Raadslid Nele Pelgrims woont de vergadering bij vanaf het agendapunt "Vraag van raadslid Bart Den Hondt over het organiseren van een alternatief nieuwjaarszingen op een coronaveilige manier".
Raadslid Monique Swinnen verlaat de vergadering voor de behandeling van de agendapunten "Vaststelling van de nominatieve subsidies 2020 - Stad Aarschot naar aanleiding van de aanpassing van het meerjarenplan" en "Vaststelling van de nominatieve subsidies 2021 - Stad Aarschot".
De verordening van de burgemeester d.d. 27.11.2020: "Politieverordening - Coronavirus - Digitale vergadering van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn op 10.12.2020” wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.
De verordening van de burgemeester d.d. 27.11.2020 "Politieverordening - Coronavirus - Digitale vergadering van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn op 10.12.2020” werd bij hoogdringendheid getroffen en wordt ter bekrachtiging voorgelegd aan de gemeenteraad.
Enig artikel
De gemeenteraad bekrachtigt de verordening van de burgemeester van 27.11.2020 nl.
politieverordening “Coronavirus - Digitale vergadering van de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn op 10.12.2020”.
Gelet op het feit dat 1 inspecteur van de dienst melding en interventie batig gerangschikt was voor het bevorderingsexamen tot hoofdinspecteur van politie.
Gelet op het feit dat deze inspecteur momenteel bezig is met de opleiding tot hoofdinspecteur van politie en dat deze opleiding loopt tot en met 30 juni 2021. Gelet op het feit dat hij op 01 juli 2021 aldus de politiezone Aarschot zal verlaten.
Hierdoor wordt één betrekking van inspecteur van politie (melding en interventie) vacant binnen de politiezone.
Om de continuïteit van de dienstverlening te waarborgen, wordt aan de gemeenteraad voorgesteld één voltijdse betrekking van inspecteur van politie (melding en interventie) vacant te verklaren in statutair verband en de betrekking te begeven via mobiliteit.
Verder vermeldt de ontwerpbeslissing de inhoud van de mededeling van de vacature die aan de algemene directie van het middelenbeheer en de informatie, directie van het personeel (DGR/DRP-P) van de federale politie dient overgemaakt te worden (wie mag zich inschrijven, functiebeschrijving, samenstelling selectiecommissie).
Er wordt geen wervingsreserve aangelegd.
Gelet op
De personeelskosten zijn ingeschreven in de politiebegroting 2021.
Artikel 1
Eén betrekking van inspecteur van politie (melding en interventie) wordt vacant verklaard in statutair verband vanaf de mobiliteitscyclus 2021-01. Deze betrekking is te begeven via mobiliteit.
Artikel 2
De inhoud van de mededeling van de vacatures aan de algemene directie van het middelenbeheer en de informatie, directie van het personeel (DGR/DRP-P) van de federale politie bestaat minimum uit de volgende gegevens:
1° De categorieën van het personeel die zich voor de vacature mogen inschrijven:
2° Functiebeschrijving:
Als lid van de lokale politie is hij/zij een polyvalent medewerker welke ingezet wordt voor de verschillende functionaliteiten: interventie, melding, openbare orde, hycap, hulpverlening, toezicht en controle, verkeerstaken, slachtofferbejegening.
Naast deze algemene taken kan hij/zij zich specialiseren in andere taakaccenten van de politiezorg. Deze taakaccenten kunnen zowel operationeel, bestuurlijk of administratief van aard zijn.
Hierna volgt een niet limitatieve lijst: actieplannen, verkeersveiligheid, drugs, diefstalpreventie, projectwerking, functioneel systeembeheer, jeugd en gezin, slachtofferbejegening, vertrouwenspersoon, onderzoek, kantschriften,….
Polyvalente inzet met inbegrip van weekprestaties, weekendprestaties en nachtprestaties.
