Per mail van 1 december 2022 deelde dhr. André Peeters de voorzitter van de gemeenteraad mee dat hij met ingang van 1 januari 2023 ontslag neemt als gemeenteraadslid. De voorzitter geeft de gemeenteraad formeel kennis van dit ontslag.
Per mail van 1 december 2022 deelde dhr. André Peeters mee dat hij met ingang van 1 januari 2023 ontslag neemt als gemeenteraadslid. De voorzitter geeft de gemeenteraad bij deze formeel kennis van dit ontslag.
Per mail van 1 december 2022 deelde dhr. André Peeters de voorzitter van de gemeenteraad mee dat hij met ingang van 1 januari 2023 ontslag neemt als gemeenteraadslid.
Het mailverkeer gaat als bijlage.
Overeenkomstig artikel 13 van het decreet over het lokaal bestuur brengt de voorzitter van de gemeenteraad dit ontslag ter kennis van de gemeenteraad.
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het ontslag van dhr. André Peeters - met ingang van 1 januari 2023 - als gemeenteraadslid van de stad Aarschot.
De begroting 2023 van de politiezone Aarschot, als in bijlage, wordt aangenomen en vastgesteld.
Het ontwerp van begroting 2023 van de lokale politiezone Aarschot werd in toepassing van de bepalingen van het decreet lokaal bestuur op 1 december 2021 aan de raadsleden bezorgd.
besluit:
De begroting 2023 van de politiezone Aarschot, als in bijlage toegevoegd, wordt aangenomen en vastgesteld.
Gelet op het ontwerp van begroting 2023 van de politiezone Aarschot, zie bijlage.
Artikel 1
De begroting 2023 van de politiezone Aarschot, als in bijlage toegevoegd, wordt aangenomen en vastgesteld.
Artikel 2
Het resultaat van de politiebegroting 2023 - GEWONE DIENST - van de politiezone Aarschot wordt vastgesteld als volgt:
GEWONE DIENST |
Geraamd algemeen begrotingsresultaat 2022 |
0,00 |
(1) | ||
Begroting 2023 |
|
Saldo |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten eigen dienstjaar 2023 |
8.409.394,16
|
|
|
|
|
Uitgaven eigen dienstjaar 2023 |
8.409.394,16
|
0,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten vorige dienstjaren (in 2023) |
0,00 |
|
|
|
|
Uitgaven vorige dienstjaren (in 2023) |
0,00 |
0,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten overboekingen 2023 |
0,00 |
|
|
|
|
Uitgaven overboekingen 2023 |
0,00 |
0,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Geraamd resultaat van de begroting 2023 (+ of -) |
|
|
0,00 |
(2) |
|
Geraamd algemeen begrotingsresultaat 2023 - GEWONE DIENST |
|
|
0,00 |
(3) |
|
|
|
|
(3) = (1) + (2) |
|
|
Artikel 3
Het resultaat van de politiebegroting 2023 - BUITENGEWONE DIENST - van de politiezone Aarschot wordt vastgesteld als volgt:
BUITENGEWONE DIENST |
Geraamd algemeen begrotingsresultaat 2022 |
5.717,72 |
(1) |
|
|
||
Begroting 2023 |
|
Saldo |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten eigen dienstjaar 2023
|
145.000,00 |
|
|
|
|
|
|
Uitgaven eigen dienstjaar 2023
|
145.000,00
|
0,00 |
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten vorige dienstjaren (in 2023) |
0,00 |
|
|
|
|
|
|
Uitgaven vorige dienstjaren (in 2023) |
0,00 |
0,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten overboekingen 2023 |
0,00 |
|
|
|
|
|
|
Uitgaven overboekingen 2023 |
0,00 |
0,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Geraamd resultaat van de begroting 2023 (+ of -) |
|
|
0,00 |
(2) |
|
|
|
Geraamd algemeen begrotingsresultaat 2023 - Buitengewone dienst |
5.717,72 |
(3) |
|||||
|
|
|
(3) = (1) + (2) |
|
|
|
|
De gemeenteraad beslist om alle personeelsleden, zowel van het operationeel kader als van het administratief en logistiek kader die over de vereiste bewijzen van taalkennis beschikken, een tweetaligheidstoelage toe te kennen. Het bewijs hiervan zal worden geleverd door het personeelslid en ter controle aan de personeelsdienst worden voorgelegd.
Omdat vriendelijkheid, behulpzaamheid, beleefdheid en ontvangst op het politiekantoor als enorm belangrijk worden ervaren door de inwoners van onze stad, willen we (in navolging van andere politiezones van het arrondissement Leuven) de medewerkers die hiertoe dagdagelijks inspanningen leveren door o.a. het gebruik van een andere taal, een tweetaligheidstoelage toekennen. Deze toelage is beperkt tot het Frans en het Engels en kan zowel aan het operationeel als aan het administratief en logistiek personeel worden toegekend, indien zij een attest afleveren aan de personeelsdienst.
Het gebaar van erkenning voor het personeel is groot, de financiële impact van de taalpremie is daarentegen niet disproportioneel (zie bedragen in de nota) en gaat gepaard met de afschaffing van een deel oude premies.
Bij de modernisering van het politiestatuut werd er schoon schip gemaakt met de wildgroei aan premies. Dit betroffen premies die vaak geen directe link hadden met verworven kennis of vaardigheden, maar louter verbonden waren aan posities die men bezette: toelage motorrijder, toelage beveiliging, toelage scheepvaartpolitie, nabijheidstoelage, toelage misdrijfanalist, toelage strategisch analist, premie leidinggevenden, toelage opleider, selectietoelage, vergoeding werkelijke onderzoekskosten, toelage beleidsmedewerker, ...
De taalpremie werd echter wel behouden omdat men ermee in broodnodige concurrentiestrijd met de private arbeidssector kon treden. Bovendien is de premie verbonden aan het behalen van een diploma. Tot slot wordt de kennis van vreemde talen met de dag belangrijker en onmisbaarder bij politiewerk.
Het voorkomen van de politieambtenaren, de ontvangst op het politiekantoor en de beleefdheid, de vriendelijkheid en de behulpzaamheid van de politie zijn belangrijke troeven van de politiezone Aarschot. Dit is onder andere het gevolg van het feit dat onze medewerkers zich zo goed als mogelijk proberen verstaanbaar te maken voor de burgers en indien nodig of wenselijk ook gebruik maken van een andere taal.
De Aarschotse bevolking is de voorbije jaren sterk gegroeid en omdat internationale migratie een belangrijke rol speelt in die aangroei wordt de stad ook meer divers. Ook zorgt de wereldwijde digitalisering en toegankelijkheid via diverse communicatiemiddelen voor een toename aan lokale slachtoffers van misdrijven in andere talen (o.a. oplichting via internet). Daarenboven is de stad Aarschot een aantrekkelijke toeristische bestemming en belangrijk pendelknooppunt met het station Aarschot als frequente overstapplaats, ook voor niet-Nederlandstaligen. Het spreekt voor zich dat onze medewerkers dan ook veelvuldig in contact treden met anderstalige burgers.
Het gebruik van talen in bestuurszaken wordt geregeld door de taalwetgeving. Aangezien de stad Aarschot tot het Vlaams Gewest behoort en geen faciliteitengemeente is, is de officiële taal het Nederlands. Dit betekent dat onze medewerkers niet wettelijk tweetalig kunnen/moeten zijn en er geen bestuurlijke documenten in de Franse taal worden opgesteld.
Maar dit neemt niet weg dat hulp bieden onze hoofdtaak is en dat het bij hulpverlening moeilijk denkbaar is om aan slachtoffers of personen die om bijstand verzoeken, te vragen om later terug contact op te nemen, wanneer zij bijvoorbeeld vergezeld zijn van een tolk of een persoon die het Nederlands machtig is. Niet alleen geldt dit ten aanzien van slachtoffers en hulpbehoevenden, maar ook ten aanzien van verdachten is het gebruik van andere talen in sommige gevallen onvermijdelijk. Zo bijvoorbeeld wanneer iemand opgesloten wordt en het recht op medische bijstand wordt toegelicht of de rechten die betrokkene heeft in het kader van de Salduz-procedure, enzovoort. Ook tijdens tussenkomsten komt het frequent voor dat andere talen worden gebruikt om de situatie te doen de-escaleren zodat dwang of geweld tot een minimum beperkt kunnen worden.
Omdat vriendelijkheid, behulpzaamheid, beleefdheid en ontvangst op het politiekantoor als enorm belangrijk worden ervaren door de inwoners van onze stad, willen we (in navolging van andere politiezones van het arrondissement Leuven) de medewerkers die hiertoe dagdagelijks inspanningen leveren door o.a. het gebruik van een andere taal, een tweetaligheidstoelage toekennen. Bovendien blijft de politiezone Aarschot met deze maatregel competitief in het aantrekken van goede én taalvaardige werkkrachten.
In navolging van andere politiezones in het arrondissement Leuven vragen wij derhalve aan de gemeenteraad om de taalpremie toe te kennen, weliswaar beperkt tot het Frans en het Engels.
Het gebaar van erkenning voor het personeel is groot, de financiële impact van de taalpremie is daarentegen niet disproportioneel (zie bedragen in de nota) en gaat gepaard met de afschaffing van een deel oude premies.
De personeelskosten zijn ingeschreven in de politiebegroting 2023 ev.
Artikel 1
De gemeenteraad beslist om alle personeelsleden, zowel van het operationeel kader als van het administratief en logistiek kader die over de vereiste bewijzen van taalkennis beschikken, een tweetaligheidstoelage toe te kennen. Het bewijs hiervan zal worden geleverd door het personeelslid en ter controle aan de personeelsdienst worden voorgelegd.
Artikel 2
Voor de politiezone Aarschot wordt de Franse en Engelse taal als nuttig erkend. Je kan voor één van beide talen, maar ook voor beide talen een tweetaligheidstoelage ontvangen.
Artikel 3
De tweetaligheidstoelage voor Frans en Engels kan worden toegekend vanaf 1 januari 2023.
De gemeenteraad gaat akkoord met de gedeeltelijke opheffing van gemeenteweg nr. 116 zoals opgenomen in de Atlas van de Buurtwegen in Rillaar, ter hoogte van de percelen kadastraal gekend als afdeling 5, sectie C, nr. 297L, 300P, 300R, en keurt het rooilijnplan goed, conform het plan van de landmeter-expert.
Gemeenteweg nr. 116 in Rillaar wordt best gedeeltelijk versmald naar een breedte van 1,65m volgens de oorspronkelijke ligging, waarvan de verbreding dd.23.09.1911 nooit werd gerealiseerd en gedeeltelijk opgeheven omdat de verplaatsing dd. 05.04.1957 nooit werd gerealiseerd en een woning bezwaart.
Overwegende dat
Gelet op
Overwegende dat
Artikel 1
De gemeenteraad stelt vast dat het ingediende bezwaarschrift ongegrond is om bovenvermelde redenen en deze opgenomen in de beslissing van de sluiting van het openbaar onderzoek dd. 18.11.2022.
Artikel 2
De gemeenteraad is definitief akkoord met de gedeeltelijke opheffing van de gemeenteweg nr. 116 zoals opgenomen in de Atlas van de Buurtwegen te Rillaar, ter hoogte van de percelen kadastraal gekend als afdeling 5, sectie C, nr. 297L, 300P, 300R, en keurt het rooilijnplan goed, conform het bijgevoegd plan van landmeter-expert Pieter Goeron.
Artikel 3
Er dient geen meerwaarde betaald te worden.
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze definitieve beslissing zoals bepaald in het decreet gemeentewegen.
Artikel 5
Dit besluit wordt samen met het plan van de gedeeltelijke opheffing van gemeenteweg nr. 116 zoals opgenomen in de Atlas van de Buurtwegen in Rillaar overgemaakt met een beveiligde zending aan de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant en voor het departement via uploaden in het loket lokale besturen.
Artikel 6
Het college van burgemeester en schepenen brengt iedereen die in het kader van het openbaar onderzoek een standpunt, opmerking of bezwaar heeft ingediend met een beveiligde zending op de hoogte van het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling van het gemeentelijk rooilijnplan.
Artikel 7
Het besluit van de gemeenteraad tot definitieve vaststelling kan geraadpleegd worden via de website van de stad Aarschot www.aarschot.be of via de raadpleegomgeving.
De gemeenteraad keurt de synthesenota van het Regionaal Mobiliteitsplan van de Vervoerregio Leuven goed.
De Synthesenota van het Regionaal Mobiliteitsplan van de vervoerregio Leuven wordt ter goedkeuring voorgelegd op de gemeenteraad.
In de synthesenota worden drie toekomstscenario’s opgebouwd.
De drie scenario’s resulteren in drie verschillende mobiliteitsnetwerken met telkens bijhorende mobiliteitsprojecten. Dergelijke mobiliteitsprojecten kunnen bijvoorbeeld de aanleg van fietssnelwegen, de uitwerking van de wegencategorisering of de reorganisatie/uitbouw van het openbaar vervoer zijn, maar eveneens een breed programma aan flankerende maatregelen.
Het uiteenlopende en complexe karakter van de scenario’s en de spiegeling aan de realiteit zorgt er voor dat geen enkel van de drie scenario’s in zijn totaliteit gekozen zal worden. Aan de hand van de basisscenario’s worden een aantal mogelijkheden verkend, zodat de gunstige elementen tot een beleidsscenario samengevoegd kunnen worden.
Onze diensten en de schepen van Mobiliteit zijn bij alle voorgaande stappen betrokken geweest via werkbanken en vervoerregioraden.
Na de goedkeuring van de synthesenota door de gemeenten kan deze goedgekeurd worden op de vervoerregioraad van 16.12.2022.
De vervoerregio wil medio 2023 het actieplan als sluitstuk van het regionaal mobiliteitsplan voorleggen aan de vervoerregioraad.
De Synthesenota van het Regionaal Mobiliteitsplan van de vervoerregio Leuven wordt ter goedkeuring voorgelegd op de gemeenteraad.
In de synthesenota worden drie toekomstscenario’s opgebouwd.
De drie scenario’s resulteren in drie verschillende mobiliteitsnetwerken met telkens bijhorende mobiliteitsprojecten. Dergelijke mobiliteitsprojecten kunnen bijvoorbeeld de aanleg van fietssnelwegen, de uitwerking van de wegencategorisering of de reorganisatie/uitbouw van het openbaar vervoer zijn, maar eveneens een breed programma aan flankerende maatregelen.
Het uiteenlopende en complexe karakter van de scenario’s en de spiegeling aan de realiteit zorgt er voor dat geen enkel van de drie scenario’s in zijn totaliteit gekozen zal worden. Aan de hand van de basisscenario’s worden een aantal mogelijkheden verkend, zodat de gunstige elementen tot een beleidsscenario samengevoegd kunnen worden.
Onze diensten en de schepen van Mobiliteit zijn bij alle voorgaande stappen betrokken geweest via werkbanken en vervoerregioraden.
Na de goedkeuring van de synthesenota door de gemeenten kan deze goedgekeurd worden op de vervoerregioraad van 16.12.2022.
De vervoerregio wil medio 2023 het actieplan als sluitstuk van het regionaal mobiliteitsplan voorleggen aan de vervoerregioraad.
De gemeenteraad keurt de synthesenota van het Regionaal Mobiliteitsplan van de Vervoerregio Leuven goed.
De gemeenteraad keurt de code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen goed.
De gemeente en netwerkbeheerders zijn partners bij de aanleg van infrastructuur in het gemeentelijk openbaar domein. Gemeentewerken en nutswerken en nutswerken onderling vergen continu afstemming en overleg.
In 2001 stelden de Vlaamse Raad van Netwerkbeheerders (VRN) en de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) een code voor infrastructuur - en nutswerken langs gemeentewegen op met afspraken tussen de nutsbedrijven en gemeenten voor werken in het openbaar domein. Ondertussen groeide vanuit de ervaringen op het terrein de vraag naar actualisatie van de code. Zo worden niet alle doelstellingen (o.a. kwaliteitsvol herstel, klachtenbehandeling, communicatie) voldoende gehaald. Er is ook nood aan betere afdwingbaarheid. De ervaring en vraag naar het ‘minder hinder’ concept nam toe. Er ontstonden digitale tools (KLIP, KLIM, GIPOD, …) die de afspraken uit de code kunnen ondersteunen.
Daarom actualiseerden de VVSG en de VRN de code van 2001.
De ondertekening van de code op zich heeft geen financiële gevolgen en geen gevolgen voor het personeelsbestand.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de code voor infrastructuur- en nutswerken langs gemeentewegen goed. Deze code is opgenomen als bijlage bij dit besluit.
Artikel 2
De bepalingen van de nieuwe code gelden vanaf 01/01/2023.
Deze bepalingen gelden voor elke opdrachtgever die de code heeft goedgekeurd en die werken uitvoert op het grondgebied van de gemeente.
De gemeenteraad is definitief akkoord met de plaatselijke verbreding van de gemeenteweg zoals voorgesteld op het verkavelingsplan van de landmeter-expert.
Op 18/08/2022 werd een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend met als onderwerp het bouwen van een eengezinswoning met gratis grondafstand. Deze aanvraag heeft als referentie OMV_2022039203, vindt plaats op de percelen kadastraal gekend als 24652F0485/00F002 en is gelegen langs de Gijmelsesteenweg 196 - 3201 Aarschot. In deze omgevingsvergunningsaanvraag wordt een aanpassing van de gemeenteweg aangevraagd volgens het verkavelingsplan in bijlage opgesteld door landmeter-expert Véronique Peeters gevestigd te Leuvensesteenweg 25 - 3200 Aarschot. Het betreft een hoekperceel en de gratis grondafstand is gevestigd in Milistichel.
Voor de verwezenlijking van de handelingen in de omgevingsvergunningsaanvraag dient het perceel aangeduid op het verkavelingsplan als lot 2 met een oppervlakte van 177m² ingelijfd te worden in het openbaar domein voor het plaatselijk en gedeeltelijk verbreden van de gemeenteweg.
In bijlage zijn de relevantste documenten en plannen m.b.t. de omgevingsvergunningsaanvraag mee opgenomen. Het volledige dossier kan geraadpleegd worden bij het Departement Omgeving.
Voorstel van besluit:
Het perceel aangeduid op het verkavelingsplan als lot 2 met een oppervlakte van 177m², waarvan de inlijving in het openbaar domein nodig is voor het plaatselijk en gedeeltelijk verbreden van de gemeenteweg, zal kosteloos aangeschaft worden door de stad Aarschot bij wijze van gratis grondafstand en om reden van openbaar nut.
Gelet op
Overwegende dat
Artikel 1
De gemeenteraad stelt vast dat er geen bezwaarschriften werden ingediend.
Artikel 2
De gemeenteraad is definitief akkoord met de plaatselijke verbreding van de gemeenteweg zoals voorgesteld op het bijgevoegd verkavelingsplan van landmeter-expert Véronique Peeters.
Artikel 3
Het perceel aangeduid op het verkavelingsplan als lot 2 met een oppervlakte van 177m², waarvan de inlijving in het openbaar domein nodig is voor het plaatselijk en gedeeltelijk verbreden van de gemeenteweg, zal kosteloos aangeschaft worden door de stad Aarschot bij wijze van gratis grondafstand en om reden van openbaar nut.
Artikel 4
Bij het verlijden van de notariële akte zal de stad Aarschot vertegenwoordigd worden door de algemeen directeur en de voorzitter van de gemeenteraad of diens afgevaardigden.
De gemeenteraad is definitief akkoord met de plaatselijke verbreding van de gemeenteweg zoals voorgesteld op verkavelingsplan van de landmeter-expert.
Er werd een omgevingsvergunningsaanvraag ingediend met als onderwerp het verkavelen van een perceel in 4 loten met uitsluiting van lot 2, 3 en 4 (lot 4 gratis grondafstand). Deze aanvraag heeft als referentie OMV_2022128766, vindt plaats op de percelen kadastraal gekend als 24652F0134/00L000, 24652F0134/00M000 en is gelegen langs de Diepenweg 8, 3201 Aarschot. In deze omgevingsvergunningsaanvraag wordt een aanpassing van de gemeenteweg aangevraagd volgens het verkavelingsplan in bijlage opgesteld door landmeter-expert Peeters Véronique gevestigd te Leuvensesteenweg 25 - 3200 Aarschot.
Voor de verwezenlijking van de handelingen in de omgevingsvergunningsaanvraag dient het perceel aangeduid op het verkavelingsplan als lot 4 met een oppervlakte van 86m² ingelijfd te worden in het openbaar domein voor het plaatselijk en gedeeltelijk verbreden van de gemeenteweg.
In bijlage zijn de relevantste documenten en plannen m.b.t. de omgevingsvergunningsaanvraag mee opgenomen. Het volledige dossier kan geraadpleegd worden bij het Departement Omgeving.
Voorstel van besluit:
Het perceel aangeduid op het verkavelingsplan als lot 4 met een oppervlakte van 86m², waarvan de inlijving in het openbaar domein nodig is voor het plaatselijk en gedeeltelijk verbreden van de gemeenteweg, zal kosteloos aangeschaft worden door de stad Aarschot bij wijze van gratis grondafstand en om reden van openbaar nut.
Gelet op
Overwegende dat
Artikel 1
De gemeenteraad stelt vast dat er geen bezwaarschriften werden ingediend.
Artikel 2
De gemeenteraad is definitief akkoord met de plaatselijke verbreding van de gemeenteweg zoals voorgesteld op het bijgevoegd verkavelingsplan van landmeter-expert Peeters Véronique.
Artikel 3
Het perceel aangeduid op het verkavelingsplan als lot 4 met een oppervlakte van 86m², waarvan de inlijving in het openbaar domein nodig is voor het plaatselijk en gedeeltelijk verbreden van de gemeenteweg, zal kosteloos aangeschaft worden door de stad Aarschot bij wijze van gratis grondafstand en om reden van openbaar nut.
