Op 14.12.2015 keurde de gemeenteraad het voorstel goed tot besteding van de restmiddelen van het VIA 4-akkoord aan de toekenning van ecocheques voor het gemeentepersoneel. Hierbij werd tevens het reglement ter zake goedgekeurd. Naar analogie van de stad, keurde de OCMW-raad op 19.11.2015 een eigen reglement goed inzake de toekenning van ecocheques voor het OCMW-personeel, aan de hand van de beschikbare restmiddelen VIA-4.
De verdeling van de middelen gebeurt in beide organisaties aan de hand van de coëfficiënt die gebruikt wordt voor de vaststelling en uitbetaling van het vakantiegeld. Er wordt daarbij gewerkt met een schijvenmechanisme waarbij de hoogste coëfficiënt de hoogste schijf en de laagste coëfficiënt de laagste schijf omvat. Het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau leggen de concrete pro rata regeling jaarlijks vast aan de hand van de specifieke middelen die stad resp het OCMW elk afzonderlijk ontvangen. Aangezien de stad verhoudingsgewijs een hoger bedrag aan restmiddelen ontvangt dan het OCMW, leidt dit tot grote verschillen tussen beide organisaties in bedragen die toegekend worden per medewerker met eenzelfde coëfficiënt.
Rekening houdend met de integratie van stads- en OCMW-diensten is het managementteam vragende partij om vanaf 2024 de restmiddelen die de stad en het OCMW afzonderlijk ontvangen samen te voegen tot één totaalbedrag aan restmiddelen dat vervolgens verdeeld wordt onder de personeelsleden aan de hand van eenzelfde schijvenmechanisme. Het samenvoegen van de restmiddelen betreft daarbij een louter theoretisch gegeven. In de praktijk ontvangen beide organisaties immers jaarlijks de eigen toegekende restmiddelen VIA-4.
Het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau hebben op 27.09.2024 een positief advies gegeven tot aanpassing van het reglement. Het ontwerpreglement is besproken binnen het syndicaal overleg van 21.10.2024, hetgeen resulteerde in een protocol voor akkoord.
Het voorstel tot wijziging wordt eveneens voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
Op 14.12.2015 keurde de gemeenteraad het voorstel goed tot besteding van de restmiddelen van het VIA 4-akkoord aan de toekenning van ecocheques voor het gemeentepersoneel. Hierbij werd tevens het reglement ter zake goedgekeurd. Naar analogie van de stad, keurde de OCMW-raad op 19.11.2015 een eigen reglement goed inzake de toekenning van ecocheques voor het OCMW-personeel, aan de hand van de beschikbare restmiddelen VIA-4. In navolging van het KB van 16.12.2015 tot invoering van de elektronische ecocheques en tot vaststelling van de erkenningsvoorwaarden en erkenningsprocedure voor uitgevers ervan, keurde de gemeenteraad op 25.04.2016 en de OCMW-raad op 26.05.2016 een wijziging van het reglement goed met het oog op de toekenning van elektronische ecocheques.
De verdeling van de middelen gebeurt in beide organisaties aan de hand van de coëfficiënt die gebruikt wordt voor de vaststelling en uitbetaling van het vakantiegeld. Er wordt daarbij gewerkt met een schijvenmechanisme waarbij de hoogste coëfficiënt de hoogste schijf en de laagste coëfficiënt de laagste schijf omvat. Tot op vandaag leggen het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau de concrete pro rata regeling jaarlijks vast aan de hand van de specifieke middelen die stad resp het OCMW elk afzonderlijk ontvangen. Aangezien de stad verhoudingsgewijs een hoger bedrag aan restmiddelen ontvangt dan het OCMW, leidt dit tot grote verschillen tussen beide organisaties in bedragen die toegekend worden per medewerker met eenzelfde coëfficiënt. Ter illustratie, in 2023 hebben medewerkers van de stad met coëfficiënt 1 in totaal € 80 aan ecocheques ontvangen, waarbij medewerkers van het OCMW met eenzelfde coëfficiënt slechts € 35 ontvangen hebben.
Rekening houdend met de integratie van stads- en OCMW-diensten is het managementteam vragende partij om vanaf 2024 de restmiddelen die de stad en het OCMW afzonderlijk ontvangen samen te voegen tot één totaalbedrag aan restmiddelen dat vervolgens verdeeld wordt onder de personeelsleden aan de hand van eenzelfde schijvenmechanisme. Het samenvoegen van de restmiddelen betreft daarbij een louter theoretisch gegeven. In de praktijk ontvangen beide organisaties immers jaarlijks de eigen toegekende restmiddelen VIA-4. Het opzet is evenwel dat er jaarlijks door het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau dezelfde concrete pro rata regeling beslist wordt op basis van het gezamenlijk ontvangen VIA4-restmiddelenbudget.