3° Gewenst profiel:
Kennis:
Attitude:
Beschikt over goede sociale vaardigheden waaronder assertiviteit, conflicthantering, goede contactuele en communicatieve vaardigheden.
Bevordert de goede verstandhouding en de samenwerking binnen de dienst.
Kan zowel zelfstandig als in teamverband werken.
4° Gewone plaats van het werk: Politiezone Aarschot, Demervallei 6, 3200 Aarschot.
5° Bijkomende inlichtingen betreffende de vacature: Politiezone Aarschot, dienst PLIF, Tom Leers (administratief) tel. 016/550.212 of Stefan Vanderbruggen (jobinhoud) – tel. 016/550.220- Demervallei 6, 3200 Aarschot - mail: pz.aarschot@police.belgium.eu;
6° Vereiste bijzondere bekwaamheden: nihil.
7° Vacant ambt.
8° Samenstelling van de selectiecommissie:
9° Kennistest: nihil.
Artikel 3
Er zal één exemplaar van dit besluit aan de algemene directie van het middelenbeheer en de informatie, directie van het personeel (DGR/DRP-P) van de federale politie bezorgd worden.
We verwijzen naar het ontwerp van begroting 2021 van de lokale politiezone Aarschot dat in toepassing van de bepalingen van het decreet lokaal bestuur op 25 november 2020 aan de raadsleden werd bezorgd.
Gelet op het ontwerp van begroting 2021 van de politiezone Aarschot, zie bijlage.
Artikel 1
De begroting 2021 van de politiezone Aarschot, als in bijlage toegevoegd, wordt aangenomen.
Artikel 2
Het resultaat van de politiebegroting 2021 - GEWONE DIENST - van de politiezone Aarschot wordt vastgesteld als volgt:
GEWONE DIENST |
Geraamd algemeen begrotingsresultaat 2020 |
0,00 |
(1) | ||
Begroting 2021 |
|
Saldo |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten eigen dienstjaar 2021 |
6.531.008,57
|
|
|
|
|
Uitgaven eigen dienstjaar 2021 |
6.531.008,57
|
0,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten vorige dienstjaren (in 2021) |
0,00 |
|
|
|
|
Uitgaven vorige dienstjaren (in 2021) |
0,00 |
0,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten overboekingen 2021 |
0,00 |
|
|
|
|
Uitgaven overboekingen 2021 |
0,00 |
0,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Geraamd resultaat van de begroting 2021 (+ of -) |
|
|
0,00 |
(2) |
|
Geraamd algemeen begrotingsresultaat 2021 - GEWONE DIENST |
|
|
0,00 |
(3) |
|
|
|
|
(3) = (1) + (2) |
|
|
Artikel 3
Het resultaat van de politiebegroting 2021 - BUITENGEWONE DIENST - van de politiezone Aarschot wordt vastgesteld als volgt:
BUITENGEWONE DIENST |
Geraamd algemeen begrotingsresultaat 2020 |
0,00 |
(1) |
|
|
||
Begroting 2021 |
|
Saldo |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten eigen dienstjaar 2021
|
180.000,00 |
|
|
|
|
|
|
Uitgaven eigen dienstjaar 2021
|
180.000,00
|
0,00 |
|
||||
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten vorige dienstjaren (in 2021) |
0,00 |
|
|
|
|
|
|
Uitgaven vorige dienstjaren (in 2021) |
0,00 |
0,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ontvangsten overboekingen 2021 |
0,00 |
|
|
|
|
|
|
Uitgaven overboekingen 2021 |
0,00 |
0,00 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Geraamd resultaat van de begroting 2021 (+ of -) |
|
|
0,00 |
(2) |
|
|
|
Geraamd algemeen begrotingsresultaat 2020 - Buitengewone dienst |
0,00 |
(3) |
|||||
|
|
|
(3) = (1) + (2) |
|
|
|
|
Jaarlijks schrijft de stad een dienstenopdracht uit voor alternatieve onkruidbestrijding in straatgoten en op kasseiverharding. IGO div. heeft de stad gecontacteerd met de vraag of wij van hun diensten gebruik wensen te maken in het dienstjaar 2021. Omdat deze opdracht een in house opdracht is (art. 30 § 3 van de wet overheidsopdrachten van 17juni 2016) hoeft er geen prijsvraag uitgeschreven te worden, dient er geen BTW betaald en kan de opdracht via de samenwerkingsovereenkomst toegewezen worden.
