2
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan het model van gebruiksovereenkomst, met Arcadia vzw, voor het gebruik van schoolsportinfrastructuur als in bijlage.
Het college van burgemeester en schepenen stemde in zitting van 22.03.2019 in met de voorlopige aanvaarding van de collectie schilderijen van de heer F. De Baerdemaeker. Bij testament bepaalde de heer De Baerdemaeker dat deze collectie wordt geschonken aan de stad.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld dit legaat definitief te aanvaarden.
Het college van burgemeester en schepenen stemde in zitting van 22.03.2019 in met de voorlopige aanvaarding van de collectie schilderijen van de heer F. De Baerdemaeker. Bij testament bepaalde de heer De Baerdemaeker dat deze collectie wordt geschonken aan de stad.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld dit legaat definitief te aanvaarden.
Gelet op
Enig artikel
Het legaat van de heer François De Baerdemaeker wordt definitief aanvaard door de stad Aarschot.
Dries Vandenbroeck
Reeds enkele jaren kan je via www.geopunt.be de kaart met Vlaamse jachtgebieden bekijken. Via deze website kunnen vele, onwetende eigenaars nagaan of hun private gronden zoals tuinen, bosgronden en weilanden al dan niet als jachtgebied ingekleurd zijn.
Tot mijn grote verbazing stelde ik op deze website vast dat de Speeldernis in Meetshovenbos en speeltuin ‘De Stapsteen’ in Rillaar- centrum als jachtgebied ingekleurd staan. Plaatsen waar kinderen spelen en ravotten horen geen jachtgebied te zijn. Elke ouder wil zeker zijn dat zijn kind daar vrij en veilig kan spelen.
Daarom wil ik aan dit stadsbestuur vragen om volgende stappen te ondernemen:
Gevolg dat aan dit punt is gegeven
Dit agendapunt werd besproken. Voor de volledige bespreking verwijzen we naar het audioverslag van deze vergadering.
Petra Vanlommel namens Groen-Aarschot
De KMO-zone ‘Motte Park’ in Rillaar is volop in aanbouw. Er komen 21 KMO-units.
We lezen op https://www.vastgoedoranje.be/nl/te-koop/bedrijfsvastgoed/aarschot-3200/823/
“In Motte Park te Aarschot worden er 21 kwalitatieve KMO-units tussen 223 m² en 1.500 m² gebouwd. Het KMO park is zeer gunstig gelegen in een Industriezone op een
A-locatie. Vlot bereikbaar. Casco oplevering. Deze units zijn ideaal voor de ontwikkeling van uw zaak en is de plaats voor u als lokale ondernemer. ...”
Een aantal buurtbewoners en Groen Aarschot vermoeden dat het aantal autobewegingen - en lichte vracht - in die omgeving zal toenemen door de komst van de 21 KMO-units en maken zich zorgen over de verkeersveiligheid van de zachte weggebruiker. Door extra verkeersdruk zal het aantal conflicten toenemen.
Een van de knelpunten is de aansluiting Mottestraat - Diestsesteenweg. Dit is een gevaarlijk punt voor fietsers en brommers op het fietspad van de Diestsesteenweg. Automobilisten die vanuit de Mottestraat de Diestsesteenweg willen oprijden, hebben geen tot een zeer beperkt zicht op aankomende fietsers en brommers.
Bovendien fietsen een aanzienlijk aantal scholieren via de Mottestraat van of naar de stad.
Een ander belangrijk aandachtspunt: de KMO-zone ligt aan een knooppuntennetwerk voor wandelaars en fietsers. De Mottestraat, de toegangsweg naar de KMO-zone valt zelfs samen met het ruiter-en menroutenetwerk.
Vragen:
1. Is er een mobiliteitstoets gebeurd voor de KMO-zone ‘De Motte’? Zo nee, waarom niet? Zo ja, wat was het resultaat?
2. Overweegt het stadsbestuur om de verkeersveiligheid te verhogen inzake de 3 hogervermelde punten: aansluiting Mottestraat-Diestesteenweg, schoolroute,
knooppuntennetwerk?
