Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het algemeen politiereglement van de stad Aarschot te actualiseren.
De voorgestelde aanpassingen vinden hun oorsprong in de GAS-wet, die een aantal wijzigingen heeft aangebracht die een impact hebben op de bestaande reglementen en de toe te passen procedure.
De GAS-wet heeft een aantal wijzigingen aangebracht die een impact hebben op de bestaande reglementen en de toe te passen procedure.
LOKALE BEMIDDELING
De procedures en nadere regels voor de uitvoering van de lokale bemiddeling voor minderjarige en meerderjarige overtreders, krachtens artikel 18, §1 en 12, §1, 1° van de wet van 24.06.2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, zijn uitgewerkt in een aparte gemeenteraadsbeslissing 'Bemiddelingsreglement in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties, goedgekeurd door de gemeenteraad op 18.06.2018'.
De procedure van lokale bemiddeling zal uitgevoerd worden door de bemiddelaar ter beschikking gesteld door de stad Leuven. Hiervoor werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met de stad Leuven (gemeenteraadsbeslissing van 18.06.2018).
GEMEENSCHAPSDIENST MEERDERJARIGEN
Voor zover de sanctionerend ambtenaar dit aangewezen acht, kan hij aan de meerderjarige overtreder, mits zijn akkoord of op zijn verzoek, een gemeenschapsdienst voorstellen in plaats van de administratieve geldboete.
De gemeenschapsdienst mag niet meer dan dertig uur bedragen en moet worden uitgevoerd binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van kennisgeving van de beslissing van de sanctionerend ambtenaar.
Zij bestaat uit een opleiding en/of een onbetaalde prestatie onder toezicht van de gemeente of van een door de gemeente aangewezen bevoegde rechtspersoon en uitgevoerd ten behoeve van een gemeentedienst of een publiekrechtelijke rechtspersoon, een stichting of een vereniging zonder winstgevend oogmerk die door de gemeente wordt aangewezen. De gemeenschapsdienst wordt omkaderd door een door de gemeente erkende dienst of door een rechtspersoon die door deze gemeente wordt aangewezen.
GEMEENSCHAPSDIENST MINDERJARIGEN
In geval van weigering van het aanbod of falen van de bemiddeling, kan de sanctionerend ambtenaar een gemeenschapsdienst voorstellen, zoals omschreven bij artikel 10, tweede en derde lid van de GAS-wet, jegens de minderjarige, die georganiseerd wordt in verhouding tot zijn leeftijd en capaciteiten. Hij kan eveneens beslissen de keuze en de nadere regels van de gemeenschapsdienst toe te vertrouwen aan een bemiddelaar of een bemiddelingsdienst.
Deze gemeenschapsdienst mag niet meer dan vijftien uur bedragen en moet worden uitgevoerd binnen een termijn van zes maanden vanaf de datum van kennisgeving van de beslissing van de sanctionerend ambtenaar.
De vader en moeder, voogd of personen die de hoede hebben over de minderjarige, kunnen op hun verzoek de minderjarige begeleiden bij het uitvoeren van de gemeenschapsdienst.
In geval van niet-uitvoering of weigering van de gemeenschapsdienst, kan de sanctionerend ambtenaar een administratieve geldboete opleggen.
OUDERLIJKE BETROKKENHEID
Een procedure van ouderlijke betrokkenheid kan worden voorzien voorafgaand aan het aanbod tot bemiddeling, tot gemeenschapsdienst of, desgevallend, de oplegging van een administratieve geldboete.
In het kader van deze procedure, informeert de sanctionerend ambtenaar per aangetekende brief de vader en moeder, voogd of personen die de hoede hebben over de minderjarige, over de vastgestelde feiten en verzoekt hen om, onmiddellijk na het ontvangen van het proces-verbaal of de vaststelling bedoeld in artikel 21 van de GAS-wet, hun mondelinge of schriftelijke opmerkingen mee te delen over deze feiten en de eventueel te nemen opvoedkundige maatregelen. Hij kan hiertoe een ontmoeting vragen met de vader en moeder, de voogd of de personen die de minderjarige onder hun hoede hebben en de minderjarige.
Na de hiervoor bedoelde opmerkingen te hebben ingewonnen en/of de minderjarige overtreder te hebben ontmoet, evenals zijn vader, moeder, voogd of personen die er de hoede over uitoefenen en indien hij tevreden is over de educatieve maatregelen die door deze laatsten werden voorgesteld, kan de sanctionerend ambtenaar hetzij de zaak in dit stadium van de procedure afsluiten, hetzij de administratieve procedure opstarten.
Een advies over het voorzien van de mogelijkheid om administratieve sancties op te leggen aan minderjarigen en het verlagen van de leeftijdsgrens naar 14 jaar werd verstrekt door de jeugdraad op 27 november 2020 krachtens artikel 4, §5 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Vermits het algemeen politiereglement van de stad voorziet dat minderjarigen het voorwerp kunnen uitmaken van gemeentelijke administratieve sancties, voorziet de wet ook in een algemene informatieplicht t.a.v. de in de gemeente wonende minderjarigen en hun vaders, moeders en voogden.