Overwegende dat de stad wenst gebruik te maken van de diensten van IGO div, voor alternatieve onkruidbestrijding via heetwatertechniek.
Omdat het hier gaat om een in-house opdracht hoeft er geen prijsvraag uitgeschreven te worden en kan de dienstenopdracht via de bijgevoegde samenwerkingsovereenkomst afgesloten worden.
Jaarlijks kost deze dienstenopdracht de stad ongeveer 25.000 euro voor 4 maanden, voor dit bedrag kunnen we de opdracht laten uitvoeren door IGO gedurende 6 maanden.
Het nodige krediet is voorzien in het meerjarenplan 2020-2025 in 2021 op raming nummer MJP 102099 - onderhoud beplanting door externen ARK 61319999 andere erelonen en vergoedingen.
De opdracht wordt toegewezen voor een maximum bedrag van 23.400 euro.
Artikel 1
De samenwerkingsovereenkomst voor inzet van verfraaiing, een dienst van algemeen economisch belang (DAEB) uitgevoerd door het lokale diensten economie (LDE) project van IGO div tussen de stad Aarschot en IGO div. wordt goedgekeurd.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de verder dossierafhandeling o.a. de ondertekening van de samenwerkingsovereenkomst.
Artikel 3
De getekende samenwerkingsovereenkomst zal overgemaakt worden aan IGO div, De Vunt 17 te 3220 Holsbeek.
Artikel 4
De opdracht wordt toegewezen voor een maximum bedrag van 23.400 euro.
In de Dellestraat is een nieuwe verkaveling in ontwikkeling. De nodige vergunningen werden afgeleverd, en de ontwikkelaar wil graag de wegenis- en rioleringswerken aanvatten. Voor een deel van de Dellestraat, daar waar de nieuwe verkaveling zal worden gerealiseerd, is reeds een rooilijn goedgekeurd in kader van de omgevingsvergunningsaanvraag met referte OMV_2018106758 d.d.17.12.2018.
Aangezien er in het voorste gedeelte van de straat riolering wordt aangelegd in het kader van de nieuwe verkaveling, zou de stad ook graag het achterste gedeelte van de straat van riolering voorzien, in samenwerking met onze rioolnetbeheerder Riopact.
Het achterste gedeelte van de Dellestraat is op dit moment gelegen op een private bedding, hoewel de weg al sedert geruime tijd geasfalteerd is op initiatief en kosten van de gemeente. In werkelijkheid is de Dellestraat een openbare weg die belast is met een publieke erfdienstbaarheid van doorgang en heeft de gemeente al gedurende meer dan dertig jaar bezitshandelingen gesteld.
Artikel 13 §5 van het gemeentewegendecreet geeft aan de gemeente de mogelijkheid om de grondstrook waar ze al sedert meer dan dertig jaar bezitshandelingen stelt, op te nemen in het openbaar domein.
Gelet op de omstandigheden ter plaatse is het aangewezen gebruik te maken van art. 13, §5 van het decreet houdende de gemeentewegen en de weg op te nemen in het openbaar domein.
Gelet op
Overwegende dat
Gelet op
Enig artikel
De gemeenteraad gaat principieel akkoord met het voorstel van rooilijnplan in bijlage en draagt het college van burgemeester en schepen op het openbaar onderzoek te organiseren.
