De raad voor maatschappelijk welzijn stelt haar deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2026 vast, zoals in bijlage toegevoegd. De ramingen, die voor het boekjaar 2024 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2024.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn hebben op 12 december 2019 hun beleids- en financiële planning vastgelegd in een meerjarenplan voor de periode 2020 tot 2025. Gelet op de noodzaak tot wijziging van het meerjarenplan wordt het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlage, voorgelegd aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst het eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van de aanpassing van het meerjarenplan, die de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor de aanpassing van het meerjarenplan definitief is vastgesteld. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel definitief vastgesteld.
Het meerjarenplan vormt de basis voor het beleid van het bestuur. Het budget is geen afzonderlijk beleidsrapport meer, maar wordt geïntegreerd in het meerjarenplan. De ramingen, die voor het boekjaar 2023 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor dat jaar.
Vermits elke rechtspersoon (stad en OCMW) voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan wel een duidelijk onderscheid tussen de kredieten van de stad en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (M3), waarin de kredieten voor de stad en het OCMW apart worden opgenomen.
Omdat de stad en het OCMW een geïntegreerd meerjarenplan maken, wordt het financieel evenwicht voor de twee besturen als één geheel gepresenteerd en beoordeeld. Het meerjarenplan is financieel in evenwicht als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
De twee bovenvermelde normen worden aangevuld met indicatoren over het geconsolideerd financieel evenwicht en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge. Dit zijn evenwel geen afdwingbare normen.
In toepassing van de bepalingen van het decreet lokaal bestuur werd het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan op 6 december 2023 aan de raadsleden bezorgd.
Voorstel van besluit:
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt haar deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2026 vast, zoals in bijlage toegevoegd. De ramingen, die voor het boekjaar 2024 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2024.
Gelet op
De aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlage, bestaat uit volgende onderdelen:
De kerncijfers van het meerjarenplan, zoals terug te vinden in het document M2 (staat van het financieel evenwicht:
Budgettair resultaat |
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
Exploitatiesaldo | 6.122.851 | 5.346.188 | 1.906.714 | 7.459.851 | 26.539 | 2.996.051 | 2.104.005 |
Investeringssaldo | -3.619.895 | -6.366.810 | -6.930.257 | -7.133.324 | -16.459.150 | -15.596.013 | -11.117.821 |
Financieringssaldo | 2.386.731 | -1.302.768 | -2.466.254 | 8.392.075 | 4.823.318 | 12.607.334 | 9.021.235 |
Budgettair resultaat van het boekjaar | 4.889.687 | -2.323.391 | -7.489.797 | 8.718.692 | -11.609.293 | 7.372 | 7.419 |
Beschikbaar budgettair resultaat | 12.716.880 | 10.393.489 | 2.903.692 | 11.622.385 | 13.092 | 20.463 | 27.882 |
Autofinancieringsmarge | 4.538.617 | 3.942.045 | 432.049 | 5.984.208 | -1.653.288 | 1.146.372 | -296.761 |
Gecorrigeerde autofinancieringsmarge | 4.327.902 | 3.402.549 | 97.886 | 5.817.614 | -2.336.835 | 240.200 | -1.596.549 |
Het meerjarenplan is financieel in evenwicht als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
Geconsolideerd financieel evenwicht
|
2020 | 2021 | 2022 | 2023 | 2024 | 2025 | 2026 |
Totaal beschikbaar budgettair resultaat | 12.898.338 | 10.586.083 | 3.306.833 | 12.061.368 | 478.257 | 511.112 | 533.461 |
Totale autofinancieringsmarge | 4.110.942 | 3.569.883 | 686.088 | 6.020.051 | -1.627.107 | 1.171.855 | -281.830 |
Totale gecorrigeerde autofinancieringsmarge | 3.537.552 | 2.602.369 | -10.363 | 5.429.436 | -2.769.087 | -189.803 | -1.974.460 |
Enig artikel
De raad voor maatschappelijk welzijn stelt haar deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2026 vast, zoals in bijlage toegevoegd. De ramingen, die voor het boekjaar 2024 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2024.
De voorzitter schorst de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn om de vergadering van de gemeenteraad verder te zetten.
De vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt voortgezet na afhandeling van de openbare vergadering van de gemeenteraad.
De voorzitter schorst de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn om de vergadering van de gemeenteraad verder te zetten.
De vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn wordt voortgezet na afhandeling van de openbare vergadering van de gemeenteraad.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de van rechtswege installatie van de heer Bert Van der Auwera als voorzitter van het vast bureau en mevrouw Isabelle Dehond als lid van het vast bureau.
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van:
In toepassing van artikel 79 van het decreet over het lokaal bestuur:
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de van rechtswege gewijzigde samenstelling van het vast bureau.
Op 9 november 2023 nam de gemeenteraad akte van de verhindering van burgemeester Gwendolyn Rutten in de uitoefening van haar mandaat, wegens benoeming als Viceminister-president van de Vlaamse Regering en Vlaams minister;
In vergadering van vandaag, 21 december 2023
In toepassing van artikel 68 van het decreet over het lokaal bestuur bestaat de raad voor maatschappelijk welzijn uit dezelfde leden als de gemeenteraad. Door het onderzoek van de geloofsbrieven en de erop volgende eedaflegging van de gemeenteraadsleden, vermeld in artikel 6, § 3, en artikel 14, worden de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn van rechtswege als geïnstalleerd beschouwd. De rang die de leden van de raad voor maatschappelijk welzijn innemen is dezelfde als de rang die ze als gemeenteraadslid innemen overeenkomstig artikel 6, § 7.