Artikel 4
Bij het verlijden van de notariële akte zal de stad Aarschot vertegenwoordigd worden door de algemeen directeur en de voorzitter van de gemeenteraad of diens afgevaardigden.
De gemeenteraad keurt de retributie op het ophalen en verwerken van het huisvuil en daarmee gelijkgestelde afvalstoffen (periode 1 januari 2023 t.e.m. 31 december 2023) goed.
Op het vlak van de tarieven verschilt het voorgestelde retributiereglement 2023 niet van het reglement van 2022. De tarieven blijven ongewijzigd.
Overwegende dat
- Preventie;
- Hergebruik;
- Nuttige toepassing;
- Recycleren;
- Verbranden;
- Storten;
De gepaste kredieten voorzien zijn in het meerjarenplan:
- MJP101738 - 2022/70000999/RUIMTE/0300 -- Opbrengsten uit andere verkopen/Ophalen en verwerken van huishoudelijk afval.
De totale afvalfactuur (opdrachtbedrag) voor de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen kan voor de jaren 2015 t.e.m. 2024 voor de stad Aarschot geraamd worden op:
- € 2.448.231,00 (opdrachtbedrag 2015 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.472.696,00 (opdrachtbedrag 2016 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.523.150,00 (opdrachtbedrag 2017 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.574.613,00 (opdrachtbedrag 2018 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.627.104,00 (opdrachtbedrag 2019 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.657.245,00 (opdrachtbedrag 2020 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.699.006,00 (opdrachtbedrag 2021 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.740.767,00 (opdrachtbedrag 2022 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.782.528,00 (opdrachtbedrag 2023 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.824.289,00 (opdrachtbedrag 2024 op jaarbasis, incl. BTW)
I. Retributie voor het restafval, het grof huisvuil, het GFT-afval, het papier- en kartonafval en het snoeihout en algemene modaliteiten
Artikel 1
Er wordt met ingang van 1 januari 2023 t.e.m. 31 december 2023, ten behoeve van de stad Aarschot, een retributie gevestigd op het afleveren van het restafval, het grof huisvuil, het GFT-afval, het papier- en kartonafval en het snoeihout.
Artikel 2: Restafval variabele kost
Voor het afleveren van het restafval in de restafvalcontainer, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de kipbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven restafval door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Voor het afleveren van het restafval in een brenghoekcontainer, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd nádat de referentiepersoon zich aangemeld heeft aan de hand van zijn geïndividualiseerde recyclageparkkaart, maar pas op het ogenblik dat diezelfde referentiepersoon de schuif van het laadsysteem - volladen met een restafvalzak van maximaal 60 liter - sluit.
* De variabele kost wordt berekend aan de hand van het gemiddelde vulgewicht in Vlaanderen 5,94 kg (bron: OVAM - Sorteeranalyse onderzoek huisvuil 2013-2014). Hierbij werd de berekende variabele kost afgerond naar het hogere decimaal.
Artikel 3: Restafval vaste kost
Voor de vaste kost van het huishoudelijk afval (restafval) wordt per aanbieding van een restafvalcontainer van 40, 120, 140 (uitdovend), 240 of 1.100 liter een bijdrage aangerekend (zoals opgenomen in tabel 3.1) waarbij het principe ‘de vervuiler betaalt’ wordt toegepast per elke afzonderlijke aanbieding.
Inhoud restafvalcontainer |
Bijdrage in de vaste kosten |
40 liter restafvalcontainer |
0,29 EUR/kipbeweging |
120 liter restafvalcontainer |
0,86 EUR/kipbeweging |
140 liter restafvalcontainer (uitdovend) |
1,00 EUR/kipbeweging |
240 liter restafvalcontainer |
1,71 EUR/kipbeweging |
1100 liter restafvalcontainer |
7,86 EUR/kipbeweging |
Tabel 3.1: Bijdrage in de vaste kosten
Deze betaling is verschuldigd op het ogenblik dat de kipbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven restafval door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Artikel 4: GFT-afval
Voor het afleveren van het GFT-afval in de GFT-container, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de kipbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven GFT-afval door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Artikel 5: Papier- en kartonafval
Voor het afleveren van het papier- en kartonafval in de papiercontainer, wordt de volgende retributie aangerekend:
Artikel 6: Grof vuil
Voor het afleveren van het al dan niet samengebonden grof vuil wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat het gewicht van het meegegeven grof vuil door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Artikel 7: Snoeihout
Voor het afleveren van het al dan niet samengebonden snoeihout wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat het gewicht van het meegegeven snoeihout door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Artikel 8: Provisiesysteem
§1. Algemeen
Aan elke (nieuwe) geregistreerde referentiepersoon, in bezit van een recyclageparkkaart en/of één of meerdere van de volgende containertypes:
wordt verzocht om vóór de opstart van de dienstverlening de provisierekening aan te zuiveren.
Een referentiepersoon dient dus bij registratie de aan zijn referentiepersoon gekoppelde provisierekening bij de stad Aarschot aan te zuiveren vooraleer de dienstverlening van start kan gaan. Ook bij uitputting van de voorschotrekening zal deze referentiepersoon worden verzocht om een nieuw geldelijk bedrag te storten.
§2. Tarifering
Voor de eerste aanzuivering van de provisierekening dienen de referentiepersonen de volgende wijze van tarifering te respecteren. Het aan te zuiveren bedrag dat bij registratie van een referentiepersoon op een welbepaald adres dient te worden gestort, wordt als volgt bepaald.
Per aansluitpunt wordt de referentiepersoon verzocht om - per type afvalrecipiënt in zijn/haar bezit - om een specifiek geldelijk bedrag op de provisierekening te storten. Dit bedrag wordt berekend op basis van de gemiddelde massa’s voor de verschillende types en volumes van afvalrecipiënten, alsook de kosten die de stad Aarschot voor de ophaling aan de gebruikers (referentiepersonen) aan wil rekenen.
In de onderstaande tabel 8.3.1 worden per type afvalrecipiënt en per volume de te verzoeken bedragen weergegeven:
Volume | Fractie | Gemiddelde massa (kg) | Eenheidsprijs (€) | Gemiddelde kostprijs (€ per ophaling) |
1.100 L | REST | 42,2 | 0,30 € / kg + 7,86 € aanbiedingsprijs | 20,52 € |
240 L | REST | 18,0 | 0,30 € / kg + 1,71 € aanbiedingsprijs | 7,11 € |
140 L | REST | 10,5 | 0,30 € / kg + 1,00 € aanbiedingsprijs | 4,15 € |
120 L | REST | 9,0 | 0,30 € / kg + 0,86 € aanbiedingsprijs | 3,56 € |
40 L | REST | 4,3 | 0,30 € / kg + 0,29 € aanbiedingsprijs | 1,58 € |
240 L | GFT | 20,74 | 0,25 € / kg | 5,19 € |
140 L | GFT | 12,1 | 0,25 € / kg | 3,03 e |
120 L | GFT | 10,4 | 0,25 € / kg | 2,60 € |
40 L | GFT | 4,5 | 0,25 € / kg | 1,13 € |
Tabel 8.3.1: Berekening van de gemiddelde kostprijs per ophaling.
De gemiddelde jaarkost - per fractie en volumetype afvalrecipiënt - bedraagt:
Volume (L) |
Fractie |
Jaarlijks gemiddelde (of geraamde*) aantal ophalingen per aansluiting / referentiepersoon |
Gemiddelde kostprijs (€) per type afvalrecipiënt per ophaling |
Gemiddelde jaarlijkse kostprijs (€) per type afvalrecipiënt |
Afronding gemiddelde jaarlijkse kostprijs (€) per type afvalrecipiënt |
1.100 |
REST |
13 |
20,52 |
205,20 |
205,- |
240 |
REST |
9* |
7,11 |
63,99 |
64,- |
140 |
REST |
14 |
4,15 |
58,10 |
58,- |
120 |
REST |
14* |
3,56 |
49,84 |
50,- |
40 |
REST |
12 |
1,58 |
18,96 |
19,- |
240 |
GFT |
6* |
5,19 |
31,14 |
31,- |
140 |
GFT |
7 |
3,03 |
21,21 |
21,- |
120 |
GFT |
7* |
2,60 |
18,20 |
19,- |
40 |
GFT |
7 |
1,13 |
7,91 |
8,- |
Tabel 8.3.2: Berekening en afronding van de gemiddelde jaarlijkse kostprijs per fractie en volumetype afvalrecipiënt.
De volgende subtarieven worden gehanteerd in de berekening van het totaaltarief dat bij de registratie van een referentiepersoon wordt opgevraagd aan deze referentiepersoon:
Volume (L) |
Fractie |
Jaarlijks gemiddelde (of geraamde*) aantal ophalingen per aansluiting / referentiepersoon |
Gemiddelde jaarlijkse kostprijs (€) per type afvalrecipiënt (afgerond) |
Tarifering (€) voor de 1ste algemene betalings-uitnodiging |
Minimumbedrag totaaltarief aansluiting (zie onderstaande toelichting) |
1.100 |
REST |
13 |
205,- |
205,- |
25,- |
240 |
REST |
9* |
64,- |
64,- |
|
140 |
REST |
14 |
58,- |
58,- |
|
120 |
REST |
14* |
50,- |
50,- |
|
40 |
REST |
12 |
19,- |
19,- |
|
240 |
GFT |
6* |
31,- |
31,- |
|
140 |
GFT |
7 |
21,- |
21,- |
|
120 |
GFT |
7* |
19,- |
19,- |
|
40 |
GFT |
7 |
8,- |
8,- |
Tabel 8.3.3: Berekening en afronding van de tarieven per fractie en volumetype afvalrecipiënt.
§3. Rekenwijze bij aanvang / registratie van een referentiepersoon
De volgende rekenwijze dient te worden gehanteerd voor de bepaling van het totaaltarief dat bij de registratie wordt opgevraagd aan de referentieperso(o)n(en): Per fractie en volumetype afvalrecipiënt wordt de tarifering als in hoger staande tabel 8.3.3 aangerekend. Deze subtarieven worden gesommeerd. Het totaaltarief is het saldo waarom de stad Aarschot zal verzoeken. Er wordt een minimumtarief van 25,- euro vastgesteld per referentiepersoon, ongeacht de samenstelling van de op het adres van deze referentiepersoon aanwezige afvalrecipiënten (containertypes en volumes).
Voorbeeld 1: Voor referentiepersonen met volgende actieve afvalrecipiënten:
1 X 140 L REST |
58,00 € |
+ |
1 X 140 L GFT |
21,50 € |
+ |
1 X 140 L P&K |
0 € |
= 79,50 € |
Totaaltarief 1ste algemene betalingsuitnodiging = 79,50 €
Voor de voorgelegde samenstelling (containertypes en volumes) wordt het totaaltarief berekend op 79,50 €. Aan de referentiepersoon wordt daarom verzocht een tarief van 79,50 € over te schrijven op de provisierekening.
Voorbeeld 2: Voor referentiepersonen met volgende actieve afvalrecipiënten:
1 X 40 L REST |
19,00 € |
+ |
1 X 40 L GFT |
0 € |
+ |
1 X 40 L P&K |
0 € |
= 19,00 € |
Totaaltarief 1ste algemene betalingsuitnodiging = 19,00 €
Voor de voorgelegde samenstelling (containertypes en volumes) wordt het totaaltarief berekend op 19,00 €. Het minimum aan te zuiveren tarief dat bij registratie wordt opgevraagd aan de referentiepersonen bedraagt 25,- €. Aan de referentiepersoon wordt daarom verzocht het minimumtarief € 25,- over te schrijven op de provisierekening, i.p.v. het berekende tarief van 19,00 €
§4. Wijze van verrekenen van de gepresteerde kosten
Al de door referentiepersonen gepresteerde kosten - gekoppeld aan het gebruik van het afvalsysteem van de stad Aarschot - worden geautomatiseerd van de provisierekening van de desbetreffende referentiepersonen afgetrokken. Dit volgens de vooropgestelde dotatieregels.
Referentiepersonen die zich inschrijven op een nieuw adres dienen geen kosten te betalen voor o.m.:
Referentiepersonen, die reeds méér dan 1 maand als referentiepersoon geregistreerd staan op hun nieuwe adres, dienen voor de volgende dienstverlening de gepresteerde kosten te dragen:
Referentiepersonen dienen voor de volgende dienstverlening de gepresteerde kosten te dragen:
Al de te presteren kosten inzake de aanlevering, het bijvragen en wisselen van containers, alsook het bestellen en vervangen van recyclageparkkaarten en de plaatsing van sloten, worden in mindering gebracht van de provisierekening, gekoppeld aan de betreffende referentiepersoon, dit voorafgaandelijk aan de eigenlijke dienstverlening.
De volgende maatregelen zijn voor de geregistreerde referentiepersonen steeds kosteloos:
§5. Verzenden van betalingsuitnodiging(en) en -verzoek(en)
Indien de provisierekening van een referentiepersoon op een specifiek moment terugvalt onder een vooropgesteld drempelbedrag (zie artikel 10), zal deze referentiepersoon hiervan in kennis worden gesteld. Aan deze referentiepersoon wordt onverwijld een nieuwe betalingsuitnodiging of een betalingsverzoek toegezonden.
Artikel 9: Toepassing van dotatieregels
Telkens de ophaalwagen een kipbeweging en/of een aangeboden massa registreert, zal de retributie zoals bepaald in de artikelen 2, 3, 4, 5, 6 en 7 in mindering worden gebracht van de provisierekening, gekoppeld aan de referentiepersoon die de resp. afvalbakken aangeboden heeft.
Artikel 10: Aanzuiveren van provisie en betalingssystemen
§.1 Indien de provisierekening van een referentiepersoon op een specifiek moment terugvalt onder een vooropgesteld drempelbedrag, zal deze referentiepersoon hiervan voortschrijdend in kennis worden gesteld: Aan de referentiepersonen worden onverwijld de nodige betalingsuitnodigingen, -verzoeken, facturen en/of dwangbevelen toegezonden.
Dit volgens volgend systeem en chronologie:
I. betalingsuitnodiging
Wanneer het resterende saldo op de provisierekening van de referentiepersoon bij de stad Aarschot de eerste limiet bereikt van 12,50 euro bereikt - d.w.z. dat het saldo = of < € 12,50 is - zal aan de referentiepersoon een betalingsuitnodiging worden overgezonden. Dit laat toe de gebruiker tijdig de nodige betalingen te laten uitvoeren, opdat de ophaling niet in het gedrang zou komen.
II. betalingsverzoek
Wanneer het resterende saldo op de provisierekening van de referentiepersoon bij de stad Aarschot geen krediet meer bevat - d.w.z. dat het saldo < € 0 is - zal:
Indien de referentiepersoon vervolgens nalaat om binnen 28 kalenderdagen na datum verzending betalingsverzoek het provisiekrediet aan te zuiveren, zal de betreffende referentiepersoon op non-actief (zwarte lijst) worden geplaatst, m.n. zullen de afvalcontainers niet langer worden geledigd.
III. afrekeningfactuur
Na het verlopen van een termijn van 4 weken, te tellen vanaf de datum van verzending van het betalingsverzoek, zal er bij vaststelling van wanbetaling van ditzelfde betalingsverzoek, aan de betreffende referentiepersoon een afrekeningfactuur toegezonden worden.
Aan de referentiepersoon wordt een betalingstermijn van 14 dagen verleend tot betaling van deze afrekeningfactuur.
IV. laatste aangetekende aanmaning voor dwangbevel
Na het verlopen van de betalingstermijn van de afrekeningfactuur, zal er bij vaststelling van wanbetaling van ditzelfde afrekeningfactuur, een laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel toegezonden worden.
In de laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel worden de volgende bijkomende kosten verrekend:
- Administratieve kost: 20,00 euro;
- Verwijlintresten.
Aan de referentiepersoon wordt een betalingstermijn van 7 dagen verleend tot betaling van deze laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel.
V. dwangbevel
Na het verlopen van de betalingstermijn van de laatste aangetekende aanmaning voor dwangbevel, zal er bij vaststelling van wanbetaling van diezelfde laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel, een dwangbevel opgemaakt worden.
In navolging van de tarieven die aldus door de hogere overheid als redelijk geacht worden, wordt per aanmaning een redelijk bedrag van 20,- euro aan administratieve kosten bijgerekend voor:
Het dwangbevel wordt binnen een termijn van 30 dagen, tellende vanaf datum verzending laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel voor goedkeuring geagendeerd voor het College van Burgemeester en Schepenen. De financieel beheerder zal hiervoor instaan, alsook voor de eventueel navolgende deurwaarderprocedure.
§2. Een provisierekening kan steeds op het eigen initiatief van de hieraan gekoppelde referentiepersoon worden aangezuiverd:
§3. Aansluitingen die geblokkeerd of op non-actief geplaatst werden, worden pas terug op actief geplaatst:
Artikel 11: Afmelding van een referentiepersoon
Bij een afmelding van een referentiepersoon (vb. mutatie van een referentiepersoon in- en ex-Aarschot) wordt de dienstverlening stopgezet, en wordt het nog beschikbare bedrag op de provisierekening bij de stad Aarschot teruggestort op het rekeningnummer van de betreffende referentiepersoon.
Bij het vaststellen van een overlijden van een referentiepersoon wordt de dienstverlening 21 kalenderdagen na de vaststelling van het overlijden stopgezet. Het nog beschikbare provisiebedrag op de provisierekening bij de stad Aarschot wordt teruggestort, en wel in deze volgorde, op het rekeningnummer van:
II. P.M.D.-zakken: (inhoud: 60 liter)
Artikel 12
Er wordt voor de periode 1 januari 2023 t.e.m. 31 december 2023 een retributie gevestigd op het afleveren van P.M.D.-zakken.
Artikel 13
De retributie bedraagt € 0,25 per zak. De zakken worden slechts per rol van 20 zakken verkocht (€ 5,00).
Artikel 14
De P.M.D.-zakken kunnen bekomen worden :
Artikel 15
De retributie op het afleveren van P.M.D.-zakken is ten laste van diegene die er om verzoekt.
Artikel 16
De retributie op het afleveren van P.M.D.-zakken bij de infobalie van het stadhuis moet contant worden betaald.
III. Grote P.M.D.-zakken (scholen - stadsdiensten): (inhoud : 120 liter)
Artikel 17
Er wordt voor de periode 1 januari 2023 t.e.m. 31 december 2023 een retributie gevestigd op het afleveren van grote P.M.D.-zakken.
Artikel 18
De retributie bedraagt € 0,25 per zak. De zakken worden slechts per doos van 300 zakken verkocht (€ 75,00).
Artikel 19
De grote P.M.D.-zakken kunnen bekomen worden aan de infobalie – stadhuis gelijkvloers – tijdens de kantooruren.
Artikel 20
De grote P.M.D.-zakken mogen enkel gebruikt worden door de scholen van Aarschot.
Artikel 21
De koper verbindt er zich toe de grote P.M.D.-zakken niet door te verkopen, te ruilen of af te staan aan derden.
Artikel 22
De retributie op het afleveren van grote P.M.D.-zakken is ten laste van diegene die er om verzoekt.
Artikel 23
De retributie op het afleveren van grote P.M.D.-zakken moet contant worden betaald.
IV. Recyclagepark
Artikel 24
Er wordt voor de periode 1 januari 2023 t.e.m. 31 december 2023 een retributie gevestigd op de aanvoer van gras, tuinafval, grof vuil, boomstronken, snoeihout, houtafval, bouw- en sloopafval, vlak glas en autobanden op het recyclagepark.
Artikel 25: Aanvoer grof vuil op het recyclagepark:
Voor de aanvoer van het grof vuil op het recyclagepark, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de weegbrug de massa van het aangevoerde grof vuil, registreert.
Artikel 26: Aanvoer groenafval (gras, tuinafval en snoeihout) en boomstronken op het recyclagepark:
Voor de aanvoer van het groenafval (gras, tuinafval en snoeihout) en boomstronken op het recyclagepark, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de weegbrug de massa van het aangevoerde tuinafval, gras, snoeihout en boomstronken, registreert.
Voor de eerste 200 kg groenafval en boomstronken dewelke worden aangeboden op het recyclagepark krijgen de referentiepersonen jaarlijks een reductie van 100 % op de betreffende retributie.
Artikel 27: Aanvoer houtafval, asbestcement en vlak glas op het recyclagepark:
Voor de aanvoer van houtafval, asbestcement en vlak glas op het recyclagepark, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de weegbrug de massa van het aangevoerde houtafval, asbestcement en/of vlak glas registreert.
Voor de eerste 200 kg asbestcement dewelke worden aangeboden op het recyclagepark krijgt de referentiepersoon jaarlijks een reductie van 100 % op de betreffende retributie.
Voor de eerste 300 kg houtafval dewelke worden aangeboden op het recyclagepark krijgt de referentiepersoon jaarlijks een reductie van 100 % op de betreffende retributie.
Artikel 28: Aanvoer bouw- en sloopafval op het recyclagepark:
Voor de aanvoer van bouw- en sloopafval op het recyclagepark wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de weegbrug de massa van het aangevoerde bouw- en sloopafval registreert.
Voor de eerste 300 kg bouw- en sloopafval dewelke worden aangeboden op het recyclagepark krijgt de referentiepersoon jaarlijks een reductie van 100 % op de betreffende retributie.
Artikel 29
De retributie op de aanvoer van afvalstoffen op het recyclagepark is ten laste van diegene (referentiepersoon) die er om verzoekt.