Gevolg dat aan dit punt is gegeven
Dit agendapunt werd besproken. Voor de volledige bespreking verwijzen we naar het audioverslag van deze vergadering.
Nele Pelgrims
Vanuit de inwoners van Gelrode kregen we meermaals vragen over de verkeersveiligheid in hun gemeente. We willen dan ook enkele vragen stellen en graag enkele suggesties doen die misschien de verkeersveiligheid kunnen verhogen.
1. Wat met het kruispunt ‘Vital’?
Kan de stad ons vertellen wat de stand van zaken is hierin?
2. De schoolomgeving in Gelrode
We vroegen ons af of er voor de schoolomgevingen een standaard draaiboek bestaat dat misschien ook in de school in Gelrode kan geïmplementeerd worden?
3. Fietssuggestiestrook op de Rillaarsebaan
Hoe zal de stad dit project concreet uitvoeren?
Gevolg dat aan dit punt is gegeven
Dit agendapunt werd besproken. Voor de volledige bespreking verwijzen we naar het audioverslag van deze vergadering.
Nele Pelgrims
Toelichting
Volgens het Brusselse project SmartMove zullen pendelaars die vanaf 2022 Brussel binnenrijden met de wagen een tolheffing plus een kilometervergoeding moeten betalen.
Het systeem bestaat uit een stadstol en daarbovenop een heffing per gereden kilometer die varieert volgens spits- en dalperiode en het aantal fiscale pk’s van het voertuig.
Voor de Brusselaars komt er een gedeeltelijke compensatie door de afschaffing van de verkeersbelasting. Voor de Vlaamse (en Waalse) autopendelaars is het een nieuwe bijkomende belasting. De belasting zal gelden over de volledige oppervlakte van het gewest en zou hoog kunnen oplopen. In totaal rekent Brussel op een opbrengst van maar liefst een half miljard euro.
Hoewel de exacte modaliteiten nog bekend moeten worden, is het duidelijk dat het gaat om een fiscale ongelijkheid en een zuivere belastingverhoging.
Meer dan de helft van de 700.000 Brusselse jobs wordt ingevuld door niet-Brusselaars.
Van onze gemeente werken er 1250 pendelaars in het Brussels gewest (*).
Bijna veertig procent van deze pendelaars gaan naar Brussel met de auto (**) - provinciaal gemiddelde. In Brussel zijn er immers heel veel plaatsen die niet gemakkelijk bereikbaar zijn met het openbaar vervoer. Voor een werknemer die ’s morgens vroeg met de wagen de kinderen naar school brengt en daarna doorrijdt om te gaan werken in Brussel, is een alternatief nagenoeg onmogelijk. De maatregel is dan ook sociaal onwenselijk. Zo is er vandaag voor heel wat pendelaars geen gelijkwaardige keuze voor de wagen om op het werk te geraken.
De inwoners van Aarschot gaan ook naar Brussel voor dienstverlening, voor winkels, voor cultuur. Ze zouden binnenkort allemaal tol moeten betalen om van zo’n dienstverlening te kunnen genieten.
Een belasting op het gebruik van de auto in plaats van op het bezit ervan is principieel niet verkeerd, maar dan moet de pendelaar kunnen beschikken over voldoende alternatieven: een performant openbaar vervoer, randparkings en park-and-rides, mobipunten, een netwerk aan veilige en vlotte fietssnelwegen enzovoort. Brussel mag geen kosten doorschuiven naar de pendelaars van Aarschot. De impactstudie wijst bovendien uit dat de tol niet in verhouding staat tot de eventuele tijdswinst door minder files. De welvaart van onze pendelaars gaat er dus hard op achteruit.