In toepassing van artikel 79 van het decreet over het lokaal bestuur:
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de van rechtswege installatie van de heer Bert Van der Auwera als voorzitter van het vast bureau en mevrouw Isabelle Dehond als lid van het vast bureau.
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat principieel akkoord met de verkoop van het patrimonium van onroerende goederen, gelegen buiten het grondgebied van Aarschot.
Het patrimonium van onroerende goederen van het OCMW van Aarschot, gelegen buiten Aarschot bestaat uit een 180-tal percelen, deels verpacht.
De percelen kunnen onderverdeeld worden in 4 clusters:
De bestemmingen volgens het gewestplan zijn o.a. agrarisch gebied, agrarisch gebied met ecologisch karakter, natuurgebied, woonuitbreidingsgebied, ...
Het gedetailleerde overzicht gaat als bijlage.
Het vast bureau wil de procedure tot verkoop van deze percelen opstarten gezien deze her en der verspreid liggen buiten het grondgebied van Aarschot.
De procedure zal verlopen met voldoende openbaarheid en transparantie. Het bestuur zal voldoende en gepaste publiciteit voeren om alle mogelijk geïnteresseerden te bereiken.
De 4 notariskantoren van Aarschot zijn bereid om hieraan mee te werken.
De waarde van de gronden, gelegen buiten het grondgebied Aarschot, wordt ruw geschat op ongeveer 3.500.000 euro.
Voor de correcte en objectieve waardebepaling van de percelen zal opdracht gegeven worden aan één of meerdere (plaatselijke) landmeters.
Aan de raad wordt voorgesteld principieel akkoord te gaan met de verkoop van het patrimonium van onroerende goederen, gelegen buiten het grondgebied van Aarschot.
Het patrimonium van onroerende goederen van het OCMW van Aarschot, gelegen buiten Aarschot bestaat uit een 180-tal percelen, deels verpacht.
De percelen kunnen onderverdeeld worden in 4 clusters:
De bestemmingen volgens het gewestplan zijn o.a. agrarisch gebied, agrarisch gebied met ecologisch karakter, natuurgebied, woonuitbreidingsgebied, ...
Het gedetailleerde overzicht gaat als bijlage.
Het vast bureau wil de procedure tot verkoop van deze percelen opstarten gezien deze her en der verspreid liggen buiten het grondgebied van Aarschot.
De procedure zal verlopen met voldoende openbaarheid en transparantie. Het bestuur zal voldoende en gepaste publiciteit voeren om alle mogelijk geïnteresseerden te bereiken.
De 4 notariskantoren van Aarschot zijn bereid om hieraan mee te werken.
De waarde van de gronden, gelegen buiten het grondgebied Aarschot, wordt ruw geschat op ongeveer 3.500.000 euro.
Voor de correcte en objectieve waardebepaling van de percelen zal opdracht gegeven worden aan één of meerdere (plaatselijke) landmeters.
De raad voor maatschappelijk welzijn gaat principieel akkoord met de verkoop van het patrimonium van onroerende goederen, gelegen buiten het grondgebied van Aarschot, zoals opgenomen in het overzicht in bijlage.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de aanpassingen aan de personeelsformatie (behoudens diensten en instellingen) en het organogram van stad/OCMW Aarschot, zoals toegevoegd in bijlage bij het besluit, goed.
In zitting van 22.06.2023 keurde de raad voor maatschappelijk welzijn de aanpassingen aan de personeelsformatie (behoudens voor de diensten en instellingen) en het organogram van stad/OCMW Aarschot goed. De personeelsformatie is een veranderlijk beheersinstrument dat de personele middelen vaststelt voor de uitvoering van het beleid. Hoewel het decreet lokaal bestuur de personeelsformatie niet meer oplegt als verplicht instrument, blijft het vaststellen van de (aanpassingen aan) de personeelsformatie aangewezen en noodzakelijk zolang de raad - of, na delegatie, het bevoegde orgaan - de personeelsformatie niet opheft of door een ander systeem vervangt. De betrekkingen voor het kabinetspersoneel zijn ook door de raad vastgesteld in de personeelsformatie. Het organogram geeft op schematische wijze een overzicht van de indelingsstructuur en verhoudingen binnen en tussen de diverse departementen en diensten, waarbij ook de betrekkingen zijn opgenomen waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.
Op 11.05.2023 keurde de raad voor maatschappelijk welzijn het personeelsplan voor de diensten en instellingen goed. Dit plan vervangt de personeelsformatie voor de diensten en instellingen en geeft een streefkader aan van het aantal medewerkers per discipline. In onderhavig dossier wordt bijgevolg abstractie gemaakt van de diensten en instellingen.
De personeelsformatie en het organogram worden op regelmatige basis getoetst aan de noden en behoeften van onze organisatie met het oog op het realiseren van de beleidsdoelstellingen in het meerjarenplan en in het belang van de verdere uitbouw van de organisatiebeheersing. In dit verband worden bijgevoegde aanpassingen aan het organogram en de personeelsformatie van stad/OCMW Aarschot behoudens diensten en instellingen voorgesteld.
Voorliggende voorstellen werden behandeld en goedgekeurd door het vast bureau op 06.10.2023, voorgelegd aan en goedgekeurd door het managementteam op 17.10.2023 en werd positief advies gegeven door de vakbonden tijdens de vergadering van het overlegcomité van 23.10.2023.
Het gaat om:
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt dan ook voorgesteld om hiermee in te stemmen.
