Terug
Gepubliceerd op 28/04/2022

Besluit  Gemeenteraad

do 21/04/2022 - 20:00

Politiereglement vestigingstoelating handcarwashes

Aanwezig: Isabelle Dehond, Voorzitter van de gemeenteraad
Bert Van der Auwera, Geert Schellens, Annick Geyskens, Gerry Vranken, Stef Van Calster, Kurt Lemmens, schepenen
André Peeters, Nicole Van Emelen, Betty Kiesekoms, Nico Creces, Mattias Paglialunga, Nele Pelgrims, Bart Dehaes, Julia Mellaerts, Leo Janssens, Ronny De Ryck, Koen Nijs, Cindy Symons, Marleen Verhaegen, Wendy De Rijck, Dries Vandenbroeck, Petra Vanlommel, Hannelore Castelein, Bart Den Hondt, Martine Verlinden, Dries Van Horebeek, gemeenteraadsleden
Christi Van Calster, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Gwendolyn Rutten, Burgemeester
Thomas Salaets, gemeenteraadsleden
Toelichting

Verschillende bestuurlijke controles maken duidelijk dat de handcarwashsector een problematische en kwetsbare sector is. Uit vorige acties blijkt dat er milieuovertredingen, overtredingen inzake Ruimtelijke Ordening, inbreuken inzake sociale en economische wetgeving, inbreuken inzake de brandveiligheid en inbreuken inzake de vreemdelingenwetgeving zijn.

Een reglement, waarbij een uitbatingsvergunning wordt afgeleverd na een grondig administratief onderzoek, lijkt in dit geval een effectief instrument om de openbare orde en het sociaal weefsel te vrijwaren en garanderen. Het voorgestelde reglement stelt het lokaal bestuur namelijk in staat om een volledig en integer onderzoek te voeren zodat ondermijnende criminaliteit niet wordt gefaciliteerd en er voorkomen wordt dat het sociaal weefsel wordt aangetast alsook economisch oneerlijk voordeel wordt voorkomen.

Het uitvoeren van o.a. een grondig moraliteitsonderzoek is noodzakelijk om de informatiepositie van het lokaal bestuur te versterken om op een integere wijze te kunnen oordelen over een vergunningsaanvraag. Daarnaast laat het reglement toe om de handcarwashsector continu op te volgen en te monitoren.

Regelgeving
  • het Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017 en de bijhorende besluiten en omzendbrieven van de Vlaamse regering;
  • de wet van 29.07.1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen;
  • de wet van 11.04.1994 betreffende de openbaarheid van bestuur;
  • het bestuursdecreet van 7.12.2018;
  • Het Besluit van de Vlaamse Regering van 30 maart 2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale besturen.
Feiten, context en motivering

GEGEVEN

In verschillende steden en gemeenten wordt specifiek de sector van de handcarwashes opgevolgd omwille van signalen van o.a. mensenhandel, zwart- en sluikwerk, inbreuken op het gebied van de milieuwetgeving, etc. De verschillende bestuurlijke controles of flex-acties in de voorbije jaren maken duidelijk dat de handcarwashsector een problematische en kwetsbare sector is, waarbij de kans op ondermijning van de samenleving reëel is en er een negatieve impact is op de carwashsector in het algemeen.

Daarnaast zorgen de handcarwashes voor bepaalde vormen van overlast, zoals o.a. mobiliteitsproblemen en geluidoverlast, en hebben de activiteiten een bepaalde impact op de leefomgeving, zoals o.a. bodemverontreiniging.

Recent nog werd uit een actie van 10/09/2021 duidelijk dat een stedelijk reglement op de handcarwashes noodzakelijk is om de openbare orde te vrijwaren en te handhaven. De voornaamste problemen waren milieuovertredingen, overtredingen inzake Ruimtelijke Ordening, inbreuken inzake sociale en economische wetgeving, inbreuken inzake de brandveiligheid en inbreuken inzake de immigratiewetgeving.