Artikel 30
Bij elke registratie van een massa van aangevoerde afvalstoffen op het recyclagepark (door de weegbrug) zal de retributie zoals bepaald in de artikelen 25, 26, 27 en 28 in mindering worden gebracht van de provisierekening, gekoppeld aan de referentiepersoon die (of in wiens naam) de afvalstoffen aangeboden werden op het recyclagepark.
Het reglement inzake het doorvoeren van een sociaal verantwoorde financiële tegemoetkoming voor de huishoudelijke afvalkosten / retributie voor extra contingent witte kunststofzakken - Dienstjaar 2023, wordt goedgekeurd.
Bij wijze van dienst aan de Aarschotse bevolking is het aangewezen een sociale correctie toe te kennen aan de bevolkingsgroepen die wegens omstandigheden meer huishoudelijk afval hebben dan een doorsnee gezin (wegens ziekte, kinderen, enz.).
Voor het dienstjaar 2023 komen volgende bevolkingsgroepen in aanmerking voor de tussenkomst van een éénmalige premie in de onkosten voor de huisvuilophaling:
Peritoneale dialysepatiënten | € 25 |
Stomapatiënten | € 25 |
Patiënten die lijden aan incontienentie | 100 witte kunststofzakken voor luierafval |
Gezinnen met 1 of > kinderen jonger dan 3 jaar | 100 witte kunststofzakken voor luierafval of voor herbruikbare luiers de helft van de factuur met een maximum van € 125 |
Onthaalouders | 100 witte kunststofzakken voor luierafval per voltijds kind |
Mini-crèches | 100 witte kunststofzakken voor luierafval per voltijds kind |
De financiële tegemoetkoming is cumuleerbaar voor de rechthebbenden die tegelijk voldoen aan meerdere van de hoger genoemde correcties.
De premie voor de aankoop of huur van een pakket voorgevormde herbruikbare luiers en bijhorende benodigdheden is enkel en alleen van toepassing voor gezinnen met één of meerdere kinderen jonger dan 3 jaar. Deze premie kan maar éénmaal per kind worden aangevraagd (blijft geldig gedurende 3 jaar) en is derhalve niet cumuleerbaar met andere financiële tegemoetkomingen voortkomend uit het besluit.
Bovendien wordt de mogelijkheid geboden aan de doelgroepen om een extra contingent witte kunststofzakken aan te kopen bovenop het gratis contingent. Voor het afleveren van het extra contingent van 50 witte kunststofzakken wordt een kostprijs van € 0,15 per witte kunststofzak aangerekend, of wel te verstaan € 7,5 voor 1 totaal contingent witte kunststofzakken (50 stuks). De retributie is verschuldigd bij aankoop van het contingent.
De volgende doelgroepen hebben recht om jaarlijks - éénmalig - een extra contingent witte kunststofzakken aan te kopen bij de dienst Leefmilieu van de stad Aarschot:
Het extra contingent bestaat uit maximaal 50 witte kunststofzakken, in 1 maal aan te schaffen.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het voorgelegde ontwerp van beslissing goed te keuren.
Overwegende dat
De gepaste kredieten zijn voorzien in het meerjarenplan:
Artikel 1
Voor het dienstjaar 2023 wordt er door het stadsbestuur een jaarlijks éénmalige premie als tussenkomst in de onkosten voor huisvuilophaling voorzien voor rechthebbenden die behoren tot de hieronder opgesomde bevolkingsgroepen:
Onder rechthebbenden dient te worden verstaan:
Artikel 2
Het bedrag van de premie en/of het aantal witte kunststofzakken voor luierafval bedraagt eenmalig voor 2023:
€ 25 | voor peritoneale dialysepatiënten |
€ 25 | voor stomapatiënten |
100 witte kunststofzakken voor luierafval | voor patiënten die lijden aan incontinentie |
100 witte kunststofzakken voor luierafval of voor herbruikbare luiers de helft van de factuur met een maximum van 125 € | voor gezinnen met één of meerdere kinderen jonger dan 3 jaar |
100 witte kunststofzakken voor luierafval | voor onthaalouders; |
100 witte kunststofzakken voor luierafval | voor mini-crèches |
De financiële tegemoetkoming is cumuleerbaar voor de rechthebbenden die tegelijk voldoen aan meerdere van de hoger genoemde voorwaarden. Alleen gezinnen die een premie voor herbruikbare luiers hebben aangevraagd kunnen geen gebruik meer maken van de premie onder de vorm van 100 witte kunststofzakken voor luierafval.
Artikel 3
De premie voor de aankoop of huur van een pakket voorgevormde herbruikbare luiers en bijhorende benodigdheden is enkel en alleen van toepassing voor gezinnen met één of meerdere kinderen jonger dan 3 jaar. Deze premie kan maar éénmaal per kind worden aangevraagd (blijft geldig gedurende 3 jaar) en is derhalve niet cumuleerbaar met andere financiële tegemoetkomingen voorkomend uit dit besluit.
Artikel 4
De verschillende groepen rechthebbenden moeten inwoner zijn van Aarschot (of gehuisvest te zijn in Aarschot in geval van onthaalouders en/of mini-crèches) en dienen volgende bewijzen voor te leggen aan het College van Burgemeester en Schepen:
Artikel 5
Binnen de perken van de daartoe voorziene kredieten en na afgifte van het aanvraagformulier, te samen met de gevraagde bewijsmaterialen, zal voor de peritoneale dialysepatiënten en voor de stomapatiënten een bedrag ter waarde van de toegekende sociale correcties worden gestort op de provisierekening van de persoon die het aanvraagformulier invult of zo deze persoon niet als referentiepersoon ingeschreven is in het nieuwe afvalbetaalsysteem, van de persoon die ingeschreven is in het bevolkingsregister op hetzelfde adres als de persoon die het aanvraagformulier afgeeft en als referentiepersoon deelneemt aan het nieuwe afvalbetaalsysteem.
De datum van de voorlegging van de gevraagde documenten aan het College van Burgemeester en Schepenen, is bepalend voor het nazicht van de vereiste voorwaarden tot toekenning van de premie.
Artikel 6
Binnen de perken van de daartoe voorziene kredieten en na afgifte van het aanvraagformulier, te samen met de gevraagde bewijsmaterialen, zal voor de gezinnen met één of meerdere kinderen jonger dan 3 jaar, dewelke een premie voor de aankoop of huur van een pakket voorgevormde herbruikbare luiers met bijhorende benodigdheden hebben aangevraagd, de premie worden uitbetaald op rekeningnummer van de aanvrager, max. 3 maanden na het indienen van de aanvraag;
De datum van de voorlegging van de gevraagde documenten aan het College van Burgemeester en Schepenen, is bepalend voor het nazicht van de vereiste voorwaarden tot toekenning van de premie.
Artikel 7
Voor het dienstjaar 2023 wordt een retributie ingevoerd op de verkoop van een extra contingent witte kunststofzakken:
Voor het afleveren van het extra contingent van 50 witte kunststofzakken wordt een kostprijs van € 0,15 per witte kunststofzak aangerekend, of wel te verstaan € 7,5 voor 1 totaal contingent witte kunststofzakken (50 stuks). De retributie is verschuldigd bij aankoop van het contingent.
De volgende doelgroepen hebben recht om jaarlijks - éénmalig - een extra contingent witte kunststofzakken aan te kopen bij de dienst Leefmilieu van de stad Aarschot:
als onder artikel 4 beschreven.
Het extra contingent bestaat uit maximaal 50 witte kunststofzakken, in 1 maal aan te schaffen.
De aankoop kan doorgaan na controle van de bewijsstukken, als onder artikel 4.
Bij gebreke aan betaling in der minne zal de retributie burgerrechterlijk ingevorderd worden.
De gemeenteraad beslist tot opheffing van het gemeentelijk subsidiereglement voor de aanplanting en het onderhoud van kleine landschapselementen (KLE) en de installatie van soortenbeschermingsmaatregelen.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het gemeentelijk subsidiereglement voor de aanplanting en het onderhoud van kleine landschapselementen en de installatie van soortenbeschermingsmaatregelen op te heffen aangezien:
Overwegende dat in het meerjarenplan 2020-2025 kredieten werden voorzien op MJP104493.
Artikel 1
Het gemeentelijk subsidiereglement voor de aanplanting en het onderhoud van kleine landschapselementen (KLE) en de installatie van soortenbeschermingsmaatregelen, goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 17.12.2009, wordt opgeheven.
Artikel 2
De opheffing van bovengenoemd subsidiereglement gaat in op 01.01.2023.
De gemeenteraad keurt het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen (elektriciteit en gas) op gemeentelijk openbaar domein voor de periode 2023 - 2025, goed.
Dagelijks worden werken en herstellingen aan nutsleidingen uitgevoerd op het gemeentelijk grondgebied, die vanzelfsprekend een invloed op het openbaar domein hebben.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het retributiereglement op werken aan nutsvoorzieningen (elektriciteit en gas) op gemeentelijk openbaar domein voor de periode 2023 - 2025 goed te keuren.
Gelet op
Artikel 1. Algemeen
Er wordt aan de eigenaar van elke nutsvoorziening een retributie aangerekend op de gemeentelijke dienstverlening en het gebruik van het gemeentelijk openbaar domein naar aanleiding van werken aan permanente nutsvoorzieningen op het gemeentelijk openbaar domein, in uitvoering en met toepassing van de Code voor Infrastructuur- en Nutswerken langs gemeentewegen.
Permanente nutsvoorzieningen zijn:
De retributie is niet verschuldigd indien de werken worden uitgevoerd samen met of onmiddellijk voorafgaand aan wegen- of rioleringswerken uitgevoerd door de stad/gemeente of indien het werken zijn die uitgevoerd worden op verzoek van de stad/gemeente.
De retributie sluit elke andere heffing, semi-heffing of waarborgstelling in het kader van werken aan permanente nutsvoorzieningen door de gemeente uit zowel in hoofde van de distributienetbeheerder als van haar werkmaatschappij en ongeacht of voorgenoemden deze werken uitvoeren in eigen naam, dan wel laten uitvoeren door derden in naam en voor rekening van de distributienetbeheerder of de werkmaatschappij.
Onderhavig retributiereglement gaat in vanaf 1 januari 2023 voor een termijn eindigend op 31 december 2025.
Artikel 2. Retributie naar aanleiding van sleufwerken
De retributie naar aanleiding van sleufwerken is verschuldigd per dag en per meter openliggende sleuflengte voor alle sleufwerken. Zij bedraagt per meter sleuflengte voor werken in rijwegen 10,24 euro, voor werken in voetpaden 7,88 euro en voor werken in aardewegen 4,73 euro.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Indexatie gebeurt aan het begin van een nieuwe cyclus van 3 jaar.
Een begonnen dag geldt voor een volledige dag.
Artikel 3. Retributie voor dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen, kleine onderhoudswerken en ter compensatie van diverse heffingen en belastingen
Voor de hinder veroorzaakt door de dringende werken, aansluitingswerken, herstellingen en kleine onderhoudswerken met een sleufoppervlakte van maximum 3 m², wordt per kalenderjaar een retributie geheven van 1,00 euro per op het grondgebied van de stad/gemeente aanwezig aansluitingspunt.
Ter compensatie van diverse heffingen en belastingen in hoofde van zowel de distributienetbeheerder als haar werkmaatschappij wordt een retributie voorzien van 0,50 euro per aanwezig aansluitingspunt op het grondgebied van de stad/gemeente.
Op deze basisbedragen wordt een indexatie toegepast, naar analogie met de door de VREG goedgekeurde niet-periodieke tarieven, zoals jaarlijks gepubliceerd in augustus.
Deze retributies zijn verschuldigd vóór het einde van ieder jaar. In dit kader doet iedere nutsmaatschappij vóór 15 december van ieder jaar opgave van het aantal aansluitingspunten op het grondgebied van de stad/gemeente.
Artikel 4. Inning
De retributie dient te worden betaald binnen de 30 kalenderdagen na toezending van de facturen.
De gemeenteraad keurt het retributiereglement op de vergunningen voor het individueel bezoldigd personenvervoer en bestuurderspassen, goed.
De Vlaamse decreetgever heeft beslist dat
De vergunningen die afgeleverd werden voor 01.01.2020, vallen nog onder het “oude decreet” (decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg) en zijn derhalve (mogelijk) nog onderhevig aan de “belasting op het verhuren van een voertuig met bestuurder”.
Het decreet van 29 maart 2019 en het BVR van 8 november 2019 vormen de juridische basis om de decretaal opgelegde retributies door de gemeente te innen, wat betekent dat de gemeente sowieso verplicht is om de decretale retributies te innen.
VVSG meent dat een eigen retributiereglement niet noodzakelijk is om een retributie op de vergunningen of bestuurderspassen te kunnen innen. Maar het is wel aan te bevelen in een eigen reglement te voorzien.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld om het retributiereglement op de vergunningen voor het individueel bezoldigd personenvervoer en bestuurderspassen goed te keuren.
De Vlaamse decreetgever heeft beslist dat
De vergunningen die afgeleverd werden voor 01.01.2020, vallen nog onder het “oude decreet” (decreet van 20 april 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg) en zijn derhalve (mogelijk) nog onderhevig aan de “belasting op het verhuren van een voertuig met bestuurder”.
Het decreet van 29 maart 2019 en het BVR van 8 november 2019 vormen de juridische basis om de decretaal opgelegde retributies door de gemeente te innen, wat betekent dat de gemeente sowieso verplicht is om de decretale retributies te innen.
VVSG meent dat een eigen retributiereglement niet noodzakelijk is om een retributie op de vergunningen of bestuurderspassen te kunnen innen. Maar het is wel aan te bevelen in een eigen reglement te voorzien.
Het decreet en het BVR bepalen de schuldenaar van de retributie, het forfaitaire bedrag van de retributie (inclusief indexatie), het moment waarop de retributie betaald moet worden en het ondeelbare karakter van de retributie in de loop van het kalenderjaar.
Artikel 1. Definities
Individueel bezoldigd personenvervoer: het vervoer van personen waarvoor een vergoeding wordt gevraagd die hoger is dan de vervoersonkosten en zoals verder gedefinieerd in het decreet van 29 maart 2019 betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer
Bestuurder: elke natuurlijk persoon die een voertuig bestuurt waarmee diensten voor individueel bezoldigd personenvervoer worden verricht
Exploitant: elke natuurlijke persoon of rechtspersoon die een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer exploiteert
Bestuurderspas: pas uitgereikt overeenkomstig art. 18, §1 van het decreet van 29 maart 2019
Vergunning: de vergunning voor de exploitatie van een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer vermeld in art. 6, §1 van het decreet van 29 maart 2019
Artikel 2. Toepassingsgebied
Vanaf het aanslagjaar 2022 is er een retributie verschuldigd voor:
Artikel 3. Heffingsplichtige
De jaarlijkse retributie voor het uitreiken van een vergunning is verschuldigd door de exploitant, houder van de vergunning.
De retributie voor het afleveren van een bestuurderspas is verschuldigd door de aanvrager.
Artikel 4. Tarief
4.1. Vergunning
De jaarlijkse retributie bedraagt:
Deze bedragen worden aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2019.
De retributie is verschuldigd voor het hele jaar, onafhankelijk van het moment waarop de vergunning wordt afgegeven.
De vermindering van het aantal voertuigen of de opschorting van de exploitatie met een of meer voertuigen geeft geen aanleiding tot een retributieteruggave. Dit geldt eveneens voor de schorsing of de intrekking van een vergunning of het buiten werking stellen van een of meer voertuigen voor welke reden dan ook.
4.2. Bestuurderspas
De retributie op het afleveren van de bestuurderspas bedraagt éénmalig per aanvraag 20 euro. (geïndexeerd bedrag voor 2022 is 21,23 euro)
Deze retributie wordt op 1 januari van elk jaar aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Deze aanpassing gebeurt door middel van de coëfficiënt die wordt bekomen door het indexcijfer van de maand december van het jaar voorafgaand aan het belastingjaar te delen door het indexcijfer van de maand december 2019.
Artikel 5. Inning
De retributie op de vergunning is verschuldigd bij de afgifte van vergunning, nadien telkens op 1 januari.
De retributie op de bestuurderspas is verschuldigd bij de afgifte.
De gemeenteraad gaat akkoord met de voorgestelde wijzigingen en keurt het aangepaste politiereglement op de begraafplaatsen en het huishoudelijk reglement op de begraafplaats(en) goed.
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 26.01.2006 betreffende de politieverordening op de begraafplaatsen en crematoria, zoals gewijzigd door de gemeenteraad op 22.06.2006, 18.10.2010 en 16.01.2012;
Gelet op de noodzaak tot aanpassing/actualisering van het politiereglement en het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen;
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld akkoord te gaan met de voorgestelde wijzigingen en het aangepaste politiereglement op de begraafplaatsen en het huishoudelijk reglement op de begraafplaats(en) goed te keuren.
Gelet op de noodzaak tot aanpassing/actualisering van het politiereglement en het huishoudelijk reglement op de begraafplaatsen;
POLITIEREGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATSEN - WIJZIGINGEN
Het reglement wordt aangepast aan de nieuwe terminologie.
Artikel 17 wordt aangepast aan de nieuwe reglementering.
De mogelijkheid wordt voorzien voor ouders om levenloos geboren kinderen te laten begraven of te laten cremeren, ook als de zwangerschapsduur van 12 weken nog niet werd bereikt.
"Levenloos geboren kinderen die de wettelijke levensvatbaarheidgrens nog niet hebben bereikt, kunnen op verzoek van de ouders worden gecremeerd. De as kan na crematie bijgezet worden op een voorbehouden gemeenschappelijke ruimte op de gemeentelijke begraafplaats te Gelrode met name de Sterretjesweide. De Sterretjesweide is bedoeld voor levenloos geboren kinderen waarvan minstens één ouder in Aarschot woont (m.a.w. ingeschreven in het bevolkings-, vreemdelingen- of wachtregister van de stad Aarschot)."
Artikel 20 (laatste en voorlaatste zin) wordt aangepast als volgt:
"De aanvraag tot ontgraving dient door de nabestaande schriftelijk te worden gericht aan de burgemeester. Onverminderd het recht van de burgemeester om in de toelating bijzondere voorwaarden op te leggen, moeten steeds volgende beschikkingen worden nageleefd:
Aan artikel 21 wordt volgende zin toegevoegd:
"De burgemeester kan een nabestaande toestemming verlenen om de opgraving bij te wonen."
Aan artikel 37 §1. (laatste lid) wordt gewijzigd als volgt:
"De as van een gecremeerd stoffelijk overschot kan in een urn worden geplaatst die binnen de omheining van de begraafplaats:
De uren en dagen waarop begraven wordt, zoals vermeld in artikel 44, worden gewijzigd:
"Tijdens werkdagen gebeurt dit ten laatste tot 16u, zaterdagen tot 14u". (i.p.v. tijdens de werkdagen en zaterdagen in de winterperiode van 1 november tot 1 maart gebeurt dit ten laatste tot 16u)
HUISHOUDELIJK REGLEMENT OP DE BEGRAAFPLAATS(EN) - WIJZIGINGEN
De concessie voor een grafkelder wordt uitdovend. (artikel 1)
In artikel 2 (tweede zin) wordt 'en niet op voorhand' geschrapt.
"De aankoop van een concessie kan enkel gebeuren bij een overlijden."
De concessies worden verleend voor 25 jaar (i.p.v. 50 jaar) behalve voor de grafkelders. De concessies voor de nog vrije grafkelders worden verleend voor 50 jaar maar deze zijn uitdovend. (artikel 5)
De duur van het concessiecontract neemt een aanvang op de overlijdensdatum (i.p.v. op de datum van de voorvermelde beslissing van het college van burgemeester en schepenen). (artikel 6)
In artikel 11 wordt 'gemeenteontvanger' vervangen door 'financieel directeur'.
In artikel 15 wordt percelen 'voor het begraven in volle grond'' vervangen door percelen 'voor niet-geconcedeerde graven'.
De regeling in artikel 16 (concessie van 50 jaar voor grafkelder) is uitdovend.
De concessies voor de gesloten nissen wordt beperkt tot 25 jaar (i.p.v. 50 jaar). (artikel 21)
Toevoeging van nieuwe artikelen 24 t/m 28 i.v.m. de sterretjesweide. De vroegere artikelen 24 t/m 26 worden hernummerd. (art. 29 t/m 31)
In artikel 29 (vroegere artikel 24) wordt de term 'verlenging' van het graf/urngraf vervangen door 'hernieuwing' van het graf/urngraf.
De aangepaste reglementen worden als bijlage toegevoegd aan dit agendapunt.
De gemeenteraad gaat akkoord met de voorgestelde wijzigingen en keurt het aangepaste politiereglement op de begraafplaatsen en het huishoudelijk reglement op de begraafplaats(en) goed.
De gemeenteraad keurt de wijziging van het retributiereglement op de begraafplaatsen goed.
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad dd. 12 december 2019 houdende goedkeuring van de retributie op de begraafplaatsen vanaf 1 januari 2020;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad dd. 15 december 2022 houdende aanpassing van het politiereglement op de begraafplaatsen en het huishoudelijk reglement op de begraafplaats(en);
De concessies worden verleend voor 25 jaar en niet meer voor 50 jaar. Voor het verlenen van een concessie voor een grafkelder van 50 jaar geldt een uitdovende regeling.
Bijgevolg is een aanpassing van het retributiereglement op de begraafplaatsen noodzakelijk.
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad dd. 12 december 2019 houdende goedkeuring van de retributie op de begraafplaatsen vanaf 1 januari 2020;
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad dd. 15 december 2022 houdende aanpassing van het politiereglement op de begraafplaatsen en het huishoudelijk reglement op de begraafplaats(en);
De concessies worden verleend voor 25 jaar en niet meer voor 50 jaar. Voor het verlenen van een concessie voor een grafkelder van 50 jaar geldt een uitdovende regeling.
