Terug
Gepubliceerd op 28/06/2023

Besluit  Gemeenteraad

do 22/06/2023 - 20:00

Politiereglement op de uitbating van shishabars en inrichtingen waar producten op basis van cannabis of derivaten worden verkocht

Aanwezig: Isabelle Dehond, Voorzitter van de gemeenteraad
Gwendolyn Rutten, Burgemeester
Bert Van der Auwera, Nicole Van Emelen, Annick Geyskens, Gerry Vranken, Stef Van Calster, Kurt Lemmens, schepenen
Betty Kiesekoms, Nico Creces, Mattias Paglialunga, Bart Dehaes, Julia Mellaerts, Leo Janssens, Ronny De Ryck, Koen Nijs, Cindy Symons, Marleen Verhaegen, Wendy De Rijck, Dries Vandenbroeck, Petra Vanlommel, Hannelore Castelein, Dries Van Horebeek, Nele Weckhuyzen, Hanne Goossens, Gerda Vandegaer, gemeenteraadsleden
Jan Maessen, adjunct algemeen directeur
Verontschuldigd: Nele Pelgrims, Bart Den Hondt, Martine Verlinden, gemeenteraadsleden
Toelichting

Overwegende dat

  • shishabars en inrichtingen waar producten op basis van cannabis of derivaten verkocht worden, door de aard van hun activiteit meer aanleiding kunnen geven tot overlast;
  • het aangewezen is, teneinde de groei aan deze ondernemingen in goede banen te leiden en de kwaliteit ervan hoog te houden, alle nieuwe en bestaande inrichtingen over een uitbatingsvergunning beschikken;


werd dit voorstel voor een politiereglement tot uitbating van shishabars en inrichtingen waar producten op basis van cannabis of derivaten verkocht worden, uitgewerkt.
De inrichtingen zullen zich aan bepaalde voorwaarden moeten houden inzake uitbating, vestiging en de openbare gezondheid.

Regelgeving
  • het Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017 en de bijhorende besluiten en omzendbrieven van de Vlaamse regering;
  • de wet van 29.07.1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen;
  • de wet van 11.04.1994 betreffende de openbaarheid van bestuur;
  • het bestuursdecreet van 7.12.2018;
  • Het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
  • artikel 119 van de nieuwe gemeentewet;
  • de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties;
Feiten, context en motivering

Overwegende dat

  • shishabars en inrichtingen waar producten op basis van cannabis of derivaten verkocht worden, door de aard van hun activiteit meer aanleiding kunnen geven tot overlast;
  • het aangewezen is, teneinde de groei aan deze ondernemingen in goede banen te leiden en de kwaliteit ervan hoog te houden, alle nieuwe en bestaande inrichtingen over een uitbatingsvergunning beschikken;


werd dit voorstel voor een politiereglement tot uitbating van shishabars en inrichtingen waar producten op basis van cannabis of derivaten verkocht worden, uitgewerkt.
De inrichtingen zullen zich aan bepaalde voorwaarden moeten houden inzake uitbating, vestiging en de openbare gezondheid.

Publieke stemming
Aanwezig: Isabelle Dehond, Gwendolyn Rutten, Bert Van der Auwera, Nicole Van Emelen, Annick Geyskens, Gerry Vranken, Stef Van Calster, Kurt Lemmens, Betty Kiesekoms, Nico Creces, Mattias Paglialunga, Bart Dehaes, Julia Mellaerts, Leo Janssens, Ronny De Ryck, Koen Nijs, Cindy Symons, Marleen Verhaegen, Wendy De Rijck, Dries Vandenbroeck, Petra Vanlommel, Hannelore Castelein, Dries Van Horebeek, Nele Weckhuyzen, Hanne Goossens, Gerda Vandegaer, Jan Maessen
Voorstanders: Isabelle Dehond, Gwendolyn Rutten, Bert Van der Auwera, Nicole Van Emelen, Annick Geyskens, Gerry Vranken, Stef Van Calster, Kurt Lemmens, Betty Kiesekoms, Nico Creces, Mattias Paglialunga, Bart Dehaes, Julia Mellaerts, Leo Janssens, Ronny De Ryck, Koen Nijs, Cindy Symons, Marleen Verhaegen, Wendy De Rijck, Dries Vandenbroeck, Petra Vanlommel, Hannelore Castelein, Dries Van Horebeek, Nele Weckhuyzen, Hanne Goossens, Gerda Vandegaer
Resultaat: Goedgekeurd met eenparigheid van stemmen.
Besluit

