Leo Janssens is aanwezig vanaf de behandeling van het agendapunt "Vacantverklaring van één betrekking van inspecteur van politie (melding en interventie) in de aspirantenmobiliteit (indien er via de mobiliteitscyclus 2021-05 geen aanwerving kan plaatsvinden)".
De verordening van de burgemeester van 01.12.2021 Politieverordening - Coronavirus - Digitale vergadering van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn op 16.12.2021 met livestream via Facebook wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.
De verordening van de burgemeester van 01.12.2021 Politieverordening - Coronavirus - digitale vergadering van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn op 16.12.2021 met livestream via Facebook wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad
De verordening van de burgemeester van 01.12.2021 Politieverordening - Coronavirus - Digitale vergadering van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn op 16.12.2021 met livestream via Facebook wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.
Enig artikel
De gemeenteraad bekrachtigt de Politieverordening “Coronavirus - Digitale vergadering van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn op 16.12.2021 met livestream via Facebook van de burgemeester van 01.12.2021.
Aan de agenda wordt volgend punt bij hoogdringendheid toegevoegd:
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd volgend punt toe te voegen aan de agenda:
Het verzoek van de voorzitter om volgend punt bij hoogdringendheid toe te voegen aan de agenda:
Enig artikel
Aan de agenda wordt volgend punt bij hoogdringendheid toegevoegd:
Voormalig burgemeester Willy Schellens overleed op 8 december 2021. Hij zetelde van 4 januari 1989 tot en met 28 december 2006 in de Aarschotse gemeenteraad en bekleedde gedurende 12 jaar het ambt van burgemeester. Hij nam het burgemeesterschap op 2 januari 1995 op en bleef burgemeester tot en met 28 december 2006.
Als hulde en eerbetoon aan wie hij was en uit dankbaarheid voor wat hij betekende voor onze stad, stelt burgemeester Gwendolyn Rutten de gemeenteraad voor om de Vlaamse Regering te verzoeken de eretitel van het ambt van burgemeester toe te kennen aan wijlen de heer Willy Schellens, geboren op 15 oktober 1943 in Leuven en daar overleden op 8 december 2021.
Voormalig burgemeester Willy Schellens overleed op 8 december 2021. Hij zetelde van 4 januari 1989 tot en met 28 december 2006 in de Aarschotse gemeenteraad en bekleedde gedurende 12 jaar het ambt van burgemeester. Hij nam het burgemeesterschap op 2 januari 1995 op en bleef burgemeester tot en met 28 december 2006.
Als hulde en eerbetoon aan wie hij was en uit dankbaarheid voor wat hij betekende voor onze stad, stelt burgemeester Gwendolyn Rutten de gemeenteraad voor om de Vlaamse Regering te verzoeken de eretitel van het ambt van burgemeester toe te kennen aan wijlen de heer Willy Schellens, geboren op 15 oktober 1943 in Leuven en daar overleden op 8 december 2021.
Voormalig burgemeester Willy Schellens overleed op 8 december 2021. Hij zetelde van 4 januari 1989 tot en met 28 december 2006 in de Aarschotse gemeenteraad en bekleedde gedurende 12 jaar het ambt van burgemeester. Hij nam het burgemeesterschap op 2 januari 1995 op en bleef burgemeester tot en met 28 december 2006.
Als hulde en eerbetoon aan wie hij was en uit dankbaarheid voor wat hij betekende voor onze stad, stelt burgemeester Gwendolyn Rutten de gemeenteraad voor om de Vlaamse Regering te verzoeken de eretitel van het ambt van burgemeester toe te kennen aan wijlen de heer Willy Schellens, geboren op 15 oktober 1943 in Leuven en daar overleden op 8 december 2021.
In toepassing van artikel 56 van het besluit van Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris stemmen de rechtsopvolgers van wijlen de heer Willy Schellens in met de indiening van dit verzoek bij de Vlaamse Regering.
Enig artikel
De gemeenteraad van Aarschot verzoekt de Vlaamse Regering de eretitel van het ambt van burgemeester postuum toe te kennen aan wijlen de heer Willy Schellens, burgemeester van Aarschot van 2 januari 1995 tot en met 28 december 2006.
De begroting 2022 van de politiezone Aarschot, als in bijlage, wordt aangenomen en vastgesteld.
Het ontwerp van begroting 2022 van de lokale politiezone Aarschot werd in toepassing van de bepalingen van het decreet lokaal bestuur op 1 december 2021 aan de raadsleden bezorgd.
besluit:
De begroting 2022 van de politiezone Aarschot, als in bijlage toegevoegd, wordt aangenomen en vastgesteld.
Gelet op het ontwerp van begroting 2022 van de politiezone Aarschot, zie bijlage.
Artikel 1
De begroting 2022 van de politiezone Aarschot, als in bijlage toegevoegd, wordt aangenomen en vastgesteld.
Artikel 2
Het resultaat van de politiebegroting 2022 - GEWONE DIENST - van de politiezone Aarschot wordt vastgesteld als volgt:
GEWONE DIENST |
Geraamd algemeen begrotingsresultaat 2021 |
0,00 |
(1) | ||
Begroting 2022 |
|
Saldo |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten eigen dienstjaar 2022 |
7.159.918,74
|
|
|
|
|
Uitgaven eigen dienstjaar 2022 |
7.159.918,74
|
0,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten vorige dienstjaren (in 2022) |
0,00 |
|
|
|
|
Uitgaven vorige dienstjaren (in 2022) |
0,00 |
0,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten overboekingen 2022 |
0,00 |
|
|
|
|
Uitgaven overboekingen 2022 |
0,00 |
0,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Geraamd resultaat van de begroting 2022 (+ of -) |
|
|
0,00 |
(2) |
|
Geraamd algemeen begrotingsresultaat 2022 - GEWONE DIENST |
|
|
0,00 |
(3) |
|
|
|
|
(3) = (1) + (2) |
|
|
Artikel 3
Het resultaat van de politiebegroting 2022 - BUITENGEWONE DIENST - van de politiezone Aarschot wordt vastgesteld als volgt:
BUITENGEWONE DIENST |
Geraamd algemeen begrotingsresultaat 2021 |
1.571,08 |
(1) |
|
|
||
Begroting 2022 |
|
Saldo |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten eigen dienstjaar 2022
|
190.000,00 |
|
|
|
|
|
|
Uitgaven eigen dienstjaar 2022
|
190.000,00
|
0,00 |
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten vorige dienstjaren (in 2022) |
0,00 |
|
|
|
|
|
|
Uitgaven vorige dienstjaren (in 2022) |
0,00 |
0,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten overboekingen 2022 |
0,00 |
|
|
|
|
|
|
Uitgaven overboekingen 2022 |
0,00 |
0,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Geraamd resultaat van de begroting 2022 (+ of -) |
|
|
0,00 |
(2) |
|
|
|
Geraamd algemeen begrotingsresultaat 2022 - Buitengewone dienst |
1.571,08 |
(3) |
|||||
|
|
|
(3) = (1) + (2) |
|
|
|
|
De gemeenteraad gaat akkoord met de vacantverklaring van één betrekking van inspecteur van politie (melding en interventie) in statutair verband vanaf de mobiliteitscyclus 2022-01, te begeven via de klassieke mobiliteit.
De gemeenteraad stelde op 12 november 2020 de formatie vast voor het operationeel personeel en van het administratief en logistiek personeel van de lokale politiezone Aarschot.
Deze formatie werd door de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant goedgekeurd op 15 december 2020.
Aangezien er momenteel:
De vorige mobiliteitscyclussen werden reeds 1 betrekking van inspecteur en 1 betrekking van hoofdinspecteur vacant verklaard. Het beleid van de politiezone stelt voor om ook de laatste betrekking van inspecteur van politie (melding en interventie) vacant te laten verklaren om tijdig in de vervanging van de vertrekkende inspecteurs te kunnen voorzien die de PZ op 01/07/2022 zullen verlaten.
Om de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen, wordt aan de gemeenteraad voorgesteld één voltijdse betrekking van inspecteur van politie (melding en interventie) vacant te verklaren in statutair verband en de betrekking te begeven via de klassieke mobiliteit.
Verder vermeldt de ontwerpbeslissing de inhoud van de mededeling van de vacature die aan de algemene directie van het middelenbeheer en de informatie, directie van het personeel (DGR/DRP-P) van de federale politie dient overgemaakt te worden (wie mag zich inschrijven, functiebeschrijving, samenstelling selectiecommissie).
Er wordt geen wervingsreserve aangelegd.
Gelet op
de jaarkalender van DGR/DRP-DPP betreffende de toepassing van de mobiliteitsregeling in de geïntegreerde politie, gestructureerd op twee niveaus – behoeftebepaling 2022-01;
het feit dat er momenteel:
1 hoofdinspecteur van politie geslaagd is in het promotie examen tot commissaris van politie en deze op 01/03/2022 de politiezone Aarschot zal verlaten
2 inspecteurs van politie geslaagd zijn in het promotie examen tot hoofdinspecteur van politie en deze op 01/07/2022 de politiezone Aarschot zullen verlaten
het feit dat de gemeenteraad al eerder 1 betrekking van inspecteur (gemeenteraad van 14-10-2021) en 1 betrekking van hoofdinspecteur (gemeenteraad van 18-11-2021) vacant verklaard heeft en dat het beleid van de politiezone nu die laatste betrekking van inspecteur van politie vacant wil laten verklaren om zo tegen 01/07/2022 alle aanwervingen te kunnen realiseren.
het advies van de korpschef om één betrekking van inspecteur melding en interventie vacant te verklaren om de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen;
het advies van de korpschef om, naar aanleiding van de selectie, geen wervingsreserve bedoeld in artikel VI.II.27bis van het RPPol aan te leggen.
