Met beslissing ET.129.288 van 19 januari 2016 heeft de BTW administratie haar visie op het BTW-statuut van autonome gemeentebedrijven uiteengezet.
Van belang is onder meer dat werkingssubsidies (waarop geen BTW moet worden aangerekend) die door de gemeente aan het AGB worden toegekend, in principe niet in aanmerking mogen worden genomen voor de beoordeling van het winstoogmerk. Prijssubsidies (waarop wel BTW moet worden aangerekend) die door de gemeente aan het AGB worden toegekend, komen daarentegen wel in aanmerking voor de beoordeling van het winstoogmerk.
Het AGB Aarschot heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2025 voor de exploitatie van de infrastructuur, zoals vastgelegd in het op 19 december 2024 goedgekeurd meerjarenplan. Op basis van deze ramingen heeft het AGB Aarschot vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2025 de inkomsten uit prijssubsidies voor het verlenen van het recht op toegang tot de door het AGB geëxploiteerde infrastructuur minstens 1.353.063,29 euro (exclusief btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.
Aan de gemeenteraad wordt het prijssubsidiereglement voor 2025 voorgelegd ter goedkeuring.
Ontwerp besluit:
De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement goed op basis waarvan de stad Aarschot het AGB Aarschot een prijssubsidie toekent voor het recht op toegang tot de infrastructuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Aarschot in 2025.
Met beslissing van ET.129.288 van 19 januari 2016 heeft de BTW administratie haar visie op het BTW-statuut van autonome gemeentebedrijven uiteengezet, nl.:
- Een AGB is in principe een gewone BTW-plichtige met recht op aftrek van BTW. Dat impliceert dus dat een AGB de BTW op de exploitatiekosten en de investeringskosten volgens de normale regels in aftrek kan brengen.
- Voorwaarde daartoe is wel dat het AGB een winstoogmerk heeft en dat dus statutair is bepaald dat eventueel gemaakte winsten moeten worden uitgekeerd en dat ook effectief gebeurt.
- Om te beoordelen of er winstoogmerk is, moet de globale activiteit van het AGB in aanmerking worden genomen.
- De administratie kan onderzoeken of die statutaire bepalingen niet louter theoretisch zijn. Dat zal het geval zijn wanneer systematisch tekorten voorkomen in hoofde van het AGB omdat de aan de bezoekers van de inrichting aangerekende prijzen niet volstaan om de exploitatiekosten van het AGB te dekken
- Werkingssubsidies waarop geen BTW moet worden aangerekend die door de gemeente aan het AGB worden toegekend, mogen in principe niet in aanmerking worden genomen voor de beoordeling van het winstoogmerk. Men kan hierbij wel niet terugkomen op beslissingen die de Rulingdienst in het verleden heeft genomen en die het tegenovergestelde zouden beweren.
- Prijssubsidies waarop wel BTW moet worden aangerekend die door de gemeente aan het AGB worden toegekend, komen daarentegen wel in aanmerking voor de beoordeling van het winstoogmerk.
- In de loop van het boekjaar is het mogelijk om het bedrag van de prijssubsidies aan te passen naar de toekomst toe.
Verder vermeldt voorgaande beslissing van de BTW-administratie:
De kwalificatie van een autonoom gemeentebedrijf als belastingplichtige met recht op aftrek van BTW belet niet dat de administratie later kan onderzoeken of de statutaire bepalingen niet louter theoretisch zijn.
Dit zal het geval zijn wanneer systematische tekorten voorkomen in hoofde van het autonoom gemeentebedrijf omdat de aan de bezoekers van de inrichting aangerekende prijzen niet volstaan tot dekking van de exploitatiekosten van het autonoom gemeentebedrijf. In dat verband kunnen de werkingssubsidies die door de gemeente aan het autonoom gemeentebedrijf worden ter beschikking gesteld, gelet op de nauwe band de tussen het autonoom gemeentebedrijf en de gemeente, niet worden aangemerkt als ontvangsten uit een bepaalde activiteit. De werkingssubsidies mogen bijgevolg niet als bijkomende ontvangsten worden aangemerkt en mogen evenmin in mindering worden gebracht van de gedane kosten voor het bepalen van het boekhoudkundig resultaat.