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1 – Definities en begripsomschrijving
Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

  1. aanvrager: natuurlijk persoon of rechtspersoon op wiens naam en voor wiens rekening een vestigingsvergunning wordt aangevraagd (d.i. niet noodzakelijk de eigenaar van het pand, noch de persoon voor wiens rekening en risico de vestigingseenheid zal worden uitgebaat).
  2. inrichtingen waar producten op basis van cannabis of derivaten verkocht worden: iedere voor het publiek toegankelijke vestigingseenheid waar producten op basis van cannabis of derivaten verkocht worden onder de vorm van geneesmiddel, voedingsmiddel of supplement, cosmeticaproduct, dampvloeistof of e- sigaret met een lager gehalte dan 0,2% THC, met uitsluiting van apotheken.
  3. shishabar: iedere voor het publiek toegankelijke inrichting waar waterpijp gerookt kan worden, ook al is dit sporadisch. Onder waterpijp wordt verstaan: een apparaat om te roken via een vloeistofreservoir.
  4. omgeving: het gebied dat wordt beïnvloed door een shishabar of inrichting waar producten op basis van cannabis of derivaten verkocht worden.
  5. overlast: individuele of materiële gedragingen die het harmonieuze verloop van menselijke activiteiten verstoren en de levenskwaliteit van de inwoners van een gemeente, wijk, buurt of straat beperken op een manier die de normale druk van het sociale leven overschrijdt. Onderscheid wordt gemaakt tussen criminele overlast, overlast van de openbare orde en audiovisuele overlast, waarbij de overlast objectief (effectief vast te stellen) ofwel subjectief (gevoelsmatig) kan zijn.
  6. uitbater: natuurlijk persoon of rechtspersoon die eigenaar is van een vestigingseenheid (maar niet noodzakelijk van het pand) en voor wiens rekening en risico de vestigingseenheid zal worden uitgebaat of uitgebaat wordt.
  7. uitbatingvergunning: vergunning voor het uitbaten van een bepaalde inrichting verleend door het college van burgemeester en schepenen nadat voldaan is aan een aantal uitbatingsvoorwaarden.
  8. vestigingseenheid: een plaats die men geografisch gezien kan identificeren door een adres, die voor de consument toegankelijk is

 

Artikel 2 – Toepassingsgebied en vergunningsplicht
§1 Dit reglement is van toepassing op alle bestaande en nieuw te openen vestigingseenheden op het grondgebied van Aarschot, die rekening houdend met de definities en begripsomschrijvingen opgenomen onder artikel 1 van dit reglement, beschouwd worden als een

  1. inrichting waar producten op basis van cannabis of derivaten verkocht worden
  2. shishabars

De uitbatingsvergunning en bijhorende voorwaarden zijn niet vereist voor apothekers waar producten op basis van cannabis voor medicinaal gebruik worden verkocht conform de toepasselijke hogere wetgeving.

§2. Elke shishabar of inrichting waar producten op basis van cannabis of derivaten verkocht worden, gelegen op het grondgebied van de stad Aarschot, mag slechts uitgebaat worden op voorwaarde dat zij, voor aanvang van de uitbating, beschikt over een uitbatingsvergunning, afgeleverd door het college van burgemeester en schepenen.
De uitbater van een shishabar of inrichting waar producten op basis van cannabis of derivaten verkocht worden, moet in het bezit zijn van:

  • een uitbatingsvergunning;
  • een omgevingsvergunning, indien er sprake is van vergunningsplicht in het kader van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening.