De personeelskosten zijn ingeschreven in de politiebegroting 2022.
Artikel 1
Eén betrekking van inspecteur van politie (melding en interventie) wordt vacant verklaard in statutair verband vanaf de mobiliteitscyclus 2022-01. Deze betrekking is te begeven via de klassieke mobiliteit.
Artikel 2
De inhoud van de mededeling van de vacatures aan de algemene directie van het middelenbeheer en de informatie, directie van het personeel (DGR/DRP-P) van de federale politie bestaat minimum uit de volgende gegevens:
1° De categorieën van het personeel die zich voor de vacature mogen inschrijven:
2° Functiebeschrijving:
Als lid van de lokale politie is hij/zij een polyvalent medewerker welke ingezet wordt voor de verschillende functionaliteiten: interventie, melding, openbare orde, hycap, hulpverlening, toezicht en controle, verkeerstaken, slachtofferbejegening.
Naast deze algemene taken kan hij/zij zich specialiseren in andere taakaccenten van de politiezorg. Deze taakaccenten kunnen zowel operationeel, bestuurlijk of administratief van aard zijn.
Hierna volgt een niet limitatieve lijst: actieplannen, verkeersveiligheid, drugs, diefstalpreventie, projectwerking, functioneel systeembeheer, jeugd en gezin, slachtofferbejegening, vertrouwenspersoon, onderzoek, kantschriften,….
Polyvalente inzet met inbegrip van weekprestaties, weekendprestaties en nachtprestaties.
3° Gewenst profiel:
Kennis:
Attitude:
Beschikt over goede sociale vaardigheden waaronder assertiviteit, conflicthantering, goede contactuele en communicatieve vaardigheden.
Bevordert de goede verstandhouding en de samenwerking binnen de dienst.
Kan zowel zelfstandig als in teamverband werken.
4° Gewone plaats van het werk: Politiezone Aarschot, Demervallei 6, 3200 Aarschot.
5° Bijkomende inlichtingen betreffende de vacature: Politiezone Aarschot, teamchef PLIF: Tom Leers (administratief) tel. 016/550.212 of teamchef melding en interventie: Stefan Vanderbruggen (jobinhoud) – tel. 016/550.220- Demervallei 6, 3200 Aarschot - mail: pz.aarschot@police.belgium.eu;
6° Vereiste bijzondere bekwaamheden: nihil.
7° Vacant ambt.
8° Samenstelling van de selectiecommissie:
9° Kennistest: nihil.
Artikel 3
Er zal één exemplaar van dit besluit aan de algemene directie van het middelenbeheer en de informatie, directie van het personeel (DGR/DRP-P) van de federale politie bezorgd worden.
Indien zich niemand kandidaat stelt voor de vacante betrekking van inspecteur van politie (melding en interventie) via de klassieke mobiliteitscyclus 2021-05 mag de betrekking van inspecteur van politie (melding en interventie) vacant verklaard worden in het raam van de aan de aspirant-inspecteurs voorbehouden mobiliteitscyclus die in het begin van de basisopleiding wordt georganiseerd (aspirantenmobiliteit 2022-A1).
Indien de betrekkingen niet worden ingevuld, zullen deze via een ambtshalve aanwijzing door de Minister van Binnenlandse Zaken op grond van artikel VI.II.4ter van de RPPol worden ingevuld.
Er zal één exemplaar van dit besluit aan de algemene directie van het middelenbeheer en de informatie, directie van het personeel (DGR/DRP-P) van de federale politie bezorgd worden.
Op de gemeenteraad van 14 oktober 2021 werd één betrekking van inspecteur van politie (melding en interventie) vacant verklaard.
Deze betrekking werd gepubliceerd via de klassieke mobiliteit in de cyclussen 2021-04 (geen kandidaten) en zal begin december 2021 opnieuw gepubliceerd worden in de cyclus 2021-05.
Er zijn momenteel enorme rekruteringsproblemen en er zijn nog amper kandidaten te vinden binnen de klassieke mobiliteit.
Plaatsen die na een klassieke mobiliteitscyclus niet konden worden ingevuld kunnen door de zone aangeboden worden aan aspiranten inspecteurs die aan het begin van hun basisopleiding staan, de zogenaamde aspirantenmobiliteit.
De federale politie is momenteel de behoeften voor de aspirantenmobiliteit 2022-A1 aan het inzamelen (uiterlijk tegen 14.01.2022).
Indien er geen kandidaten uit de cyclus 2021-05 kunnen worden aangeworven, wil de zone zich mogelijks inschrijven op de aspirantenmobiliteit 2022-A1.
Hiervoor is er een apart raadsbesluit nodig.
Gelet op
De personeelskosten zijn ingeschreven in de politiebegroting.
Artikel 1
Indien zich niemand kandidaat stelt voor de vacante betrekking van inspecteur van politie (melding en interventie) via de klassieke mobiliteitscyclus 2021-05 mag deze betrekking van inspecteur van politie (melding en interventie) vacant verklaard worden in het raam van de aan de aspirant-inspecteurs voorbehouden mobiliteitscyclus die in het begin van de basisopleiding wordt georganiseerd (aspirantenmobiliteit 2022-A1).
Artikel 2
Indien de betrekkingen niet worden ingevuld, zullen deze via een ambtshalve aanwijzing door de Minister van Binnenlandse Zaken op grond van artikel VI.II.4ter van de RPPol worden ingevuld.
Artikel 3
Er zal één exemplaar van dit besluit aan de algemene directie van het middelenbeheer en de informatie, directie van het personeel (DGR/DRP-P) van de federale politie bezorgd worden.
De gemeenteraad keurt de samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Aarschot en Recupel vzw m.b.t. een zorggebied voor de inzameling van huishoudelijke AEEA op openbare containerparken (eventueel met inbegrip van de uitbating van een regionaal overslagstation) goed.
Recupel vzw heeft de stad Aarschot voorgesteld om een nieuwe samenwerkingsovereenkomst aan te gaan - met betrekking tot het zorggebied grondgebied Aarschot - voor de inzameling van huishoudelijke AEEA (Afgedankte Elektrische en Elektronische Apparatuur) op openbare containerparken, eventueel met inbegrip van de uitbating van een regionaal overslagstation.
In de nieuwe overeenkomst worden nieuwe vergoedingen opgenomen voor:
Het biedt de stad Aarschot financieel voordeel om de overeenkomst af te sluiten. De specifieke vergoedingen / tarieven worden onder de artikelen 8 en 9 van de overeenkomst opgenomen.
Gelet op:
Gelet op:
Overwegende:
Overwegende:
Artikel 1
De bij deze beslissing gevoegde samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Aarschot en Recupel vzw m.b.t. een zorggebied voor de inzameling van huishoudelijke AEEA op openbare containerparken (eventueel met inbegrip van de uitbating van een regionaal overslagstation) wordt goedgekeurd.
Artikel 2
Het College van Burgemeester en Schepenen wordt gemachtigd deze beslissing te onderschrijven.
De gemeenteraad keurt de retributie op het ophalen en verwerken van het huisvuil en daarmee gelijkgestelde afvalstoffen (periode 1 januari 2022 t.e.m. 31 december 2022) goed.
Op het vlak van de tarieven verschilt het voorgestelde retributiereglement 2022 niet van het reglement van 2021. De tarieven blijven ongewijzigd.
Overwegende dat
- Preventie;
- Hergebruik;
- Nuttige toepassing;
- Recycleren;
- Verbranden;
- Storten;
De gepaste kredieten voorzien zijn in het meerjarenplan:
- MJP101738 - 2022/70000999/RUIMTE/0300 -- Opbrengsten uit andere verkopen/Ophalen en verwerken van huishoudelijk afval.
De totale afvalfactuur (opdrachtbedrag) voor de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen kan voor de jaren 2015 t.e.m. 2024 voor de stad Aarschot geraamd worden op:
- € 2.448.231,00 (opdrachtbedrag 2015 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.472.696,00 (opdrachtbedrag 2016 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.523.150,00 (opdrachtbedrag 2017 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.574.613,00 (opdrachtbedrag 2018 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.627.104,00 (opdrachtbedrag 2019 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.657.245,00 (opdrachtbedrag 2020 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.699.006,00 (opdrachtbedrag 2021 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.740.767,00 (opdrachtbedrag 2022 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.782.528,00 (opdrachtbedrag 2023 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.824.289,00 (opdrachtbedrag 2024 op jaarbasis, incl. BTW)
I. Retributie voor het restafval, het grof huisvuil, het GFT-afval, het papier- en kartonafval en het snoeihout en algemene modaliteiten
Artikel 1
Er wordt met ingang van 1 januari 2022 t.e.m. 31 december 2022, ten behoeve van de stad Aarschot, een retributie gevestigd op het afleveren van het restafval, het grof huisvuil, het GFT-afval, het papier- en kartonafval en het snoeihout.