Artikel 1
(ter vervanging van Hoofdstuk VIII - Bijzondere bepalingen uit het strafwetboek en Hoofdstuk IX - Procedure van het Algemeen Politiereglement van de stad Aarschot)
Art. 1. Procedure
De procedure voor het opleggen van gemeentelijke administratieve sancties wordt geregeld in de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties en latere wijzigingen.
Art. 2. Sanctionering
§1. Inbreuken op het algemeen politiereglement van de stad Aarschot kunnen bestraft worden met een administratieve geldboete van maximum 250 euro voor meerderjarige overtreders en maximum 125 euro voor minderjarige overtreders.
§2. Inbreuken op het plaatsverbod dat de burgemeester kan opleggen conform artikel 134sexies van de nieuwe gemeentewet, zoals voorzien door artikel 47 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, kunnen bestraft worden met een administratieve geldboete.
§3. Het college van burgemeester en schepenen kan een door de gemeente verleende toelating of vergunning schorsen of intrekken en/of een inrichting tijdelijk of definitief sluiten. Deze sancties kunnen pas opgelegd worden nadat de overtreder een voorafgaande verwittiging heeft gekregen. Die bevat een uittreksel van het overtreden reglement of van de overtreden verordening. Deze worden ter kennis gebracht krachtens artikel 45 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
§4. Deze sancties kunnen niet opgelegd worden indien voor dezelfde inbreuken door of krachtens een wet, een decreet of ordonnantie reeds straffen of administratieve sancties worden bepaald.
§5. Gemengde inbreuken:
In afwijking van art. 2 §4 kunnen administratieve geldboetes opgelegd worden voor volgende inbreuken:
- vernielen of beschadigen van grafstenen, monumenten, standbeelden, kunstvoorwerpen (art. 526 Sw)
- kwaadwillig bomen omhakken (art. 537 Sw)
- opzettelijk beschadigen of vernielen van roerende goederen (art. 559, 1° Sw)
- nachtlawaai (art. 561, 1° Sw)
- beschadiging van landelijke of stedelijke afsluitingen (art. 563, 2° Sw)
- plegen van lichte gewelddaden (art. 563, 3° Sw).
§6. De omvang van de administratieve geldboete is proportioneel op grond van de zwaarte van de inbreuk die de boete verantwoordt en eventuele herhaling. De bij dit reglement voorgeschreven administratieve geldboete wordt verhoogd in geval van herhaling, zonder dat deze boete het wettelijke voorziene maximum mag overschrijden.
§7. Herhaling bestaat wanneer de overtreder reeds werd gesanctioneerd voor eenzelfde inbreuk binnen de 24 maanden voorafgaand aan de nieuwe vaststelling van de inbreuk.
Art. 3. Specifieke procedure voor minderjarigen - Ouderlijke betrokkenheid
Een procedure van ouderlijke betrokkenheid wordt voorzien, krachtens artikel 17 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
De ambtenaar die belast is met het opleggen van de administratieve geldboetes krachtens artikel 21, §1, 1° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties wordt belast met de uitvoering ervan.
Art. 4. Alternatieve maatregelen – Lokale bemiddeling en gemeenschapsdienst
Er kunnen eveneens alternatieve maatregelen voor de administratieve geldboete worden opgelegd.
De alternatieve maatregelen die opgelegd kunnen worden, zijn
- De lokale bemiddeling, gedefinieerd als zijnde een maatregel die het voor de overtreder mogelijk maakt om, door tussenkomst van een bemiddelaar, de veroorzaakte schade te herstellen of schadeloos te stellen of om het conflict te doen bedaren. De bemiddelingsprocedure wordt verplicht aangeboden aan minderjarigen vanaf 14 jaar. Voor meerderjarigen is de procedure optioneel.
- De gemeenschapsdienst gedefinieerd als zijnde een prestatie van algemeen belang uitgevoerd door de overtreder ten gunste van de gemeenschap (collectiviteit).
Art. 4.1. Lokale bemiddeling
Een lokale bemiddeling wordt voorzien voor minderjarige en meerderjarige overtreders van het algemeen politiereglement, krachtens artikel 4, §2 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
De procedures en nadere regels voor de uitvoering van de lokale bemiddeling voor minderjarige en meerderjarige overtreders, krachtens artikel 18, §1 en 12, §1, 1° van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties, zijn uitgewerkt in een aparte gemeenteraadsbeslissing 'Bemiddelingsreglement in het kader van de gemeentelijke administratieve sancties, goedgekeurd door de gemeenteraad op 18.06.2018'.