 

Hoofdstuk 2. Procedure
Artikel 3 - Uitbatingsvergunning
§1. Voorafgaand aan elke uitbating van een shishabar of inrichting waar producten op basis van cannabis of derivaten verkocht worden zoals bedoeld in artikel 1 van dit reglement, moet de uitbater uiterlijk 3 maanden voor de opening, schriftelijk een uitbatingsvergunning aanvragen bij het college van burgemeester en schepenen.
De aanvraag dient te gebeuren via het daartoe voorziene aanvraagformulier. Na afgifte of indiening van het aanvraagformulier ontvangt de aanvrager een ontvangstbewijs.
Deze aanvraag is onvolledig wanneer de documenten vermeld in het aanvraagformulier ontbreken. De volgende documenten moeten minstens worden toegevoegd:

  1. een overzicht van alle (rechts)personen die, in welke hoedanigheid ook, betrokken zijn bij de uitbating van de inrichting, met opgave van de naam, de voornaam, de nationaliteit en het arbeidsstatuut (werknemer of zelfstandige), een kopie identiteitskaart en een bewijs van aansluiting/aangifte bij de sociale zekerheid van al deze (rechts)personen indien dit wettelijk verplicht is;
  2. een kopie van het actuele UBO-register indien de uitbater een rechtspersoon is;
  3.  een uittreksel uit de Kruispuntbank van Ondernemingen;
  4. een uittreksel uit het strafregister dat ten hoogste drie maanden oud is, zowel van de uitbater als van het personeel en indien de uitbater een rechtspersoon is, ook van haar organen en/of vertegenwoordigers;
  5. een bewijs van de dekking van de burgerlijke en professionele aansprakelijkheid van de inrichting en van alle personen die, ongeacht hun statuut, werken in de inrichting;
  6. een kopie van de burgerlijke aansprakelijkheidsverzekering tegen brand en ontploffing;
  7. een bewijs dat de uitbater de inrichting rechtmatig kan gebruiken voor de uitbating ervan, zijnde een kopie eigendomsakte/huurovereenkomst
  8. een nota betreffende de verkeersleefbaarheid, waarin wordt aangegeven welke maatregelen de uitbater voorziet om de mogelijke hinder op het vlak van verkeer en parkeerbehoefte te voorkomen of te beperken.
  9. een attest van de FOD Financiën waaruit blijkt of er al dan niet nog bedragen verschuldigd (zouden kunnen) zijn inzake belastingen en taksen, boeten en interesten door (i) de uitbater, en in het geval dat de uitbater een rechtspersoon is, van (ii) haar organen en/of vertegenwoordigers. Dit attest mag op de dag van de aanvraag niet ouder zijn dan één maand;
  10. bij een aanvraag voor een CBD-winkel: een gedetailleerd certificaat van alle aangeboden producten, waaruit telkens de bepaling van de hoeveelheid (uitgedrukt in percentages) tetrahydrocannabinol en/of cannabidiol blijkt, en waarbij tevens het proces van decarboxylatie deel uitmaakt van de analyse. De analyse van het product dient te gebeuren door toepassing van de GC-MS (Gaschromatografie – Massaspectrometrie) of LCMS methode (Vloeistofchromatografie – Massaspectrometrie). Ieder certificaat moet gelinkt zijn aan het lotnummer van deze aangeboden producten.

§2. Indien één of meerdere documenten zouden ontbreken dan beschikt de aanvrager over een termijn van 30 kalenderdagen na mededeling van dit feit om de ontbrekende documenten in te dienen. De aanvraag is onontvankelijk wanneer de ontbrekende documenten niet zijn ingediend binnen deze termijn van 30 kalenderdagen.
Binnen een termijn van 90 kalenderdagen na de melding van de ontvankelijke aanvraag neemt het college van burgemeester en schepenen een beslissing. Indien gerechtvaardigd door de complexiteit van het dossier mag deze termijn éénmaal worden verlengd voor maximaal dezelfde duur.
Om dwingende redenen van algemeen belang, met name de openbare orde en veiligheid, bescherming van consumenten, eerlijkheid van handelstransacties, fraudebestrijding, bescherming van het milieu, wordt bij het uitblijven van een beslissing binnen de vastgestelde of verlengde termijn, de vergunning geacht te zijn geweigerd.