De door de gemeente aan het autonoom gemeentebedrijf toegekende subsidies die rechtstreeks verband houden met de prijs behoren tot de maatstaf van heffing van de BTW en mogen dan ook gevoegd bij de overige ontvangsten uit een bepaalde activiteit om te bepalen of de statutaire bepalingen inzake winstoogmerk en het doel winsten uit te keren al dan niet theoretisch zijn.
Van een rechtstreeks verband met de prijs is slechts sprake indien de subsidie specifiek aan het gesubsidieerde orgaan wordt betaald om een welbepaald goed te leveren of een welbepaalde dienst te verrichten. Dit verband tussen de subsidie en de prijs moet duidelijk blijken uit een onderzoek van de concrete omstandigheden die aan de basis van de betaling van de tegenprestaties liggen. Daarentegen is het niet nodig dat de prijs van het goed of de dienst, of een deel ervan, bepaald zou zijn. Het volstaat dat hij bepaalbaar is.
Voor het bepalen van de winst moet rekening gehouden worden met het boekhoudkundig resultaat (met inbegrip van afschrijvingen, aanleggen van provisies, …) en mag met niet louter vergelijken tussen het boek voor inkomende facturen enerzijds en het boek voor uitgaande facturen/dagboek voor ontvangsten anderzijds.
Het resultaat van de globale activiteit (dus niet activiteit per activiteit) van de instelling dient in aanmerking te worden genomen. Er wordt evenwel geen rekening gehouden met uitzonderlijke opbrengsten (vb. de inkomsten uit onroerende en financiële transacties). De winst/verliespositie moet structureel zijn en onafhankelijk van toevallige gebeurtenissen langs inkomsten- of uitgavenzijde.
Het AGB Aarschot heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2025 voor de exploitatie van de infrastructuur, zoals vastgelegd in het op 19 december 2024 goedgekeurd meerjarenplan. Op basis van deze ramingen heeft het AGB Aarschot vastgesteld dat, voor het kalenderjaar 2025, de inkomsten uit prijssubsidies voor het verlenen van het recht op toegang tot de door het AGB geëxploiteerde infrastructuur minstens 1.353.063,29 euro (exclusief btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.
De nodige kredieten voor de betaling van de prijssubsidies zijn voorzien in de aanpassing van het meerjarenplan, zoals goedgekeurd door de raad op 19 december 2024.
Visum toekenning prijssubsidie 2025 aan AGB Aarschot – 1.434.247,09 euro (incl. 6% BTW)
Visum – Component ‘Voorafgaande kredietcontrole’
In het meerjarenplan, zoals goedgekeurd door de raad op 19 december 2024, is in 2025 het benodigde krediet voorzien voor de prijssubsidie aan het AGB Aarschot, BBC–actie AC000089 ‘9.2.1. We bepalen de kerntaken van de stad en bekijken of we die zelf doen of uitbesteden’,– ARK 64950000 ‘prijssubsidies’, nl.
Er is dus voldoende krediet beschikbaar voor de uitbetaling van de prijssubsidie 2025 aan het AGB Aarschot.
Visum – Component ‘Wetmatigheidscontrole die voorafgaat aan de verbintenis’
Uit het onderzoek van de documenten blijken geen strijdigheden met de wettelijke voorschriften.
Artikel 1
De gemeenteraad geeft de goedkeuring aan het onderstaand prijssubsidiereglement voor het kalenderjaar 2025 ten voordele van het Autonoom Gemeentebedrijf Aarschot:
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE BIBLIOTHEEK AARSCHOT
Rekening houdend met de socio-culturele en sociale functie van de door het AGB Aarschot geëxploiteerde bibliotheek en om de leesmotivatie te stimuleren en de toegang tot de bibliotheekinfrastructuur en haar collectie zo laagdrempelig mogelijk te maken, wenst de stad Aarschot de kosten voor de toegang van de door AGB Aarschot geëxploiteerde bibliotheekinfrastructuur op zich te nemen, nl. 266.386,99 euro (excl. btw) in 2025.