Bijgevolg is een aanpassing van het retributiereglement op de begraafplaatsen noodzakelijk.
De bedragen worden tevens geïndexeerd, rekening houdend met de indexatieclausule opgenomen in het retributiereglement.
"De bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemmen overeen met de gezondheidsindex van de maand november 2013.
Deze bedroeg 121,12 (gezondheidsindex 2004 = 100).
Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat.
Het bedrag na indexering zal worden afgerond naar de hogere tien cent."
De gezondheidsindex voor de maand november 2022 bedraagt 153,91.
basisbedrag x 153,91 (gezondheidsindex nov. 2022)
121,12 (gezondheidsindex nov. 2013)
Gelet op de financiële toestand van de gemeente;
(ter vervanging van het retributiereglement op de begraafplaatsen, goedgekeurd door de gemeenteraad op 12.12.2019)
Artikel 1
Er wordt vanaf 1 januari 2023 een retributie gevestigd op de begraafplaatsen.
Artikel 2
De retributie wordt vastgesteld als volgt:
Omschrijving | Tarief |
Columbariumnis (2 personen) voor 25 jaar Hernieuwing concessie |
579,1 euro 579,1 euro |
Concessie urnegraf (2 personen) voor 25 jaar Hernieuwing concessie |
579,1 euro 579,1 euro |
Concessie middengang Aarschot + kelder voor 50 jaar Hernieuwing concessie |
7.272,7 euro 7.272,7 euro |
Concessie + kelder voor 50 jaar Hernieuwing concessie |
3.636,4 euro 3.636,4 euro |
Concessie in volle grond voor 25 jaar Hernieuwing concessie |
2.066,2 euro 2.066,2 euro |
Behouden van rijgraf of urne bij omwenteling | 828,1 euro |
Begraving huisdier Hernieuwing |
66,3 euro 66,3 euro |
De bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemmen overeen met de gezondheidsindex van de maand november 2013. Deze bedroeg 121,12 (gezondheidsindex 2004 = 100).
Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat.
Het bedrag na indexering zal worden afgerond naar de hogere tien cent.
Artikel 3
De retributie moet betaald worden bij het indienen van de aanvraag, in handen van de financieel directeur van de stad, tegen afgifte van een kwitantie. De som wordt terugbetaald, indien de vergunning geweigerd wordt.
De gemeenteraad stemt in met de gewijzigde vertegenwoordiging en de statutenwijziging van Projectvereniging de Merode.
De gemeenten Aarschot, Herselt, Hulshout, Laakdal, Scherpenheuvel-Zichem, Tessenderlo en Westerlo werken samen rond cultuur en erfgoed binnen de intergemeentelijke samenwerking Projectvereniging de Merode.
Een aantal gemeenten vragen een verandering van vertegenwoordigers in de raad van bestuur van deze projectvereniging. Daarnaast nemen andere vertegenwoordigers de rol op van voorzitter en ondervoorzitter.
Deze wissels in vertegenwoordiging moeten worden opgenomen in de statuten, die opnieuw moeten worden neergelegd zodat het KBO correct is.
Een overzicht van de wissels:
De andere stemgerechtigde vertegenwoordigers blijven dezelfde schepenen / burgemeesters.
Het huidig dagelijks bestuur (Gerda Broeckx, Alies Smeets en Manu Claes) geeft de fakkel over - conform het huishoudelijk reglement - aan een nieuwe voorzitter en ondervoorzitter vanaf 1 januari 2023:
Verder wordt van deze statutenwijziging gebruik gemaakt om de afkorting ‘IGCS’ te wijzigen naar ‘cultuurregio’.
Inhoudelijk zijn er geen wijzigingen aan de statuten van de Projectvereniging de Merode.
De gemeente Diest wordt nog meegenomen in de statuten zodat Diest nog in regel is met het decreet lokaal bestuur maar zij maken geen deel uit van enige deelwerking.
De gemeenten Aarschot, Herselt, Hulshout, Laakdal, Scherpenheuvel-Zichem, Tessenderlo en Westerlo werken samen rond cultuur en erfgoed binnen de intergemeentelijke samenwerking Projectvereniging de Merode.
Een aantal gemeenten vragen een verandering van vertegenwoordigers in de raad van bestuur van deze projectvereniging. Daarnaast nemen andere vertegenwoordigers de rol op van voorzitter en ondervoorzitter.
Deze wissels in vertegenwoordiging moeten worden opgenomen in de statuten, die opnieuw moeten worden neergelegd zodat het KBO correct is.
Een overzicht van de wissels:
De andere stemgerechtigde vertegenwoordigers blijven dezelfde schepenen / burgemeesters.
Het huidig dagelijks bestuur (Gerda Broeckx, Alies Smeets en Manu Claes) geeft de fakkel over - conform het huishoudelijk reglement - aan een nieuwe voorzitter en ondervoorzitter vanaf 1 januari 2023:
Verder wordt van deze statutenwijziging gebruik gemaakt om de afkorting ‘IGCS’ te wijzigen naar ‘cultuurregio’.
Inhoudelijk zijn er geen wijzigingen aan de statuten van de Projectvereniging de Merode.
De gemeente Diest wordt nog meegenomen in de statuten zodoende dat Diest nog in regel is met het decreet lokaal bestuur maar zij maken geen deel uit van enige deelwerking.
De gewijzigde statuten gaan als bijlage.
Enig artikel
De gemeenteraad stemt in met de gewijzigde vertegenwoordiging en de statutenwijziging van Projectvereniging de Merode als in bijlage.
De gemeenteraad neemt kennis van het syntheseverslag van Iverlek m.b.t. de activiteiten in 2022.
Conform de bepalingen van het decreet lokaal bestuur brengen de leden van de bestuursorganen ten overstaan van hun gemeenteraad twee maal per jaar verslag uit over de uitoefening van hun mandaat en over het beleid van de opdrachthoudende vereniging.
Aan de bestuurders wordt daarom een syntheseverslag overgemaakt.
Het bedoelde document gaat als bijlage.
Het syntheseverslag m.b.t. de activiteiten in 2022 van Iverlek wordt voor kennisgeving voorgelegd aan de gemeenteraad.
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van het syntheseverslag 2022 m.b.t. de activiteiten van Iverlek.
De gemeenteraad hecht zijn goedkeuring aan de agenda van de buitengewone algemene vergadering van cvba Cnuz op 20.12.2022. De raad draagt de vertegenwoordiger van de stad Aarschot op zijn stemgedrag hierop af te stemmen.
Stad Aarschot is aandeelhouder van de cvba Cnuz.
Op dinsdag 20 december 2022 om 19u00 organiseert cvba Cnuz een buitengewone algemene vergadering die zal plaatsvinden in het Sociaal Huis, Kabbeekvest 110 te Tienen met volgende agendapunten
De gemeenteraad in vergadering van 25.04.2019 stelde de heer Guy Van den Broeck aan als volmachtdrager van de stad Aarschot in de algemene vergaderingen van de cvba Cnuz.
De gemeenteraad wordt verzocht zijn goedkeuring te hechten aan de agenda en de aangeduide vertegenwoordiger op te dragen om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van de cvba Cnuz op 20.12.2022, te onderschrijven en zijn stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering.
Stad Aarschot is aandeelhouder van de cvba Cnuz.
Gelet op de uitnodiging van cvba Cnuz voor een buitengewone algemene vergadering op 20.12.2022 om 19u00 die zal plaatsvinden in het Sociaal Huis, Kabbeekvest 110 te Tienen met volgende agendapunten:
Gelet op de gemeenteraad in vergadering van 25.04.2019 houdende aanstelling van de heer Guy Van den Broeck als volmachtdrager van de stad Aarschot in de algemene vergaderingen van de cvba Cnuz.
De gemeenteraad wordt verzocht zijn goedkeuring te hechten aan de agenda en de aangeduide vertegenwoordiger op te dragen om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van de cvba Cnuz op 20.12.2022, te onderschrijven en zijn stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering.
Artikel 1
De gemeenteraad beslist goedkeuring te verlenen aan voormelde agendapunten van de buitengewone algemene vergadering van cvba Cnuz op 20.12.2022.
Artikel 2
De gemeenteraad draagt de aangeduide vertegenwoordiger op om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot de buitengewone algemene vergadering van cvba Cnuz op 20.12.2022 te onderschrijven en zijn stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde buitengewone algemene vergadering.
De gemeenteraad draagt mevrouw Isabelle Dehond, voorzitter van de gemeenteraad, Testeltsesteenweg 116, 3201 Aarschot voor als kandidaat-bestuurder voor de dienstverlenende vereniging Interleuven.
Op 17 september 2020 droeg de gemeenteraad mevrouw Gwendolyn Rutten, burgemeester, voor als kandidaat-bestuurder voor de dienstverlenende vereniging Interleuven.
Mevrouw Rutten wenst ontslag te nemen als bestuurder bij Interleuven.
In toepassing van artikel 18 en 20 van de statuten van Interleuven kan een lid van de raad van bestuur worden vervangen na ontslag.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld mevrouw Isabelle Dehond voor te dragen als kandidaat-bestuurder ter vervanging van mevrouw Gwendolyn Rutten.
Gelet op
In toepassing van artikel 18 en 20 van de statuten van Interleuven kan een lid van de raad van bestuur worden vervangen na ontslag.
Artikel 18 (bestuur -benoeming)
"18.1.1. De vereniging wordt bestuurd door een raad van bestuur, op voordracht van de gemeentelijke deelnemers benoemd door de algemene vergadering en door haar afzetbaar.
Het aantal leden van de raad van bestuur bedraagt vijftien.
18.1.2. De mandaten worden verdeeld als volgt: één bestuurder voor Leuven, één bestuurder voor de cluster Tienen/Hoegaarden, één bestuurder voor de cluster Aarschot/Linter, één bestuurder voor de cluster Rotselaar/Begijnendijk, één bestuurder voor de cluster Tremelo/Keerbergen, één bestuurder voor de cluster Haacht/Boortmeerbeek, één bestuurder voor de cluster Herent/Kortenberg, één bestuurder voor de cluster Tervuren/Huldenberg, één bestuurder voor de cluster Bertem/Oud-Heverlee, één bestuurder voor de cluster Bierbeek/Boutersem, één bestuurder voor de cluster Lubbeek/Holsbeek, één bestuurder voor de cluster Landen/Zoutleeuw, één bestuurder voor de cluster Geetbets/Kortenaken/Glabbeek, één bestuurder voor de cluster Bekkevoort/Tielt-Winge en één bestuurder voor de cluster Diest/Scherpenheuvel-Zichem.
Indien er in een cluster van gemeenten geen akkoord is en er voor elke gemeente een kandidaat bestuurder wordt voorgedragen, beslist de algemene vergadering.
De deelnemers niet-gemeenten worden vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur tot aan de eerste algemene vergadering waarop ze een andere bestuurder uit de lijst van bestuurders als hun vertegenwoordiger kunnen aanduiden.
18.2. Maximaal twee derde van de leden van de raad van bestuur zijn van hetzelfde geslacht.
Indien het totaal van de door de gemeenten voorgedragen kandidaten niet beantwoordt aan deze voorwaarde, worden de voordrachten gerangschikt in volgorde van de datum van voordracht van de gemeenteraad. Voor de kandidaten die voorgedragen worden door meer dan één gemeente, geldt, de datum van de voordracht door de gemeenteraad waarvan zij zelf deel uitmaken.
De kandidaten die het maximum van twee derde van hetzelfde geslacht overschrijden, en die als laatsten zijn voorgedragen door hun gemeenteraad, worden niet aanvaard. De gemeenten die behoren tot de groep waaruit deze kandidaat is voorgedragen, worden verzocht een kandidaat van het andere geslacht voor te dragen.
18.3. De kandidaturen worden voorgelegd aan de algemene vergadering die besluit met een eenvoudige meerderheid der uitgebrachte stemmen. Zo een kandidaat de vereiste meerderheid niet behaalt, wijst de voordragende deelnemer of cluster van deelnemers een andere kandidaat aan. De nieuwe kandidaat woont als waarnemer de vergaderingen van de raad van bestuur bij tot de eerstvolgende algemene vergadering waaraan de benoeming wordt voorgelegd.
De benoeming van bestuurders gebeurt bij geheime stemming.
De bestuurders worden benoemd voor een hernieuwbare periode van 6 jaar. Hun mandaat kan te allen tijde worden herroepen door de algemene vergadering.
Het mandaat van de bestuurders dat ingaat bij de oprichting van de vereniging neemt van rechtswege een einde bij de afloop van de lopende bestuursperiode."
Artikel 20 (vervanging van bestuurders)
"Ingeval van overlijden of ontslag van een bestuurder, voorziet de raad van bestuur in zijn vervanging op voordracht van de deelnemer die hij vertegenwoordigde.
De plaatsvervanger blijft in functie tot de algemene vergadering die dan voorziet in zijn definitieve vervanging.
De aldus benoemde bestuurder beëindigt het mandaat van de overleden of ontslaggevende bestuurder, die hij vervangt."
Gelet op het verzoek van het college van burgemeester en schepenen om mevrouw Isabelle Dehond voor te dragen voor het mandaat van kandidaat-bestuurder ter vervanging van mevrouw Gwendolyn Rutten;
Gelet op het resultaat van de geheime stemming:
Met 25 stemmen voor, 0 stemmen tegen, 1 stem onthouden.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt kennis van het ontslag van mevrouw Gwendolyn Rutten, burgemeester, Diestsesteenweg 320, 3202 Aarschot als bestuurder voor de dienstverlenende vereniging Interleuven.
Artikel 2
De gemeenteraad draagt mevrouw Isabelle Dehond, voorzitter van de gemeenteraad, Testeltsesteenweg 116, 3201 Aarschot voor als kandidaat-bestuurder voor de dienstverlenende vereniging Interleuven.
Artikel 3
Een afschrift van deze beslissing zal worden overgemaakt aan Interleuven, Brouwersstraat 6 te 3000 Leuven.
De gemeenteraad neemt kennis van de besluiten burgemeester van 28.11.2022:
en bekrachtigt deze.
Het burgemeestersbesluit van van 28.11.2022 houdende bevel tot gecontroleerde afbraak van het pakhuis gelegen achter het gebouw aan de Th. De Beckerstraat 25, 3200 Aarschot wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.
Gelet op de bijgevoegde besluiten burgemeester van 28.11.2022:
Overwegend dat artikel 134 §1 van de Nieuwe Gemeentewet aan de burgemeester de bevoegdheid toekent om in geval van ernstige stoornis van de openbare rust of andere onvoorziene gebeurtenissen, waarbij het geringste uitstel gevaar of schade zou kunnen opleveren voor de inwoners, politieverordeningen te maken onder verplichting om daarvan onverwijld aan de gemeenteraad kennis te geven; dat het in het voorliggende geval in het belang van de veiligheid noodzakelijk was dat onmiddellijk maatregelen werden getroffen om te voorkomen dat er verdere schade of gevaar zou ontstaan;
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de bijgevoegde besluiten burgemeester van 28.11.2022:
en bekrachtigt deze.
De gemeenteraad neemt kennis van de gewijzigde interne werkverdeling tussen de leden van het college van burgemeester en schepenen.
De gemeenteraad neemt kennis van de gewijzigde interne werkverdeling tussen de leden van het college van burgemeester en schepenen.
Overwegend dat:
mevrouw Gwendolyn Rutten, burgemeester, bevoegd voor
de heer Bert Van der Auwera, eerste schepen, bevoegd voor
De gemeenteraad neemt kennis van de gewijzigde interne werkverdeling tussen de leden van het college van burgemeester en schepenen.
De gemeenteraad actualiseert artikel 32 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en gemeenteraadscommissies m.b.t. de interne werkverdeling tussen de gemeenteraadscommissies.
Artikel 38 van het Decreet over het lokaal bestuur bepaalt dat de gemeenteraad bij de aanvang van de zittingsperiode een huishoudelijk reglement vaststelt waarin aanvullende maatregelen worden opgenomen voor de werking van de raad.
Naar aanleiding van de verschuiving in de bevoegdheden, dient artikel 32 "Gemeenteraadscommissies" aangepast te worden.
Aan de gemeenteraad wordt een aangepast ontwerp van huishoudelijk reglement voorgelegd dat overeenstemt met de desbetreffende bepalingen van het Decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017.
Gelet op:
Ter vervanging van het besluit van 20.01.2022
het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en de gemeenteraadscommissies vast te stellen als volgt:
BIJEENROEPING GEMEENTERAAD
Artikel 1 (art. 18, 19, 20 en 67 DLB)
§1. De gemeenteraad vergadert zo dikwijls als de zaken die tot zijn bevoegdheid behoren het vereisen en ten minste tienmaal per jaar.
§2. De voorzitter van de gemeenteraad beslist tot bijeenroeping van de gemeenteraad en stelt de agenda van de vergadering op.
§3. De voorzitter van de gemeenteraad moet de gemeenteraad bijeenroepen op verzoek van:
Bij een verplichte bijeenroeping als vermeld in §3 moeten de aanvragers in hun schriftelijke aanvraag aan de algemeen directeur de agenda vermelden, met voor elk punt een toegelicht voorstel van beslissing, en de datum en het uur van de beoogde vergadering. De algemeen directeur bezorgt vervolgens de voorstellen aan de gemeenteraadsvoorzitter. Dit verzoek tot bijeenroeping moet uiterlijk de negende dag om 9.00 uur voor de datum van de beoogde vergadering worden overhandigd aan de algemeen directeur zodat de voorzitter de oproepingstermijnen bepaald in artikel 2 van dit reglement kan nakomen.
De voorzitter roept de vergadering bijeen op de voorgestelde datum en het aangewezen uur en met de voorgestelde agenda, na overleg met het college van burgemeester en schepenen.
De agenda bevat in ieder geval de punten die door het college van burgemeester en schepenen aan de voorzitter worden meegedeeld.
De oproeping wordt tenminste acht dagen vóór de dag van de vergadering bezorgd aan de gemeenteraadsleden.
Op verzoek van de voorzitter van de gemeenteraad stelt het college van burgemeester en schepenen jaarlijks de lijst op van de data voor de gemeenteraadsvergaderingen van het komende jaar. Deze data worden dan door de voorzitter van de gemeenteraad meegedeeld aan de raadsleden in de loop van het laatste kwartaal van het lopende jaar. Enkel onvoorziene omstandigheden kunnen een afwijking van deze planning toelaten. De voornoemde informatie wordt dan ook gepubliceerd op de website van de stad: www.aarschot.be
TERMIJN EN WIJZE VAN OPROEPING
Artikel 2 (art. 19,20 DLB)
§1. De oproeping gebeurt tenminste acht dagen vóór de dag van de vergadering en wordt aan elk gemeenteraadslid per mail bezorgd. De termijn van acht dagen wordt berekend door terug te tellen vanaf de vergadering. De dag van de vergadering wordt in de termijn begrepen. De dag van de oproeping is niet in de termijn begrepen. In spoedeisende gevallen kan gemotiveerd van deze oproepingsperiode worden afgeweken.
§2. De oproeping vermeldt in elk geval de plaats, de dag, het tijdstip en de agenda van de vergadering en bevat een toegelicht voorstel van beslissing bij elk agendapunt. De agendapunten moeten voldoende duidelijk omschreven zijn. De toegelichte voorstellen van beslissing en de bijhorende dossiers worden voor elk agendapunt ter beschikking gesteld vanaf de verzending van de agenda. Deze stukken worden aan de raadsleden ter beschikking gesteld in de vergadersoftware, die hen door de stad wordt aangeboden.
TOEVOEGEN VAN PUNTEN AAN DE AGENDA
Artikel 3 (art. 21 DLB)
§1. Gemeenteraadsleden kunnen uiterlijk vijf dagen vóór de vergadering punten aan de agenda van de gemeenteraad toevoegen. Hiertoe bezorgen ze hun toegelicht voorstel van beslissing aan de algemeen directeur, die de voorstellen bezorgt aan de gemeenteraadsvoorzitter. Noch een lid van het college van burgemeester en schepenen, noch het college als orgaan, kan van deze mogelijkheid gebruik maken.
§2.De algemeen directeur deelt de aanvullende agendapunten zoals vastgesteld door de voorzitter van de gemeenteraad onmiddellijk mee aan de gemeenteraadsleden, samen met de bijbehorende toegelichte voorstellen.
De aanvullende agendapunten en de bijhorende voorstellen en toelichtende nota's worden aan de gemeenteraadslid bezorgd per mail.
De voorzitter van de raad is verplicht elk tijdig en regelmatig ingediend verzoek tot aanvulling van de agenda te respecteren zonder te oordelen over de opportuniteit van voorlegging aan de raad.
OPENBARE OF BESLOTEN VERGADERING
Artikel 4 (art. 28, 249 DLB)
§1. De vergaderingen van de gemeenteraad zijn in principe openbaar.
§2.De vergadering is niet openbaar als:
1° het om aangelegenheden gaat die de persoonlijke levenssfeer raken. Zodra een dergelijk punt aan de orde is, beveelt de voorzitter de behandeling in besloten vergadering;
2° de gemeenteraad met twee derde van de aanwezige leden en op gemotiveerde wijze beslist tot behandeling in besloten vergadering, in het belang van de openbare orde of op grond van ernstige bezwaren tegen de openbaarheid.
§3. De vergaderingen over de beleidsrapporten (=het meerjarenplan, de aanpassingen van het meerjarenplan en de jaarrekening) zijn in elk geval openbaar.
§4. De vergadering is ook openbaar wanneer
1° gemeenteraadsleden en schepenen de eed afleggen
2° het organogram, de personeelsformatie en rechtspositieregeling worden behandeld.
Artikel 5 (art. 28 §2 DLB)
De besloten vergadering kan enkel plaatsvinden na de openbare vergadering, uitgezonderd in tuchtzaken.