Een kordaat optreden tegen mensen die profiteren van de kwetsbare positie van anderen is aangewezen. We schakelen hiervoor verschillende overheidsdiensten in waardoor we kort op de bal kunnen spelen inzake vergunningen, sluiting van gebouwen, etc. Handhaven is de boodschap.

Dit reglement draagt daaraan bij: door de verschillende vereisten te bundelen onder één brede toelating, kunnen we daadkrachtiger optreden tegen misstanden. Daarnaast is er ook een preventieve werking aan dit reglement: als er gewerkt wordt volgens deze bepalingen, is de kans op misstanden kleiner.

ARGUMENTATIE


De stad wordt/werd geconfronteerd met een tweetal handcarwashes die doorheen de jaren de samenleving ondermijnen, in die zin dat de acties op verschillende data duidelijk maakten dat men niet steeds conform de wetgeving exploiteert, er dusdanig oneerlijke concurrentie in de sector ontstaat en het sociaal stedelijk weefsel wordt aangetast.

Het lokaal bestuur heeft de plicht om alle maatregelen te nemen die de openbare orde vrijwaren en garanderen.

Het bestuurlijk instrumentarium optimaal inzetten is dan ook noodzakelijk in de aanpak van ondermijnende criminaliteit, in casu inzake de handcarwashsector, aangezien de openbare orde wordt ondermijnd.

De verschillende bestuurlijke controles maken duidelijk dat de handcarwashsector een problematische en kwetsbare sector is. Uit de  vorige acties blijkt dan ook dat er milieuovertredingen, overtredingen inzake Ruimtelijke Ordening, inbreuken inzake sociale en economische wetgeving, inbreuken inzake de brandveiligheid en inbreuken inzake de vreemdelingenwetgeving zijn.

Een reglement, waarbij een uitbatingsvergunning wordt afgeleverd na een grondig administratief onderzoek, lijkt in dit geval een effectief instrument om de openbare orde en het sociaal weefsel te vrijwaren en garanderen. Het voorgestelde reglement stelt het lokaal bestuur namelijk in staat om een volledig en integer onderzoek te voeren zodat ondermijnende criminaliteit niet wordt gefaciliteerd en er voorkomen wordt dat het sociaal weefsel wordt aangetast alsook economisch oneerlijk voordeel wordt voorkomen.

Het uitvoeren van o.a. een grondig moraliteitsonderzoek is noodzakelijk om de informatiepositie van het lokaal bestuur te versterken om op een integere wijze te kunnen oordelen over een vergunningsaanvraag. Daarnaast laat het reglement toe om de handcarwashsector continu op te volgen en te monitoren.

Publieke stemming
Aanwezig: Isabelle Dehond, Bert Van der Auwera, Geert Schellens, Annick Geyskens, Gerry Vranken, Stef Van Calster, Kurt Lemmens, André Peeters, Nicole Van Emelen, Betty Kiesekoms, Nico Creces, Mattias Paglialunga, Nele Pelgrims, Bart Dehaes, Julia Mellaerts, Leo Janssens, Ronny De Ryck, Koen Nijs, Cindy Symons, Marleen Verhaegen, Wendy De Rijck, Dries Vandenbroeck, Petra Vanlommel, Hannelore Castelein, Bart Den Hondt, Martine Verlinden, Dries Van Horebeek, Christi Van Calster
Voorstanders: Isabelle Dehond, Bert Van der Auwera, Geert Schellens, Annick Geyskens, Gerry Vranken, Stef Van Calster, Kurt Lemmens, Nicole Van Emelen, Betty Kiesekoms, Nico Creces, Bart Dehaes, Ronny De Ryck, Koen Nijs, Cindy Symons, Marleen Verhaegen, Wendy De Rijck, Dries Vandenbroeck, Petra Vanlommel, Hannelore Castelein, Martine Verlinden
Onthouders: André Peeters, Mattias Paglialunga, Nele Pelgrims, Julia Mellaerts, Leo Janssens, Bart Den Hondt, Dries Van Horebeek
Resultaat: Met 20 stemmen voor, 7 onthoudingen
Besluit

Artikel 1 - BEGRIPSOMSCHRIJVING

Handcarwash
:een vestigingseenheid zonder vaste inrichting met industriële wastechnieken, waar motorvoertuigen van derden manueel worden gewassen/gepoetst en/of worden behandeld met beschermingsmiddelen zoals waxen e.d.