Gelet op
In zitting van 22.06.2023 keurde de raad voor maatschappelijk welzijn de aanpassingen aan de personeelsformatie en het organogram van stad/OCMW Aarschot goed. De personeelsformatie is een veranderlijk beheersinstrument dat de personele middelen vaststelt voor de uitvoering van het beleid. Hoewel het decreet lokaal bestuur de personeelsformatie niet meer oplegt als verplicht instrument, blijft het vaststellen van de (aanpassingen aan) de personeelsformatie aangewezen en noodzakelijk zolang de raad - of, na delegatie, het bevoegde orgaan - de personeelsformatie niet opheft of door een ander systeem vervangt. De betrekkingen voor het kabinetspersoneel zijn ook door de raad vastgesteld in de personeelsformatie. Het organogram geeft op schematische wijze een overzicht van de indelingsstructuur en verhoudingen binnen en tussen de diverse departementen en diensten, waarbij ook de betrekkingen zijn opgenomen waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden.
Op 11.05.2023 keurde de raad voor maatschappelijk welzijn het personeelsplan voor de diensten en instellingen goed. Dit plan vervangt de personeelsformatie voor de diensten en instellingen en geeft een streefkader aan van het aantal medewerkers per discipline. In onderhavig dossier wordt bijgevolg abstractie gemaakt van de diensten en instellingen.
De personeelsformatie en het organogram worden op regelmatige basis getoetst aan de noden en behoeften van onze organisatie met het oog op het realiseren van de beleidsdoelstellingen in het meerjarenplan en in het belang van de verdere uitbouw van de organisatiebeheersing. In dit verband worden bijgevoegde aanpassingen aan het organogram en de personeelsformatie van stad/OCMW Aarschot behoudens diensten en instellingen voorgesteld.
Voorliggende voorstellen werden behandeld en goedgekeurd door het vast bureau op 06.10.2023, voorgelegd aan en goedgekeurd door het managementteam op 17.10.2023 en werd positief advies gegeven door de vakbonden tijdens de vergadering van het overlegcomité van 23.10.2023.
Het gaat om:
De financiële implicaties van voorliggende voorstellen werden, zoals vermeld in bijlage 1 bij dit besluit en bevestigd door het departement financiën, opgenomen in het voorstel tot vaststelling van aanpassing meerjarenplan stad/OCMW 2020-2026 en krediet 2024, dat ter zitting van 21.12.2023 ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Artikel 1
De aanpassingen aan de personeelsformatie (behoudens diensten en instellingen) en het organogram van stad/OCMW Aarschot, zoals toegevoegd in bijlage 1 bij dit besluit, worden goedgekeurd.
Artikel 2
§1. De aangepaste [1] personeelsformatie van de stad Aarschot wordt vastgesteld als volgt:
functionele loopbaan |
graadbenaming |
statutaire formatie |
contractuele formatie |
TOTAAL |
|
|
aantal VTE |
aantal VTE |
aantal VTE |
decretale graad |
algemeen directeur |
1 |
0 |
1 |
decretale graad |
financieel directeur |
1 |
0 |
1 |
A5a-A5b |
departementshoofd |
3 |
0 |
3 |
A4a-A4b |
departementshoofd |
1 | 0 | 1 |
A1a-A3a |
departementshoofd |
4 | 3 | 7 |
|
diensthoofd |
1 | 2 | 3 |
omgevingsambtenaar |
0 | 1 | 1 | |
ruimtelijk planner-expert |
0 | 1 | 1 | |
archivaris |
0 | 0,5 | 0,5 | |
|
diensthoofd/omgevingsambtenaar |
1 | 0 | 1 |
|
diensthoofd/milieuambtenaar |
1 | 0 | 1 |
|
conservator/bibliothecaris |
1 | 0 | 1 |
|
coördinator ouderenbeleid |
1 | 0 | 1 |
|
projectcoördinator |
1 | 0 | 1 |
projectmanager |
0 |
1 |
1 |
|
projectmanager communicatie |
0 |
1 |
1 |
|
|
ICT-expert |
0 |
2 |
2 |
coördinator | 1 | 0 | 1 | |
expert | 0 | 1 | 1 | |
B4-B5 |
hoofddeskundige |
2 | 3 | 5 |
preventieadviseur |
1 | 0 | 1 | |
projectmanager |
0 | 1 | 1 | |
B1-B3 |
deskundige |
14 | 21 | 35 |
deskundige / zwembadbeheerder | 1 | 0 | 1 | |
GIS-deskundige |
0 | 1 | 1 | |
diensthoofd |
0 | 1 | 1 | |
|
sportpromotor |
0 | 1 | 1 |
|
jeugdconsulent |
0 | 2 | 2 |
diensthoofd-bibliothecaris |
0 | 1 | 1 | |
|
assistent-dienstleider |
0 | 1 | 1 |
mobiliteitsdeskundige |
0 | 1 | 1 | |
expert trage wegen | 0 | 1 | 1 | |
|
cultuurfunctionaris |
0 | 2 | 2 |
|
hoofd techniek en theaterprogrammatie | 1 | 0 | 1 |
|
opbouwwerker |
0 | 1 | 1 |
evenementencoördinator |
1 | 0 | 1 | |
C4-C5 |
administratief hoofdmedewerker |
3 | 0 | 3 |