Als tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in besloten zitting moet worden voortgezet, kan de openbare vergadering van de gemeenteraad, enkel met dit doel, worden onderbroken.
Als tijdens de besloten vergadering van de gemeenteraad blijkt dat de behandeling van een punt in openbare zitting moet gebeuren, dan wordt dat punt opgenomen op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad. In geval van dringende noodzakelijkheid van het punt, of in geval van de eedaflegging van een personeelslid kan de besloten zitting, enkel met dat doel, worden onderbroken.
Artikel 6 (art. 29 § 4 DLB)
De gemeenteraadsleden, alsmede alle andere personen die krachtens de wet of het decreet de besloten vergaderingen van de gemeenteraad bijwonen, zijn tot geheimhouding verplicht.
INFORMATIE VOOR RAADSLEDEN EN PUBLIEK
Artikel 7 (art. 22 DLB)
§1. Plaats, dag en uur van de gemeenteraadsvergadering en de agenda worden openbaar bekend gemaakt door publicatie op de webstek van de gemeente. Dit gebeurt uiterlijk acht dagen voor de vergadering.
Indien raadsleden punten aan agenda toevoegen, wordt de aangepaste agenda binnen de 24 uur nadat hij is vastgesteld, op dezelfde wijze bekendgemaakt.
In spoedeisende gevallen wordt de agenda uiterlijk 24 uur nadat hij is vastgesteld, en uiterlijk vóór de aanvang van de vergadering, op dezelfde wijze bekendgemaakt.
Artikel 8
§1. De gemeente maakt, aan iedere natuurlijke persoon en aan iedere rechtspersoon of groepering die erom verzoekt, de agenda van de gemeenteraad en de stukken die erop betrekking hebben, openbaar door er inzage in te verlenen, er uitleg over te verschaffen of er een afschrift van te overhandigen overeenkomstig de regels in verband met openbaarheid van bestuur.
§2. De beslissingen van de gemeenteraad worden door de burgemeester bekendgemaakt op de webstek van de gemeente zoals bepaald in art. 285 tot 287 van het decreet over het lokaal bestuur.
Artikel 9 (art. 249, art. 20 DLB)
§1. Voor elk agendapunt worden de dossiers, in het bijzonder de verklarende nota's, de feitelijke gegevens, de eventueel verleende adviezen en de ontwerpen van beslissing betreffende de op de agenda ingeschreven zaken, vanaf de verzending van de oproeping, via de vergadersoftware ter beschikking gehouden van de raadsleden.
§2.Elk ontwerp van meerjarenplan, aanpassingen van het meerjarenplan en jaarrekening, worden op zijn minst veertien dagen vóór de vergadering waarop het ontwerp besproken wordt aan ieder lid van de gemeenteraad bezorgd. Deze stukken kunnen op eenvoudig verzoek op papier of op digitale wijze bezorgd worden.
Vanaf het ogenblik dat het ontwerp van het beleidsrapport bezorgd is aan de raadsleden, wordt aan hen ook de bijbehorende documentatie ter beschikking gesteld.
§3.Aan de raadsleden moet, op hun verzoek, door de algemeen directeur of de door hem aangewezen personeelsleden technische toelichting worden verstrekt over de stukken in de dossiers voor de vergadering van de gemeenteraad.
Onder technische toelichting wordt verstaan het verstrekken van inlichtingen ter verduidelijking van de feitelijke gegevens die in de dossiers voorkomen en van het verloop van de procedure.
Artikel 10(art. 29 §1, §2, §3 en §5, art. 50 DLB)
§1. De gemeenteraadsleden hebben het recht van inzage in alle dossiers, stukken en akten, ongeacht de drager, die het bestuur van de gemeente betreffen.
§2. 1° De notulen van de vergaderingen van het college van burgemeester en schepenen worden, uiterlijk op dezelfde dag als de vergadering van het college volgend op deze waarop de notulen werden goedgekeurd, verstuurd aan de gemeenteraadsleden. Dit gebeurt via een link naar de vergadersoftware.
2° De goedgekeurde verslagen van de raad van bestuur en het directiecomité van de autonome gemeentebedrijven liggen ter inzage bij het secretariaat van de gemeente. Raadsleden die hierom verzoeken kunnen deze verslagen elektronisch ter beschikking krijgen.
§3. De briefwisseling gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad en die bestemd is voor de gemeenteraad, wordt meegedeeld aan de gemeenteraadsleden.
§4. De raadsleden kunnen zonder voorafgaande aanvraag tijdens de dagen en uren dat de diensten van het gemeentebestuur geopend zijn volgende documenten inzien:
§5. Alle andere documenten en dossiers dan die in art. 9 en art. 10, § 2 tot § 4, die betrekking hebben op het bestuur van de gemeente, kunnen door de raadsleden geraadpleegd worden.
Het college zal de dagen en uren bepalen waarop de raadsleden deze andere documenten kunnen raadplegen.
Om het college in de mogelijkheid te stellen te onderzoeken of de gevraagde stukken of akten betrekking hebben op het bestuur van de gemeente, delen de raadsleden aan het college schriftelijk mee welke documenten zij wensen te raadplegen.
Aan de raadsleden wordt uiterlijk binnen acht werkdagen na de ontvangst van de aanvraag meegedeeld waar en wanneer de stukken kunnen worden ingezien.
Het raadslid, dat de in deze § bedoelde stukken niet is komen raadplegen tijdens de week volgend op het tijdstip waarop hem is meegedeeld dat ze ter inzage liggen, wordt geacht af te zien van inzage.
§6. De gemeenteraadsleden kunnen een afschrift verkrijgen van die dossiers, stukken en akten. De vergoeding die eventueel wordt gevraagd voor het afschrift stemt overeen met de gemeentelijke retributie voor het opzoeken, het samenstellen en het afleveren van administratieve stukken, inlichtingen en bestuursdocumenten. Deze vergoeding mag in geen geval meer bedragen dan de kostprijs.
De raadsleden doen hun aanvraag tot het verstrekken van een afschrift schriftelijk en met een duidelijke omschrijving van de bedoelde akten en stukken.
De gemotiveerde beslissing van het college tot weigering van de aflevering van een afschrift moet uiterlijk tien werkdagen na ontvangst van de aanvraag aan het betrokken raadslid worden meegedeeld.
§7. De gemeenteraadsleden hebben het recht de gemeentelijke instellingen en diensten die de gemeente opricht en beheert te bezoeken, ook de autonome gemeentebedrijven.
Om het college in de mogelijkheid te stellen het bezoekrecht praktisch te organiseren, delen de raadsleden minstens acht werkdagen vooraf schriftelijk mee welke instelling zij willen bezoeken en op welke dag en welk uur.
Tijdens het bezoek van een gemeentelijke inrichting mogen de raadsleden zich niet mengen in de werking. De raadsleden zijn op bezoek en gedragen zich als een bezoeker.
Artikel 11 (art. 31 DLB)
De gemeenteraadsleden hebben het recht aan het college van burgemeester en schepenen mondelinge en schriftelijke vragen te stellen. Daarvoor is geen toegelicht voorstel van beslissing nodig.
Op schriftelijke vragen van raadsleden wordt binnen de maand na ontvangst schriftelijk geantwoord.
Na afhandeling van de agenda van de openbare vergadering van de gemeenteraad kunnen de raadsleden en het publiek mondelinge vragen stellen over gemeentelijke aangelegenheden, die niet op de agenda van de gemeenteraad staan. Op deze mondelinge vragen wordt ten laatste tijdens de volgende zitting geantwoord.
Vragen en antwoorden maken niet het onderwerp uit van een stemming in de gemeenteraad.
Deze vragen mogen niet peilen naar de persoonlijke intenties van de leden van het college van burgemeester en schepenen en mogen niet verplichten tot het doorvoeren van kostelijke studies of opzoekingen, tot het opmaken van dure statistische gegevensbestanden of het houden van enquêtes en dergelijke.
QUORUM
Artikel 12
Vooraleer aan de vergadering van de gemeenteraad deel te nemen, tekenen de leden de aanwezigheidslijst. De namen van de leden die deze lijst tekenden, worden in de notulen vermeld.
Artikel 13 (art. 26 DLB)
§1. De gemeenteraad kan enkel beraadslagen of beslissen als de meerderheid van de zittinghebbende leden van de gemeenteraad aanwezig is.
De voorzitter kan een academisch kwartier respecteren en de zitting uiterlijk een kwartier na het vastgestelde duur openen. Indien de meerderheid van de zittinghebbende leden op dat ogenblik aanwezig is, kan de gemeenteraad geldig beraadslagen of beslissen.
Indien een kwartier na het vastgestelde uur niet voldoende leden aanwezig zijn om geldig te kunnen beraadslagen, stelt de voorzitter vast dat de vergadering niet kan doorgaan. Als in de loop van de vergadering het aantal aanwezige raadsleden afneemt tot minder dan de helft van de zittinghebbende leden plus één, stelt de voorzitter vast dat de vereiste meerderheid niet meer bereikt wordt en sluit hij derhalve de vergadering.
§2. De gemeenteraad kan echter, als hij eenmaal bijeengeroepen is zonder dat het vereiste aantal leden aanwezig is, na een tweede oproeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, op geldige wijze beraadslagen en beslissen over de onderwerpen die voor de tweede maal op de agenda voorkomen.
In de oproep wordt vermeld dat het om een tweede oproeping gaat. In de tweede oproeping worden de bepalingen van artikel 26 van het decreet over het lokaal bestuur overgenomen.
WIJZE VAN VERGADEREN
Artikel 14 (art. 24 DLB)
§1. De voorzitter zit de vergaderingen van de gemeenteraad voor, en opent en sluit de vergaderingen.
§2. Het laten deelnemen van derde personen aan de vergadering is slechts toegelaten in de gevallen voorzien in het decreet over het lokaal bestuur. Buiten deze gevallen kunnen derden bij de behandeling van een bepaald agendapunt slechts toegelaten worden met het oog op het verstrekken van informatie, toelichtingen en/of technische adviezen inzake materies, waarin zij uit hoofde van hun vorming, kwalificatie en /of beroepservaring als deskundig worden erkend. Bovendien dienen zij door de voorzitter uitgenodigd te worden. Zij kunnen in geen geval deelnemen aan de besluitvorming.
Artikel 15 (art. 23 DLB)
§1. De voorzitter van de gemeenteraad geeft kennis van de tot de raad gerichte verzoeken en doet alle mededelingen die de raad aanbelangen.
De gemeenteraad vat daarna de behandeling aan van de punten die vermeld staan op de agenda, in de daardoor bepaalde volgorde, tenzij de raad er anders over beslist.
Voor de mogelijke toelichting bij de agendapunten verwijst de voorzitter naar de indiener van het agendapunt, namelijk het college, de burgemeester of het raadslid. Punten die hijzelf op de agenda geplaatst heeft, licht hij desgevraagd zelf toe.
§2. Een punt dat niet op de agenda van de gemeenteraad voorkomt, mag niet in bespreking worden gebracht, behalve in spoedeisende gevallen.
Tot spoedbehandeling kan enkel worden besloten door ten minste twee derde van de aanwezige leden. De namen van die leden en de motivering van de spoedeisendheid worden in de notulen vermeld.
Artikel 16
§1. Nadat het agendapunt werd toegelicht, vraagt de voorzitter van de gemeenteraad welk lid aan het woord wenst te komen over het voorstel.
De voorzitter verleent het woord naar de volgorde van de aanvragen en, ingeval van gelijktijdige aanvraag, naar de rangorde van de raadsleden.
§2. Indien de gemeenteraad deskundigen wenst te horen, bepaalt de voorzitter van de raad wanneer ze aan het woord komen.
De voorzitter kan aan de algemeen directeur of aan een door hem gekozen deskundige vragen om toelichtingen te geven.
Artikel 17
Het woord kan door de voorzitter niet geweigerd worden voor een rechtzetting van beweerde feiten.
In de volgende gevallen en volgorde wordt het woord verleend bij voorrang op de hoofdvraag, waarvan de bespreking aldus wordt geschorst :
1° om te vragen dat men niet zal besluiten;
2° om de verdaging te vragen;
3° om een punt te verwijzen naar een gemeenteraadscommissie;
4° om voor te stellen dat een ander dan het in bespreking zijnde probleem bij voorrang zou behandeld worden;
5° om te eisen dat het voorwerp van de beslissing concreet zou omschreven worden;
6° om naar het reglement te verwijzen.
Artikel 18
De amendementen worden vóór de hoofdvraag en de subamendementen vóór de amendementen ter stemming gelegd.
Artikel 19
Niemand mag onderbroken worden wanneer hij spreekt, behalve voor een verwijzing naar het reglement of voor een terugroeping tot de orde.
Als een gemeenteraadslid, aan wie het woord werd verleend, afdwaalt van het onderwerp, kan alleen de voorzitter hem tot de behandeling van het onderwerp terugbrengen. Indien na een eerste verwittiging het lid verder van het onderwerp blijft afdwalen, kan hem het woord door de voorzitter ontnomen worden. Elk lid, dat in weerwil van de beslissing van de voorzitter, tracht aan het woord te blijven, wordt geacht de orde te verstoren.
Dit geldt eveneens voor hen, die het woord nemen zonder het te hebben gevraagd en bekomen, en die aan het woord blijven in weerwil van het bevel van de voorzitter.
Elk scheldwoord, elke beledigende uitdrukking en elke persoonlijke aantijging worden geacht de orde te verstoren.
Artikel 20 (art. 25 DLB)
§1. De voorzitter is belast met de handhaving van de orde in de raadsvergadering.
Van de handelingen die hij in dit verband stelt, wordt melding gemaakt in de notulen.
Elk raadslid dat de orde verstoort, wordt door de voorzitter tot de orde teruggeroepen. Elk lid dat tot de orde werd teruggeroepen, mag zich verantwoorden, waarna de voorzitter beslist of de terugroeping tot de orde gehandhaafd of ingetrokken wordt. Desnoods kan de voorzitter de zitting schorsen of opheffen.
§2. De voorzitter kan, na een voorafgaande waarschuwing, elke toehoorder die openlijk tekens van goedkeuring of van afkeuring geeft of die op enigerlei wijze wanorde veroorzaakt, uit de zaal doen verwijderen.
De voorzitter kan bovendien een proces-verbaal opmaken tegen die persoon en dat proces-verbaal bezorgen aan het openbaar ministerie met het oog op de eventuele vervolging van de betrokkene.
Artikel 21
Geen enkel raadslid mag meer dan tweemaal het woord nemen over hetzelfde onderwerp, tenzij de voorzitter er anders over beslist.
Artikel 22
Wanneer de vergadering rumoerig wordt, zodat het normale verloop van de bespreking in het gedrang wordt gebracht, kondigt de voorzitter aan dat hij, bij voortzetting van het rumoer, de vergadering zal schorsen of sluiten.
Indien de wanorde toch aanhoudt, schorst of sluit hij de vergadering. De leden van de raad moeten dan onmiddellijk de zaal verlaten.
Van deze schorsing of sluiting wordt melding gemaakt in de notulen.
Artikel 23
Nadat de leden voldoende aan het woord zijn geweest en indien hij oordeelt dat het agendapunt voldoende werd besproken, sluit de voorzitter de bespreking onverminderd de bepalingen opgenomen in artikel 19 en artikel 21 en vraagt hij over te gaan tot de stemming.
WIJZE VAN STEMMEN
Artikel 24 (art. 33 DLB)
§1. Voor elke stemming in de gemeenteraad omschrijft de voorzitter het voorwerp van de bespreking waarover de vergadering zich moet uitspreken
§2. De beslissingen worden bij volstrekte meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen genomen. De volstrekte meerderheid is gelijk aan meer dan de helft van de stemmen, onthoudingen, blanco en ongeldige stemmen niet meegerekend. Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen.
Artikel 25 (art. 249 §3 - §4 DLB)
§1. De gemeenteraad stemt over het eigen deel van elk beleidsrapport.
Nadat zowel de gemeenteraad als de OCMW-raad elk hun deel van het beleidsrapport hebben vastgesteld, keurt de gemeenteraad het deel van het beleidsrapport goed zoals vastgesteld door de OCMW-raad. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel geacht definitief vastgesteld te zijn. De gemeenteraad kan het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de OCMW-raad niet goedkeuren als dat de financiële belangen van de gemeente bedreigt. In dat geval vervalt de eventuele vaststelling van het deel van het beleidsrapport zoals vastgesteld door de gemeenteraad.
§2. De gemeenteraad stemt telkens over het geheel van het eigen deel van het beleidsrapport.
In afwijking daarvan kan elk gemeenteraadslid de afzonderlijke stemming eisen over een of meer onderdelen die hij aanwijst in het gemeentelijke deel van het beleidsrapport. In dat geval mag de gemeenteraad pas over het geheel van zijn deel van het beleidsrapport stemmen na de afzonderlijke stemming.
Als deze afzonderlijke stemming tot gevolg heeft dat het ontwerp van beleidsrapport moet worden gewijzigd, wordt de stemming over het geheel verdaagd tot een volgende vergadering van de gemeenteraad. Als de OCMW-raad voordien zijn deel van het beleidsrapport al had vastgesteld, vervalt die vaststelling en stelt de OCMW-raad het gewijzigde ontwerp van beleidsrapport vast op een volgende vergadering.
Artikel 26 (art. 33 en 34 DLB)
§1. De leden van de gemeenteraad stemmen niet geheim, behalve in de gevallen bedoeld in § 4.
§2. Er zijn vier mogelijke werkwijzen van stemmen:
1° de stemming bij handopsteking
2° de elektronische stemming
3° de mondelinge stemming
4° de geheime stemming
§3. De gemeenteraadsleden stemmen elektronisch behalve:
1° de vervallenverklaring van het mandaat van gemeenteraadslid en van schepen;
2° het aanwijzen van de leden en het beëindigen van deze aanwijzing van de gemeentelijke bestuursorganen en van de vertegenwoordigers van de gemeente in overlegorganen en in de organen van andere rechtspersonen en feitelijke verenigingen;
3° individuele personeelszaken.
§5. De elektronische stemming gebeurt als volgt:
Nadat de voorzitter het voorwerp van de stemming heeft omschreven zoals bepaald in artikel 24 §1 van dit huishoudelijk reglement, kondigt hij aan dat de stemming over het agendapunt wordt geopend. De raadsleden kunnen ja (voor) stemmen, neen (tegen) stemmen of zich onthouden door op de corresponderende druktoets van het elektronisch stemsysteem op hun zitplaats (elk raadslid neemt plaats op de hem of haar toegewezen zitplaats) te drukken.
Tot de stemronde wordt beëindigd, kan een raadslid zijn stemgedrag nog wijzigen door gebruik te maken van de druktoetsen. De laatst gekozen druktoets wordt geregistreerd als de definitieve stem van het raadslid.
§5 bis. De stemming bij handopsteking gebeurt als volgt:
Nadat de voorzitter het voorwerp van de stemming heeft omschreven zoals bepaald in artikel 24 §1 van dit huishoudelijk reglement, vraagt hij achtereenvolgens welke gemeenteraadsleden ja (voor) stemmen, neen (tegen) stemmen of zich onthouden.
Elk gemeenteraadslid kan slechts éénmaal zijn hand opsteken om zijn keuze duidelijk te maken.
§6. De mondelinge stemming gebeurt als volgt:
Nadat de voorzitter het voorwerp van de stemming heeft omschreven zoals bepaald in artikel 24 §1 van dit huishoudelijk reglement, laat hij elk raadslid in de volgorde zoals hierna bepaald ja (voor), neen (tegen) of onthouding uitspreken. Tegelijk bevestigt het raadslid zijn stemgedrag elektronisch door de corresponderende druktoets in te drukken.
De stemming begint met de schepenen in volgorde van hun rangorde. Daarna stemmen de raadsleden in volgorde van de ranglijst.
§6 bis. De voorzitter stemt het laatst, behalve bij geheime stemming.
Wanneer er na de stem van de voorzitter evenveel stemmen voor als tegen het voorstel zijn, dan is er staking van stemmen en is het voorstel verworpen (behalve in de gevallen van art. 27 van dit reglement). De stem van de voorzitter is niet doorslaggevend bij staking van stemmen.
§7. De geheime stemming gebeurt elektronisch op de wijze zoals bepaald in §5, tenzij dit technisch of organisatorisch niet mogelijk is.
In dat laatste geval worden voor een geheime stemming vooraf gemaakte stembriefjes gebruikt en wordt eenvormig schrijfgerief ter beschikking gesteld.
De raadsleden stemmen ‘ja’, ‘neen’ of onthouden zich. De onthouding gebeurt door het afgeven van een blanco stembriefje.
Voor de stemming en de stemopneming is het bureau samengesteld uit de voorzitter en de algemeen directeur, tenzij anders wordt bepaald door de toepasselijke wetgeving. Ieder raadslid is gemachtigd de regelmatigheid van de stemopnemingen na te gaan.
Vooraleer tot de stemopneming over te gaan, wordt het aantal stembriefjes geteld. Stemt dit aantal niet overeen met het aantal raadsleden, die aan de stemming hebben deelgenomen, dan worden de stembriefjes vernietigd en wordt elk raadslid uitgenodigd opnieuw te stemmen. Een raadslid dat bewust geen stembriefje afgeeft en dit meldt, heeft niet deelgenomen aan de stemming. In dat geval is er geen reden om opnieuw te stemmen.
Artikel 27 (art. 35 DLB)
Voor elke benoeming tot ambten, elke contractuele aanstelling, elke verkiezing en elke voordracht van kandidaten wordt tot een afzonderlijke stemming overgegaan. Als bij de benoeming, de contractuele aanstelling, de verkiezing of de voordracht van kandidaten de vereiste meerderheid niet wordt verkregen bij de eerste stemming, wordt opnieuw gestemd over de twee kandidaten die de meeste stemmen hebben behaald.