 

Artikel 4 - Vergunningsvoorwaarden
§1. De uitbatingvergunning wordt verleend door het college van burgemeester en schepenen en kan enkel worden verleend indien, na een administratief onderzoek, aan de volgende voorwaarden voldaan is:

  1. een brandveiligheidsonderzoek: de inrichting moet voldoen aan de vigerende minimumnormen inzake brandveiligheid en -preventie. Dit onderzoek wordt uitgevoerd door de brandweer. Het college van burgemeester en schepenen baseert zich hiervoor op het recent brandpreventieverslag van de brandweer.
  2. een financieel onderzoek: een onderzoek naar de betaling van alle verschuldigde stadsfacturen en aanslagbiljetten, van welke aard ook, die betrekking hebben op de vestigingseenheid en de uitbater.
  3. een stedenbouwkundig onderzoek: de inrichting moet voldoen aan alle geldende reglementering m.b.t. de omgeving, meer bepaald inzake stedenbouw en milieu. Het college van burgemeester en schepenen baseert zich hiervoor op een advies van de dienst ruimtelijke ordening.
  4. een moraliteitsonderzoek: een onderzoek inzake de zedelijkheid over het exploiteren van een drankgelegenheid overeenkomstig de regeling van het KB van 3 april 1953 inzake de slijterijen van gegiste dranken, het KB van 4 april 1953 tot uitvoering van dit KB en de Wet van 28 december 1983 betreffende de vergunning voor het verstrekken van sterke drank. De uitbater dient een uittreksel uit het strafregister, dat ten hoogste drie maanden oud is, mee te delen, zowel van zichzelf en indien de uitbater een rechtspersoon is, ook van haar organen en/of vertegenwoordigers, als van zijn personeel. De uitbater en zijn personeel dienen te beschikken over een geldige verblijfsvergunning of een geldige verblijfskaart en dienen desgevallend in het bezit te zijn van een geldige arbeidsvergunning of beroepskaart. Er wordt eveneens nagegaan of de uitbater, of een persoon die betrokken is bij de uitbating al eerder betrokken was bij de uitbating van een inrichting waar een bestuurlijke maatregel of een gemeentelijke administratieve sanctie aan werd opgelegd.
  5. Een onderzoek naar de naleving van de hygiënevereisten: een onderzoek met betrekking tot de naleving van de vereisten inzake hygiëne, zoals bepaald in het KB van 3 april 1953 inzake de slijterijen van gegiste dranken en het KB van 4 april 1953 tot uitvoering van het KB van 3 april 1953.
  6. een mobiliteitsonderzoek: de aanvrager dient een nota betreffende de verkeersleefbaarheid mee te delen, waarin wordt aangegeven welke maatregelen de uitbater voorziet om de mogelijke hinder op het vlak van verkeer en parkeerbehoefte te voorkomen of te beperken (zie ook artikel 3 §1 -8.). Het college van burgemeester en schepenen baseert zich hiervoor op het advies van de dienst mobiliteit over de nota.
  7. de ruimtelijke ligging van de vestigingseenheid:
    1. de vestiging van een shishabar of inrichting waar producten op basis van cannabis of derivaten verkocht worden, waarvoor de uitbatingsvergunning wordt gevraagd, mag zich niet bevinden binnen een straal van 200 meter van een secundaire school, jeugdhuis, treinstation; gemeten vanaf de toegangsdeur tot de inrichting.
    2. onverminderd voornoemde afstandsregeling geldt dat het aantal vestigingen van shishabars en inrichtingen waar producten op basis van cannabis of derivaten verkocht worden de ruimtelijke draagkracht van een gebied niet mag overschrijden.
    3. de handhaving van de openbare orde, veiligheid en rust: hiervoor baseert het college zich op het advies van de politiediensten met betrekking tot de mogelijke verstoring van de openbare orde, veiligheid en rust door deze vestigingseenheid en de eventuele aanbevelingen van de politiediensten om deze verstoring te voorkomen.