Artikel 2: Restafval variabele kost
Voor het afleveren van het restafval in de restafvalcontainer, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de kipbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven restafval door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Voor het afleveren van het restafval in een brenghoekcontainer, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd nádat de referentiepersoon zich aangemeld heeft aan de hand van zijn geïndividualiseerde recyclageparkkaart, maar pas op het ogenblik dat diezelfde referentiepersoon de schuif van het laadsysteem - volladen met een restafvalzak van maximaal 60 liter - sluit.
* De variabele kost wordt berekend aan de hand van het gemiddelde vulgewicht in Vlaanderen 5,94 kg (bron: OVAM - Sorteeranalyse onderzoek huisvuil 2013-2014). Hierbij werd de berekende variabele kost afgerond naar het hogere decimaal.
Artikel 3: Restafval vaste kost
Voor de vaste kost van het huishoudelijk afval (restafval) wordt per aanbieding van een restafvalcontainer van 40, 120, 140 (uitdovend), 240 of 1.100 liter een bijdrage aangerekend (zoals opgenomen in tabel 3.1) waarbij het principe ‘de vervuiler betaalt’ wordt toegepast per elke afzonderlijke aanbieding.
Inhoud restafvalcontainer |
Bijdrage in de vaste kosten |
40 liter restafvalcontainer |
0,29 EUR/kipbeweging |
120 liter restafvalcontainer |
0,86 EUR/kipbeweging |
140 liter restafvalcontainer (uitdovend) |
1,00 EUR/kipbeweging |
240 liter restafvalcontainer |
1,71 EUR/kipbeweging |
1100 liter restafvalcontainer |
7,86 EUR/kipbeweging |
Tabel 3.1: Bijdrage in de vaste kosten
Deze betaling is verschuldigd op het ogenblik dat de kipbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven restafval door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Artikel 4: GFT-afval
Voor het afleveren van het GFT-afval in de GFT-container, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de kipbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven GFT-afval door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Artikel 5: Papier- en kartonafval
Voor het afleveren van het papier- en kartonafval in de papiercontainer, wordt de volgende retributie aangerekend:
Artikel 6: Grof vuil
Voor het afleveren van het al dan niet samengebonden grof vuil wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat het gewicht van het meegegeven grof vuil door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Artikel 7: Snoeihout
Voor het afleveren van het al dan niet samengebonden snoeihout wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat het gewicht van het meegegeven snoeihout door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Artikel 8: Provisiesysteem
§1. Algemeen
Aan elke (nieuwe) geregistreerde referentiepersoon, in bezit van een recyclageparkkaart en/of één of meerdere van de volgende containertypes:
wordt verzocht om vóór de opstart van de dienstverlening de provisierekening aan te zuiveren.
Een referentiepersoon dient dus bij registratie de aan zijn referentiepersoon gekoppelde provisierekening bij de stad Aarschot aan te zuiveren vooraleer de dienstverlening van start kan gaan. Ook bij uitputting van de voorschotrekening zal deze referentiepersoon worden verzocht om een nieuw geldelijk bedrag te storten.
§2. Tarifering
Voor de eerste aanzuivering van de provisierekening dienen de referentiepersonen de volgende wijze van tarifering te respecteren. Het aan te zuiveren bedrag dat bij registratie van een referentiepersoon op een welbepaald adres dient te worden gestort, wordt als volgt bepaald.
Per aansluitpunt wordt de referentiepersoon verzocht om - per type afvalrecipiënt in zijn/haar bezit - om een specifiek geldelijk bedrag op de provisierekening te storten. Dit bedrag wordt berekend op basis van de gemiddelde massa’s voor de verschillende types en volumes van afvalrecipiënten, alsook de kosten die de stad Aarschot voor de ophaling aan de gebruikers (referentiepersonen) aan wil rekenen.
In de onderstaande tabel 8.3.1 worden per type afvalrecipiënt en per volume de te verzoeken bedragen weergegeven:
Volume | Fractie | Gemiddelde massa (kg) | Eenheidsprijs (€) | Gemiddelde kostprijs (€ per ophaling) |
1.100 L | REST | 42,2 | 0,30 € / kg + 7,86 € aanbiedingsprijs | 20,52 € |
240 L | REST | 18,0 | 0,30 € / kg + 1,71 € aanbiedingsprijs | 7,11 € |
140 L | REST | 10,5 | 0,30 € / kg + 1,00 € aanbiedingsprijs | 4,15 € |
120 L | REST | 9,0 | 0,30 € / kg + 0,86 € aanbiedingsprijs | 3,56 € |
40 L | REST | 4,3 | 0,30 € / kg + 0,29 € aanbiedingsprijs | 1,58 € |
240 L | GFT | 20,74 | 0,25 € / kg | 5,19 € |
140 L | GFT | 12,1 | 0,25 € / kg | 3,03 e |
120 L | GFT | 10,4 | 0,25 € / kg | 2,60 € |
40 L | GFT | 4,5 | 0,25 € / kg | 1,13 € |
Tabel 8.3.1: Berekening van de gemiddelde kostprijs per ophaling.
De gemiddelde jaarkost - per fractie en volumetype afvalrecipiënt - bedraagt:
Volume (L) |
Fractie |
Jaarlijks gemiddelde (of geraamde*) aantal ophalingen per aansluiting / referentiepersoon |
Gemiddelde kostprijs (€) per type afvalrecipiënt per ophaling |
Gemiddelde jaarlijkse kostprijs (€) per type afvalrecipiënt |
Afronding gemiddelde jaarlijkse kostprijs (€) per type afvalrecipiënt |
1.100 |
REST |
13 |
20,52 |
205,20 |
205,- |
240 |
REST |
9* |
7,11 |
63,99 |
64,- |
140 |
REST |
14 |
4,15 |
58,10 |
58,- |
120 |
REST |
14* |
3,56 |
49,84 |
50,- |
40 |
REST |
12 |
1,58 |
18,96 |
19,- |
240 |
GFT |
6* |
5,19 |
31,14 |
31,- |
140 |
GFT |
7 |
3,03 |
21,21 |
21,- |
120 |
GFT |
7* |
2,60 |
18,20 |
19,- |
40 |
GFT |
7 |
1,13 |
7,91 |
8,- |
Tabel 8.3.2: Berekening en afronding van de gemiddelde jaarlijkse kostprijs per fractie en volumetype afvalrecipiënt.
De volgende subtarieven worden gehanteerd in de berekening van het totaaltarief dat bij de registratie van een referentiepersoon wordt opgevraagd aan deze referentiepersoon:
Volume (L) |
Fractie |
Jaarlijks gemiddelde (of geraamde*) aantal ophalingen per aansluiting / referentiepersoon |
Gemiddelde jaarlijkse kostprijs (€) per type afvalrecipiënt (afgerond) |
Tarifering (€) voor de 1ste algemene betalings-uitnodiging |
Minimumbedrag totaaltarief aansluiting (zie onderstaande toelichting) |
1.100 |
REST |
13 |
205,- |
205,- |
25,- |
240 |
REST |
9* |
64,- |
64,- |
|
140 |
REST |
14 |
58,- |
58,- |
|
120 |
REST |
14* |
50,- |
50,- |
|
40 |
REST |
12 |
19,- |
19,- |
|
240 |
GFT |
6* |
31,- |
31,- |
|
140 |
GFT |
7 |
21,- |
21,- |
|
120 |
GFT |
7* |
19,- |
19,- |
|
40 |
GFT |
7 |
8,- |
8,- |
Tabel 8.3.3: Berekening en afronding van de tarieven per fractie en volumetype afvalrecipiënt.
§3. Rekenwijze bij aanvang / registratie van een referentiepersoon
De volgende rekenwijze dient te worden gehanteerd voor de bepaling van het totaaltarief dat bij de registratie wordt opgevraagd aan de referentieperso(o)n(en): Per fractie en volumetype afvalrecipiënt wordt de tarifering als in hoger staande tabel 8.3.3 aangerekend. Deze subtarieven worden gesommeerd. Het totaaltarief is het saldo waarom de stad Aarschot zal verzoeken. Er wordt een minimumtarief van 25,- euro vastgesteld per referentiepersoon, ongeacht de samenstelling van de op het adres van deze referentiepersoon aanwezige afvalrecipiënten (containertypes en volumes).
Voorbeeld 1: Voor referentiepersonen met volgende actieve afvalrecipiënten:
1 X 140 L REST |
58,00 € |
+ |
1 X 140 L GFT |
21,50 € |
+ |
1 X 140 L P&K |
0 € |
= 79,50 € |
Totaaltarief 1ste algemene betalingsuitnodiging = 79,50 €
Voor de voorgelegde samenstelling (containertypes en volumes) wordt het totaaltarief berekend op 79,50 €. Aan de referentiepersoon wordt daarom verzocht een tarief van 79,50 € over te schrijven op de provisierekening.