Als bij de eerste stemming sommige kandidaten een gelijk aantal stemmen behaald hebben, dan wordt de jongste kandidaat tot de herstemming toegelaten. Personen worden benoemd, aangesteld, verkozen of voorgedragen bij volstrekte meerderheid van stemmen. Bij staking van stemmen heeft de jongste kandidaat de voorkeur.
NOTULEN - ZITTINGSVERSLAG EN ONDERTEKENING
Artikel 28 (art. 278 §1 DLB)
§1. De notulen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, alsook het gevolg dat gegeven werd aan die punten waarover de gemeenteraad geen beslissing heeft genomen.
Zij maken eveneens duidelijk melding van alle beslissingen.
Behalve bij geheime stemming vermelden de notulen voor elk raadslid of hij voor of tegen het voorstel heeft gestemd of zich onthield. Het stemgedrag van de leden wordt in de notulen niet nominatief weergegeven maar aan de hand van de vermelding van het stemgedrag van elke fractie. Wanneer binnen eenzelfde fractie verdeeld wordt gestemd, wordt in de notulen wel het individuele stemgedrag van de raadsleden nominatief weergegeven. Een raadslid kan vragen om in de notulen de rechtvaardiging van zijn stemgedrag op te nemen.
§2. De zittingsverslagen van de vergaderingen van de gemeenteraad vermelden, in chronologische volgorde, alle besproken onderwerpen, de essentie van de tussenkomsten en van de mondeling en schriftelijk gestelde vragen en antwoorden. De gemeenteraad beslist om het zittingsverslag te vervangen door een audio- of audiovisuele opname van de openbare zitting van de gemeenteraad. Alleen wanneer dergelijke opname niet beschikbaar is (bv. omwille van technische problemen) wordt een zittingsverslag opgesteld. De gemeenteraad kan beslissen om de openbare zitting van de gemeenteraad eveneens te streamen.
Een raadslid kan vragen om in het zittingsverslag de rechtvaardiging van zijn stemgedrag op te nemen.
§3. Als de gemeenteraad een aangelegenheid overeenkomstig artikel 4, §2 en artikel 5 van dit reglement in besloten vergadering behandelt, vermelden de notulen alleen de beslissingen en wordt er geen zittingsverslag opgesteld.
Artikel 29 (art. 32 DLB)
§1.De notulen en het zittingsverslag van de vergadering van de gemeenteraad worden onder de verantwoordelijkheid van de algemeen directeur opgesteld overeenkomstig de bepalingen van artikel 277 en 278 van het decreet over het lokaal bestuur.
§2. Behalve in spoedeisende gevallen liggen de notulen en desgevallend het zittingsverslag van de vorige vergadering ter inzage van de raadsleden, vanaf de verzending van de oproepingsbrief van de vergadering, waarin ze ter goedkeuring aan de raad zullen worden voorgelegd.
De notulen en desgevallend het zittingsverslag worden via de vergadersoftware ter beschikking gesteld van de raadsleden.
Daardoor vervalt de verplichting om bij het openen van de vergadering voorlezing te doen van de notulen van de vorige vergadering(en).
§3.Elk gemeenteraadslid heeft het recht tijdens de vergadering opmerkingen te maken over de redactie van de notulen en het zittingsverslag van de vorige vergadering.
Als die opmerkingen door de gemeenteraad worden aangenomen, worden de notulen en het zittingsverslag in die zin aangepast en legt de algemeen directeur in de eerstvolgende vergadering een nieuwe redactie voor, die in overeenstemming is met de beslissing van de raad.Indien opmerkingen worden gemaakt over de redactie van de notulen, wordt over ieder van deze opmerkingen gestemd.
Als er geen opmerkingen worden gemaakt, worden de notulen en het zittingsverslag als goedgekeurd beschouwd en worden ze door de voorzitter van de gemeenteraad en de algemeen directeur ondertekend.
In het geval de gemeenteraad bij spoedeisendheid werd samengeroepen, kan de gemeenteraad beslissen om opmerkingen toe te laten op de eerstvolgende vergadering.
(art. 279 §6 DLB)
§1. De reglementen, beslissingen, akten, brieven en alle andere stukken worden ondertekend zoals bepaald in artikel 279 tot 283 van het decreet over het lokaal bestuur.
§2.De stukken, die niet vermeld worden in artikel 279, §1 tot §3 en §5 van het decreet over het lokaal bestuur, worden ondertekend door de burgemeester en medeondertekend door de algemeen directeur. Zij kunnen deze bevoegdheid overdragen conform artikel 280 en artikel 283 van het decreet over het lokaal bestuur.
FRACTIES
Artikel 31 (art. 17 §3 DLB en art. 36 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6.07.2018 houdende het statuut van de lokale mandataris)
Het gemeenteraadslid of de gemeenteraadsleden die op eenzelfde lijst verkozen zijn, vormen één fractie. Een onderlinge vereniging tot één fractie of de vorming van twee fracties is mogelijk, uiterlijk op de installatievergadering, in de gevallen en op de wijze vastgelegd in art. 36, §2 van het decreet over het lokaal bestuur.
GEMEENTERAADSCOMMISSIES
Artikel 32 (art. 37 §1, §3 , §4DLB)
De gemeenteraad richt 7 commissies op, die elk zijn samengesteld uit 8 gemeenteraadsleden.
De commissies hebben als taak het voorbereiden van de besprekingen in de gemeenteraadszittingen, het verlenen van advies en het formuleren van voorstellen over de wijze waarop vorm wordt gegeven aan de inspraak van de bevolking telkens als dat voor de beleidsvoering wenselijk wordt geacht. De commissies kunnen steeds deskundigen en belanghebbenden horen.
De bevoegdheden van deze commissies worden als volgt bepaald :
De mandaten in iedere commissie worden door de gemeenteraad evenredig verdeeld over de fracties waaruit de gemeenteraad is samengesteld. Deze verdeling gebeurt volgens het systeem D'Hondt. Deze berekeningswijze geldt voor alle commissies.
Tot de eerstvolgende volledige vernieuwing van de gemeenteraad wordt een fractie geacht eenzelfde aantal leden in de commissies te behouden. Indien één of meerdere leden verklaren niet meer te behoren tot de fractie kan dit lid niet meer zetelen, noch als lid van deze fractie, noch als lid van een andere fractie. Niettemin behouden deze fracties het oorspronkelijke aantal leden in de commissie.
De evenredigheid vereist in ieder geval dat de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de fracties waarvan leden deel uitmaken van het college van burgemeester en schepenen steeds hoger is dan de som van het aantal mandaten dat toekomt aan de andere fracties. Elke fractie wijst de mandaten toe, die haar overeenkomstig deze berekeningswijze toekomen, door middel van een voordracht, gericht aan de voorzitter van de gemeenteraad. Als de voorzitter van de gemeenteraad voordrachten ontvangt voor meer kandidaten dan er mandaten te begeven zijn voor een fractie, dan worden de mandaten toegewezen volgens de volgorde van voorkomen op de akte van voordracht.
§3. Om ontvankelijk te zijn moet de akte van voordracht voor elk van de kandidaat-commissieleden ten minste ondertekend zijn door een meerderheid van de leden van de fractie waarvan het kandidaat-commissielid deel van uitmaakt. Indien de fractie van het kandidaat-commissielid slechts uit twee verkozenen bestaat, volstaat de handtekening van een van hen. Niemand kan meer dan een akte ondertekenen per beschikbaar mandaat voor de fractie.
§4. Als ten gevolge van de toepassing van de evenredige vertegenwoordiging een fractie niet vertegenwoordigd is in een commissie, kan de fractie een raadslid aanwijzen dat als lid met raadgevende stem in de commissie zetelt.
§5. Elke commissie wordt voorgezeten door een gemeenteraadslid. De leden van het college van burgemeester en schepenen kunnen geen voorzitter zijn van een commissie. De gemeenteraad duidt de voorzitters van de andere commissies aan.
§6. De commissies worden door hun voorzitter bijeengeroepen. De voorzitter zal het vergaderritme en de agenda bepalen in overleg met het college van burgemeester en schepenen of met de functioneel bevoegde schepen.
Een derde van de leden van de commissie kan de voorzitter vragen de commissie bijeen te roepen. De oproepingsbrief vermeldt de agenda en wordt minstens 2 weken vooraf, na overleg met het departement secretariaat, naar alle raadsleden gemaild. Deze informatie wordt eveneens bekendgemaakt aan het publiek door publicatie op de webstek van de gemeente.
Er zijn maximaal 3 bezoldigde gemeenteraadscommissies per bevoegdheid per jaar. Indien er per bevoegdheid meer zittingen zijn dan zijn deze onbezoldigd.
De commissies kunnen geldig vergaderen, ongeacht het aantal aanwezige leden.
De vergaderingen van de commissies zijn in principe openbaar onder dezelfde voorwaarden als voor de gemeenteraad (zie art. 4 t/m 6 van dit reglement).
De leden van de commissies stemmen, zoals in de gemeenteraad, nooit geheim, behalve in de gevallen zoals in art. 26 §4 van dit reglement.
De raadsleden kunnen, weliswaar zonder stemrecht, de vergaderingen van de commissies, waarvan zij geen deel uitmaken, bijwonen.
Vooraleer aan de vergadering deel te nemen, tekenen de leden van elke commissie een aanwezigheidslijst, die wordt bewaard door de secretaris van de commissie.
Het ambt van secretaris van elke raadscommissie wordt waargenomen door een of meer personeelsleden van de gemeente, op voorstel van de algemeen directeur, aangewezen door het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 32 bis
Er wordt een conferentie van de voorzitters van de gemeenteraadscommissies in het leven geroepen, die minstens 1 keer per jaar samenkomt op voorstel van de voorzitter van de gemeenteraad of van minstens 2 voorzitters van gemeenteraadscommissies die het hem vragen.
De voorzitter van de gemeenteraad verstuurt de agenda minstens 2 weken vooraf, na overleg met het departement secretariaat. Hij zit deze conferentie voor.
De conferentie van de voorzitters van de gemeenteraadscommissies dient een coördinerende rol te vervullen en de werking van de commissies te evalueren.
Artikel 32 ter
De wijze van vergaderen van de gemeenteraad (artikelen 14 tot 23) is van overeenkomstige toepassing op de gemeenteraadscommissies, behoudens voor wat betreft de bepalingen die specifiek op de gemeenteraad betrekking hebben.
VERGOEDINGEN RAADSLEDEN
Artikel 33 (art. 17 §1 - §5 DLB en art. 15 lid 1 - Hfst 9 van het besluit van de Vlaamse regering van 6.07.2018 houdende het statuut van de lokale mandataris)
§1. Aan de gemeenteraadsleden, met uitzondering van de burgemeester en de schepenen, wordt presentiegeld verleend voor volgende vergaderingen waarop zij aanwezig zijn:
1° de vergaderingen van de gemeenteraad
2° de vergaderingen van de gemeenteraadscommissies (incl. deze waarvoor raadsleden overeenkomstig art. 37, §3, vierde lid van het decreet over het lokaal bestuur zijn aangewezen als leden met raadgevende stem) met een maximum van 3 bezoldigde commissies per jaar
3° de vergaderingen van het overlegcomité
4° de vergaderingen die slechts gedeeltelijk werden bijgewoond.
§2. Het presentiegeld bedraagt 124,98 euro. Dit bedrag is gekoppeld aan de spilindex 138,01.
§3. De voorzitter van de gemeenteraad ontvangt een dubbel presentiegeld voor de vergaderingen van de gemeenteraad die hij voorzit met uitzondering indien een lid van het college van burgemeester en schepenen voorzitter is.
Artikel 34 (art. 17, §3 DLB en art. 35 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 houdende het statuut van de lokale mandataris)
§1. Conform de dienstverlening, zoals bepaald in dit reglement, hebben de gemeenteraadsleden op het gemeentehuis toegang tot telefoon en internet, en kunnen ze kopieën bekomen van gemeentelijke bestuursdocumenten. In een daartoe voorbehouden lokaal kunnen de diverse gemeenteraadsfracties alle nodige informatie inkijken.
Alle raadsleden krijgen ook een beveiligde toegang tot het notulenbeheerssysteem.
§2. Gemeenteraadsleden kunnen de kosten van studiedagen of vormingscursussen, (ingericht door overheidsinstanties, onderwijsinstellingen of de VVSG), terugvorderen van het gemeentebestuur, voor zover deze cycli of studiedagen noodzakelijk zijn voor de uitoefening van hun mandaat. Deze kosten moeten worden verantwoord met bewijsstukken.
De terugvorderbare kosten mogen niet buitensporig zijn en moeten vergelijkbaar zijn met deze van vormingsinitiatieven voor gemeente- en OCMW-personeel. Ze betreffen in principe enkel vormingscycli of studiedagen in het binnenland. Er worden geen kosten vergoed voor het behalen van bijkomende diploma’s.
De relevantie en de kostprijs van de vorming worden beoordeeld door de algemeen directeur in overleg met de vormingsambtenaar.
§3. Jaarlijks wordt een overzicht gemaakt van de terugbetaling van de kosten van de mandatarissen. Dat document is openbaar.
§4.De gemeente sluit een verzekering af om de burgerlijke aansprakelijkheid, met inbegrip van de rechtsbijstand, te dekken die bij de normale uitoefening van hun mandaat persoonlijk ten laste komt van de gemeenteraadsleden. De gemeente sluit daarnaast ook een verzekering af voor ongevallen die de gemeenteraadsleden overkomen in het kader van de normale uitoefening van hun ambt.
VOORSTELLEN VAN BURGERS
Artikel 35
Inwoners hebben het recht om zelf voorstellen over de gemeentelijke beleidsvoering en dienstverlening op de agenda van de gemeenteraad te laten opnemen.
Artikel 36
Zij dienen een verzoek in door middel van een formulier, dat ter beschikking wordt gesteld via de officiële website van de stad Aarschot. Bij dit formulier wordt een nota gevoegd houdende de nadere omschrijving en motivering van de voorstellen. Daarbij worden ook alle nuttige stukken gevoegd die de gemeenteraad kunnen voorlichten.
Het verzoek moet worden gesteund door ten minste 1% van het aantal inwoners oude dan 16 jaar. Het formulier vermeldt de naam, voornamen, geboortedatum en woonplaats van iedereen die dit verzoek heeft ondertekend. Op elke bladzijde van dit formulier wordt de stelling van de petitie vermeld.
Dit formulier en de bijbehorende stukke worden met een aangetekende brief verstuurd aan de stad.
Artikel 37
Na controle van de handtekeningen door de bevoegde diensten, onderzoekt de voorzitter van de gemeenteraad of voldaan is aan hoger gestelde voorwaarden.
Zo het verzoek niet ontvankelijk is, neemt de voorzitter van de gemeenteraad een gemotiveerde beslissing in die zin en blijft het verzoek zonder gevolg.
Is het verzoek ontvankelijk, dan stuurt de voorzitter dit door naar de gemeenteraadscommissie.
De voorzitter onderzoekt eveneens of de gemeenteraad bevoegd is. Zo de gemeenteraad niet bevoegd is, neemt hij een gemotiveerde beslissing in die zin en wordt de behandeling van het punt stopgezet.
Artikel 38
De indiener neemt bij de aanvang van de gemeenteraadscommissieplaats op de publieksbanken. Wanneer de voorzitter het voorstel van burgers op de agenda oproept, wordt de indiener door de voorzitter in het halfrond uitgenodigd. De indiener beschikt over een spreektijd van vijftien minuten om het voorstel of de vraag toe te lichten. De commissieleden kunnen nadien vragen stellen. Na de toelichting en het beantwoorden van mogelijke vragen neemt de indiener opnieuw plaats op de publieksbanken.
Artikel 39
Na behandeling door de commissie wordt het verzoek op de agenda van de eerstvolgende mogelijke gemeenteraad geagendeerd. Indien hij dit noodzakelijk acht voor het goede verloop van de raad, kan de voorzitter gemotiveerd beslissen dat een voorstel op een latere raad wordt behandeld. Deze beslissing wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de raad. Alleszins wordt elk verzoek uiterlijk de derde raad na behandeling aan de raad ter bespreking voorgelegd.
Elke fractie krijgt de mogelijkheid om tussen te komen. De verzoeker kan niet deelnemen aan de debatten.
Daarop beslist de gemeenteraad desgevallend om over te gaan tot het stemmen over het ingediende voorstel. Tevens beslist de gemeenteraad over de wijze waarop deze beslissing wordt bekendgemaakt.
VERZOEKSCHRIFTEN
Artikel 40 (art. 304 §2 DLB)
Iedere burger heeft het recht verzoekschriften, door een of meer personen ondertekend, schriftelijk bij de gemeenteraad in te dienen.
Een verzoek is een vraag om iets te doen of te laten. Uit de tekst van het verzoekschrift moet de vraag duidelijk zijn.
Verzoekschriften die een onderwerp betreffen dat niet tot de bevoegdheid van de gemeente behoort, zijn onontvankelijk.
Verzoekschriften die duidelijk tot de bevoegdheid van het OCMW behoren, worden overgemaakt aan het bevoegde orgaan van het OCMW. De indiener wordt daarvan op de hoogte gebracht.
Een schriftelijke vraag wordt niet als verzoekschrift beschouwd als:
1° de vraag onredelijk is of te vaag geformuleerd;
2° het louter een mening is en geen concreet verzoek;
3° de vraag anoniem, d.w.z. zonder vermelding van naam, voornaam en adres, werd ingediend;
4° het taalgebruik ervan beledigend is.
De voorzitter van de gemeenteraad maakt deze beoordeling. Hij kan de indiener om een nieuw geformuleerd verzoekschrift vragen dat wel aan de ontvankelijkheidsvoorwaarden voldoet.
Artikel 41
De voorzitter van de gemeenteraad plaatst het verzoekschrift op de agenda van de eerstvolgende gemeenteraad indien het minstens 14 dagen vóór de vergadering werd ontvangen. Wordt het verzoekschrift later ingediend, dan komt het op de agenda van de volgende vergadering.
De gemeenteraad kan de bij hem ingediende verzoekschriften naar het college van burgemeester en schepenen of naar een gemeenteraadscommissie verwijzen met het verzoek om over de inhoud ervan uitleg te verstrekken.
De verzoeker of, indien het verzoekschrift door meerdere personen ondertekend is, de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift, kan worden gehoord door de gemeenteraad of de gemeenteraadscommissie. In dat geval heeft de verzoeker of de eerste ondertekenaar van een verzoekschrift het recht zich te laten bijstaan door een persoon naar keuze.
De gemeente verstrekt, binnen drie maanden na de indiening van het verzoekschrift, een gemotiveerd antwoord aan de verzoeker of, indien het verzoekschrift door meer personen ondertekend is, aan de eerste ondertekenaar van het verzoekschrift.
De gemeenteraad neemt kennis van het schrijven en van de bijgaande beslissing van de gemeenteraad van Tielt-Winge.
Met een brief van 25 oktober 2022 - gericht aan het college van burgemeester en schepenen - polst de gemeente Tielt-Winge naar een mogelijke interesse van de stad Aarschot in een vrijwillige fusie met Tielt-Winge. De brief werd gelijktijdig gericht aan de lokale besturen van Bekkevoort, Kortenaken, Geetbets, Holsbeek, Lubbeek, Aarschot en Scherpenheuvel-Zichem.
De burgemeester geeft de gemeenteraad kennis van de brief en van de bijgaande beslissing van de gemeenteraad van Tielt-Winge. Beide documenten zijn als bijlage toegevoegd aan dit agendapunt en werden eerder al gedeeld met de leden van de gemeenteraad.
De raad gaat over tot bespreking.
De gemeenteraad neemt kennis van het schrijven en van de bijgaande beslissing van de gemeenteraad van Tielt-Winge. Na bespreking neemt de raad volgend standpunt in: ...
De gemeenteraad geeft goedkeuring aan de ontwerpakte, opgesteld door het notariskantoor Geerinckx en Callewaert houdende gratis grondafstand - perceel (ID kadastraal perceel 24652H0122/0H000) met een oppervlakte van 17m² in de Klein Opperstraat.
De beslissing van de gemeenteraad van 23.06.2022 'Gratis grondaanschaf - perceel (ID kadastraal perceel 24652H0122/0H000) met een oppervlakte van 17m² in de Klein Opperstraat'
Door het notariskantoor Geerinckx en Callewaert werd een ontwerpakte opgemaakt.
VOORSTEL aan de gemeenteraad om akkoord te gaan met de ontwerpakte.
Gelet op de beslissing van de gemeenteraad van 23.06.2022 'Gratis grondaanschaf - perceel (ID kadastraal perceel 24652H0122/0H000) met een oppervlakte van 17m² in de Klein Opperstraat'.
Door het notariskantoor Geerinckx en Callewaert werd een ontwerpakte opgemaakt.
Artikel 1
De gemeenteraad geeft goedkeuring aan de ontwerpakte, opgesteld door het notariskantoor Geerinckx en Callewaert houdende gratis grondafstand - perceel (ID kadastraal perceel 24652H0122/0H000) met een oppervlakte van 17m² in de Klein Opperstraat.
Artikel 2
Bij het verlijden van de notariële akte zal de stad Aarschot vertegenwoordigd worden door de algemeen directeur en de voorzitter van de gemeenteraad (of hun afgevaardigden).
Artikel 3
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere dossiervorming.
De belastingen op horecaterrassen wordt kwijtgescholden voor aanslagjaar 2023 en 2024.
De stad Aarschot wil ook in 2023 en 2024 de horeca-uitbaters een hart onder de riem steken, gezien de moeilijke situatie voor de horeca sinds de pandemie en de huidige energiecrisis.