§2. Bijkomende vergunnings- en uitbatingsvoorwaarden voor shishabars:

  1. Een shishabar is enkel mogelijk in een drankgelegenheid.
  2. Het gebruik van een waterpijp is enkel toegestaan in een rookkamer zoals bedoeld in de wet van 22 december 2009 betreffende een regeling voor rookvrije plaatsen en ter bescherming van de bevolking tegen tabaksrook, waarbij de rookkamer voldoet aan de vigerende technische standaarden. Het gebruik van een waterpijp is niet toegelaten op terrassen of andere aanhorigheden van de shishabar.
  3. De rookkamer mag niet groter zijn dan maximaal 25% van de totale oppervlakte van de shishabar en dient volledig afgesloten te zijn van de rest van de shishabar.
  4. In alle ruimtes van de shishabar dienen CO-melders geïnstalleerd te zijn.
  5. Het verhandelen, bezit en gebruik van lachgas is verboden.

§3. Bijkomende vergunnings- en uitbatingsvoorwaarden voor CBD-winkels:

  1. Er moet in de CBD-winkel te allen tijde duidelijk zichtbaar en voldoende groot geafficheerd, schriftelijke informatie aangeboden worden over de samenstelling van het product, de gezondheidsvoorschriften, de gevaren, het gebruik en de bestemming van de aangeboden producten;
  2. Er moet te allen tijde een geldig gedetailleerd certificaat van ieder product aanwezig zijn in de CBD-winkel, waarbij voor ieder product de bepaling van de hoeveelheid (uitgedrukt in percentages) tetrahydrocannabinol en/of cannabidiol wordt vermeld en waarbij tevens het proces van decarboxylatie deel uitmaakt van de analyse. Ieder certificaat moet gelinkt zijn aan het lotnummer van deze aangeboden producten. Iedere dosis die in de CBD-winkel afzonderlijk wordt verpakt, moet aantoonbaar aan voormeld lotnummer en certificaat gelinkt worden. Meer bepaald dient het lotnummer op iedere individuele verpakking vermeld, en de verdeling per lot geregistreerd te worden.
  3. De uitbater van een CBD-winkel mag geen producten op basis van cannabis, van welke oorsprong ook, synthetisch of natuurlijk, onder meer op basis van tetrahydrocannabinol en/of cannabidiol, verkopen aan minderjarigen.
  4. De uitbater van een CBD-winkel mag enkel visuele reclame aanbrengen indien hieruit onmiskenbaar blijkt dat het om de wettelijk toegelaten producten op basis van cannabis gaat.

§4. Het college van burgemeester en schepenen kan in het kader van het administratief onderzoek steeds alle nuttige inlichtingen inwinnen bij de politie of andere bevoegde diensten.
§5. De in §1, §2 en §3 vermelde onderzoeken worden uitgevoerd op de inrichtingen, op de uitbater, op de organen en/of vertegenwoordigers van de uitbater, op de feitelijke verantwoordelijke(n) en op het personeel. Deze onderzoeken kunnen uitgebreid worden tot alle natuurlijke personen die betrokken zijn bij de uitbating van de inrichting.

 

Artikel 5 – Weigeringsgronden
§1. Het college van burgemeester en schepenen weigert de uitbatingsvergunning:

  • als de aanvraag onjuiste gegevens bevat;
  • als niet voldaan is aan de wettelijke of reglementaire bepalingen en voorwaarden van toepassing op de inrichting;
  • als één of meerdere onderzoeken, die voorafgaan aan het verlenen van de uitbatingsvergunning, negatief werden geadviseerd;
  • als controle door de ambtenaar van de gemeente en/of de politie werd verhinderd; - als de openbare orde, de openbare rust en/of de openbare gezondheid gevaar loopt.