Gevestigde handcarwash
: de handcarwash die beschikt over een omgevingsvergunning klasse 2 of een geldige melding heeft gedaan in het kader van de milieureglementering klasse 3 én beschikt over een actieve inschrijving in de Kruispuntbank van Ondernemingen voor een vestiging voor het wassen en poetsen van motorvoertuigen (Algemene systematische bedrijfsindeling in de Europese Gemeenschappen – België (NACE-Bel) code 45206).

Tijdelijke toelating
: een toelating voor reeds gevestigde handcarwashes op het ogenblik van de datum van inwerkingtreding van dit reglement die bij wijze van overgangsmaatregel de tijd krijgen om een aanvraag van toelating tot vestiging in te dienen. Deze toelating heeft een maximale geldigheidsduur van 1 jaar of tot op de datum waarop de burgemeester een beslissing neemt aangaande de aanvraag.

Artikel 2 - TOELATING TOT VESTIGING

Voor het uitbaten van een handcarwash in een woongebied zoals bedoeld in het gewestplan of in een gebied met als gebiedsaanduiding ‘wonen’ zoals bepaald in art. 2.2.6, § 2, tweede lid, 1° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, is een voorafgaande toelating tot vestiging vereist. De toelating tot vestiging wordt toegekend door de burgemeester.

Artikel 3 - VOORWAARDEN

De toelating tot vestiging van een handcarwash wordt enkel toegekend aan de uitbater van een handcarwash op voorwaarde dat:

  1. Er op de vestigingsplaats, binnen een straal van 500 meter te meten vanaf de toegangsdeur en vermeerderd met een straal van 200 meter per gevestigde carwash in de straat waarvoor de aanvraag wordt gedaan geen andere carwash is gevestigd.
  2. De uitbater op de vestigingsplaats beschikt over een bedrijfsruimte die per wasruimte voor één personenwagen is voorzien van:
    1. interne gemarkeerde parkeerplaatsen (min. 2,5 x 5 meter per parkeervak) voor minimum 3 personenwagens;
    2. interne circulatieruimte voor parkeermanoeuvres (minimum 3 meter breed), zodanig dat het in- en uitrijden van een intern parkeervak niet op de openbare weg gebeurt.
      De aanvrager van een toelating tot vestiging moet het bewijs leveren dat hij kan beschikken over deze bedrijfsruimte.
  3. Een voorafgaand administratief onderzoek gunstig is. Dit onderzoek bestaat uit:
      • een stedenbouwkundig onderzoek: een onderzoek naar de conformiteit van de inrichting met de geldende stedenbouwkundige bepalingen;
      • een brandveiligheidsonderzoek: een onderzoek naar de conformiteit van de inrichting met de geldende brandveiligheidsvoorschriften;
      • een moraliteitsonderzoek, bestaand uit:
        • een onderzoek naar vaststellingen en/of veroordelingen, al dan niet met uitstel, voor inbreuken op de zedelijkheid voor het exploiteren van een drankgelegenheid zoals bepaald in het KB van 3 april 1953 inzake de slijterijen van gegiste dranken en voor inbreuken op de mensenhandel, zoals bedoeld in hoofdstuk III ter van Titel VIII van boek II van het Strafwetboek;
        • een onderzoek naar recente vaststellingen en/of veroordelingen, al dan niet met uitstel, voor inbreuken op de wet op het racisme en/of de xenofobie en/of tegen de drugswetgeving en/of wegens daden van weerspannigheid ten overstaan van politie of andere overheidsdiensten;
        • een onderzoek of er ernstige aanwijzingen zijn van fraude;
        • een onderzoek of er ernstige aanwijzingen voorhanden zijn dat in de private doch voor het publiek toegankelijke plaats, herhaaldelijk illegale activiteiten plaatsvinden die betrekking hebben op de verkoop, de aflevering of het vergemakkelijken van het gebruik van gifstoffen, slaapmiddelen, verdovende middelen, psychotrope stoffen, antiseptica of stoffen die gebruikt worden voor de illegale vervaardiging van verdovende middelen en psychotrope stoffen, waardoor de openbare veiligheid en rust in het gedrang komen;
        • een onderzoek naar vaststellingen van en veroordelingen voor inbreuken op wettelijke verplichtingen die verband houden met of naar aanleiding van de exploitatie, zoals de niet naleving van vestigingsvoorwaarden, persoonsgebonden beroepsuitoefeningsvoorwaarden (o.m. leeftijd, verblijfskaart, beroepskaart, leurkaart, arbeidskaart), administratieve verplichtingen t.a.v. de Kruispuntbank van Ondernemingen, sociaal- en arbeidsrechtelijke verplichtingen van de personen die op enigerlei wijze deelnemen aan de exploitatie (o.m. aangifte en bijdrageplicht sociale zekerheid), boekhoudkundige en fiscale verplichtingen, vennootschapsrechtelijke verplichtingen, vergunningen, erkenningen en toelatingen met betrekking tot de beroepsuitoefening, de regelgeving met betrekking tot de openingsuren, voedselveiligheid, rookverbod, milieureglementering e.a.