Voorbeeld 2: Voor referentiepersonen met volgende actieve afvalrecipiënten:
1 X 40 L REST |
19,00 € |
+ |
1 X 40 L GFT |
0 € |
+ |
1 X 40 L P&K |
0 € |
= 19,00 € |
Totaaltarief 1ste algemene betalingsuitnodiging = 19,00 €
Voor de voorgelegde samenstelling (containertypes en volumes) wordt het totaaltarief berekend op 19,00 €. Het minimum aan te zuiveren tarief dat bij registratie wordt opgevraagd aan de referentiepersonen bedraagt 25,- €. Aan de referentiepersoon wordt daarom verzocht het minimumtarief € 25,- over te schrijven op de provisierekening, i.p.v. het berekende tarief van 19,00 €
§4. Wijze van verrekenen van de gepresteerde kosten
Al de door referentiepersonen gepresteerde kosten - gekoppeld aan het gebruik van het afvalsysteem van de stad Aarschot - worden geautomatiseerd van de provisierekening van de desbetreffende referentiepersonen afgetrokken. Dit volgens de vooropgestelde dotatieregels.
Referentiepersonen die zich inschrijven op een nieuw adres dienen geen kosten te betalen voor o.m.:
Referentiepersonen, die reeds méér dan 1 maand als referentiepersoon geregistreerd staan op hun nieuwe adres, dienen voor de volgende dienstverlening de gepresteerde kosten te dragen:
Referentiepersonen dienen voor de volgende dienstverlening de gepresteerde kosten te dragen:
Al de te presteren kosten inzake de aanlevering, het bijvragen en wisselen van containers, alsook het bestellen en vervangen van recyclageparkkaarten en de plaatsing van sloten, worden in mindering gebracht van de provisierekening, gekoppeld aan de betreffende referentiepersoon, dit voorafgaandelijk aan de eigenlijke dienstverlening.
De volgende maatregelen zijn voor de geregistreerde referentiepersonen steeds kosteloos:
§5. Verzenden van betalingsuitnodiging(en) en -verzoek(en)
Indien de provisierekening van een referentiepersoon op een specifiek moment terugvalt onder een vooropgesteld drempelbedrag (zie artikel 10), zal deze referentiepersoon hiervan in kennis worden gesteld. Aan deze referentiepersoon wordt onverwijld een nieuwe betalingsuitnodiging of een betalingsverzoek toegezonden.
Artikel 9: Toepassing van dotatieregels
Telkens de ophaalwagen een kipbeweging en/of een aangeboden massa registreert, zal de retributie zoals bepaald in de artikelen 2, 3, 4, 5, 6 en 7 in mindering worden gebracht van de provisierekening, gekoppeld aan de referentiepersoon die de resp. afvalbakken aangeboden heeft.
Artikel 10: Aanzuiveren van provisie en betalingssystemen
§.1 Indien de provisierekening van een referentiepersoon op een specifiek moment terugvalt onder een vooropgesteld drempelbedrag, zal deze referentiepersoon hiervan voortschrijdend in kennis worden gesteld: Aan de referentiepersonen worden onverwijld de nodige betalingsuitnodigingen, -verzoeken, facturen en/of dwangbevelen toegezonden.
Dit volgens volgend systeem en chronologie:
I. betalingsuitnodiging
Wanneer het resterende saldo op de provisierekening van de referentiepersoon bij de stad Aarschot de eerste limiet bereikt van 12,50 euro bereikt - d.w.z. dat het saldo = of < € 12,50 is - zal aan de referentiepersoon een betalingsuitnodiging worden overgezonden. Dit laat toe de gebruiker tijdig de nodige betalingen te laten uitvoeren, opdat de ophaling niet in het gedrang zou komen.
II. betalingsverzoek
Wanneer het resterende saldo op de provisierekening van de referentiepersoon bij de stad Aarschot geen krediet meer bevat - d.w.z. dat het saldo < € 0 is - zal:
Indien de referentiepersoon vervolgens nalaat om binnen 28 kalenderdagen na datum verzending betalingsverzoek het provisiekrediet aan te zuiveren, zal de betreffende referentiepersoon op non-actief (zwarte lijst) worden geplaatst, m.n. zullen de afvalcontainers niet langer worden geledigd.
III. afrekeningfactuur
Na het verlopen van een termijn van 4 weken, te tellen vanaf de datum van verzending van het betalingsverzoek, zal er bij vaststelling van wanbetaling van ditzelfde betalingsverzoek, aan de betreffende referentiepersoon een afrekeningfactuur toegezonden worden.
Aan de referentiepersoon wordt een betalingstermijn van 14 dagen verleend tot betaling van deze afrekeningfactuur.
IV. laatste aangetekende aanmaning voor dwangbevel
Na het verlopen van de betalingstermijn van de afrekeningfactuur, zal er bij vaststelling van wanbetaling van ditzelfde afrekeningfactuur, een laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel toegezonden worden.
In de laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel worden de volgende bijkomende kosten verrekend:
- Administratieve kost: 20,00 euro;
- Verwijlintresten.
Aan de referentiepersoon wordt een betalingstermijn van 7 dagen verleend tot betaling van deze laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel.
V. dwangbevel
Na het verlopen van de betalingstermijn van de laatste aangetekende aanmaning voor dwangbevel, zal er bij vaststelling van wanbetaling van diezelfde laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel, een dwangbevel opgemaakt worden.
In navolging van de tarieven die aldus door de hogere overheid als redelijk geacht worden, wordt per aanmaning een redelijk bedrag van 20,- euro aan administratieve kosten bijgerekend voor:
Het dwangbevel wordt binnen een termijn van 30 dagen, tellende vanaf datum verzending laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel voor goedkeuring geagendeerd voor het College van Burgemeester en Schepenen. De financieel beheerder zal hiervoor instaan, alsook voor de eventueel navolgende deurwaarderprocedure.
§2. Een provisierekening kan steeds op het eigen initiatief van de hieraan gekoppelde referentiepersoon worden aangezuiverd:
§3. Aansluitingen die geblokkeerd of op non-actief geplaatst werden, worden pas terug op actief geplaatst:
Artikel 11: Afmelding van een referentiepersoon
Bij een afmelding van een referentiepersoon (vb. mutatie van een referentiepersoon in- en ex-Aarschot) wordt de dienstverlening stopgezet, en wordt het nog beschikbare bedrag op de provisierekening bij de stad Aarschot teruggestort op het rekeningnummer van de betreffende referentiepersoon.
Bij het vaststellen van een overlijden van een referentiepersoon wordt de dienstverlening 21 kalenderdagen na de vaststelling van het overlijden stopgezet. Het nog beschikbare provisiebedrag op de provisierekening bij de stad Aarschot wordt teruggestort, en wel in deze volgorde, op het rekeningnummer van:
II. P.M.D.-zakken: (inhoud: 60 liter)
Artikel 12
Er wordt voor de periode 1 januari 2022 t.e.m. 31 december 2022 een retributie gevestigd op het afleveren van P.M.D.-zakken.
Artikel 13
De retributie bedraagt € 0,25 per zak. De zakken worden slechts per rol van 20 zakken verkocht (€ 5,00).
Artikel 14
De P.M.D.-zakken kunnen bekomen worden :
Artikel 15
De retributie op het afleveren van P.M.D.-zakken is ten laste van diegene die er om verzoekt.
Artikel 16
De retributie op het afleveren van P.M.D.-zakken bij de infobalie van het stadhuis moet contant worden betaald.
III. Grote P.M.D.-zakken (scholen - stadsdiensten): (inhoud : 120 liter)
Artikel 17
Er wordt voor de periode 1 januari 2022 t.e.m. 31 december 2022 een retributie gevestigd op het afleveren van grote P.M.D.-zakken.
Artikel 18
De retributie bedraagt € 0,25 per zak. De zakken worden slechts per doos van 300 zakken verkocht (€ 75,00).
Artikel 19
De grote P.M.D.-zakken kunnen bekomen worden aan de infobalie – stadhuis gelijkvloers – tijdens de kantooruren.
Artikel 20
De grote P.M.D.-zakken mogen enkel gebruikt worden door de scholen van Aarschot.
Artikel 21
De koper verbindt er zich toe de grote P.M.D.-zakken niet door te verkopen, te ruilen of af te staan aan derden.
Artikel 22
De retributie op het afleveren van grote P.M.D.-zakken is ten laste van diegene die er om verzoekt.
Artikel 23
De retributie op het afleveren van grote P.M.D.-zakken moet contant worden betaald.
IV. Recyclagepark
Artikel 24
Er wordt voor de periode 1 januari 2022 t.e.m. 31 december 2022 een retributie gevestigd op de aanvoer van gras, tuinafval, grof vuil, boomstronken, snoeihout, houtafval, bouw- en sloopafval, vlak glas en autobanden op het recyclagepark.
Artikel 25: Aanvoer grof vuil op het recyclagepark:
Voor de aanvoer van het grof vuil op het recyclagepark, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de weegbrug de massa van het aangevoerde grof vuil, registreert.
Artikel 26: Aanvoer groenafval (gras, tuinafval en snoeihout) en boomstronken op het recyclagepark:
Voor de aanvoer van het groenafval (gras, tuinafval en snoeihout) en boomstronken op het recyclagepark, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de weegbrug de massa van het aangevoerde tuinafval, gras, snoeihout en boomstronken, registreert.