administratief hoofdmedewerker (ondersteuning beleidsorganen) |
1 | 0 | 1 | |
noodplancoördinator |
1 | 0 | 1 | |
C1-C3 |
administratief medewerker |
12,6 | 21 | 33,6 |
procesmedewerker | 0 | 1 | 1 | |
|
technisch medewerker |
1 | 0 | 1 |
|
bibliotheekassistent |
0 | 2 | 2 |
evenementencoach | 0 | 2 | 2 | |
toezichter/redder | 0 | 14 | 14 | |
C1-C3 |
ploegbaas |
4 | 1 | 5 |
D4 |
technisch medewerker |
1 | 0 | 1 |
D1-D3 |
administratief assistent |
1 | 0 | 1 |
|
collectieverzorger |
0 | 1 | 1 |
|
magazijnier |
1 | 1 | 2 |
|
mecanicien |
1 | 0 | 1 |
|
geschoold arbeider |
3 | 33,5 | 36,5 |
|
geschoold arbeider-chauffeur |
0 | 13 | 13 |
|
polyvalent medewerker |
0 | 6 | 6 |
buurtmedewerker |
0 | 0,5 |
0,5 | |
theatertechnicus |
0 | 4 |
4 | |
|
conciërge |
0 | 1 |
1 |
E1-E3 |
technisch beambte |
0 |
18,78 | 18,78 |
|
|
|
|
|
|
TOTAAL |
66,6 |
169,28 |
235,88 |
de in het groen gemarkeerde aantallen zijn een materiële correctie
§2. De aangepaste [1] personeelsformatie van het OCMW van Aarschot behoudens diensten en instellingen, wordt vastgesteld als volgt:
functionele loopbaan |
graadbenaming |
statutaire formatie |
contractuele formatie |
TOTAAL |
|
|
aantal VTE |
aantal VTE |
aantal VTE |
A1a-A3a |
departementshoofd |
0 |
1 |
1 |
stafmedewerker |
1 |
0 |
1 |
|
|
projectcoördinator |
1 |
0 |
1 |
B4-B5 |
hoofddeskundige |
2 |
1 |
3 |
B1-B3 |
deskundige |
0 |
2 |
2 |
diversiteitsambtenaar | 0 |
1 |
1 |
|
|
maatschappelijk werker |
10 (incl. 1 fiscale maribel) |
4,5 |
14,5 |
|
arbeidstrajectbegeleider |
0 |
0,5 |
0,5 |
C4-C5 |
administratief hoofdmedewerker (verzekeringen en ICT) |
0 |
1 |
1 |
C1-C3 |
administratief medewerker |
0 |
7 |
7 |
D1-D3 |
logistiek assistent |
0 |
6 |
6 |
E1-E3 |
poetshulp |
0 |
0,5 |
0,5 |
|
TOTAAL |
14 |
24 | 38 |
[1] De aanpassingen zijn in gele kleur gemarkeerd.
Artikel 3
§1. Het uitdovend kader (overgangsregeling) van de stad Aarschot wordt vastgesteld als volgt:
overgangsregeling |
|||||||
uitdovende graad
|
geblokkeerde graad |
||||||
aantal VTE |
graadbenaming |
functionele loopbaan |
S/C |
aantal VTE |
graadbenaming |
functionele loopbaan |
S/C |
1 |
adjunct-algemeen directeur |
decretale graad |
S |
||||
1 |
adjunct-financieel directeur |
decretale graad |
S |
||||
0,5 | deskundige personeel | B1-B3 | S | 0,5 | deskundige personeel | B1-B3 | C |
1 | administratief medewerker personeel | C1-C3 | S | ||||
1 | administratief medewerker milieu en landbouw |
C1-C3 | S | ||||
1 |
noodplanambtenaar |
C1-C3 |
S |
||||
1 | preventieadviseur | B1-B3 | S | ||||
einde detacheringsopdracht administratief medewerker EID | 1 | administratief medewerker burgerzaken | C1-C3 | C | |||
0,3 | administratief hoofdmedewerker economie | C4-C5 | S | 0,3 | deskundige economie | B1-B3 | C |
1 | cultuurfunctionaris-directeur | A1a-A3a | S | ||||
1 | cultuurfunctionaris | A1a-A3a | S | 1 | cultuurfunctionaris | B1-B3 | C |
1 | cultuurfunctionaris | B1-B3 | S | 1 | cultuurfunctionaris | B1-B3 | C |
1 | administratief medewerker cultuurcentrum | C1-C3 | S | ||||
1 | assistent-dienstleider | B1-B3 | S | 1 | assistent-dienstleider | B1-B3 | C |
1 | administratief medewerker bibliotheek | C1-C3 | S | 1 | administratief medewerker bibliotheek |
C1-C3 | C |
1,74 | bibliotheekassistent | C1-C3 | S | ||||
1,34 | bibliotheekassistent | C1-C3 | S | 1,34 | bibliotheekassistent | C1-C3 | C |
1 | collectieverzorger | D1-D3 | S | 1 | collectieverzorger | D1-D3 | C |
1 | administratief medewerker jeugd | C1-C3 | S | 1 | administratief medewerker jeugd | C1-C3 | C |
1 | sportfunctionaris | B1-B3 | S | ||||
1 | administratief medewerker sport | C1-C3 | S | ||||
2 | toezichter | D1-D3 | S | 2 | toezichter/redder | C1-C3 | C |
1 | administratief medewerker ruimtelijke ordening en stedenbouw |
C1-C3 | S | 1 | administratief medewerker omgeving | C1-C3 | C |
1 | deskundige DKO | B1-B3 | S | ||||
1 | administratief medewerker DKO | C1-C3 | S | ||||
1 | gezins- en bejaardenconsulent | C1-C3 | S | ||||
1 | deskundige sociaal huis | B1-B3 | S | ||||
0,26 | dierenarts | A6a | S | ||||
1 | administratief medewerker toerisme | C1-C3 | S | ||||
4 | ploegbaas | D4-D5 | S | ||||
1 | geschoold arbeider-chauffeur rein-en ruimdienst | D1-D3 | S | 1 |
geschoold arbeider-chauffeur rein- en ruimdienst |