Het Riopactcomité heeft in zitting van 16.06.2020 beslist om over te gaan tot een uniforme aansluitingskost voor individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater (IBA'S). Voor iedere burger bij alle Riopact-vennoten wordt voorgesteld hetzelfde forfaitair bedrag te hanteren als voor de aansluitingskost riolering nl 1.760,- euro (excl BTW) in tegenstelling tot het vorige bedrag van 2.200,- euro (excl BTW). De aansluitingskost wordt dus verlaagd.
Het bedrag voor de aansluitingskost voor een IBA wordt vastgesteld op 1.760,- euro (excl BTW) en dit met een jaarlijkse indexatie gealineerd met de aansluitingskost op de openbare riolering.
Artikel 1
Artikel 4 van het gemeenteraadsbesluit d.d. 26.10.2015 wordt gewijzigd als volgt: vanaf 1 november 2020 wordt het volgend billijkheidsprincipe goedgekeurd: de eigenaar betaalt een retributie van 1.760,- euro (excl BTW) als tussenkomst voor het leveren en plaatsen van een IBA.
Artikel 2
Artikel 5 van het gemeenteraadsbesluit d.d. 26.10.2015 wordt gewijzigd als volgt: Na aftrek van de gewestbijdrage van 2.250,- euro per IBA betaalt de Watergroep via de RioP rekening van de stad Aarschot de kosten voor het leveren en plaatsen van de IBA's verminderd met de retributie ten bedrage van 1.760,- euro (excl BTW) van de eigenaar.
Gemeenteweg nr. 124 in Rillaar is door de jaren toegegroeid en bebost geraakt door onbruik. Andere paden ontstonden. Het nieuwe tracé wordt in overeenstemming gebracht met de huidige realiteit.
Gelet op
Overwegende dat
Gelet op
Overwegende dat
Artikel 1
De gemeenteraad stelt vast dat er geen bezwaarschriften werden ingediend.
Artikel 2
De gemeenteraad is definitief akkoord met de gedeeltelijke verplaatsing van de gemeenteweg nr. 124 zoals opgenomen in de Atlas van de Buurtwegen in Rillaar, ter hoogte van de percelen kadastraal gekend als afdeling 5, Sectie D, nr. 476A, 482, 484A, 484B, 485B, 485D, 486C, 466G, 466N, 458N, 458R2, 458T2 en keurt het rooilijnplan goed, conform het bijgevoegd plan van landmeter-expert Koen Aerts.
Artikel 3
Er dient geen meerwaarde betaald te worden.
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze definitieve beslissing zoals bepaald in het decreet gemeentewegen.
Artikel 5
Dit besluit wordt samen met het plan van de gedeeltelijke verplaatsing van gemeenteweg nr. 124 zoals opgenomen in de Atlas van de Buurtwegen in Rillaar overgemaakt met een beveiligde zending aan de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant en het departement.
Gemeenteweg nr. 77 in Aarschot doorkruist verschillende percelen. De nieuwe ligging ligt nu op de perceelsgrenzen.
Gelet op
Overwegende dat
Gelet op
Overwegende dat
Artikel 1
De gemeenteraad stelt vast dat er geen bezwaarschriften werden ingediend.
Artikel 2
De gemeenteraad is definitief akkoord met de gedeeltelijke verplaatsing van de gemeenteweg nr. 77 zoals opgenomen in de Atlas van de Buurtwegen te Aarschot, ter hoogte van de percelen kadastraal gekend als afdeling 2, Sectie D, nr. 46N, 46G, 46F, 46C, 42S, 42B2, 42L, 44B, 42T, 42V, 46B en keurt het rooilijnplan goed, conform het bijgevoegd plan van landmeter-expert Pieter Goeron.
Artikel 3
Er dient geen meerwaarde betaald te worden.
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze definitieve beslissing zoals bepaald in het decreet gemeentewegen.