De plannen van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering om een stadstol in te voeren kwamen eerder al aan bod in het Vlaams Parlement. Vlaanderen ondernam verschillende pogingen om tot overleg te komen, maar voorlopig bleven die zonder succes. Begin december keurde het Vlaams Parlement dan een resolutie goed (***) waarin men de Vlaamse Regering oproept op om ‘alle juridische middelen’ aan te wenden om ervoor te zorgen dat de stadstol de Vlaamse pendelaar niet discrimineert. Ook in het Waalse parlement klonk een zelfde oproep.
Het is onaanvaardbaar dat het Brussels Hoofdstedelijk Gewest een éénzijdige belastingverhoging oplegt aan onze pendelaars. We vragen aan deze Raad dan ook om zich hiertegen te verzetten, en om zoals steeds op te komen voor de belangen van onze inwoners. Het argument dat Brussel enkel maar gebruik maakt van zijn gewestelijke autonomie is onjuist omdat ook een het grote impact heeft op de belangen van de andere gewesten. Dit eenzijdig, zonder onderling overleg en akkoord doorvoeren, is geen goed of positief nabuurschap.
Via deze resolutie vraagt de gemeenteraad van Aarschot aan de Vlaamse Regering om aan te dringen bij de Regering van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest om actief de dialoog aan te gaan met de andere gewesten, én met de gemeentebesturen in haar ommeland, over haar voornemen tot invoering van een kilometerheffing of stadstol.
We pleiten in de eerste plaats voor overleg. Daaruit volgt ook best een samenwerkingsakkoord. Indien deze dialoog geen oplossing biedt, moet de Vlaamse Regering alle juridische middelen aanwenden om ervoor te zorgen dat de pendelaars vanuit Vlaanderen niet wordt gediscrimineerd.
De gemeenteraad van Aarschot vraagt bovendien dat haar College van Burgemeester en schepenen contact opneemt met haar buurgemeenten en het VVSG om na te gaan of een gezamenlijk optreden mogelijk is teneinde de Brusselse stadstol te verhinderen of anderszins de impact ervan op onze pendelaars te minimaliseren.
(*) Census 2011 – Statbel, algemene Directie Statistiek
(**) Federale diagnostiek Woon-werkverkeer 2017, FOD Mobiliteit & vervoer
(***) Zie https://www.vlaamsparlement.be/parlementaire-documenten/parlementaire-initiatieven/1449061 voor meer details. De resolutie werd gesteund door Open VLD, CD&V, Vl.B. en N-VA. De PVDA, Groen en Sp.a onthielden zich. Niemand stemde tegen.
Voorstel van besluit
Overwegende dat:
BESLUIT:
Artikel 1
De gemeenteraad van Aarschot verzet zich tegen de eenzijdige belastingverhoging die het Brussels Hoofdstedelijk Gewest door een stadstol en kilometerheffing wil opleggen aan onze pendelaars.
Artikel 2
De gemeenteraad vraagt aan de Vlaamse Regering om:
Artikel 3
De gemeenteraad vraagt aan het College van Burgemeester en Schepenen om contact op te nemen met het VVSG om na te gaan of een gezamenlijk optreden mogelijk is teneinde de Brusselse stadstol te verhinderen of anderszins de impact ervan op onze pendelaars te minimaliseren.
Gevolg dat aan dit punt is gegeven
Dit agendapunt werd besproken. Voor de volledige bespreking verwijzen we naar het audioverslag van deze vergadering. Er werd afgezien van de stemming.
Notulen en zittingsverslag vergadering 14.01.2021
Notulen
Gelet op het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en de gemeenteraadscommissies, goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van 14 februari 2019, inzonderheid artikel 29 §3;
Aangezien verder tijdens de vergadering geen bezwaren tegen de notulen van de vergadering van 14.01.2021 werden ingebracht;
zijn de notulen van de vergadering van 14.01.2021 goedgekeurd.
Zittingsverslag
In toepassing van artikel 278 §1 van het decreet over het lokaal bestuur en artikel 28 §2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en de gemeenteraadscommissies is het zittingsverslag vervangen door de integrale audio-opname van
de openbare zitting van de gemeenteraad.