Dit moraliteitsonderzoek wordt, al naargelang het geval, uitgevoerd op de private doch voor het publiek toegankelijke plaats, op de exploitant, op de organen en/of vertegenwoordigers van de uitbater en op de natuurlijke personen die in feite belast zijn met de exploitatie. Deze personen dienen meerderjarig te zijn en een recent (= max. 1 maand oud) uittreksel uit het strafregister (art. 595 Sv) voor te leggen, een uittreksel uit het strafregister van het land van de woonplaats of een hieraan gelijkwaardig document, desgevallend behoorlijk beëdigd vertaald.

Voor andere personen die in welke hoedanigheid ook deelnemen of zullen deelnemen aan de exploitatie van de instelling, dient de uitbater te verklaren dat niemand van hen valt onder de weigeringsgronden verwoord onder artikel 3 moraliteitsonderzoek.

Alle voormelde personen dienen het bewijs te leveren van hun identiteitsgegevens, met inbegrip van een officiële woonplaats.

Het onderzoek wordt verricht door de politie of de daartoe bevoegde diensten. De burgemeester kan steeds alle nuttige inlichtingen inwinnen bij de politie en beslist discretionair of het resultaat van het moraliteitsonderzoek zwaarwichtig genoeg is om de toelating tot vestiging al dan niet te weigeren en/of in te trekken waarbij zij steeds het gevaar voor de openbare orde voor ogen zal houden.

 

Artikel 4 - UITZONDERINGEN

Geen vestigingstoelating is vereist voor:

  • een occasionele handcarwash: tijdelijke handcarwash activiteit, die niet verbonden is aan een vaste locatie en uitgevoerd wordt in naam en voor rekening van een vzw en/of feitelijke vereniging en/of een natuurlijke persoon die geen handelaar is. Onder tijdelijk wordt verstaan: maximum 4 dagen per jaar;
  • taxibedrijven, bedrijven voor handel (verhuur, verkoop) in of onderhoud/reparatie van motorvoertuigen of onderdelen ervan, die voertuigen in eigen beheer wassen of poetsen;
  • het wassen of poetsen van eigen bedrijfsvoertuigen/aanhangwagens gekoppeld aan eigen bedrijvigheid of industriële activiteit.

 

Artikel 5 - MODALITEITEN

§1. De toelatingen dienen steeds op eerste vordering van een bevoegd controlerende ambtenaar ter inzage worden afgegeven.

§2. De toelating is geldig te rekenen vanaf de ondertekening door de burgemeester.