Artikel 5
Dit besluit wordt samen met het plan van de gedeeltelijke verplaatsing van gemeenteweg nr. 77 zoals opgenomen in de Atlas van de Buurtwegen in Aarschot overgemaakt met een beveiligde zending aan de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant en het departement.
Gemeenteweg nr. 152 in Langdorp is doodlopend op de spoorweg. De eigenaar van de betrokken percelen is akkoord om een strook ter beschikking te stellen om een verbinding te maken met gemeenteweg 102bis, onder voorwaarde van gedeeltelijke verlegging op de perceelgrens. De gemeenteweg gelegen op de treinsporen wordt afgeschaft.
Gelet op
Overwegende dat
Gelet op
Overwegende dat
Artikel 1
De gemeenteraad stelt vast dat er geen bezwaarschriften werden ingediend.
Artikel 2
De gemeenteraad is definitief akkoord met de gedeeltelijke verplaatsing / opheffing van de gemeenteweg nr. 152 zoals opgenomen in de Atlas van de Buurtwegen te Langdorp, ter hoogte van de percelen kadastraal gekend als afdeling 3, Sectie C, nr. 123E, 129C en keurt het rooilijnplan goed, conform het bijgevoegd plan van landmeter-expert Pieter Goeron.
Artikel 3
Er dient geen meerwaarde betaald te worden.
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze definitieve beslissing zoals bepaald in het decreet gemeentewegen.
Artikel 5
Dit besluit wordt samen met het plan van de gedeeltelijke opheffing / verplaatsing van gemeenteweg nr. 152 zoals opgenomen in de Atlas van de Buurtwegen in Langdorp overgemaakt met een beveiligde zending aan de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant en het departement.
Gemeenteweg nr. 9 in Langdorp is in onbruik geraakt. Door de tijd ontstond een ander pad. De verplaatsing wordt gelegd op het spontaan ontstaan pad.
Gelet op
Overwegende dat
Gelet op
Overwegende dat
Artikel 1
De gemeenteraad stelt vast dat er geen bezwaarschriften werden ingediend.
Artikel 2
De gemeenteraad is definitief akkoord met de gedeeltelijke verplaatsing van de gemeenteweg nr. 9 zoals opgenomen in de Atlas van de Buurtwegen te Langdorp, ter hoogte van de percelen kadastraal gekend als afdeling 2, Sectie H, nr. 346X, 346W en keurt het rooilijnplan goed, conform het bijgevoegd plan van landmeter-expert Koen Aerts.
Artikel 3
Er dient geen meerwaarde betaald te worden.
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze definitieve beslissing zoals bepaald in het decreet gemeentewegen.
Artikel 5
Dit besluit wordt samen met het plan van de gedeeltelijke verplaatsing van gemeenteweg nr. 9 zoals opgenomen in de Atlas van de Buurtwegen in Langdorp overgemaakt met een beveiligde zending aan de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant en het departement.
Gemeenteweg nr. 47 in Gelrode is bebouwd. De verlegging brengt het huidige gebruik in overeenstemming met de realiteit.
Gelet op
Overwegende dat
Gelet op
Overwegende dat
Artikel 1
De gemeenteraad stelt vast dat er geen bezwaarschriften werden ingediend.
Artikel 2
De gemeenteraad is definitief akkoord met de gedeeltelijke verplaatsing van de gemeenteweg nr. 47 zoals opgenomen in de Atlas van de Buurtwegen in Gelrode, ter hoogte van de percelen kadastraal gekend als afdeling 6, Sectie A, nr. 219W, 219T, 220S en keurt het rooilijnplan goed, conform het bijgevoegd plan van landmeter-expert Benny Feyaerts.
Artikel 3
Er dient geen meerwaarde betaald te worden.
Artikel 4
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de uitvoering van deze definitieve beslissing zoals bepaald in het decreet gemeentewegen.