§ 2 In geval van weigering wordt de gemotiveerde beslissing betekend aan de aanvrager per email.
§ 3 Een nieuwe aanvraag van dezelfde uitbater voor dezelfde inrichting volgend op een geweigerde aanvraag kan op straffe van onontvankelijkheid ten vroegste zes maanden na de datum vermeld in de weigeringsbeslissing worden ingediend,.

 

Artikel 6 - Modaliteiten uitbatingsvergunning
§1. Het college van burgemeester en schepenen kan beslissen om in de uitbatingsvergunning bepaalde flankerende maatregelen op te nemen, afhankelijk van specifieke omstandigheden, bv. de aard en ligging van de inrichting.
§2. De uitbatingsvergunning wordt verleend op naam van de uitbater voor een termijn van maximum 3 jaar. Het college van burgemeester en schepenen kan de duurtijd van de vergunning beperken tot minder dan 3 jaar. In voorkomend geval moet de beslissing daartoe gemotiveerd zijn. De duurtijd moet evenwel minstens 1 jaar bedragen.
§3. Wanneer de uitbater de uitbatingsvergunning verkregen heeft, zal hij alle voorwaarden en verplichtingen opgelegd door dit reglement te allen tijde dienen na te leven.
§4. De vergunning vervalt van rechtswege:

  • op het ogenblik dat de uitbating van de inrichting voor een periode van langer dan 6 maanden feitelijk onderbroken is.
  • in geval van faillissement;
  • in geval van een veroordeling tot gerechtelijke sluiting of van een sluiting opgelegd door de burgemeester;
  • in geval van een gerechtelijk beroepsverbod voor de uitbater;
  • in geval van ontbinding van de rechtspersoon indien de uitbater een rechtspersoon is;
  • in geval van schrapping of stopzetting van de uitbater of van de betrokken inrichting die blijkt uit de gegevens van de Kruispuntbank van Ondernemingen.

§5. De uitbatingvergunning wordt afgeleverd aan een uitbater voor een welbepaalde vestigingseenheid van een shishabar of inrichting waar producten op basis van cannabis of derivaten verkocht worden. Ze kan niet worden overgedragen aan een andere uitbater, noch kan ze worden overgedragen naar een andere vestigingseenheid.
§6. De uitbatingvergunning moet steeds op eerste vordering van een bevoegde controlerende ambtenaar ter inzage worden voorgelegd.
§ 7. De uitbater brengt het college van burgemeester en schepenen binnen de volgende termijnen op de hoogte van de volgende elementen:

  1. een wijziging van het adres van de woonplaats, rechtsvorm, exploitatiezetel of maatschappelijke zetel van de uitbater: binnen tien dagen na de dag van de wijziging.
  2. een wijziging in de inrichting die een verandering uitmaakt inzake veiligheid: onmiddellijk
  3. alle wijzigingen van gegevens opgegeven in de aanvraag, met inbegrip van elke bestemmingswijziging: binnen tien dagen na de dag van de wijziging.
  4. een wijziging van het bestuursorgaan van de rechtspersoon: binnen tien dagen bezorgt de uitbater een uittreksel uit het strafregister van de nieuwe bestuurder of zaakvoerder.

 

Artikel 7 - Hernieuwen van de uitbatingvergunning
§1. De uitbatingsvergunning kan hernieuwd worden. Uiterlijk zes maanden vóór het verstrijken van de geldigheidstermijn moet de uitbater schriftelijk een aanvraag indienen bij het college van burgemeester en schepenen tot hernieuwing van de uitbatingsvergunning. De uitbater die nalaat binnen de voormelde termijn een hernieuwing van de uitbatingsvergunning aan te vragen, verliest zijn uitbatingsvergunning op de vervaldag van de duurtijd.
De aanvraag tot hernieuwing van de uitbatingsvergunning geldt als voorlopige vergunning tot de definitieve inwilliging of weigering wordt verleend.
De uitbatingsvergunning kan voor een termijn van 3 jaar hernieuwd worden. Zij kan voor minder dan 3 jaar hernieuwd worden als bijzondere in de uitbatingsvergunning vermelde omstandigheden die afwijking wettigen.
§2. De hernieuwing zal worden geweigerd in de volgende gevallen:

  • indien niet voldaan is aan dezelfde voorwaarden als voor de aanvraag van de uitbatingsvergunning. Ze worden aangevuld met een onderzoek naar de verstoring van de openbare orde, veiligheid en rust: hiervoor baseert de burgemeester zich op een verslag van de politiediensten met betrekking tot de verstoring van de openbare orde, veiligheid en rust door deze vestigingseenheid gedurende de verstreken termijn van uitbating.
  • indien de uitbater de wettelijke en reglementaire bepalingen niet naleeft;
  • indien de uitbater niet langer voldoet aan de voorwaarden inzake moraliteit en solvabiliteit;
  • indien de uitbater de op hem van toepassing zijnde wetgeving in het kader van zijn beroepsuitoefening niet naleeft.

 

Artikel 8 - Uitbatingsvoorwaarden
§ 1 Alle ruimten van de inrichting en de voorwerpen in deze ruimten moeten beantwoorden aan de als normaal ervaren vereisten voor frisheid, netheid en hygiëne (bijvoorbeeld: proper vloeroppervlak, propere muren, verwijderen van afval). De gezondheid van de consumenten en de openbare gezondheid mogen nooit gevaar lopen. Er moeten voldoende hulpmiddelen en voorzieningen aanwezig zijn die de frisheid, netheid en hygiëne garanderen. De inrichting moet te allen tijde goed onderhouden zijn. De inrichting mag geen gebreken vertonen waardoor ze onveilig is of dreigt te worden. Het is verboden om ramen van de inrichting tijdens de uitbating ondoorzichtig te maken zodat de inkijk ernstig bemoeilijkt of onmogelijk gemaakt wordt.
§2. Het is verboden inrichtingen waar producten op basis van cannabis of derivaten verkocht worden te beleveren tussen 22.00 uur en 5.00 uur.


Hoofdstuk 4. Maatregelen en bepalingen
Artikel 9 - Politiemaatregelen en strafbepalingen
§ 1 Het college van burgemeester en schepenen kan de uitbatingsvergunning schorsen of intrekken: - indien de uitbating van een inrichting aanleiding geeft tot geluidshinder; - indien de uitbating van een inrichting aanleiding geeft tot enige andere vorm van overlast, van aard om de openbare orde te verstoren; - indien geen opgave werd gedaan van gegevens of opgave werd gedaan van onjuiste gegevens in de vergunningsaanvraag of bij wijzigingen van de opgegeven gegevens
waardoor de veiligheid in het gedrang kan komen; - in geval van vaststellingen waaruit blijkt dat de uitbating niet meer voldoet aan de voorwaarden of in overtreding is met de voorwaarden vermeld in dit reglement.
§ 3 De politie kan bij vaststelling van uitbating zonder uitbatingsvergunning de inrichting onmiddellijk en ter plaatse sluiten
§ 4 Tenzij een wet of een decreet andere strafbepalingen bevat, wordt elke overtreding van deze politieverordening overeenkomstig artikel 119bis nieuwe gemeentewet bestraft met:

  • een administratieve geldboete met een maximumbedrag zoals bepaald in het geldende politiereglement
  • een administratieve schorsing of intrekking van de door de gemeente afgeleverde toelating of vergunning voor de inrichting
  • een tijdelijke of definitieve sluiting van de inrichting

 

Artikel 10 - Overige bepalingen
§1. Dit reglement treedt onmiddellijk in werking.


Afschrift van dit reglement wordt verstuurd aan de griffie van de politierechtbank te Leuven en de griffie van de rechtbank van eerste aanleg te Leuven.