§3. De uitbater is verplicht alle wijzigingen in de instelling die een verandering uitmaken ten opzichte van de veiligheid, en alle wijzigingen van gegevens opgegeven in de aanvraag, met inbegrip van elke bestemmingswijziging en bij uitbreiding van de vestigingsplaats onmiddellijk te melden aan de burgemeester. Bij een wijziging van het orgaan van de rechtspersoon moet een nieuw uittreksel uit het strafregister (art. 595 Sv – max. 1 maand oud) ingediend worden. Bij andere wijzigingen is een nieuwe vestigingstoelating vereist.

§4. De burgemeester kan beslissen om de toelating te beperken in de tijd en/of bepaalde voorwaarden te koppelen aan de toelating.

§5. De vestigingstoelating is een toelating die wordt afgeleverd aan een uitbater voor een welbepaalde instelling. De toelating kan dus niet worden overgedragen aan een andere uitbater noch kan zij worden overgedragen naar een andere locatie.

§6. Dit politiereglement en in het bijzonder de voorwaarden vermeld in art. 3 van dit reglement dienen nageleefd te worden zolang de uitbating duurt.

Artikel 6 - TOELATINGSAANVRAAG

§1. Voor het verkrijgen van een toelating dient de uitbater een aanvraag in bij de burgemeester.  De aanvraag bestaat minstens uit:

  • een volledig ingevuld en ondertekend aanvraagformulier
  • een kopie van inschrijving bij de Kruispuntbank van Ondernemingen
  • een kopie van de statuten (indien uitbating door een vennootschap)
  • uittreksels uit het strafregister (art. 595 Sv – max. 1 maand oud): bij een eenmanszaak van de eigenaar ervan en bij een vennootschap van alle zaakvoerders/bestuurders zoals vermeld in de statuten
  • een bewijs dat de aanvrager kan beschikken over de aangevraagde vestigingsplaats (bvb. een eigendomsakte of een huurcontract – eventueel onder opschortende voorwaarde van het verkrijgen van een vestigingstoelating)
  • een plan van de locatie, met aanduiding op schaal van het aantal parkeerplaatsen, wasruimte en circulatieruimte


§2. De burgemeester kan bepalen dat nader te bepalen documenten moeten overhandigd worden.

§3. De aanvraag is onontvankelijk wanneer de vestiging stedenbouwkundig ontoelaatbaar is op de plaats van aanvraag.

§4. De aanvraag is onvolledig wanneer de documenten ontbreken, vermeld in het aanvraagformulier. De aanvrager beschikt over een termijn van 30 kalenderdagen na mededeling van dit feit, om de ontbrekende documenten in te dienen.

§5. Na de datum van ontvangstmelding van de aanvraag volgen controles zoals vermeld in art. 3. Bij negatieve controles wordt in een hoorzitting en een regularisatietermijn voorzien.

§6. Binnen de termijn van 90 kalenderdagen na de ontvangstmelding van de aanvraag of vanaf het tijdstip waarop de aanvrager de aanvullende documenten indiende, wordt een beslissing genomen. Indien gerechtvaardigd door de complexiteit van het dossier, mag deze termijn éénmaal worden verlengd voor maximaal dezelfde duur.

§7. Bij het uitblijven van een beslissing binnen de vastgestelde of verlengde termijn, wordt de toelating geacht te zijn geweigerd.

Artikel 7 - WEIGERINGSGRONDEN

§1. De burgemeester kan de toelating weigeren:

  • indien de openbare orde, de openbare rust en/of de openbare gezondheid gevaar loopt;
  • indien de onderzoeken, die voorafgaan aan het verlenen van de toelating negatief worden geadviseerd.


§2. Een nieuwe aanvraag van dezelfde uitbater, voor dezelfde plaats én voor dezelfde bestemming, volgend op een geweigerde aanvraag, kan ten vroegste 6 maanden na de datum vermeld in de weigeringsbeslissing worden ingediend, op straffe van onontvankelijkheid.