Artikel 5
Dit besluit wordt samen met het plan van de gedeeltelijke verplaatsing van gemeenteweg nr. 47 zoals opgenomen in de Atlas van de Buurtwegen in Gelrode overgemaakt met een beveiligde zending aan de deputatie van de provincie Vlaams-Brabant en het departement.
Aanvraag voor gedeeltelijke opheffing van gemeenteweg 58 in Aarschot omdat de weg bebouwd is. Het dossier werd getoetst aan de artikels 3 en 4 van het decreet gemeentewegen.
Gelet op
Overwegende dat
Artikel 1
De gemeenteraad is principieel akkoord met de gedeeltelijke opheffing van de gemeenteweg nr. 58 zoals opgenomen in de Atlas van de Buurtwegen in Aarschot, ter hoogte van de percelen kadastraal gekend als afdeling 1, Sectie A, nr. 391S4, 391T4, 396G2 en geeft de principiële goedkeuring, conform het bijgevoegd plan van landmeter-expert Véronique Peeters.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen wordt gelast met de organisatie van het voorgeschreven openbaar onderzoek.
Artikel 3
Na het openbaar onderzoek wordt het dossier inzake gedeeltelijke opheffing van gemeenteweg nr. 58 zoals opgenomen in de Atlas van de Buurtwegen in Aarschot voor definitief akkoord opnieuw aan de gemeenteraad voorgelegd.
Artikel 4
Er dient geen meerwaarde betaald te worden.
Bij wijze van dienst aan de Aarschotse bevolking is het aangewezen een sociale correctie toe te kennen aan de bevolkingsgroepen die wegens omstandigheden meer huishoudelijk afval hebben dan een normaal gezin (wegens ziekte, kinderen, enz.).
Voor het dienstjaar 2021 komen volgende bevolkingsgroepen in aanmerking voor de tussenkomst van een éénmalige premie in de onkosten voor de huisvuilophaling:
Peritoneale dialysepatiënten | € 25 |
Stomapatiënten | € 25 |
Patiënten die lijden aan incontienentie | 100 witte kunststofzakken voor luierafval |
Gezinnen met 1 of > kinderen jonger dan 3 jaar | 100 witte kunststofzakken voor luierafval of voor herbruikbare luiers de helft van de factuur met een maximum van € 125 |
Onthaalouders | 100 witte kunststofzakken voor luierafval per voltijds kind |
Mini-crèches | 100 witte kunststofzakken voor luierafval per voltijds kind |
De financiële tegemoetkoming is cumuleerbaar voor de rechthebbenden die tegelijk voldoen aan meerdere van de hoger genoemde correcties.
De premie voor de aankoop of huur van een pakket voorgevormde herbruikbare luiers en bijhorende benodigdheden is enkel en alleen van toepassing voor gezinnen met één of meerdere kinderen jonger dan 3 jaar. Deze premie kan maar éénmaal per kind worden aangevraagd (blijft geldig gedurende 3 jaar) en is derhalve niet cumuleerbaar met andere financiële tegemoetkomingen voortkomend uit het besluit.
Bovendien wordt de mogelijkheid geboden aan de doelgroepen om een extra contingent witte kunststofzakken aan te kopen bovenop het gratis contingent. Voor het afleveren van het extra contingent van 50 witte kunststofzakken wordt een kostprijs van € 0,15 per witte kunststofzak aangerekend, of wel te verstaan € 7,5 voor 1 totaal contingent witte kunststofzakken (50 stuks). De retributie is verschuldigd bij aankoop van het contingent.
De volgende doelgroepen hebben recht om jaarlijks - éénmalig - een extra contingent witte kunststofzakken aan te kopen bij de dienst Leefmilieu van de stad Aarschot:
Het extra contingent bestaat uit maximaal 50 witte kunststofzakken, in 1 maal aan te schaffen.
Aan de gemeenteraad wordt voorgesteld het voorgelegde ontwerp van beslissing goed te keuren.