Ter illustratie heeft de personeelsdienst op basis van de ontvangen restmiddelen voor 2024 en de coëfficiënten van 2023 (referteperiode 2022) een voorbeeld van schijvenmechanisme uitgewerkt dat zich situeert tussen het huidige van de stad en het huidige van het OCMW.
Coëfficiënt | Bedrag |
vanaf 0,9 | € 55,00 |
vanaf 0,8 | € 50,00 |
vanaf 0,7 | € 45,00 |
vanaf 0,6 | € 40,00 |
vanaf 0,5 | € 35,00 |
vanaf 0,4 | € 30,00 |
vanaf 0,3 | € 25,00 |
vanaf 0,2 | € 20,00 |
vanaf 0,1 | € 15,00 |
minder dan 0,1 | € 0,00 |
Wanneer bovenstaand voorbeeld van schijvenmechanisme toegepast wordt voor de medewerkers van de stad en het OCMW, wordt de totale kost voor beide organisaties als volgt geraamd:
Organisatie | VIA4 subsidie | Simulatie | Verschil |
OCMW | € 6.187,23 | € 11.425,00 | -€ 5.237,77 |
Stad | € 15.626,35 | € 11.380,00 | € 4.246,35 |
Totaal | € 21.813,58 | € 22.805,00 | -€ 991,42 |
Het resultaat is een totale meerkost, dus voor beide organisaties samen, van ca. € 1.000. Ter verduidelijking, in 2023 bedroeg de totale meerkost ca. € 1.700. Voor de volledigheid heeft de personeelsdienst ook de meerkost gesimuleerd in het geval alle medewerkers ecocheques zouden ontvangen volgens het huidige schijvenmechanisme van de stad (= het meest voordelige schijvenmechanisme). In dit scenario wordt de totale meerkost geraamd op ca. € 10.000.
Het voorstel tot wijziging van het reglement voor de toekenning van elektronische ecocheques is toegevoegd in bijlage bij dit besluit. Het betreft een eengemaakt reglement voor zowel het gemeentepersoneel als het OCMW-personeel en het vervangt de reglementen inzake elektronische ecocheques zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 25 april 2016 en de OCMW-raad op 26 mei 2016.
Het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau hebben op 27.09.2024 een positief advies gegeven met betrekking tot het voorstel van aanpassing van het reglement.
Het ontwerpreglement is besproken binnen het syndicaal overleg van 21.10.2024, hetgeen resulteerde in een protocol voor akkoord.
Het voorstel tot wijziging wordt eveneens voorgelegd aan de raad voor maatschappelijk welzijn.
De financiering wordt voorzien op basis van de restmiddelen koopkracht van het VIA 4-akkoord.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt onderstaand reglement inzake ecocheques voor het gemeente- en OCMW-personeel goed, ter vervanging van het reglement inzake ecocheques zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 25 april 2016.
REGLEMENT ECOCHEQUES
Dit reglement ecocheques is opgemaakt in toepassing op het koninklijk besluit van 14 april 2009[1]. Dit reglement regelt de toekennings- en aanwervingsvoorwaarden van de ecocheques die op de partijen van toepassing zijn, onverminderd de wettelijke en/of reglementaire bepalingen.
Artikel 1 – toepassingsgebied
§1. Dit reglement is van toepassing op de medewerkers die vallen onder
§2. Onverminderd de bepalingen in §1 is dit reglement niet van toepassing op jobstudenten, modellen, monitoren, gelegenheidspersoneel (o.a. uitzendkrachten), onderwijzers ten laste van de stad, busbegeleiders en OCMW-cliënten die met toepassing van art.60 §7, van de organieke wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976 tijdelijk tewerkgesteld worden in een betrekking bij het OCMW of ter beschikking gesteld worden van een derde.
Artikel 2 - besteding restmiddelen VIA4-akkoord
De besteding van de restmiddelen die aan de stad en het OCMW worden toegekend in het kader van het VIA 4- akkoord zal gebeuren onder de vorm van de toekenning van echocheques aan het gemeente- en OCMW-personeel ter verhoging van hun koopkracht.