Het aantal bezoekers vanaf 1 januari 2025 t.e.m. 31 december 2025 wordt geraamd op 59.800. De kostprijs per bezoeker voor het gebruik van de infrastructuur van de bibliotheek gedurende de periode 1 januari 2025 t.e.m. 31 december 2025 wordt bepaald op 4,4546 euro (exclusief 6% btw), zijnde een kost die de stad Aarschot op zich zal nemen door het verlenen van een prijssubsidie.
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE MUSEUM AARSCHOT
Rekening houdend met de socio-culturele en sociale functie van het door het AGB Aarschot geëxploiteerd museum en om de toegang tot de museuminfrastructuur en haar collectie zo laagdrempelig mogelijk te maken, wenst de stad Aarschot de kosten voor de toegang van de door AGB Aarschot geëxploiteerde museuminfrastructuur op zich te nemen, nl. 203.324,47 euro (excl. btw), in 2025.
Het aantal bezoekers vanaf 1 januari 2025 t.e.m. 31 december 2025 wordt geraamd op 6.000. De kostprijs per bezoeker voor het gebruik van de infrastructuur van het museum gedurende de periode 1 januari 2025 t.e.m. 31 december 2025 wordt bepaald op 33,8874 euro (exclusief 6% btw), zijnde een kost die de stad Aarschot op zich zal nemen door het verlenen van een prijssubsidie.
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE CC HET GASTHUIS
Rekening houdend met de socio-culturele en sociale functie van het door het AGB Aarschot geëxploiteerd CC Het Gasthuis en om de toegang tot de voorstellingen in de theaterinfrastructuur zo laagdrempelig mogelijk te maken, wenst de stad Aarschot de tickets tot het theater van het CC Het Gasthuis te subsidiëren middels de toekenning van een prijssubsidie per toegangsticket.
Het totale exploitatiekost van CC Het Gasthuis in 2024 wordt geraamd op 398.651,56 euro (excl. btw). Het aantal bezoekers aan de theaterinfrastructuur van het CC Het Gasthuis, gedurende de periode vanaf 1 januari 2025 t.e.m. 31 december 2025, wordt geraamd op 47.800. De prijssubsidie per bezoeker voor het gebruik van de theaterinfrastructuur van het CC Het Gasthuis gedurende de periode 1 januari 2025 t.e.m. 31 december 2025 wordt bepaald op 8,3400 euro (exclusief 6% btw).
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE SPORTCOMPLEX
Rekening houdend met de sportieve en sociale functie van het door het AGB Aarschot geëxploiteerde sportinfrastructuur en om de toegang tot het zwembad zo laagdrempelig mogelijk te maken, wenst de stad Aarschot de tickets tot het zwembad te subsidiëren middels de toekenning van een prijssubsidie.
Het totale exploitatietekort van het sportcomplex in 2025 wordt geraamd op 484.700,27 euro (excl. btw). De omzet van het zwembad (toegangsgelden), gedurende de periode vanaf 1 januari 2025 t.e.m. 31 december 2025, wordt geraamd op 410.000 euro (excl. btw). De prijssubsidie voor het gebruik van het zwembad gedurende de periode 1 januari 2025 t.e.m. 31 december 2025 wordt bepaald op basis van de omzet (toegangsgelden) van die periode vermenigvuldigd met een factor 1,1822.
Artikel 2
Het AGB Aarschot deelt op 31 december 2025 het aantal bezoekers/omzet mee van het voorafgaande jaar en stelt een nota op met vermelding van het jaarlijks verschuldigd bedrag van de prijssubsidie. De Stad Aarschot dient de prijssubsidie te betalen aan AGB Aarschot binnen de 30 kalenderdagen na ontvangst.
Artikel 3
De stad Aarschot heeft de nodige kredieten voor de betaling van de prijssubsidies voorzien in de aanpassing van haar meerjarenplan, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 19 december 2024.