Overwegende dat
De gepaste kredieten zijn voorzien in het meerjarenplan:
Artikel 1
Voor het dienstjaar 2021 wordt er door het stadsbestuur een jaarlijks éénmalige premie als tussenkomst in de onkosten voor huisvuilophaling voorzien voor rechthebbenden die behoren tot de hieronder opgesomde bevolkingsgroepen:
Onder rechthebbenden dient te worden verstaan:
Artikel 2
Het bedrag van de premie en/of het aantal witte kunststofzakken voor luierafval bedraagt eenmalig voor 2021:
€ 25 | voor peritoneale dialysepatiënten |
€ 25 | voor stomapatiënten |
100 witte kunststofzakken voor luierafval | voor patiënten die lijden aan incontinentie |
100 witte kunststofzakken voor luierafval of voor herbruikbare luiers de helft van de factuur met een maximum van 125 € | voor gezinnen met één of meerdere kinderen jonger dan 3 jaar |
100 witte kunststofzakken voor luierafval | voor onthaalouders; |
100 witte kunststofzakken voor luierafval | voor mini-crèches |
De financiële tegemoetkoming is cumuleerbaar voor de rechthebbenden die tegelijk voldoen aan meerdere van de hoger genoemde voorwaarden. Alleen gezinnen die een premie voor herbruikbare luiers hebben aangevraagd kunnen geen gebruik meer maken van de premie onder de vorm van 100 witte kunststofzakken voor luierafval.
Artikel 3
De premie voor de aankoop of huur van een pakket voorgevormde herbruikbare luiers en bijhorende benodigdheden is enkel en alleen van toepassing voor gezinnen met één of meerdere kinderen jonger dan 3 jaar. Deze premie kan maar éénmaal per kind worden aangevraagd (blijft geldig gedurende 3 jaar) en is derhalve niet cumuleerbaar met andere financiële tegemoetkomingen voorkomend uit dit besluit.
Artikel 4
De verschillende groepen rechthebbenden moeten inwoner zijn van Aarschot (of gehuisvest te zijn in Aarschot in geval van onthaalouders en/of mini-crèches) en dienen volgende bewijzen voor te leggen aan het College van Burgemeester en Schepen:
Artikel 5
Binnen de perken van de daartoe voorziene kredieten en na afgifte van het aanvraagformulier, te samen met de gevraagde bewijsmaterialen, zal voor de peritoneale dialysepatiënten en voor de stomapatiënten een bedrag ter waarde van de toegekende sociale correcties worden gestort op de provisierekening van de persoon die het aanvraagformulier invult of zo deze persoon niet als referentiepersoon ingeschreven is in het nieuwe afvalbetaalsysteem, van de persoon die ingeschreven is in het bevolkingsregister op hetzelfde adres als de persoon die het aanvraagformulier afgeeft en als referentiepersoon deelneemt aan het nieuwe afvalbetaalsysteem.
De datum van de voorlegging van de gevraagde documenten aan het College van Burgemeester en Schepenen, is bepalend voor het nazicht van de vereiste voorwaarden tot toekenning van de premie.
Artikel 6
Binnen de perken van de daartoe voorziene kredieten en na afgifte van het aanvraagformulier, te samen met de gevraagde bewijsmaterialen, zal voor de gezinnen met één of meerdere kinderen jonger dan 3 jaar, dewelke een premie voor de aankoop of huur van een pakket voorgevormde herbruikbare luiers met bijhorende benodigdheden hebben aangevraagd, de premie worden uitbetaald op rekeningnummer van de aanvrager, max. 3 maanden na het indienen van de aanvraag;
De datum van de voorlegging van de gevraagde documenten aan het College van Burgemeester en Schepenen, is bepalend voor het nazicht van de vereiste voorwaarden tot toekenning van de premie.