Voor de eerste 200 kg groenafval en boomstronken dewelke worden aangeboden op het recyclagepark krijgen de referentiepersonen jaarlijks een reductie van 100 % op de betreffende retributie.
Artikel 27: Aanvoer houtafval, asbestcement en vlak glas op het recyclagepark:
Voor de aanvoer van houtafval, asbestcement en vlak glas op het recyclagepark, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de weegbrug de massa van het aangevoerde houtafval, asbestcement en/of vlak glas registreert.
Voor de eerste 200 kg asbestcement dewelke worden aangeboden op het recyclagepark krijgt de referentiepersoon jaarlijks een reductie van 100 % op de betreffende retributie.
Voor de eerste 300 kg houtafval dewelke worden aangeboden op het recyclagepark krijgt de referentiepersoon jaarlijks een reductie van 100 % op de betreffende retributie.
Artikel 28: Aanvoer bouw- en sloopafval op het recyclagepark:
Voor de aanvoer van bouw- en sloopafval op het recyclagepark wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de weegbrug de massa van het aangevoerde bouw- en sloopafval registreert.
Voor de eerste 300 kg bouw- en sloopafval dewelke worden aangeboden op het recyclagepark krijgt de referentiepersoon jaarlijks een reductie van 100 % op de betreffende retributie.
Artikel 29
De retributie op de aanvoer van afvalstoffen op het recyclagepark is ten laste van diegene (referentiepersoon) die er om verzoekt.
Artikel 30
Bij elke registratie van een massa van aangevoerde afvalstoffen op het recyclagepark (door de weegbrug) zal de retributie zoals bepaald in de artikelen 25, 26, 27 en 28 in mindering worden gebracht van de provisierekening, gekoppeld aan de referentiepersoon die (of in wiens naam) de afvalstoffen aangeboden werden op het recyclagepark.
Het reglement inzake het doorvoeren van een sociaal verantwoorde financiële tegemoetkoming voor de huishoudelijke afvalkosten / retributie voor extra contingent witte kunststofzakken - Dienstjaar: 2022, wordt goedgekeurd.
Bij wijze van dienst aan de Aarschotse bevolking is het aangewezen een sociale correctie toe te kennen aan de bevolkingsgroepen die wegens omstandigheden meer huishoudelijk afval hebben dan een doorsnee gezin (wegens ziekte, kinderen, enz.).
Voor het dienstjaar 2022 komen volgende bevolkingsgroepen in aanmerking voor de tussenkomst van een éénmalige premie in de onkosten voor de huisvuilophaling:
Peritoneale dialysepatiënten | € 25 |
Stomapatiënten | € 25 |
Patiënten die lijden aan incontienentie | 100 witte kunststofzakken voor luierafval |
Gezinnen met 1 of > kinderen jonger dan 3 jaar | 100 witte kunststofzakken voor luierafval of voor herbruikbare luiers de helft van de factuur met een maximum van € 125 |
Onthaalouders | 100 witte kunststofzakken voor luierafval per voltijds kind |
Mini-crèches | 100 witte kunststofzakken voor luierafval per voltijds kind |
De financiële tegemoetkoming is cumuleerbaar voor de rechthebbenden die tegelijk voldoen aan meerdere van de hoger genoemde correcties.
De premie voor de aankoop of huur van een pakket voorgevormde herbruikbare luiers en bijhorende benodigdheden is enkel en alleen van toepassing voor gezinnen met één of meerdere kinderen jonger dan 3 jaar. Deze premie kan maar éénmaal per kind worden aangevraagd (blijft geldig gedurende 3 jaar) en is derhalve niet cumuleerbaar met andere financiële tegemoetkomingen voortkomend uit het besluit.
Bovendien wordt de mogelijkheid geboden aan de doelgroepen om een extra contingent witte kunststofzakken aan te kopen bovenop het gratis contingent. Voor het afleveren van het extra contingent van 50 witte kunststofzakken wordt een kostprijs van € 0,15 per witte kunststofzak aangerekend, of wel te verstaan € 7,5 voor 1 totaal contingent witte kunststofzakken (50 stuks). De retributie is verschuldigd bij aankoop van het contingent.
De volgende doelgroepen hebben recht om jaarlijks - éénmalig - een extra contingent witte kunststofzakken aan te kopen bij de dienst Leefmilieu van de stad Aarschot:
Het extra contingent bestaat uit maximaal 50 witte kunststofzakken, in 1 maal aan te schaffen.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het voorgelegde ontwerp van beslissing goed te keuren.
Overwegende dat
De gepaste kredieten zijn voorzien in het meerjarenplan:
Artikel 1
Voor het dienstjaar 2022 wordt er door het stadsbestuur een jaarlijks éénmalige premie als tussenkomst in de onkosten voor huisvuilophaling voorzien voor rechthebbenden die behoren tot de hieronder opgesomde bevolkingsgroepen:
Onder rechthebbenden dient te worden verstaan:
Artikel 2
Het bedrag van de premie en/of het aantal witte kunststofzakken voor luierafval bedraagt eenmalig voor 2022:
€ 25 | voor peritoneale dialysepatiënten |
€ 25 | voor stomapatiënten |
100 witte kunststofzakken voor luierafval | voor patiënten die lijden aan incontinentie |
100 witte kunststofzakken voor luierafval of voor herbruikbare luiers de helft van de factuur met een maximum van 125 € | voor gezinnen met één of meerdere kinderen jonger dan 3 jaar |
100 witte kunststofzakken voor luierafval | voor onthaalouders; |
100 witte kunststofzakken voor luierafval | voor mini-crèches |
De financiële tegemoetkoming is cumuleerbaar voor de rechthebbenden die tegelijk voldoen aan meerdere van de hoger genoemde voorwaarden. Alleen gezinnen die een premie voor herbruikbare luiers hebben aangevraagd kunnen geen gebruik meer maken van de premie onder de vorm van 100 witte kunststofzakken voor luierafval.
Artikel 3
De premie voor de aankoop of huur van een pakket voorgevormde herbruikbare luiers en bijhorende benodigdheden is enkel en alleen van toepassing voor gezinnen met één of meerdere kinderen jonger dan 3 jaar. Deze premie kan maar éénmaal per kind worden aangevraagd (blijft geldig gedurende 3 jaar) en is derhalve niet cumuleerbaar met andere financiële tegemoetkomingen voorkomend uit dit besluit.
Artikel 4
De verschillende groepen rechthebbenden moeten inwoner zijn van Aarschot (of gehuisvest te zijn in Aarschot in geval van onthaalouders en/of mini-crèches) en dienen volgende bewijzen voor te leggen aan het College van Burgemeester en Schepen:
Artikel 5
Binnen de perken van de daartoe voorziene kredieten en na afgifte van het aanvraagformulier, te samen met de gevraagde bewijsmaterialen, zal voor de peritoneale dialysepatiënten en voor de stomapatiënten een bedrag ter waarde van de toegekende sociale correcties worden gestort op de provisierekening van de persoon die het aanvraagformulier invult of zo deze persoon niet als referentiepersoon ingeschreven is in het nieuwe afvalbetaalsysteem, van de persoon die ingeschreven is in het bevolkingsregister op hetzelfde adres als de persoon die het aanvraagformulier afgeeft en als referentiepersoon deelneemt aan het nieuwe afvalbetaalsysteem.
De datum van de voorlegging van de gevraagde documenten aan het College van Burgemeester en Schepenen, is bepalend voor het nazicht van de vereiste voorwaarden tot toekenning van de premie.
Artikel 6
Binnen de perken van de daartoe voorziene kredieten en na afgifte van het aanvraagformulier, te samen met de gevraagde bewijsmaterialen, zal voor de gezinnen met één of meerdere kinderen jonger dan 3 jaar, dewelke een premie voor de aankoop of huur van een pakket voorgevormde herbruikbare luiers met bijhorende benodigdheden hebben aangevraagd, de premie worden uitbetaald op rekeningnummer van de aanvrager, max. 3 maanden na het indienen van de aanvraag;
De datum van de voorlegging van de gevraagde documenten aan het College van Burgemeester en Schepenen, is bepalend voor het nazicht van de vereiste voorwaarden tot toekenning van de premie.
Artikel 7
Voor het dienstjaar 2022 wordt een retributie ingevoerd op de verkoop van een extra contingent witte kunststofzakken:
Voor het afleveren van het extra contingent van 50 witte kunststofzakken wordt een kostprijs van € 0,15 per witte kunststofzak aangerekend, of wel te verstaan € 7,5 voor 1 totaal contingent witte kunststofzakken (50 stuks). De retributie is verschuldigd bij aankoop van het contingent.
De volgende doelgroepen hebben recht om jaarlijks - éénmalig - een extra contingent witte kunststofzakken aan te kopen bij de dienst Leefmilieu van de stad Aarschot:
als onder artikel 4 beschreven.
Het extra contingent bestaat uit maximaal 50 witte kunststofzakken, in 1 maal aan te schaffen.
De aankoop kan doorgaan na controle van de bewijsstukken, als onder artikel 4.