D1-D3 |
C |
1 | arbeider rein-en ruimdienst | E1-E3 | S | ||||
2 | geschoold arbeider-chauffeur groen-en begraafplaatsten | D1-D3 | S | 2 |
geschoold arbeider-chauffeur groen-en begraafplaatsen |
D1-D3 |
C |
1 | geschoold arbeider groen-en begraafplaatsen | D1-D3 | S | 1 | geschoold arbeider groen-en begraafplaatsen | D1-D3 | C |
3 | geschoold arbeider gebouwen | D1-D3 | S | 3 | geschoold arbeider gebouwen |
D1-D3 | C |
2 | geschoold arbeider-chauffeur verkeer en logistiek | D1-D3
|
S | 2 | geschoold arbeider-chauffeur verkeer en logistiek | D1-D3 | C |
§2. De afgeschafte betrekkingen bij de stad Aarschot zijn vastgesteld als volgt:
afgeschafte betrekkingen | |||
aantal VTE |
graadbenaming |
functionele loopbaan |
S/C |
1 |
departementshoofd verzelfstandiging (financiën) |
A1a-A3a |
S |
1 | deskundige verzelfstandiging (financiën) | B1-B3 | S |
§3. Het uitdovend kader (overgangsregeling) van het OCMW van Aarschot - behoudens diensten en instellingen - wordt vastgesteld als volgt:
overgangsregeling |
|||||||
uitdovende graad
|
geblokkeerde graad |
||||||
aantal VTE |
graadbenaming |
functionele loopbaan |
S/C |
aantal VTE |
graadbenaming |
functionele loopbaan |
S/C |
1 |
departemenshoofd |
A1a-A3a |
S |
1 |
departementshoofd |
A1a-A3a |
C |
1 |
deskundige personeel |
B1-B3 |
S |
1 | deskundige personeel | B1-B3 | C |
3 |
administratief medewerker |
C1-C3 |
S |
2,70 |
administratief medewerker |
C1-C3 |
C |
1 |
geschoold arbeider |
D1-D3 |
S |
1 |
logistiek assistent |
D1-D3 |
C |
Artikel 4
De personeelsformatie van het kabinetspersoneel ter ondersteuning van het college van burgemeester en schepenen is vastgesteld als volgt:
functionele loopbaan |
graadbenaming |
statutaire formatie |
contractuele formatie |
TOTAAL |
|
|
aantal VTE |
aantal VTE |
aantal VTE |
A1a-A3a |
kabinetsmedewerker (beleidsmedewerker) | 0 |
1 |
1 |
TOTAAL | 0 |
1 |
1 |
Artikel 5
Het aangepaste organogram van stad/OCMW Aarschot zoals toegevoegd in bijlage 2 (schematische voorstelling) met bijhorende detailoverzicht - behoudens diensten en instellingen - in bijlage 3 (detailoverzicht) bij dit besluit, waarbij ook de betrekkingen zijn opgenomen waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden, wordt goedgekeurd.
De raad voor maatschappelijk welzijn keurt de aanpassing van de rechtspositieregelingen voor het OCMW-personeel met betrekking tot bevordering/interne personeelsmobiliteit [algemeen en specifiek personeel & diensten en instellingen] en avondprestaties [diensten en instellingen] goed.
In zitting van 10.11.2022 keurde de raad voor maatschappelijk welzijn de aanpassing van de rechtspositieregelingen voor het OCMW-personeel met betrekking tot bevordering/interne personeelsmobiliteit [algemeen en specifiek personeel & diensten en instellingen] en avondprestaties [diensten en instellingen] goed.
In het licht van:
wordt na juridische validatie voorgesteld om overgangsbepalingen te voorzien in de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel diensten en instellingen zoals toegevoegd in bijlage 1 bij dit besluit.
Dit omhelst een aanpassing van de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel diensten en instellingen, onder meer:
en omvat in concreto de toevoeging van de betreffende overgangsbepalingen bij de voornoemde artikels.
Bovendien heeft het vast bureau van 29.09.2023 en 04.12.2023 beslist om de samenwerking met Certimed als medisch controle-orgaan stop te zetten en conform de werkwijze van de stad de samenwerking betreffende beheer afwezigheden en medische controles aan te gaan met Medex vanaf 01.01.2024. De procedures omtrent ziekteverlof zoals omschreven in het arbeidsreglement, de rechtspositieregeling diensten en instellingen en de rechtspositieregeling algemeen en specifiek personeel dienen nog aangepast te worden rekening houdend met de bepalingen van een nieuw aanwezigheidsbeleid dat wordt uitgerold voor alle stads- en OCMW diensten.
De voorstellen werden goedgekeurd door het vast bureau in zitting van 06.10.2023 en door de representatieve vakorganisaties tijdens de vergadering van het syndicaal overleg- en onderhandelingscomité van 23.10.2023.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt dan ook voorgesteld om hiermee in te stemmen.