Aan de gemeenteraad wordt daarom voorgesteld te beslissen dat Voor het aanslagjaar 2023 en 2024 de belasting op de terrassen niet wordt geheven.
De gemeenteraad keurde in zitting van 10.03.2022 n.a.v. de coronacrisis een wijziging goed van het belastingreglement op de terrassen nl.
De stad Aarschot wil ook in 2023 en 2024 de horeca-uitbaters een hart onder de riem steken, gezien de moeilijke situatie voor de horeca sinds de pandemie en de huidige energiecrisis.
Artikel 1
Voor het aanslagjaar 2023 en 2024 wordt de belasting op de terrassen niet geheven.
Voor het aanslagjaar 2025 heeft het besluit van de gemeenteraad van 12.12.2019 houdende goedkeuring van de belasting op de terrassen wel uitwerking.
Artikel 2
De gemeenteraadsbeslissing van 12.12.2019 houdende goedkeuring van de belasting op de terrassen 2020-2025 wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 1
Er wordt voor het aanslagjaar 2025 een belasting gevestigd op de terrassen.
Artikel 2
De belasting is verschuldigd door de persoon voor wiens rekening de uitbating geschiedt en aan wie de vergunning tot aanwending van het openbaar domein zoals vermeld, wordt toegestaan.
Artikel 3
De belasting bedraagt
o 16,5 euro/m² per jaar (winterterras)
o 11,1 euro/m² per jaar (zomerterras)
rekening houdende met het feit dat de gedeelten der oppervlakten die geen volledige vierkante meter bedragen toch voor een volledige zullen aangerekend worden. De belasting is volledig verschuldigd, welke ook de datum van aflevering, de verzaking of de intrekking van de toelating is.
De bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemmen overeen met de gezondheidsindex van de maand oktober 2019. Deze bedroeg 108,98 (gezondheidsindex 2013 = 100). Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober die aan de aanpassing voorafgaat. Het bedrag na indexering zal worden afgerond naar de hogere tien cent.
Artikel 4
Vrijstelling van de belasting kan toegestaan worden bij feestelijkheden waaraan de stad haar medewerking verleent en die officieel door het college van burgemeester en schepenen zijn vastgesteld.
Een gedeeltelijke vrijstelling van de belasting wordt niet toegestaan. Nochtans in geval van overname van een zaak, zal de belasting voor het lopende jaar geen tweede maal moeten betaald worden.
Indien de inname van het openbaar domein voor horecaterrassen door de ligging eveneens vergund dient te worden door derden, zoals Agentschap Wegen en Verkeer of De Vlaamse Waterweg, en deze instanties retributie heffen, wordt de oppervlakte - aangerekend in de vergunning van deze derden - vrijgesteld voor de gemeentelijke retributie.
Artikel 5
De belasting wordt contant betaald bij de aflevering van de vergunning tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 6
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen. Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd. De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning.
Bezwaarschriften kunnen onder zelfde voorwaarden en binnen dezelfde termijn worden ingediend via een duurzame drager.
Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel directeur van de stad. De ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden gestuurd.
Artikel 7
Zonder afbreuk te doen aan het huidige decreet van 30 mei 2008, zijn van overeenkomstige toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen:
1. de bepalingen van titel VII, hoofdstuk 1, 3, 4, 6, 7 en 8 van het Wetboek van de inkomstenbelastingen 1992, voor zover deze niet specifiek de belastingen op de inkomsten betreffen;
2. het Wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13 april 2019, met uitzondering van artikel 43 tot en met 48.
De gemeenteraad neemt kennis van het besluit van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 10.11.2022.
Het besluit van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 10.11.2021 houdende goedkeuring van de jaarrekening 2021 van de stad en het openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn Aarschot wordt voor kennisneming aan de gemeenteraad overgemaakt.
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van bovengenoemd besluit van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 10.11.2022.
De gemeenteraad neemt kennis van de beslissing van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 17.11.2022 houdende goedkeuring van de begrotingswijziging 2-2022 van de politiezone Aarschot.
De gemeenteraad wordt kennis gegeven van de beslissing van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 17.11.2022 houdende goedkeuring van de begrotingswijziging 2-2022 van de politiezone Aarschot.
Gelet op
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van bovengenoemd besluit van de gouverneur van de provincie Vlaams-Brabant van 17.11.2022.
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Aarschot, die door de raad van bestuur van het AGB Aarschot werd vastgesteld op 15 december 2022, goed. Hierdoor is de aanpassing van het meerjarenplan, in bijlage, in zijn geheel definitief vastgesteld. De ramingen, die voor het boekjaar 2023 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2023.
De raad van bestuur van het AGB Aarschot heeft de beleids- en financiële planning vastgelegd in een meerjarenplan voor de periode 2020 tot 2025. Gelet op de noodzaak tot wijziging van het meerjarenplan wordt het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlage, eerst vastgesteld door de raad van bestuur en vervolgens voorgelegd aan de gemeenteraad ter goedkeuring. Na goedkeuring door de gemeenteraad is de aanpassing van het meerjarenplan definitief vastgesteld.
Het meerjarenplan vormt de basis voor het beleid van het bestuur. Het budget is geen afzonderlijk beleidsrapport meer, maar wordt geïntegreerd in het meerjarenplan. De ramingen, die voor het boekjaar 2023 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor dat jaar.
Het meerjarenplan van het AGB Aarschot is financieel in evenwicht als het geraamd beschikbaar budgettair resultaat in geen enkel jaar negatief is.
In toepassing van de bepalingen van het decreet lokaal bestuur werd het ontwerp van de aanpassing van het meerjarenplan op 30 november 2022 aan de raadsleden bezorgd.
Voorstel van besluit:
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Aarschot, die door de raad van bestuur van het AGB Aarschot werd vastgesteld op 15 december 2022, goed. Hierdoor is de aanpassing van het meerjarenplan, in bijlage, in zijn geheel definitief vastgesteld. De ramingen, die voor het boekjaar 2023 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2023.
Gelet op
De aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlagen, bestaat uit 5 onderdelen:
De kerncijfers van het meerjarenplan, zoals terug te vinden in het document M2 (staat van het financieel evenwicht):
Budgettair resultaat
|
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Exploitatiesaldo |
-29.511 | 1.600 | 458.947 | 612.876 | 615.715 | 642.262 |
Investeringssaldo |
-915.083 | -203.544 | -3.747.068 | -546.803 | -272.707 | -394.443 |
Financieringssaldo |
516.920 | 213.080 | 3.140.841 | -13.236 | -320.618 | -211.679 |
Budgettair resultaat van het boekjaar |
-427.675 | 11.136 | -147.280 | 52.838 | 22.390 | 36.140 |
|
|
|
|
|
|
|
Beschikbaar budgettair resultaat |
181.458 | 192.594 | 45.314 | 98.151 | 120.542 | 156.682 |
|
|
|
|
|
|
|
Autofinancieringsmarge |
-427.675 | -372.163 | -21.244 | 50.288 | 19.789 | 33.485 |
|
|
|
|
|
|
|
Gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
-790.351 | -800.180 | -359.879 | -433.217 | -429.320 | -377.123 |
Het meerjarenplan van een autonoom gemeentebedrijf is financieel in evenwicht als het geraamd beschikbaar budgettair resultaat in geen enkel jaar negatief is.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Aarschot, die door de raad van bestuur van het AGB Aarschot werd vastgesteld op 15 december 2022, goed. Hierdoor is de aanpassing van het meerjarenplan, in bijlage, in zijn geheel definitief vastgesteld. De ramingen, die voor het boekjaar 2023 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2023.
De gemeenteraad stelt haar deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 vast, zoals in bijlage toegevoegd. De ramingen, die voor het boekjaar 2023 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2023.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn hebben op 12 december 2019 hun beleids- en financiële planning vastgelegd in een meerjarenplan voor de periode 2020 tot 2025. Gelet op de noodzaak tot wijziging van het meerjarenplan wordt het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlage, voorgelegd aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst het eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van de aanpassing van het meerjarenplan, die de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor de aanpassing van het meerjarenplan definitief is vastgesteld. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel definitief vastgesteld.
Het meerjarenplan vormt de basis voor het beleid van het bestuur. Het budget is geen afzonderlijk beleidsrapport meer, maar wordt geïntegreerd in het meerjarenplan. De ramingen, die voor het boekjaar 2023 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor dat jaar.
Vermits elke rechtspersoon (stad en OCMW) voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan wel een duidelijk onderscheid tussen de kredieten van de stad en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (M3), waarin de kredieten voor de stad en het OCMW apart worden opgenomen.
Omdat de stad en het OCMW een geïntegreerd meerjarenplan maken, wordt het financieel evenwicht voor de twee besturen als één geheel gepresenteerd en beoordeeld. Het meerjarenplan is financieel in evenwicht als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
De twee bovenvermelde normen worden aangevuld met indicatoren over het geconsolideerd financieel evenwicht en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge. Dit zijn evenwel geen afdwingbare normen.
In toepassing van de bepalingen van het decreet lokaal bestuur werd het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan op 30 november 2022 aan de raadsleden bezorgd.
Voorstel van besluit:
De gemeenteraad stelt haar deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 vast, zoals in bijlage toegevoegd. De ramingen, die voor het boekjaar 2023 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2023.
Gelet op
Het meerjarenplan vormt de basis voor het beleid van het bestuur. Gelet op de noodzaak tot wijziging van het meerjarenplan wordt het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlage, voorgelegd aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn. Het budget is geen afzonderlijk beleidsrapport meer, maar wordt geïntegreerd in het meerjarenplan. De ramingen, die voor het boekjaar 2023 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2023.
De aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlage, bestaat uit 5 onderdelen:
De kerncijfers van het meerjarenplan, zoals terug te vinden in het document M2 (staat van het financieel evenwicht):
Budgettair resultaat
|
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Exploitatiesaldo |
6.122.851 | 5.346.188 | -1.617.712 | 670.657 | 808.556 | 2.991.529 |
Investeringssaldo |
-3.619.895 | -6.366.810 | -8.880.914 | -18.882.821 | -14.196.477 | -18.130.156 |
Financieringssaldo |
2.386.731 | -1.302.768 | 105.020 | 18.212.163 | 13.387.921 | 15.138.626 |
Budgettair resultaat van het boekjaar |
4.889.687 | -2.323.391 | -10.393.605 | 0 |
0 | 0 |
|
|
|
|
|
|
|
Beschikbaar budgettair resultaat |
12.716.880 | 10.393.489 | 0 | 0 | 1 | 1 |
|
|
|
|
|
|
|
Autofinancieringsmarge |
4.538.617 | 3.942.045 | -3.074.046 | -933.639 | -1.187.435 | 293.080 |
|
|
|
|
|
|
|
Gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
4.327.902 | 3.402.549 |
-3.402.888 | -1.240.527 | -2.534.766 | -1.395.085 |
Het meerjarenplan is financieel in evenwicht als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
Geconsolideerd financieel evenwicht
|
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Totaal beschikbaar budgettair resultaat |
12.898.338 | 10.586.083 | 45.314 | 98.152 | 120.543 | 156.683 |
|
|
|
|
|
|
|
Totale autofinancieringsmarge |
4.110.942 |
3.569.883 | -3.095.290 | -883.351 | -1.167.646 | 326.565 |
|
|
|
|
|
|
|
Totale gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
3.537.552 | 2.602.369 |
-3.762.767 | -1.673.744 | -2.964.086 | -1.772.209 |
Enig artikel
De gemeenteraad stelt haar deel van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 vast, zoals in bijlage toegevoegd. De ramingen, die voor het boekjaar 2023 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2023.
De voorzitter schorst de vergadering van de gemeenteraad en opent de raad voor maatschappelijk welzijn voor de behandeling van het agendapunt "Vaststelling van jaarrekening 2020, deel OCMW Aarschot".
Na de behandeling van dit agendapunt door de raad voor maatschappelijk welzijn wordt de vergadering van de gemeenteraad opnieuw geopend voor de verdere bespreking en stemming van de voorliggende agendapunten.
De voorzitter schorst de vergadering van de gemeenteraad en opent de raad voor maatschappelijk welzijn voor de behandeling van het agendapunt "Vaststelling van aanpassing meerjarenplan stad/OCMW 2020-2025 en krediet 2023, deel OCMW".
Na de behandeling van dit agendapunt door de raad voor maatschappelijk welzijn wordt de vergadering van de gemeenteraad opnieuw geopend voor de verdere bespreking en stemming van de voorliggende agendapunten.
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, die de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld op 15 december 2022, goed, zoals in bijlage toegevoegd. Hierdoor is de aanpassing van het meerjarenplan in zijn geheel definitief vastgesteld. De ramingen, die voor het boekjaar 2023 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2023.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn hebben op 12 december 2019 hun beleids- en financiële planning vastgelegd in een meerjarenplan voor de periode 2020 tot 2025. Gelet op de noodzaak tot wijziging van het meerjarenplan wordt het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlage, voorgelegd aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst het eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van de aanpassing van het meerjarenplan, die de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor de aanpassing van het meerjarenplan definitief is vastgesteld. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel definitief vastgesteld.
Het meerjarenplan vormt de basis voor het beleid van het bestuur. Het budget is geen afzonderlijk beleidsrapport meer, maar wordt geïntegreerd in het meerjarenplan. De ramingen, die voor het boekjaar 2023 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor dat jaar.
Vermits elke rechtspersoon (stad en OCMW) voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan wel een duidelijk onderscheid tussen de kredieten van de stad en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (M3), waarin de kredieten voor de stad en het OCMW apart worden opgenomen.
Omdat de stad en het OCMW een geïntegreerd meerjarenplan maken, wordt het financieel evenwicht voor de twee besturen als één geheel gepresenteerd en beoordeeld. Het meerjarenplan is financieel in evenwicht als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
De twee bovenvermelde normen worden aangevuld met indicatoren over het geconsolideerd financieel evenwicht en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge. Dit zijn evenwel geen afdwingbare normen.
In toepassing van de bepalingen van het decreet lokaal bestuur werd het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan op 30 november 2022 aan de raadsleden bezorgd.
Voorstel van besluit:
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, die de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld op 15 december 2022, goed, zoals in bijlage toegevoegd. Hierdoor is de aanpassing van het meerjarenplan in zijn geheel definitief vastgesteld. De ramingen, die voor het boekjaar 2023 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2023.
Gelet op
Het meerjarenplan vormt de basis voor het beleid van het bestuur. Gelet op de noodzaak tot wijziging van het meerjarenplan wordt het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlage, voorgelegd aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn. Het budget is geen afzonderlijk beleidsrapport meer, maar wordt geïntegreerd in het meerjarenplan. De ramingen, die voor het boekjaar 2023 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2023.
De aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlage, bestaat uit 5 onderdelen:
De kerncijfers van het meerjarenplan, zoals terug te vinden in het document M2 (staat van het financieel evenwicht):
Budgettair resultaat
|
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Exploitatiesaldo |
6.122.851 | 5.346.188 | -1.617.712 | 670.657 | 808.556 | 2.991.529 |
Investeringssaldo |
-3.619.895 | -6.366.810 | -8.880.914 | -18.882.821 | -14.196.477 | -18.130.156 |
Financieringssaldo |
2.386.731 | -1.302.768 | 105.020 | 18.212.163 | 13.387.921 | 15.138.626 |
Budgettair resultaat van het boekjaar |
4.889.687 | -2.323.391 | -10.393.605 | 0 |
0 | 0 |
|
|
|
|
|
|
|
Beschikbaar budgettair resultaat |
12.716.880 | 10.393.489 | 0 | 0 | 1 | 1 |
|
|
|
|
|
|
|
Autofinancieringsmarge |
4.538.617 | 3.942.045 | -3.074.046 | -933.639 | -1.187.435 | 293.080 |
|
|
|
|
|
|
|
Gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
4.327.902 | 3.402.549 |
-3.402.888 | -1.240.527 | -2.534.766 | -1.395.085 |
Het meerjarenplan is financieel in evenwicht als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
Geconsolideerd financieel evenwicht
|
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Totaal beschikbaar budgettair resultaat |
12.898.338 | 10.586.083 | 45.314 | 98.152 | 120.543 | 156.683 |
|
|
|
|
|
|
|
Totale autofinancieringsmarge |
4.110.942 |
3.569.883 | -3.095.290 | -883.351 | -1.167.646 | 326.565 |
|
|
|
|
|
|
|
Totale gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
3.537.552 | 2.602.369 |
-3.762.767 | -1.673.744 | -2.964.086 | -1.772.209 |
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, die de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld op 15 december 2022, goed, zoals in bijlage toegevoegd. Hierdoor is de aanpassing van het meerjarenplan in zijn geheel definitief vastgesteld. De ramingen, die voor het boekjaar 2023 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2023.
De gemeenteraad stelt de lijst van nominatieve werkings- en investeringstoelagen 2022 en 2023 vast.
In toepassing van artikel 41, 23° van het decreet lokaal bestuur kan de gemeenteraad haar bevoegdheid voor het toekennen van nominatieve subsidies niet toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen. De bevoegdheid voor de toekenning van nominatieve subsidies ligt dus volledig bij de gemeenteraad. Tot en met 2019 was de lijst met nominatieve subsidies een verplichte bijlage bij het budget, de goedkeuring van het budget impliceerde automatisch ook de goedkeuring van de nominatieve subsidies. Vanaf BBC 2020 bestaat het beleidsrapport 'budget' en haar verplichte bijlagen niet meer. De nominatieve subsidies nemen vanaf BBC 2020 de vorm aan van een afzonderlijk besluit van de gemeenteraad.
Aan de gemeenteraad wordt daarom de lijst van nominatieve werkings- en investeringstoelagen 2022 en 2023 voorgelegd, zoals bepaald in het document in bijlage.
Ontwerp besluit:
De gemeenteraad stelt de lijst van nominatieve werkings- en investeringstoelagen 2022 en 2023 vast, zoals bepaald in het document in bijlage.
Gelet op
Naar aanleiding van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 wordt aan de gemeenteraad voorgesteld om de nominatieve werkings- en investeringstoelagen van 2022 en 2023 vast te stellen zoals opgenomen in de lijst in bijlage.
In het ontwerp van meerjarenplan 2020-2025, zoals goedgekeurd door de raad op 15 december 2022, zijn de nominatieve toelagen opgenomen.
Amendement op verzoek van het college van burgemeester en schepenen:
in de lijst met nominatieve subsidies wordt de benaming ‘Dierenvoedselbank’ gewijzigd in ‘SOS Huisdieren Aarschot vzw’ en het bedrag van de eraan toegekende subsidies wordt opgetrokken van 750 naar 2500 euro.
In het meerjarenplan is een jaarlijks krediet van 2.500 euro opgenomen voor een toelage via regelement voor dierenwelzijn gebonden vzw’s. Dit krediet zal verschoven worden naar een raming voor een nominatieve toelage aan SOS Huisdieren Aarschot vzw. De wijziging is dus budgetneutraal.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt de lijst van nominatieve werkings- en investeringstoelagen 2022 en 2023 vast, zoals bepaald in het document in bijlage.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitvoering conform het gemeentelijk reglement 'Controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen' zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 10.03.2022.
De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement goed op basis waarvan de stad Aarschot het AGB Aarschot een prijssubsidie toekent voor het recht op toegang tot de infrastructuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Aarschot in 2023.
Met beslissing ET.129.288 van 19 januari 2016 heeft de BTW administratie haar visie op het BTW-statuut van autonome gemeentebedrijven uiteengezet.
Van belang is onder meer dat werkingssubsidies (waarop geen BTW moet worden aangerekend) die door de gemeente aan het AGB worden toegekend, in principe niet in aanmerking mogen worden genomen voor de beoordeling van het winstoogmerk. Prijssubsidies (waarop wel BTW moet worden aangerekend) die door de gemeente aan het AGB worden toegekend, komen daarentegen wel in aanmerking voor de beoordeling van het winstoogmerk.
Het AGB Aarschot heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2023 voor de exploitatie van de infrastructuur, zoals vastgelegd in het op 15 december 2022 goedgekeurd meerjarenplan 2020-2025. Op basis van deze ramingen (rekening houdende met de impact van de sterk gestegen energieprijzen en de hoge inflatie) heeft het AGB Aarschot vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2023 de inkomsten uit prijssubsidies voor het verlenen van het recht op toegang tot de door het AGB geëxploiteerde infrastructuur minstens 1.981.836,62 euro (exclusief btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.
Aan de gemeenteraad wordt het prijssubsidiereglement voor 2023 voorgelegd ter goedkeuring.
Ontwerp besluit:
De gemeenteraad keurt het prijssubsidiereglement goed op basis waarvan de stad Aarschot het AGB Aarschot een prijssubsidie toekent voor het recht op toegang tot de infrastructuur van het Autonoom Gemeentebedrijf Aarschot in 2023.
Met beslissing van ET.129.288 van 19 januari 2016 heeft de BTW administratie haar visie op het BTW-statuut van autonome gemeentebedrijven uiteengezet, nl.:
- Een AGB is in principe een gewone BTW-plichtige met recht op aftrek van BTW. Dat impliceert dus dat een AGB de BTW op de exploitatiekosten en de investeringskosten volgens de normale regels in aftrek kan brengen.
- Voorwaarde daartoe is wel dat het AGB een winstoogmerk heeft en dat dus statutair is bepaald dat eventueel gemaakte winsten moeten worden uitgekeerd en dat ook effectief gebeurt.
- Om te beoordelen of er winstoogmerk is, moet de globale activiteit van het AGB in aanmerking worden genomen.