Bij gebreke aan betaling in der minne zal de retributie burgerrechterlijk ingevorderd worden.
De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 13.10.2021.
Het besluit van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 13.10.2021 houdende goedkeuring van de jaarrekening 2020 van de stad en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn Aarschot wordt voor kennisneming aan de gemeenteraad overgemaakt.
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van bovengenoemd besluit van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 13.10.2021.
De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant houdende goedkeuring van de jaarrekening 2020 van het autonoom gemeentebedrijf Aarschot van de stad Aarschot.
Het besluit van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant over de goedkeuring van de jaarrekening van het AGB Aarschot wordt ter kennisgeving voorgelegd aan de gemeenteraad.
Enig artikel
Kennisname van het besluit van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant houdende goedkeuring van de jaarrekening 2020 van het autonoom gemeentebedrijf Aarschot van de stad Aarschot.
De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de provinciegouverneur inzake de goedkeuring van de begrotingswijziging 2-2021 van de politiezone Aarschot.
De stad ontving op 24.11.2021 bijgevoegd besluit van de provinciegouverneur inzake de goedkeuring van de begrotingswijziging 2-2021 van politiezone Aarschot.
De stad ontving op 24.11.2021 bijgevoegd besluit van de provinciegouverneur inzake de goedkeuring van de begrotingswijziging 2-2021 van politiezone Aarschot.
Enig artikel
Kennisname van het besluit van de provinciegouverneur inzake de goedkeuring van de begrotingswijziging 2-2021 van de politiezone Aarschot.
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Aarschot, die door de raad van bestuur van het AGB Aarschot werd vastgesteld op 16.12.2021, goed. Hierdoor is de aanpassing van het meerjarenplan, in bijlage, in zijn geheel definitief vastgesteld. De ramingen, die voor het boekjaar 2022 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2022.
De raad van bestuur van het AGB Aarschot heeft de beleids- en financiële planning vastgelegd in een meerjarenplan voor de periode 2020 tot 2025. Gelet op de noodzaak tot wijziging van het meerjarenplan wordt het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlage, eerst vastgesteld door de raad van bestuur en vervolgens voorgelegd aan de gemeenteraad ter goedkeuring. Na goedkeuring door de gemeenteraad is de aanpassing van het meerjarenplan definitief vastgesteld.
Het meerjarenplan vormt de basis voor het beleid van het bestuur. Het budget is geen afzonderlijk beleidsrapport meer, maar wordt geïntegreerd in het meerjarenplan. De ramingen, die voor het boekjaar 2022 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor dat jaar.
Het meerjarenplan van het AGB Aarschot is financieel in evenwicht als het geraamd beschikbaar budgettair resultaat in geen enkel jaar negatief is.
In toepassing van de bepalingen van het decreet lokaal bestuur werd het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan op 1 december 2021 aan de raadsleden bezorgd.
Voorstel van besluit:
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Aarschot, die door de raad van bestuur van het AGB Aarschot werd vastgesteld op 16.12.2021, goed. Hierdoor is de aanpassing van het meerjarenplan, in bijlage, in zijn geheel definitief vastgesteld. De ramingen, die voor het boekjaar 2022 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2022.
Gelet op
De aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlagen, bestaat uit 5 onderdelen:
De kerncijfers van het meerjarenplan, zoals terug te vinden in het document M2 (staat van het financieel evenwicht):
Budgettair resultaat
|
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Exploitatiesaldo |
-29.511,48 | 150.419,75 | 144.784,85 | 246.984,21 | 244.682,25 | 225.803,62 |
Investeringssaldo |
-915.083,28 | -577.836,40 | -3.826.184,91 | -1.258.478,00 | -1.913.707,00 | -199.943,00 |
Financieringssaldo |
516.920,26 | 245.958,98 | 3.681.400,06 | 1.011.493,79 | 1.669.024,75 | -25.860,62 |
Budgettair resultaat van het boekjaar |
-427.674,50 | -181.457,67 | 0,00 | 0,00 | 0,00 | 0,00 |
|
|
|
|
|
|
|
Beschikbaar budgettair resultaat |
181.458,17 | 0,50 | 0,50 | 0,50 | 0,50 | 0,50 |
|
|
|
|
|
|
|
Autofinancieringsmarge |
-427.674,50 | -223.342,68 | -274.703,04 | -330.665,94 | -399.921,75 | -518.705,98 |
|
|
|
|
|
|
|
Gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
-790.350,61 | -673.995,21 | -980.666,95 | -927.655,03 | -975.638,00 | -1.324.160,72 |
Het meerjarenplan van een autonoom gemeentebedrijf is financieel in evenwicht als het geraamd beschikbaar budgettair resultaat in geen enkel jaar negatief is.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Aarschot, die door de raad van bestuur van het AGB Aarschot werd vastgesteld op 16.12.2021, goed. Hierdoor is de aanpassing van het meerjarenplan, in bijlage, in zijn geheel definitief vastgesteld. De ramingen, die voor het boekjaar 2022 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2022.
De gemeenteraad stelt haar deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 vast, zoals in bijlage toegevoegd. De ramingen, die voor het boekjaar 2022 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2022.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn hebben op 12 december 2019 hun beleids- en financiële planning vastgelegd in een meerjarenplan voor de periode 2020 tot 2025. Gelet op de noodzaak tot wijziging van het meerjarenplan wordt het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlage, voorgelegd aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst het eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van de aanpassing van het meerjarenplan, die de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor de aanpassing van het meerjarenplan definitief is vastgesteld. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel definitief vastgesteld.
Het meerjarenplan vormt de basis voor het beleid van het bestuur. Het budget is geen afzonderlijk beleidsrapport meer, maar wordt geïntegreerd in het meerjarenplan. De ramingen, die voor het boekjaar 2022 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor dat jaar.
Vermits elke rechtspersoon (stad en OCMW) voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan wel een duidelijk onderscheid tussen de kredieten van de stad en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (M3), waarin de kredieten voor de stad en het OCMW apart worden opgenomen.
Omdat de stad en het OCMW een geïntegreerd meerjarenplan maken, wordt het financieel evenwicht voor de twee besturen als één geheel gepresenteerd en beoordeeld. Het meerjarenplan is financieel in evenwicht als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
De twee bovenvermelde normen worden aangevuld met indicatoren over het geconsolideerd financieel evenwicht en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge. Dit zijn evenwel geen afdwingbare normen.
In toepassing van de bepalingen van het decreet lokaal bestuur werd het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan op 1 december 2021 aan de raadsleden bezorgd.
Voorstel van besluit:
De gemeenteraad stelt haar deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 vast, zoals in bijlage toegevoegd. De ramingen, die voor het boekjaar 2022 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2022.
Gelet op
Het meerjarenplan vormt de basis voor het beleid van het bestuur. Gelet op de noodzaak tot wijziging van het meerjarenplan wordt het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlage, voorgelegd aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn. Het budget is geen afzonderlijk beleidsrapport meer, maar wordt geïntegreerd in het meerjarenplan. De ramingen, die voor het boekjaar 2022 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2022.
De aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlage, bestaat uit 5 onderdelen:
De kerncijfers van het meerjarenplan, zoals terug te vinden in het document M2 (staat van het financieel evenwicht):
Budgettair resultaat
|
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Exploitatiesaldo |
6.122.851,03 | 1.694.595,34 | 1.313.062,79 | 2.582.908,79 | 2.512.308,87 | 3.353.975,59 |
Investeringssaldo |
-3.619.895,43 | -9.284.359,62 | -10.934.821,61 | -11.520.951,56 | -11.793.991,58 | 7.690.153,29 |
Financieringssaldo |
2.386.731,16 | -858.912,72 | 6.814.555,78 | 7.477.043,47 | 9.281.826,70 | -11.043.840,80 |
Budgettair resultaat van het boekjaar |
4.889.686,76 | -8.448.677,00 | -2.807.203,04 | -1.460.999,30 | -0,01 | 0,08 |
|
|
|
|
|
|
|
Beschikbaar budgettair resultaat |
12.716.879,83 | 4.268.202,83 | 1.460.999,79 | 0,49 | 0,48 |
0,56 |
|
|
|
|
|
|
|
Autofinancieringsmarge |
4.538.616,53 | 282.415,48 | -214.102,97 | 1.187.638,02 | 551.058,69 | 542.559,70 |
|
|
|
|
|
|
|
Gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
4.327.902,27 | -234.096,22 | -1.705.442,02 | -693.049,21 | -420.840,75 | 437.277,83 |
Het meerjarenplan is financieel in evenwicht als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
Geconsolideerd financieel evenwicht
|
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Totaal beschikbaar budgettair resultaat |
12.898.338,00 | 4.268.203,33 | 1.461.000,29 | 0,99 |
0,98 | 1,06 |
|
|
|
|
|
|
|
Totale autofinancieringsmarge |
4.110.942,03 |
59.072,80 | -488.806,01 | 856.972,08 | 151.136,94 | 23.853,72 |
|
|
|
|
|
|
|
Totale gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
3.537.551,66 | -908.091,44 | -2.686.108,97 | -1.620.704,24 | -1.396.478,75 | -886.882,89 |
Enig artikel
De gemeenteraad stelt haar deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 vast, zoals in bijlage toegevoegd. De ramingen, die voor het boekjaar 2022 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2022.