In zitting van 10.11.2022 keurde de raad voor maatschappelijk welzijn de aanpassing van de rechtspositieregelingen voor het OCMW-personeel met betrekking tot bevordering/interne personeelsmobiliteit [algemeen en specifiek personeel & diensten en instellingen] en avondprestaties [diensten en instellingen] goed.
In het licht van:
wordt na juridische validatie voorgesteld om overgangsbepalingen te voorzien in de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel diensten en instellingen zoals toegevoegd in bijlage 1 bij dit besluit.
Dit omhelst een aanpassing van de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel diensten en instellingen, onder meer:
en omvat in concreto de toevoeging van de betreffende overgangsbepalingen bij de voornoemde artikels.
Bovendien heeft het vast bureau van 29.09.2023 en 04.12.2023 beslist om de samenwerking met Certimed als medisch controle-orgaan stop te zetten en conform de werkwijze van de stad de samenwerking betreffende beheer afwezigheden en medische controles aan te gaan met Medex vanaf 01.01.2024. De procedures omtrent ziekteverlof zoals omschreven in het arbeidsreglement, de rechtspositieregeling diensten en instellingen en de rechtspositieregeling algemeen en specifiek personeel dienen nog aangepast te worden rekening houdend met de bepalingen van een nieuw aanwezigheidsbeleid dat wordt uitgerold voor alle stads- en OCMW diensten.
De voorstellen werden goedgekeurd door het vast bureau in zitting van 06.10.2023 en door de representatieve vakorganisaties tijdens de vergadering van het syndicaal overleg- en onderhandelingscomité van 23.10.2023.
Aan de raad voor maatschappelijk welzijn wordt dan ook voorgesteld om hiermee in te stemmen.
Artikel 1
Het voorstel houdende de aanpassing van artikel 1 (toepassingsgebied) en artikel 160 (algemene bepalingen van het salaris) van de rechtspositieregeling voor het OCMW-personeel, diensten en instellingen wordt goedgekeurd:
Deel 1. Toepassingsgebied en algemene bepalingen
Afdeling 1 - Toepassingsgebied
Artikel 1
Deze rechtspositieregeling is van toepassing op het voltallig personeel, zowel dat in statutair als in contractueel dienstverband, dat tewerkgesteld is in de volgende diensten en instellingen van het OCMW:
Personeelsleden die op 31.12.2021 werkten in een erkende, vergunde of gesubsidieerde publieke Vlaamse dienst in de ouderenzorg, konden vrijwillig instappen in de functieclassificatie ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30.03.2021 voor de social/non-profitsectoren, op voorwaarde dat de sectorale referentiefunctie die aan hen werd toegewezen, in dit stelsel geïmplementeerd was en het bijbehorende barema geactiveerd was.
Personeelsleden die vanaf 01.01.2022 in dienst (zijn ge)treden in een erkende, vergunde of gesubsidieerde publieke Vlaamse dienst in de ouderenzorg, vallen onder de functieclassificatie ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30.03.2021 voor de social/non-profitsectoren op voorwaarde dat de sectorale referentiefunctie die aan hen toegewezen is, in dit stelsel geïmplementeerd is en het bijbehorende barema geactiveerd is.
Voor het personeel in een IFIC-functie (ouderenzorg) of in een functie waaraan een nieuwe salarisschaal als voorafname op IFIC is gekoppeld (thuiszorg), gelden de regels over indeling in niveaus, graden en rangen, salarisschalen, functionele loopbanen, schaalanciënniteit niet.
Dat heeft een aantal gevolgen op andere regels in deze lokale rechtspositieregeling.
Daarom gelden volgende aanvullingen voor deze medewerkers:
De raad specifieert bij volgende aanpassingen van deze rechtspositieregeling welke bepalingen van het besluit rechtspositieregeling van toepassing zijn voor het personeel van de door de hogere overheid erkende, vergunde of gesubsidieerde zorginstellingen, dat is ingestapt in de functieclassificatie ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30.03.2021 voor de social/non-profitsectoren;
In afwijking van artikel 2, 5° van het Besluit rechtspositieregeling van 20.01.2023 worden op het personeel van een zorginstelling of het personeel dat ter beschikking wordt gesteld in een zorginstelling, en die door de hogere overheid gefinancierd wordt, de regelingen toegepast die verenigbaar zijn met de erkennings- en subsidiëringsnormen van die hogere overheid.
Deel 6. Het salaris
Hoofdstuk 1: algemene bepalingen
…
Artikel 160
Elke salarisschaal wordt aangeduid met één van de letters A, B, C, D, E, die overeenstemmen met de niveaus, vermeld in artikel 6 BVR O, gevolgd door een cijfer en eventueel een kleine letter a, b of c.
Voor personeelsleden in de zorg gelden specifieke salarisschalen:
Voor het personeel van de door de hogere overheid erkende, vergunde of gesubsidieerde publieke Vlaamse dienst (WZC, CDV en KV), dat is ingestapt in de functieclassificatie ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30.03.2021 voor de social/non-profitsectoren en voor de personeelsleden die bij deze dienst in dienst treden vanaf 01.01.2022, zijn, in plaats van de barema’s Kelchtermans, barema’s voorzien zoals voorzien in de functieclassificatie ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30.03.2021 voor de social/non-profitsectoren. Dit geldt eveneens voor volgende ontbrekende functies:
Voor het personeel van een erkende, vergunde of gesubsidieerde publieke geregionaliseerde instelling (thuiszorg), dat is ingestapt in de functieclassificatie ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30.03.2021 voor de social/non-profitsectoren en voor de personeelsleden die bij deze dienst in dienst treden vanaf 01.01.2022, zijn, in plaats van de barema’s Kelchtermans, barema’s voorzien zoals voorzien in de functieclassificatie ter uitvoering van het Zesde Vlaams Intersectoraal akkoord van 30.03.2021 voor de social/non-profitsectoren.