De procedure van lokale bemiddeling zal uitgevoerd worden door de bemiddelaar ter beschikking gesteld door de stad Leuven. Hiervoor werd een samenwerkingsovereenkomst afgesloten met de stad Leuven (gemeenteraadsbeslissing van 18.06.2018).
Art. 4.2. Gemeenschapsdienst
Naast de bemiddeling wordt als alternatieve maatregel een gemeenschapsdienst voorzien voor minderjarige en meerderjarige overtreders van het algemeen politiereglement krachtens artikel 4 §2 van de wet van 24 juni 2013 betreffende de gemeentelijke administratieve sancties.
Een gemeenschapsdienst is een prestatie van algemeen belang uitgevoerd door de overtreder ten gunste van de collectiviteit. De gemeenschapsdienst wordt omkaderd door een door de stad erkende dienst of door een rechtspersoon die door de stad wordt aangewezen.
Art. 4.2.1. Gemeenschapsdienst meerderjarige overtreder
Indien de sanctionerend ambtenaar het aangewezen acht, kan hij aan de meerderjarige overtreder, mits zijn akkoord of op zijn verzoek, een gemeenschapsdienst voorstellen in plaats van een administratieve geldboete.
De gemeenschapsdienst mag niet meer dan 30 uur bedragen en moet worden uitgevoerd binnen een termijn van 6 maanden vanaf de datum van kennisgeving van de beslissing van de sanctionerend ambtenaar.
Zij bestaat uit
- een opleiding en/of
- een onbetaalde prestatie onder toezicht van de stad of van een door de stad aangewezen bevoegde rechtspersoon en uitgevoerd ten behoeve van een stadsdienst of een publiekrechtelijke rechtspersoon, een stichting of een vereniging zonder winstgevend oogmerk die door de stad wordt aangewezen.
Art. 4.2.2. Gemeenschapsdienst minderjarige overtreder
Ingeval van weigering van het aanbod of falen van de bemiddeling bij een minderjarige, kan de sanctionerend ambtenaar een gemeenschapsdienst voorstellen.
De gemeenschapsdienst wordt georganiseerd in verhouding tot de leeftijd en capaciteiten van de minderjarige. De vader en de moeder, voogd of personen die de hoede hebben over de minderjarige, kunnen op hun verzoek de minderjarige begeleiden bij het uitvoeren van de gemeenschapsdienst.
De gemeenschapsdienst mag niet meer dan 15 uur bedragen en moet worden uitgevoerd binnen een termijn van 6 maanden vanaf de datum van kennisgeving van de beslissing van de sanctionerend ambtenaar.
In geval van niet uitvoering of weigering van de gemeenschapsdienst, kan de sanctionerend ambtenaar een administratieve boete opleggen.
Art. 5. Leeftijdsgrens
Het politiereglement is ook van toepassing op minderjarigen die de volle leeftijd van 14 jaar hebben bereikt op het ogenblik van de feiten.
Art. 6. Plaatsverbod
§1. De burgemeester kan, in geval van verstoring van de openbare orde, veroorzaakt door individuele of collectieve gedragingen, of in geval van herhaalde inbreuken op de reglementen en verordeningen van de gemeenteraad gepleegd op eenzelfde plaats in de gemeente of ter gelegenheid van soortgelijke gebeurtenissen die zich in de gemeente afspelen en die een verstoring van de openbare orde met zich meebrengen, beslissen over te gaan tot een tijdelijk plaatsverbod van 1 maand, tweemaal vernieuwbaar, jegens de dader of de daders van deze gedragingen.
§2. Het begrip 'tijdelijk plaatsverbod' wordt gedefinieerd als het verbod binnen te treden in één of meerdere duidelijke perimeters van plaatsen die als toegankelijk voor het publiek worden bepaald, gelegen binnen een gemeente, zonder evenwel het geheel van het grondgebied te beslaan. Elke plaats die is gelegen in de gemeente die niet enkel toegankelijk is voor de beheerder van de plaats, voor degene die er werkt of voor degenen die er individueel worden uitgenodigd, met uitzondering van de woonplaats, de plaats van het werk, of de plaats van de onderwijs- of opleidingsinstelling van de overtreder, wordt beschouwd als plaats die toegankelijk is voor het publiek.
Onder 'personen die er werken' worden niet alleen de bedienden van de betreffende onderneming bedoeld, maar ook de personen in dienst van een onderaannemer of de personen die er herstellingen doen, kunnen als dusdanig worden beschouwd.
§3. De beslissing kan worden genomen:
- ofwel na een door de burgemeester betekende schriftelijke verwittiging die de dader of de daders van die gedragingen op de hoogte brengt van het feit dat een nieuwe inbreuk op een identieke plaats of ter gelegenheid van gelijksoortige gebeurtenissen aanleiding zal kunnen geven tot een plaatsverbod;
- ofwel, met het oog op de ordehandhaving, zonder verwittiging.
Artikel 2
Deze beslissing en het algemeen politiereglement van de stad Aarschot worden gepubliceerd op de stedelijke website.