De voorzitter schorst de vergadering van de gemeenteraad en opent de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn zodat die laatste het gedeelte OCMW van de eerste aanpassing 2021 van het meerjarenplan 2020-2025 kan vaststellen.
Na de afhandeling van de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn sluit de voorzitter deze vergadering en wordt de vergadering van de gemeenteraad opnieuw geopend.
De voorzitter schorst de vergadering van de gemeenteraad en opent de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn zodat die laatste kan beslissen over de aanpassing van het meerjarenplan stad/OCMW 2020-2025 en de vaststelling van het krediet 2022 voor wat het deel van het OCMW betreft.
Na de afhandeling van de agenda van de raad voor maatschappelijk welzijn sluit de voorzitter deze vergadering en wordt de vergadering van de gemeenteraad opnieuw geopend.
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 in bijlage, die de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld op 16.12.2021, goed. Hierdoor is de aanpassing van het meerjarenplan in zijn geheel definitief vastgesteld. De ramingen, die voor het boekjaar 2022 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2022.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn hebben op 12 december 2019 hun beleids- en financiële planning vastgelegd in een meerjarenplan voor de periode 2020 tot 2025. Gelet op de noodzaak tot wijziging van het meerjarenplan wordt het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlage, voorgelegd aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst het eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van de aanpassing van het meerjarenplan, dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor de aanpassing van het meerjarenplan definitief is vastgesteld. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel definitief vastgesteld.
Het meerjarenplan vormt de basis voor het beleid van het bestuur. Het budget is geen afzonderlijk beleidsrapport meer, maar wordt geïntegreerd in het meerjarenplan. De ramingen, die voor het boekjaar 2022 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor dat jaar.
Vermits elke rechtspersoon (stad en OCMW) voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan wel een duidelijk onderscheid tussen de kredieten van de stad en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (M3), waarin de kredieten voor de stad en het OCMW apart worden opgenomen.
Omdat de stad en het OCMW een geïntegreerd meerjarenplan maken, wordt het financieel evenwicht voor de twee besturen als één geheel gepresenteerd en beoordeeld. Het meerjarenplan is financieel in evenwicht als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
De twee bovenvermelde normen worden aangevuld met indicatoren over het geconsolideerd financieel evenwicht en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge. Dit zijn evenwel geen afdwingbare normen.
In toepassing van de bepalingen van het decreet lokaal bestuur werd het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan op 1 december 2021 aan de raadsleden bezorgd.
Voorstel van besluit:
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, die de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld op 16.12.2021, goed. Hierdoor is de aanpassing van het meerjarenplan in zijn geheel definitief vastgesteld. De ramingen, die voor het boekjaar 2022 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2022.
Gelet op
De aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlage, bestaat uit 5 onderdelen:
De kerncijfers van het meerjarenplan, zoals terug te vinden in het document M2 (staat van het financieel evenwicht):
Budgettair resultaat
|
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Exploitatiesaldo |
6.122.851,03 | 1.694.595,34 | 1.313.062,79 | 2.582.908,79 | 2.512.308,87 | 3.353.975,59 |
Investeringssaldo |
-3.619.895,43 | -9.284.359,62 | -10.934.821,61 | -11.520.951,56 | -11.793.991,58 | 7.690.153,29 |
Financieringssaldo |
2.386.731,16 | -858.912,72 | 6.814.555,78 | 7.477.043,47 | 9.281.826,70 | -11.043.840,80 |
Budgettair resultaat van het boekjaar |
4.889.686,76 | -8.448.677,00 | -2.807.203,04 | -1.460.999,30 | -0,01 | 0,08 |
|
|
|
|
|
|
|
Beschikbaar budgettair resultaat |
12.716.879,83 | 4.268.202,83 | 1.460.999,79 | 0,49 | 0,48 |
0,56 |
|
|
|
|
|
|
|
Autofinancieringsmarge |
4.538.616,53 | 282.415,48 | -214.102,97 | 1.187.638,02 | 551.058,69 | 542.559,70 |
|
|
|
|
|
|
|
Gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
4.327.902,27 | -234.096,22 | -1.705.442,02 | -693.049,21 | -420.840,75 | 437.277,83 |
Het meerjarenplan is financieel in evenwicht als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
Geconsolideerd financieel evenwicht
|
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Totaal beschikbaar budgettair resultaat |
12.898.338,00 | 4.268.203,33 | 1.461.000,29 | 0,99 |
0,98 | 1,06 |
|
|
|
|
|
|
|
Totale autofinancieringsmarge |
4.110.942,03 |
59.072,80 | -488.806,01 | 856.972,08 | 151.136,94 | 23.853,72 |
|
|
|
|
|
|
|
Totale gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
3.537.551,66 | -908.091,44 | -2.686.108,97 | -1.620.704,24 | -1.396.478,75 | -886.882,89 |
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 in bijlage, die de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld op 16.12.2021, goed. Hierdoor is de aanpassing van het meerjarenplan in zijn geheel definitief vastgesteld. De ramingen, die voor het boekjaar 2022 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2022.
De gemeenteraad stelt de lijst van nominatieve werkings- en investeringstoelagen 2021 en 2022 vast, zoals bepaald in het document in bijlage.
In toepassing van artikel 41, 23° van het decreet lokaal bestuur kan de gemeenteraad haar bevoegdheid voor het toekennen van nominatieve subsidies niet toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen. De bevoegdheid voor de toekenning van nominatieve subsidies ligt dus volledig bij de gemeenteraad. Tot en met 2019 was de lijst met nominatieve subsidies een verplichte bijlage bij het budget, de goedkeuring van het budget impliceerde automatisch ook de goedkeuring van de nominatieve subsidies. Vanaf BBC 2020 bestaat het beleidsrapport 'budget' en haar verplichte bijlagen niet meer. De nominatieve subsidies nemen vanaf BBC 2020 de vorm aan van een afzonderlijk besluit van de gemeenteraad.
Aan de gemeenteraad wordt daarom de lijst van nominatieve werkings- en investeringstoelagen 2021 en 2022 voorgelegd, zoals bepaald in het document in bijlage.
Gelet op
Naar aanleiding van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 wordt aan de gemeenteraad voorgesteld om de nominatieve werkings- en investeringstoelagen van 2021 en 2022 vast te stellen zoals opgenomen in de lijst in bijlage.
In het ontwerp van meerjarenplan 2020-2025, d.d. 16.12.2021, zijn nominatieve toelagen opgenomen.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt de lijst van nominatieve werkings- en investeringstoelagen 2021 en 2022 vast, zoals bepaald in het document in bijlage.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitvoering conform het gemeentelijk reglement 'Controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen' zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29.02.1996.
De gemeenteraad kent een Coronatoelage toe aan het AGB Aarschot als tussenkomst in de geschatte verliezen van het AGB Aarschot gedurende de periode 01.01.2021 - 30.09.2021 ten gevolge van de maatregelen ter bestrijding van het Coronavirus voor een bedrag van 492.352,29 euro.
Conform art. 6 van de wet van 29 mei 2020 houdende “diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van COVID” en art. 7 van de wet van 20 december 2020 over de verlenging van de diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie, kan de stad een vergoeding toekennen aan het AGB Aarschot voor de economische gevolgen van de coronacrisis. Deze vergoeding is vrijgesteld van inkomstenbelasting en het AGB is hierop dus geen vennootschapsbelasting verschuldigd. De verliezen ten gevolge van de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus tijdens de periode van 01.01.2021 tem 30.09.2021 worden geraamd op 492.352,29 euro, zie bijlage.
Het krediet is opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 van stad en AGB Aarschot, zoals aangepast op 16.12.2021.
Besluit:
De gemeenteraad kent een Coronatoelage toe aan het AGB Aarschot als tussenkomst in de geschatte verliezen van het AGB Aarschot gedurende de periode 01.01.2021 - 30.09.2021 ten gevolge van de maatregelen ter bestrijding van het Coronavirus voor een bedrag van 492.352,29 euro.
Gelet op
Overwegende dat art. 6 van de wet van 29 mei 2020 houdende “diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van COVID” voorziet dat vergoedingen door gemeenten, toegekend voor de economische gevolgen van de coronacrisis, van inkomstenbelasting vrijgesteld zijn en het AGB dus geen vennootschapsbelasting verschuldigd is op deze vergoeding;
Gelet op de wet van 20 december 2020 over de verlenging van de diverse dringende fiscale bepalingen ten gevolge van de COVID-19 pandemie, en meer in het bijzonder artikel 7;
Overwegende dat deze vergoeding wordt verleend om aan de rechtstreekse of onrechtstreekse economische of sociale gevolgen van de COVID-19-pandemie het hoofd te bieden;
Overwegende dat een berekening gemaakt werd voor het AGB Aarschot, waarbij de verliezen ten gevolge van de maatregelen ter bestrijding van het coronavirus tijdens de periode van 01.01.2021 tem 30.09.2021 worden geraamd op 492.352,29 euro, zie bijlage;
De Coronatoelage van 492.352,29 euro aan het AGB Aarschot is opgenomen in het meerjarenplan 2020-2025 van stad en AGB Aarschot, zoals aangepast op 16.12.2021, zijnde raming MJP104918 in het meerjarenplan van de gemeente (uitgave) en raming MJP104418 in het meerjarenplan van het AGB Aarschot (ontvangst).