Artikel 2
Bijlage 2 van de rechtspositieregeling diensten en instellingen betreffende de uitgewerkte salarisschalen wordt aangevuld met:
Artikel 3
Voormelde aanpassingen hebben retroactieve uitwerking conform de wetgevende bepalingen terzake.
Artikel 4
De raad voor maatschappelijk welzijn neemt kennis van de wijziging van het controleorgaan vanaf 01.01.2024, conform de werkwijze van de stad, voor wat betreft de medische expertise in het kader van beheer van afwezigheden en medische controles, namelijk Medex.
De procedures omtrent ziekteverlof zoals omschreven in het arbeidsreglement, de rechtspositieregeling diensten en instellingen en de rechtspositieregeling algemeen en specifiek personeel dienen nog aangepast te worden rekening houdend met de bepalingen van een nieuw aanwezigheidsbeleid dat wordt uitgerold voor alle stads- en OCMW diensten.
Artikel 5
Dit besluit wordt ter kennis gebracht van het OCMW-personeel ressorterend onder de RPR diensten en instellingen.
De raad voor maatschappelijk welzijn duidt een vertegenwoordiger, een plaatsvervanger en een coördinator aan in het zonecomité, dat tevens zal fungeren als toewijzingsraad voor het werkingsgebied Noordoost
Met de vorming van de nieuwe woonmaatschappijen zal op 1 januari 2024 ook een nieuw toewijsmodel in werking treden. De Vlaamse overheid schetst een breed kader waarbinnen de woonmaatschappijen 1 of meer toewijzingsraden dienen op te richten die aan de slag kunnen gaan om tot een concrete invulling te komen voor het toewijzen van woningen. De woonmaatschappij neemt het initiatief om deze toewijzingsraden op te richten en zit de toewijzingsraden voor.
Alle gemeenten van het (deel)werkingsgebied zijn vertegenwoordigd in de toewijzingsraad.
Relevante huisvestings- en welzijnsactoren kunnen zichzelf aanmelden om deel uit te maken van de toewijzingsraad als ze actief zijn in het (deel)werkingsgebied van de woonmaatschappij.
Als er geen consensus is over de samenstelling van de toewijzingsraad, beslist de woonmaatschappij over de samenstelling, waarbij ze rekening houdt met een evenwichtige samenstelling van de toewijzingsraad. De toezichthouder kan optreden wanneer de toewijzingsraad onvoldoende evenwichtig wordt samengesteld.
De toewijzingsraad heeft een beleidsmatige opdracht en een operationele opdracht. Dit wordt geregeld in artikel 6.23 van het BVCW.
Beleidsmatige opdracht
De toewijzingsraad stelt een ontwerp van toewijzingsreglement op. Hierin kunnen bepalingen over de verstrenging van de langdurige woonbinding (pijler 1) en bepalingen voor specifieke doelgroepen (pijler 2) worden opgenomen. De leden van de toewijzingsraad streven hierbij naar consensus. Als er geen consensus is, kunnen de deelnemende gemeenten van de toewijzingsraad specifiek voor hun gemeenten over deze bepalingen beslissen. Voor het opnemen van een bepaling over de langdurige woonbinding met het (deel)werkingsgebied is in ieder geval consensus tussen de gemeenten van het (deel)werkingsgebied vereist.
Operationele opdracht
De toewijzingsraad staat ook in voor de praktische uitvoering van de regels die betrekking hebben op de versnelde toewijzingen en de toewijzingen aan specifieke doelgroepen (pijler 2). De toewijzingsraad kan afspraken maken over de werkwijze met betrekking tot de aanmelding en begeleiding van kandidaat-huurders en huurders. Deze afspraken worden opgenomen in het huishoudelijk reglement van de toewijzingsraad.
Met e-mailbericht d.d. 26.10.2023 vraagt de woonmaatschappij KANVAZ de stad/gemeente om een effectieve en een plaatsvervangende vertegenwoordiger aan te duiden om deel uit te maken van het zonecomité dat de woonmaatschappij zal oprichten binnen het deelwerkingsgebied Noordoost en dat ook als toewijzingsraad zal fungeren
KANVAZ stelt voor om het zonecomité als volgt samen te stellen:
De beslissing van de raad voor maatschappelijk welzijn van 22.06.2023 dient bijgevolg aangepast te worden.
Aan de raad wordt voorgesteld om
aan te duiden om OCMW Aarschot te vertegenwoordigen in het zonecomité Noordoost dat als toewijzingsraad zal fungeren binnen het deelwerkingsgebied Noordoost van de woonmaatschappij KANVAZ.
Aanleiding
Met de vorming van de nieuwe woonmaatschappijen zal op 1 januari 2024 ook een nieuw toewijsmodel in werking treden. De Vlaamse overheid schetst een breed kader waarbinnen de woonmaatschappijen 1 of meer toewijzingsraden dienen op te richten die aan de slag kunnen gaan om tot een concrete invulling te komen voor het toewijzen van woningen. De woonmaatschappij neemt het initiatief om deze toewijzingsraden op te richten en zit de toewijzingsraden voor.
Alle gemeenten van het (deel)werkingsgebied zijn vertegenwoordigd in de toewijzingsraad.