- De administratie kan onderzoeken of die statutaire bepalingen niet louter theoretisch zijn. Dat zal het geval zijn wanneer systematisch tekorten voorkomen in hoofde van het AGB omdat de aan de bezoekers van de inrichting aangerekende prijzen niet volstaan om de exploitatiekosten van het AGB te dekken
- Werkingssubsidies waarop geen BTW moet worden aangerekend die door de gemeente aan het AGB worden toegekend, mogen in principe niet in aanmerking worden genomen voor de beoordeling van het winstoogmerk. Men kan hierbij wel niet terugkomen op beslissingen die de Rulingdienst in het verleden heeft genomen en die het tegenovergestelde zouden beweren.
- Prijssubsidies waarop wel BTW moet worden aangerekend die door de gemeente aan het AGB worden toegekend, komen daarentegen wel in aanmerking voor de beoordeling van het winstoogmerk.
- In de loop van het boekjaar is het mogelijk om het bedrag van de prijssubsidies aan te passen naar de toekomst toe.
Verder vermeldt voorgaande beslissing van de BTW-administratie:
De kwalificatie van een autonoom gemeentebedrijf als belastingplichtige met recht op aftrek van BTW belet niet dat de administratie later kan onderzoeken of de statutaire bepalingen niet louter theoretisch zijn.
Dit zal het geval zijn wanneer systematische tekorten voorkomen in hoofde van het autonoom gemeentebedrijf omdat de aan de bezoekers van de inrichting aangerekende prijzen niet volstaan tot dekking van de exploitatiekosten van het autonoom gemeentebedrijf. In dat verband kunnen de werkingssubsidies die door de gemeente aan het autonoom gemeentebedrijf worden ter beschikking gesteld, gelet op de nauwe band de tussen het autonoom gemeentebedrijf en de gemeente, niet worden aangemerkt als ontvangsten uit een bepaalde activiteit. De werkingssubsidies mogen bijgevolg niet als bijkomende ontvangsten worden aangemerkt en mogen evenmin in mindering worden gebracht van de gedane kosten voor het bepalen van het boekhoudkundig resultaat.
De door de gemeente aan het autonoom gemeentebedrijf toegekende subsidies die rechtstreeks verband houden met de prijs behoren tot de maatstaf van heffing van de BTW en mogen dan ook gevoegd bij de overige ontvangsten uit een bepaalde activiteit om te bepalen of de statutaire bepalingen inzake winstoogmerk en het doel winsten uit te keren al dan niet theoretisch zijn.
Van een rechtstreeks verband met de prijs is slechts sprake indien de subsidie specifiek aan het gesubsidieerde orgaan wordt betaald om een welbepaald goed te leveren of een welbepaalde dienst te verrichten. Dit verband tussen de subsidie en de prijs moet duidelijk blijken uit een onderzoek van de concrete omstandigheden die aan de basis van de betaling van de tegenprestaties liggen. Daarentegen is het niet nodig dat de prijs van het goed of de dienst, of een deel ervan, bepaald zou zijn. Het volstaat dat hij bepaalbaar is.
Voor het bepalen van de winst moet rekening gehouden worden met het boekhoudkundig resultaat (met inbegrip van afschrijvingen, aanleggen van provisies, …) en mag met niet louter vergelijken tussen het boek voor inkomende facturen enerzijds en het boek voor uitgaande facturen/dagboek voor ontvangsten anderzijds.
Het resultaat van de globale activiteit (dus niet activiteit per activiteit) van de instelling dient in aanmerking te worden genomen. Er wordt evenwel geen rekening gehouden met uitzonderlijke opbrengsten (vb. de inkomsten uit onroerende en financiële transacties). De winst/verliespositie moet structureel zijn en onafhankelijk van toevallige gebeurtenissen langs inkomsten- of uitgavenzijde.
Het AGB Aarschot heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2023 voor de exploitatie van de infrastructuur, zoals vastgelegd in het op 15 december 2022 goedgekeurd meerjarenplan 2020-2025. Op basis van deze ramingen (rekening houdende met de impact van de sterk gestegen energieprijzen en de hoge inflatie) heeft het AGB Aarschot vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2023 de inkomsten uit prijssubsidies voor het verlenen van het recht op toegang tot de door het AGB geëxploiteerde infrastructuur minstens 1.981.836,62 euro (exclusief btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.
De nodige kredieten voor de betaling van de prijssubsidies zijn voorzien in de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025, zoals goedgekeurd door de raad op 15 december 2022.
Visum toekenning prijssubsidie 2023 aan AGB Aarschot – 2.100.746,82 euro (incl. 6% BTW)
Visum – Component ‘Voorafgaande kredietcontrole’
In het meerjarenplan 2020-2025 is in 2023 het benodigde krediet voorzien voor de prijssubsidie aan het AGB Aarschot, BBC–actie AC000089 ‘9.2.1. We bepalen de kerntaken van de stad en bekijken of we die zelf doen of uitbesteden’,– ARK 64950000 ‘prijssubsidies’, nl.
Er is dus voldoende krediet beschikbaar voor de uitbetaling van de prijssubsidie 2023 aan het AGB Aarschot.
Visum – Component ‘Wetmatigheidscontrole die voorafgaat aan de verbintenis’
Uit het onderzoek van de documenten blijken geen strijdigheden met de wettelijke voorschriften.
Artikel 1
De gemeenteraad geeft de goedkeuring aan het onderstaand prijssubsidiereglement voor het kalenderjaar 2023 ten voordele van het Autonoom Gemeentebedrijf Aarschot:
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE BIBLIOTHEEK AARSCHOT
Rekening houdend met de socio-culturele en sociale functie van de door het AGB Aarschot geëxploiteerde bibliotheek en om de leesmotivatie te stimuleren en de toegang tot de bibliotheekinfrastructuur en haar collectie zo laagdrempelig mogelijk te maken, wenst de stad Aarschot de kosten voor de toegang van de door AGB Aarschot geëxploiteerde bibliotheekinfrastructuur op zich te nemen, nl. 292.742,67 euro (excl. btw) in 2023.
Het aantal bezoekers vanaf 1 januari 2023 t.e.m. 31 december 2023 wordt geraamd op 66.764. De kostprijs per bezoeker voor het gebruik van de infrastructuur van de bibliotheek gedurende de periode 1 januari 2023 t.e.m. 31 december 2023 wordt bepaald op 4,385 euro (exclusief 6% BTW), zijnde een kost die de stad Aarschot op zich zal nemen.
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE MUSEUM AARSCHOT
Rekening houdend met de socio-culturele en sociale functie van het door het AGB Aarschot geëxploiteerd museum en om de toegang tot de museuminfrastructuur en haar collectie zo laagdrempelig mogelijk te maken, wenst de stad Aarschot de kosten voor de toegang van de door AGB Aarschot geëxploiteerde museuminfrastructuur op zich te nemen, nl. 205.358,98 euro (excl. btw), in 2023.
Het aantal bezoekers vanaf 1 januari 2023 t.e.m. 31 december 2023 wordt geraamd op 3.750. De kostprijs per bezoeker voor het gebruik van de infrastructuur van de bibliotheek gedurende de periode 1 januari 2023 t.e.m. 31 december 2023 wordt bepaald op 54,763 euro (exclusief 6% BTW), zijnde een kost die de stad Aarschot op zich zal nemen.
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE CC HET GASTHUIS
Rekening houdend met de socio-culturele en sociale functie van het door het AGB Aarschot geëxploiteerd CC Het Gasthuis en om de toegang tot de voorstellingen in de theaterinfrastructuur zo laagdrempelig mogelijk te maken, wenst de stad Aarschot de tickets tot het theater van het CC Het Gasthuis te subsidiëren middels de toekenning van een prijssubsidie per toegangsticket.
De totale kost in 2023 wordt geraamd op 606.685,07 euro. Het aantal bezoekers aan de theaterinfrastructuur van het CC Het Gasthuis, gedurende de periode vanaf 1 januari 2023 t.e.m. 31 december 2023, wordt geraamd op 49.000. De prijssubsidie per bezoeker voor het gebruik van de theaterinfrastructuur van het CC Het Gasthuis gedurende de periode 1 januari 2023 t.e.m. 31 december 2023 wordt bepaald op 12,382 euro (exclusief 6% BTW).
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE SPORTCOMPLEX
Rekening houdend met de sportieve en sociale functie van het door het AGB Aarschot geëxploiteerde sportinfrastructuur en om de toegang tot het zwembad zo laagdrempelig mogelijk te maken, wenst de stad Aarschot de tickets tot het zwembad te subsidiëren middels de toekenning van een prijssubsidie.
De totale kost m.b.t de exploitatie van het sportcomplex in 2023 wordt geraamd op 877.049,90 euro. De omzet van het zwembad, gedurende de periode vanaf 1 januari 2023 t.e.m. 31 december 2023, wordt geraamd op 342.893,00 (excl. btw). De prijssubsidie voor het gebruik van het zwembad gedurende de periode 1 januari 2023 t.e.m. 31 december 2023 wordt bepaald op basis van de omzet van die periode vermenigvuldigd met een factor 2,558.
Artikel 2
Het AGB Aarschot deelt op 31 december 2023 het aantal bezoekers/omzet mee van het voorafgaande jaar en stelt een nota op met vermelding van het jaarlijks verschuldigd bedrag van de prijssubsidie. De Stad Aarschot dient de prijssubsidie te betalen aan AGB Aarschot binnen de 30 kalenderdagen na ontvangst.
Artikel 3
De stad Aarschot heeft de nodige kredieten voor de betaling van de prijssubsidies voorzien in de aanpassing van haar meerjarenplan 2020-2025, zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 15 december 2022.
De overeenkomst tussen de stad Aarschot en het AGB Aarschot voor de terbeschikkingstelling en het gebruik van het Dienstencentrum (incl. Capucienenklooster) wordt goedgekeurd.
Gelet op
Visum ‘overeenkomst m.b.t. de terbeschikkingstelling en het gebruik van het dienstencentrum (incl. Capucienenklooster)’
Component ‘Voorafgaande kredietcontrole’
In het meerjarenplan 2020-2025 van stad en OCMW Aarschot is vanaf 2022 jaarlijks een krediet voorzien van 789.896,12 euro, op raming MJP104229 (OCMW) en raming MJP101761 (stad), BBC–actie AC000090 – ARK 61507000 ‘Gebruiksvergoeding dienstencentrum’.
De gebruiksvergoeding, zoals aangegeven in de overeenkomst, bedraagt, 6.463,43 euro (excl. BTW) per jaar en per toegewezen werkplek. Uitgaande van 101 werkplekken voor stad en OCMW bedraagt de kost voor de terbeschikkingstelling en het gebruik van het dienstencentrum (incl. Capucienenklooster) 652.806,43 euro (excl. BTW), zijnde 789.895,78 euro.
Er is dus voldoende krediet beschikbaar voor het aangaan van de overeenkomst m.b.t. de terbeschikkingstelling en het gebruik van het dienstencentrum (incl. Capucienenklooster).
Component ‘ Wetmatigheidscontrole die voorafgaat aan de verbintenis’
Uit het onderzoek van de documenten blijken er geen strijdigheden met de wettelijke voorschriften.
Artikel 1
De bijgevoegde overeenkomst tussen de stad Aarschot en het AGB Aarschot voor de terbeschikkingstelling en het gebruik van het Dienstencentrum (incl. Capucienenklooster) wordt goedgekeurd.
Artikel 2
Het College van Burgemeester en Schepenen, voor wie optreden mevrouw Gwendolyn Rutten, burgemeester en mevrouw Christi Van Calster, algemeen directeur, wordt gemachtigd de overeenkomst tot terbeschikkingstelling en gebruik van het Dienstencentrum (incl. Capucienenklooster) rechtsgeldig te ondertekenen.
De gemeenteraad kent het ereburgerschap van de stad Aarschot toe aan de heer Luc Sels, rector van KU Leuven.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het ereburgerschap van de stad Aarschot toe te kennen aan dhr. Luc Sels omwille van zijn betekenis als rector van de KU Leuven met Aarschotse 'roots' en de positieve uitstraling hiervan voor de stad.
Enig artikel
De gemeenteraad kent het ereburgerschap van de stad Aarschot toe aan de heer Luc Sels, rector van KU Leuven.
De gemeenteraad kent het ereburgerschap van de stad Aarschot toe kennen aan de heer Roland Liboton.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het ereburgerschap van de stad Aarschot toe te kennen aan dhr. Roland Liboton als erkenning voor zijn zeer indrukwekkend palmares als veldrijder.
Enig artikel
De gemeenteraad kent het ereburgerschap van de stad Aarschot toe kennen aan de heer Roland Liboton.
De gemeenteraad kent het ereburgerschap van de stad Aarschot toe aan de heer Jos Verbeeck, voormalig topjockey.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het ereburgerschap van de stad Aarschot toe te kennen aan dhr. Jos Verbeeck als erkenning voor zijn indrukwekkende carrière als (voormalig) topjockey.
Enig artikel
De gemeenteraad kent het ereburgerschap van de stad Aarschot toe aan de heer Jos Verbeeck, voormalig topjockey.
De gemeenteraad neemt kennis van de beslissing van de bestuursraad houdende het budget 2023 van de Evangelische Kerk de Shelter te Aarschot.
De beslissing van de bestuursraad houdende het budget 2023 van de Evangelische Kerk de Shelter te Aarschot wordt voor akteneming voorgelegd aan de gemeenteraad.
Overwegende dat het budget 2023 binnen de grenzen van het gewijzigd meerjarenplan 2020-2025 past en bijgevolg zonder gemeentelijke bijdragen opgemaakt wordt, neemt de gemeenteraad akte van het budget 2023.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt akte van het budget 2023 van de voornoemde kerkgemeente zonder toelagen vanwege de gemeenteoverheid.
Artikel 2
Dit besluit wordt overgemaakt aan de provinciegouverneur (Diestsepoort 6 bus 1, 3000 Leuven).
De gemeenteraad neemt kennis van het budget 2023 van de kerkfabriek H.H. Maria, Pieter en Antonius (Aarschot)
De beslissing van de kerkraad houdende het budget 2023 en de eraan verbonden gemeentelijke exploitatie- en investeringstoelage wordt voor akteneming voorgelegd aan de gemeenteraad.
Overwegende dat de gemeentelijke bijdrage in het budget binnen de grenzen blijft van het in het meerjarenplan opgenomen bedrag, neemt de gemeenteraad enkel akte van het budget.
Artikel 1
De gemeenteraad neemt akte van het budget 2023 van de kerkfabriek H.H. Maria, Pieter en Antonius (Aarschot).
Artikel 2
Een afschrift van deze beraadslaging wordt naar de betreffende kerkfabriek, het centraal kerkbestuur, het erkend representatief orgaan en de provinciegouverneur verzonden. Deze instanties zullen dit document aan het reeds ontvangen exemplaar van het budget hechten.
Aan de agenda wordt volgend punt bij hoogdringendheid toegevoegd:
Aan de gemeenteraad wordt gevraagd volgend punt toe te voegen aan de agenda:
Het verzoek van de voorzitter om volgend punt bij hoogdringendheid toe te voegen aan de agenda:
De uitnodiging voor deze vergadering heeft de stad laattijdig bereikt.
Enig artikel
Aan de agenda wordt volgend punt bij hoogdringendheid toegevoegd:
De gemeenteraad hecht goedkeuring aan de agenda van de algemene vergadering van IGO div op 16.12.2022 en draagt de vertegenwoordiger van de stad op zijn stemgedrag hierop af te stemmen.
IGO div organiseert op 16.12.2022 een algemene vergadering met volgende agendapunten:
De gemeenteraad in vergadering van 14.03.2019 stelde de heer Kurt Lemmens en mevrouw Wendy De Rijck aan als respectievelijk afgevaardigd vertegenwoordiger en plaatsvervangend afgevaardigde van de stad Aarschot in de algemene vergaderingen van IGO en dit voor de duur van de legislatuur.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld de agenda goed te keuren.
Gelet op
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de agenda van de algemene vergadering van IGO div op 16.12.2022 goed.
Artikel 2
Raadslid Kurt Lemmens en raadslid Wendy De Rijck worden aangeduid als respectievelijk afgevaardigd vertegenwoordiger en plaatsvervangend afgevaardigde om namens het bestuur alle akten en bescheiden met betrekking tot deze algemene vergadering van IGO div te onderschrijven en hun stemgedrag af te stemmen op het in de beslissing van de gemeenteraad van heden bepaalde standpunt met betrekking tot de agendapunten van voormelde algemene vergadering.
Dit agendapunt werd besproken. Voor de volledige bespreking verwijzen we naar het audioverslag van deze vergadering.
Nico Creces
De stad Leuven heeft als enige in Vlaanderen een 'troostmuur' aangelegd op de stedelijke begraafplaats. Een troostmuur geeft de overleden stadsgenoten zo een plaats, langer dan de looptijd van hun graf.
Er komt geen naam of datum op de muur, enkel een foto.
Concreet gaat het om een initiatief waarbij de stad Leuven de foto’s van de grafzerken waarvan de concessie ten einde is en die worden verwijderd, aanbrengt op een muur van de begraafplaats.
Op deze manier wordt de herinnering aan overleden inwoners levend gehouden, ook na de looptijd van de grafconcessie en hebben de overledenen een nieuwe, vaste rustplek op de begraafplaats.
Bijkomend kunnen ook foto’s van overledenen die werden gecremeerd worden aangebracht op de troostmuur. Families kunnen in zo'n geval een foto afgedrukt op keramische achtergrond bezorgen aan de medewerkers van de begraafplaats.
Het spreekt voor zich dat zo'n troostmuur een grote emotionele meerwaarde kan hebben voor familieleden, vrienden en kennissen van de overledenen.
Bovendien kan het ook een rustpunt creëren op de begraafplaats. Tot slot vergt dit een minimale kost: iedere begraafplaats heeft immers wel een muur die geschikt is om er foto’s op keramische achtergrond op te bevestigen.
Onze vragen hieromtrent:
Gevolg dat aan dit punt is gegeven
Dit agendapunt werd besproken. Voor de volledige bespreking verwijzen we naar het audioverslag van deze vergadering.
Dit agendapunt werd besproken. Voor de volledige bespreking verwijzen we naar het audioverslag van deze vergadering.
Petra Vanlommel
De stad Aarschot roept inwoners op om te ontharden en te vergroenen.
Waarom ontharden en vergroenen?
Terecht dat jullie hiertoe oproepen, want een groene, ontharde omgeving heeft bewezen voordelen: planten en bomen filteren fijn stof uit de lucht, zorgen voor meer biodiversiteit (ook in de stad!), planten dempen geluid, geven verkoeling in warme periodes, temperen temperatuurschommelingen, zorgen voor waterberging, een groene omgeving maakt ons weerbaarder tegen klimaatverandering.
Mensen willen een groenere straat en buurt
Een heel aantal mensen die in een grijze omgeving wonen, willen zeker gehoor geven aan deze oproep tot ontharding. Steeds meer mensen willen graag een groenere straat, een groener plein, een groenere buurt. Wij kregen onlangs vragen van inwoners om het Kapitein Gilsonplein, Koemarkt en Bekaflaan en de gevels van appartementen in een nieuwe wijk in Ourodenberg groener te maken. Januari 2022 vroeg iemand uit de Statiestraat aan de stad of er een initiatief ‘Minder verharding en meer groen’ bestaat in Aarschot waarbij bewoners terreinen kunnen opgeven om te ontharden.
Wat kan ik als burger doen?
De oproep in Arend begint met ‘Kijk eens even rondom jou. In je eigen tuin en in die van de buren.’ Kleine initiatieven van burgers maken een verschil: een plantje op de vensterbank, een mooie klimmer tegen de gevel… Maar zelfs zulke kleine ingrepen zijn niet altijd evident. Hoe begin je hier aan? Wat mag, wat niet? Niet iedereen heeft een eigen (voor)tuin. Ook mensen zonder tuin willen groen in hun buurt. Hoe kunnen zij hun omgeving toch helpen vergroenen?
Wat kan de stad doen?
Als we rondom kijken, zien we ook veel verhard openbaar domein. De stad heeft plannen om Parking Centrum te ontharden. Het hemelwaterplan is ook goede stap vooruit. Dit juichen we echt toe!
Stad en burgers samen
Een gecoördineerde aanpak waar zowel de stad als burgers hoofdrolspelers zijn, vergroot de kans op succes. Een participatief traject waarbij mensen, beleidsvoerders, kennis, ideeën en voorstellen worden samengebracht. Dit kan bv resulteren in de opmaak van een onthardingskaart en vergroeningsplan met kleine en grote acties, quick wins en lange termijn planning. Om een concrete onthardings- of vergroeningsactie te laten slagen is het eveneens belangrijk om mensen te begeleiden en tips te geven.
Vraag
Is een gecoördineerde aanpak van stad en burgers samen om te ontharden en te vergroenen mogelijk?
Gevolg dat aan dit punt is gegeven
Dit agendapunt werd besproken. Voor de volledige bespreking verwijzen we naar het audioverslag van deze vergadering.
De voorzitter schorst de vergadering van de gemeenteraad om de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn af te werken vooraleer over te gaan tot de besloten vergadering van de gemeenteraad.
De voorzitter schorst de vergadering van de gemeenteraad om de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn af te werken vooraleer over te gaan tot de besloten vergadering van de gemeenteraad.
Notulen en zittingsverslag vergadering 10.11.2022
Notulen
Gelet op het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en de gemeenteraadscommissies, goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van 20 januari 2022, inzonderheid artikel 29 §3;
Aangezien verder tijdens de vergadering geen bezwaren tegen de notulen van de vergadering van 10.11.2022 werden ingebracht;
zijn de notulen van de vergadering van 10.11.2022 goedgekeurd.
Zittingsverslag
In toepassing van artikel 278 §1 van het decreet over het lokaal bestuur en artikel 28 §2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en de gemeenteraadscommissies is het zittingsverslag vervangen door de integrale audio-opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.