Artikel 1
De gemeenteraad kent een Coronatoelage toe aan het AGB Aarschot als tussenkomst in de geschatte verliezen van het AGB Aarschot gedurende de periode 01.01.2021 - 30.09.2021 ten gevolge van de maatregelen ter bestrijding van het Coronavirus voor een bedrag van 492.352,29 euro.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitvoering conform het gemeentelijk reglement 'Controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen' zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29.02.1996.
Leo Janssens
Maanden geleden werden de filialen van de Bibliotheek van Rillaar en Wolfsdonk gesloten. De Bib van Rillaar kreeg reeds vlug een andere bestemming, door de ingebruikname van o.a. de Muziekschool.
Wat de Bib van Wolfsdonk betreft kan ik U meegeven dat de KLJ van Wolfsdonk meer dan vragende partij is. Zij tellen momenteel een 160 tal leden, en zijn
dringend op zoek naar bijkomende huisvesting. De “bunker van Wolfsdonk”, zoals die altijd genoemd werd, zou deze problemen volledig kunnen oplossen.
Ik denk trouwens dat de KLJ de enige vereniging is van ons dorp die vragende partij is. Al de andere verenigingen hebben reeds ofwel een eigen lokaal, of hebben er geen nodig.
Misschien is het bovendien opportuun om het afgesloten lokaaltje aan de linkerkant van de inkom te laten gebruiken als vergaderlokaaltje door verenigingen die geen lokaal nodig hebben, of verenigingen die slechts enkele keren per jaar samenkomen.
Ik stelde deze vraag reeds enkele maanden geleden op een Commissie voorgezeten door Schepen Dehond. Zij liet me toen weten dat zij deze vraag meenam naar het Schepencollege. Enige tijd geleden ondervroeg ik Schepen Vanderauwera hier ook reeds persoonlijk over.
Ik hoop dat hier ondertussen reeds een beslissing is over genomen.
Indien dit niet het geval zou zijn, had ik graag de plannen van het Stadsbestuur hieromtrent vernomen.
Gevolg dat aan dit punt is gegeven
Dit agendapunt werd besproken. Voor de volledige bespreking verwijzen we naar het audioverslag van deze vergadering.
Thomas Salaets
Vraag luchtzuivering in scholen
Ondertussen weten we al een tijdje dat verspreiding via kleine aërosols in de lucht één van de belangrijkste manieren is waarop het coronavirus zich verspreid. Net daarom kan het belang van ventilatie niet genoeg benadrukt worden. Als we de scholen (en andere openbare gebouwen) veilig willen openhouden, dan moeten we inzetten op zuivere lucht en goede ventilatie. En als het niet goed is voor COVID19, is het ook goed voor de concentratie.
In navolging van ons voorstel op de gemeenteraad in juni om de Aarschotse scholen maximaal te ondersteunen met ventilatiemaatregelen, werden er reeds CO2-meters aangekocht voor de Aarschotse scholen. Naar aanleiding van de recente inzichten in het nut van luchtzuivering, wouden we vandaag ook graag voorstellen om luchterzuiveraars aan te kopen voor de Aarschotse klassen, en al zeker voor het BLO. Intussen hoorden we al via de pers, en naar onze tevredenheid, dat de stad zal deelnemen aan een proefproject van prof. Marc Van Ranst en prof. Bert Blocken omtrent luchtzuiveraars in scholen. We willen dit uiteraard graag ondersteunen en hebben nog enkele vragen.
Gevolg dat aan dit punt is gegeven
Dit agendapunt werd besproken. Voor de volledige bespreking verwijzen we naar het audioverslag van deze vergadering.
Thomas Salaets
De beelden die ons bereiken vanuit Brussel zijn schrijnend. Mensen die op zoek zijn naar internationale bescherming en asiel willen aanvragen in België slapen er op de straat, in de winter, in afwachting van een opvangplaats. Schrijnend, zeker omdat het soms zelfs om minderjarigen blijkt te gaan.
Jaarlijks vragen zo’n 20.000 mensen asiel aan in België, in afwachting van de uitkomst van de asielprocedure hebben zij recht op onderdak en bescherming. Om het huidige tekort aan opvangplaatsen op te lossen, heeft de federale overheid de medewerking nodig van de lokale besturen. Lokale besturen kunnen een steentje bijdragen door het inrichten van een LOI of Lokaal Opvang Initiatief. Het OCMW staat dan in voor de organisatie, maar de federale overheid vergoed alle kosten. Aarschot heeft op dit moment reeds twee LOI-woningen voor 2 gezinnen van in totaal 7 mensen.
Voorstel:
Het stadsbestuur onderzoekt de mogelijkheid om de LOI-capaciteit in Aarschot uit te breiden en koppelt hierover terug naar de gemeenteraad.
Gevolg dat aan dit punt is gegeven
Dit agendapunt werd besproken. Voor de volledige bespreking verwijzen we naar het audioverslag van deze vergadering.
Petra Vanlommel
In deze drukke en gehaaste tijden zoeken we graag de rust op. Die vind je in de natuur. Wanneer we afscheid moeten nemen van een dierbare, zoeken we voor die persoon een laatste rustplaats. Voor de nabestaanden is die rustplaats een plaats om te rouwen, om tot rust te komen, om herinneringen op te halen, om op bezoek te gaan. Natuur speelt hier ook een belangrijke rol. Bovendien willen steeds meer mensen na hun overlijden graag terug één worden met de natuur zonder hierbij het milieu te belasten.
Een natuurbegraafplaats is een mooie invulling geven aan deze wens van de overledene en van de nabestaanden. Een natuurbegraafplaats kan een bos zijn waar biologisch afbreekbare urnen begraven worden of assen uitgestrooid. Het is een bos waar leven en dood met elkaar verbonden zijn: een levende natuur met planten en dieren, waar je dierbare een mooie rustplaats krijgt en waar je tot rust kan komen.
Een gemeente kan een eigen manier zoeken om een natuurbegraafplaats in te richten: met nieuwe aangeplante bomen ter nagedachtenis van een overledene, of een bestaand bos waar de urne van een overledene in de buurt van een boom wordt begraven. In Drongen bij Gent is een natuurbegraafplaats geopend waar ook lichamen in een biologisch afbreekbare lijkwade kunnen begraven worden. Diest zal ook een natuurbegraafplaats aanleggen. Steeds met dezelfde visie: milieuvriendelijke en biologisch afbreekbare materialen en gedenktekens.
Juridisch kader
Vlaanderen heeft de mogelijkheid om natuurbegraafplaatsen aan te leggen opgenomen in het decreet op de begraafplaatsen en de lijkbezorging. In 2016 werd artikel 24 van dit decreet gewijzigd om de aanleg en het gebruik van natuurbegraafplaatsen mogelijk te maken. Het aanduiden van een natuurbegraafplek is een exclusieve bevoegdheid van de lokale overheid. De zone kan enkel aangeduid worden op een openbaar domein op haar grondgebied. De locatie op openbaar domein hoeft niet per se eigendom te zijn van de gemeente. Met toestemming van de eigenaar (publieke rechtspersoon) kan een dergelijke zone dus ook bij andere openbare eigenaars ingericht worden. Vlaanderen voorziet eveneens
subsidies.
Daarnaast willen we ook oproepen om de bestaande begraafplaatsen in te richten met plaats voor natuur. Veel mensen bezoeken hun overledene regelmatig. Een groene omgeving met bomen, planten en banken is een meerwaarde. Hoe fijn zou het niet zijn dat wanneer je je overleden partner opzoekt, je even kan rusten op een bank tussen het groen en natuur, een babbeltje slaan met een andere bezoeker, herinneringen ophalen.
Vraag
Groen Aarschot vraagt aan het stadsbestuur om te onderzoeken of in Aarschot een natuurbegraafplaats mogelijk is. Wanneer uit onderzoek blijkt dat een natuurbegraafplaats mogelijk is, zou het stadsbestuur dan overwegen deze aan te leggen?
Groen Aarschot vraagt aan het stadsbestuur om te onderzoeken of de bestaande begraafplaatsen in, o.a. Ourodenberg, Gijmel/Langdorp, Rillaar groener en natuurlijker ingericht kunnen worden en banken te voorzien.
Gevolg dat aan dit punt is gegeven
Dit agendapunt werd besproken. Voor de volledige bespreking verwijzen we naar het audioverslag van deze vergadering.
Notulen en zittingsverslag vergadering 18.11.2021
Notulen
Gelet op het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en de gemeenteraadscommissies, goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van 14 februari 2019, inzonderheid artikel 29 §3;
Aangezien verder tijdens de vergadering geen bezwaren tegen de notulen van de vergadering van 18.11.2021 werden ingebracht;
zijn de notulen van de vergadering van 18.11.2021goedgekeurd.
Zittingsverslag
In toepassing van artikel 278 §1 van het decreet over het lokaal bestuur en artikel 28 §2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en de gemeenteraadscommissies is het zittingsverslag vervangen door de integrale audio-opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.