Relevante huisvestings- en welzijnsactoren kunnen zichzelf aanmelden om deel uit te maken van de toewijzingsraad als ze actief zijn in het (deel)werkingsgebied van de woonmaatschappij.
Als er geen consensus is over de samenstelling van de toewijzingsraad, beslist de woonmaatschappij over de samenstelling, waarbij ze rekening houdt met een evenwichtige samenstelling van de toewijzingsraad. De toezichthouder kan optreden wanneer de toewijzingsraad onvoldoende evenwichtig wordt samengesteld.
De toewijzingsraad heeft een beleidsmatige opdracht en een operationele opdracht. Dit wordt geregeld in artikel 6.23 van het BVCW.
Beleidsmatige opdracht
De toewijzingsraad stelt een ontwerp van toewijzingsreglement op. Hierin kunnen bepalingen over de verstrenging van de langdurige woonbinding (pijler 1) en bepalingen voor specifieke doelgroepen (pijler 2) worden opgenomen. De leden van de toewijzingsraad streven hierbij naar consensus. Als er geen consensus is, kunnen de deelnemende gemeenten van de toewijzingsraad specifiek voor hun gemeenten over deze bepalingen beslissen. Voor het opnemen van een bepaling over de langdurige woonbinding met het (deel)werkingsgebied is in ieder geval consensus tussen de gemeenten van het (deel)werkingsgebied vereist.
Operationele opdracht
De toewijzingsraad staat ook in voor de praktische uitvoering van de regels die betrekking hebben op de versnelde toewijzingen en de toewijzingen aan specifieke doelgroepen (pijler 2). De toewijzingsraad kan afspraken maken over de werkwijze met betrekking tot de aanmelding en begeleiding van kandidaat-huurders en huurders. Deze afspraken worden opgenomen in het huishoudelijk reglement van de toewijzingsraad.
Woonmaatschappij KANVAZ
Het werkingsgebied van KANVAZ omvat 18 gemeenten. In overleg met de lokale besturen werden er 3 deelwerkingsgebieden afgebakend binnen het werkingsgebied van KANVAZ.
In elk deelwerkingsgebied wordt
Oprichting en samenstelling zonecomités (toewijzingsraden) en toewijscomités KANVAZ
Met e-mailbericht d.d. 26.10.2023 vraagt de woonmaatschappij KANVAZ de stad/gemeente om een effectieve en een plaatsvervangende vertegenwoordiger aan te duiden om deel uit te maken van het zonecomité, dat de woonmaatschappij zal oprichten binnen het deelwerkingsgebied Noordoost en dat ook als toewijzingsraad zal fungeren
KANVAZ stelt voor om het zonecomité als volgt samen te stellen:
De beslissing van de gemeenteraad van 22.06.2023 dient bijgevolg aangepast te worden.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om
aan te duiden om de stad Aarschot te vertegenwoordigen in het zonecomité Noordoost dat als toewijzingsraad zal fungeren binnen het deelwerkingsgebied Noordoost van de woonmaatschappij KANVAZ.
Gelet op het resultaat van de geheime stemming voor de aanduiding van Nicole Van Emelen als effectief vertegenwoordiger in het zonecomité:
Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 stemmen onthouden.
Gelet op het resultaat van de geheime stemming voor de aanduiding van Kurt Lemmens als plaatsvervangend vertegenwoordiger in het zonecomité:
Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 stemmen onthouden.
Gelet op het resultaat van de geheime stemming voor de aanduiding van Wesley Coomans als deskundige om Aarschot te vertegenwoordigen in het zonecomité:
Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 stemmen onthouden.
Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 stemmen onthouden.
Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 stemmen onthouden.
Met 29 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 0 stemmen onthouden.
Ter vervanging van het besluit van de raad voor maatschappelijk welzijn van 22.06.2023
Artikel 1
Mevrouw Nicole Van Emelen wordt aangeduid als effectief vertegenwoordiger om OCMW Aarschot te vertegenwoordigen in het zonecomité Noordoost, dat als toewijzingsraad zal fungeren binnen het deelwerkingsgebied Noordoost van de woonmaatschappij KANVAZ.
Artikel 2
De heer Kurt Lemmens wordt aangeduid als plaatsvervangend vertegenwoordiger om OCMW Aarschot te vertegenwoordigen in het zonecomité Noordoost, dat als toewijzingsraad zal fungeren binnen het deelwerkingsgebied Noordoost van de woonmaatschappij KANVAZ.
Artikel 3
Dhr. Coomans Wesley, coördinator van IGS Wonen aan de Demer, wordt aangeduid als deskundige om OCMW Aarschot te vertegenwoordigen in het zonecomité Noordoost, dat als toewijzingsraad zal fungeren binnen het deelwerkingsgebied Noordoost van de woonmaatschappij KANVAZ.
Notulen en zittingsverslag vergadering 9 november 2023
Notulen
Gelet op het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn, goedgekeurd door de raad van maatschappelijk welzijn in vergadering van 20.01.2022, inzonderheid artikel 29 §3;
Aangezien verder tijdens de vergadering geen bezwaren tegen de notulen van de vergadering van 9 november 2023 werden ingebracht;
zijn de notulen van de vergadering van 9 november 2023 goedgekeurd.
Zittingsverslag
In toepassing van artikel 278 §1 van het decreet over het lokaal bestuur en artikel 28 §2 van het huishoudelijk reglement van de raad voor maatschappelijk welzijn is het zittingsverslag vervangen door de integrale audio-opname van de openbare zitting van de raad voor openbaar welzijn.