Deze nieuwe aanvraag dient vergezeld te zijn van een schriftelijke verklaring ondertekend door de uitbater, waarin is bevestigd dat alle voorwaarden vermeld in dit reglement vervuld zijn.

Artikel 8 - VERVAL VAN DE TOELATING

De toelating vervalt van rechtswege:

  • op het moment dat de exploitatie van de inrichting voor een periode van langer dan 6 maanden feitelijk is onderbroken;
  • in geval van faillissement;
  • in geval van veroordeling tot gerechtelijke verzegeling;
  • in geval van ontbinding van de rechtspersoon;
  • in geval van schrapping van de uitbater of van de betrokken vestiging uit de Kruispuntbank van Ondernemingen;
  • indien binnen de maand na het toekennen van de vestigingstoelating geen melding of aanvraag werd gedaan voor het bekomen van een vergunning in het kader van de milieureglementering indien er een melding- of vergunningsplicht is of indien er nog geen geldende melding werd gedaan of vergunning werd afgeleverd;
  • wanneer de milieuvergunning/omgevingsvergunning is geweigerd, vervallen, opgeheven of de uitbater op enigerlei wijze niet meer voldoet aan de meldingsplicht;
  • bij wijziging van de uitbater. Indien de uitbater een rechtspersoon is, wordt de uitbater eveneens geacht gewijzigd te zijn bij wijziging van de zaakvoerders/bestuurders van de rechtspersoon.

 

Artikel 9 - ADMINISTRATIEVE SANCTIES EN MAATREGELEN

§1. Elke overtreding van dit politiereglement wordt bestraft met:

  • een administratieve geldboete tot 250 euro; en/of
  • een administratieve schorsing of intrekking van een afgeleverde toelating of vergunning; en/of
  • een tijdelijke of definitieve administratieve sluiting van de instelling.

§2. Onverminderd de bevoegdheden van de burgemeester inzake bestuurlijke handhaving, kan het college van burgemeester en schepenen bij wijze van administratieve sanctie de toelating tijdelijk of definitief intrekken, de instelling tijdelijk of definitief sluiten:

  • indien de exploitatie van een inrichting aanleiding geeft tot enige andere vorm van overlast, van aard om de openbare orde te verstoren wat zal blijken uit een door de politie samengesteld dossier;
  • indien geen opgave werd gedaan van gegevens of opgave werd gedaan van onjuiste gegevens in de toelatingsaanvraag of bij wijzigingen van de opgegeven gegevens waardoor de veiligheid in het gedrang kan komen;
  • in geval van verschillende en/of herhaalde vaststellingen waaruit blijkt dat niet meer voldaan is aan de voorwaarden vermeld in artikel 3.

§3. De sancties opgelegd door het college worden door de politie betekend of met een aangetekende brief ter kennis gebracht van de overtreder.

§4. Het niet naleven van een administratieve sanctie van het college wordt bovendien bestraft met één van de hierboven voorziene administratieve sancties.

§5. In alle gevallen waarbij een administratieve sanctie van schorsing of intrekking van de toelating werd opgelegd, kan de burgemeester bijkomende voorwaarden opleggen vooraleer over te gaan tot het verlenen van een toelating.

§6. Onverminderd het voorgaande, kan de politie bij vaststelling van een handcarwash zonder toelating de inrichting onmiddellijk en ter plaatse sluiten.

Artikel 10 - INWERKINGTREDING

Dit politiereglement treedt in werking met onmiddellijke ingang en is van toepassing op de aanvragen voor een vestigingstoelating voor een handcarwash.

Het reglement is ook van toepassing op de reeds gevestigde handcarwashes op het ogenblik van de inwerkingtreding van dit politiereglement, die bij wijze van overgangsmaatregel 1 jaar de tijd krijgen om een aanvraag van toelating tot vestiging in te dienen. Deze reeds gevestigde handcarwashes worden geacht over een tijdelijke toelating te beschikken tot 21.04.2023 of – indien zij tijdig een aanvraag indienen – tot op de datum waarop de burgemeester een beslissing neemt aangaande de aanvraag.