Artikel 3 - definitie
§1. Ecocheques zijn cheques waarmee producten of diensten met een ecologisch karakter betaald kunnen worden. Het gaat om producten zoals opgenomen in de bijlage van de CAO 98 betreffende de ecocheques, gesloten in de Nationale Arbeidsraad[2].
§2. De cheques worden afgeleverd aan het personeelslid rekening houdend met de voorwaarden zoals bepaald in artikel 19 quater koninklijk besluit 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, BS 5 december 1969.
Artikel 4 - bedrag
§1. Het totale bedrag van de door de stad en het OCMW toegekende ecocheques bedraagt niet meer dan 250 euro per personeelslid en per kalenderjaar. De maximale nominale waarde van elke ecocheque bedraagt 10 euro.
§2. De ecocheques worden toegekend in functie van het beschikbare restmiddelenbudget. Daarbij wordt rekening gehouden met het totaalbedrag aan restmiddelen dat ontvangen is door stad en OCMW Aarschot samen.
§3. De verdeling gebeurt op basis van een pro rata regeling met schijvenmechanisme, waarbij het bedrag van de ecocheques gekoppeld wordt aan de prestatiebreuk en de effectieve prestaties (en daarmee gelijkgestelde periodes) van het personeelslid tijdens een referteperiode, hierna ‘coëfficiënt’ genoemd.
Deze coëfficiënt is gelijk aan de coëfficiënt die gebruikt wordt voor de vaststelling en uitbetaling van het vakantiegeld aan het personeel op basis van de toepasselijke reglementering in dit verband en houdt rekening met de prestatiebreuk en de effectieve prestaties en daarmee gelijkgestelde periodes van het personeelslid tijdens de referteperiode (= kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de vakantie, en in dit verband de ecocheques, worden toegekend).
§4. Er wordt een schijvenmechanisme toegepast, waarbij de hoogste schijf de hoogste coëfficiënt bevat en overeenstemt met het hoogste bedrag van de ecocheques (maximaal 250 euro). Het schijvenmechanisme voorziet een trapsgewijze vermindering van coëfficiënt en bedrag om te eindigen in de laatste schijf met de laagste coëfficiënt (0,1) en laagste bedrag (minimaal 5 euro).[3] Bij een coëfficiënt kleiner dan 0,1 worden geen ecocheques toegekend.
§5. Het college van burgemeester en schepenen en het vast bureau stellen jaarlijks de concrete pro rata regeling vast in functie van de vastgelegde parameters en het totale beschikbare restmiddelenbudget voor de stad en het OCMW samen. Gezien de integratie tussen stad en OCMW wordt jaarlijks één pro rata regeling vastgelegd voor beide organisaties.
Artikel 5 - toekenning
§1. De toekenning van ecocheques is gekoppeld aan de beschikbaarheid van het restmiddelenbudget van het VIA 4-akkoord, waarop de stad en het OCMW zolang dit mogelijk is, zal intekenen. De toekenning van ecocheques eindigt wanneer er geen restmiddelenbudget van het VIA 4-akkoord meer beschikbaar is.
§2. De toekenning van ecocheques vindt maximum één keer per kalenderjaar plaats en is afhankelijk van het tijdstip van storting van het restmiddelenbudget. De toekenning gebeurt ten laatste in de maand december.
§3. De ecocheques worden toegekend aan de personeelsleden die in dienst zijn op 1 juni van het kalenderjaar, op basis van de geleverde prestaties in de referteperiode (= kalenderjaar dat voorafgaat aan het jaar waarin de vakantie, en in dit verband de ecocheques, worden toegekend). Op deze manier zal de toekenning jaarlijks gebeuren in functie van en voor de duur van het toegekende restmiddelenbudget van het VIA 4-akkoord.
§4. De ecocheques worden in een elektronische vorm ter beschikking gesteld aan het personeelslid.
Artikel 6 - geldigheidsduur
De ecocheques zijn gedurende 24 maanden geldig vanaf de datum van terbeschikkingstelling ervan aan het personeelslid.
Artikel 7 – inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op 1 januari 2024 en vervangt de reglementen inzake elektronische ecocheques zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 25 april 2016 en de OCMW-raad op 26 mei 2016.
[1] artikel 19 quater van het koninklijk besluit van 28 november 1969 tot uitvoering van de wet van 27 juni 1969 tot herziening van de besluitwet van 28 december 1944 betreffende de maatschappelijke zekerheid der arbeiders, BS 20 mei 2009, zoals gewijzigd.