Artikel 7
Voor het dienstjaar 2021 wordt een retributie ingevoerd op de verkoop van een extra contingent witte kunststofzakken:
Voor het afleveren van het extra contingent van 50 witte kunststofzakken wordt een kostprijs van € 0,15 per witte kunststofzak aangerekend, of wel te verstaan € 7,5 voor 1 totaal contingent witte kunststofzakken (50 stuks). De retributie is verschuldigd bij aankoop van het contingent.
De volgende doelgroepen hebben recht om jaarlijks - éénmalig - een extra contingent witte kunststofzakken aan te kopen bij de dienst Leefmilieu van de stad Aarschot:
als onder artikel 4 beschreven.
Het extra contingent bestaat uit maximaal 50 witte kunststofzakken, in 1 maal aan te schaffen.
De aankoop kan doorgaan na controle van de bewijsstukken, als onder artikel 4.
Bij gebreke aan betaling in der minne zal de retributie burgerrechterlijk ingevorderd worden.
Op het vlak van de tarieven verschilt het voorgestelde retributiereglement 2021 niet van het reglement van 2020. De tarieven blijven ongewijzigd.
Overwegende dat
- Preventie;
- Hergebruik;
- Nuttige toepassing;
- Recycleren;
- Verbranden;
- Storten;
De gepaste kredieten voorzien zijn in het meerjarenplan:
- MJP101738 - 2021/70000999/RUIMTE/0300 -- Opbrengsten uit andere verkopen/Ophalen en verwerken van huishoudelijk afval.
De totale afvalfactuur (opdrachtbedrag) voor de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen kan voor de jaren 2015 t.e.m. 2024 voor de stad Aarschot geraamd worden op:
- € 2.448.231,00 (opdrachtbedrag 2015 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.472.696,00 (opdrachtbedrag 2016 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.523.150,00 (opdrachtbedrag 2017 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.574.613,00 (opdrachtbedrag 2018 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.627.104,00 (opdrachtbedrag 2019 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.657.245,00 (opdrachtbedrag 2020 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.699.006,00 (opdrachtbedrag 2021 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.740.767,00 (opdrachtbedrag 2022 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.782.528,00 (opdrachtbedrag 2023 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.824.289,00 (opdrachtbedrag 2024 op jaarbasis, incl. BTW)
I. Retributie voor het restafval, het grof huisvuil, het GFT-afval, het papier- en kartonafval en het snoeihout en algemene modaliteiten
Artikel 1
Er wordt met ingang van 1 januari 2021 t.e.m. 31 december 2021, ten behoeve van de stad Aarschot, een retributie gevestigd op het afleveren van het restafval, het grof huisvuil, het GFT-afval, het papier- en kartonafval en het snoeihout.
Artikel 2: Restafval variabele kost
Voor het afleveren van het restafval in de restafvalcontainer, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de kipbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven restafval door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Voor het afleveren van het restafval in een brenghoekcontainer, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd nádat de referentiepersoon zich aangemeld heeft aan de hand van zijn geïndividualiseerde recyclageparkkaart, maar pas op het ogenblik dat diezelfde referentiepersoon de schuif van het laadsysteem - volladen met een restafvalzak van maximaal 60 liter - sluit.
* De variabele kost wordt berekend aan de hand van het gemiddelde vulgewicht in Vlaanderen 5,94 kg (bron: OVAM - Sorteeranalyse onderzoek huisvuil 2013-2014). Hierbij werd de berekende variabele kost afgerond naar het hogere decimaal.
Artikel 3: Restafval vaste kost
Voor de vaste kost van het huishoudelijk afval (restafval) wordt per aanbieding van een restafvalcontainer van 40, 120, 140 (uitdovend), 240 of 1.100 liter een bijdrage aangerekend (zoals opgenomen in tabel 3.1) waarbij het principe ‘de vervuiler betaalt’ wordt toegepast per elke afzonderlijke aanbieding.
Inhoud restafvalcontainer |
Bijdrage in de vaste kosten |
40 liter restafvalcontainer |
0,29 EUR/kipbeweging |
120 liter restafvalcontainer |
0,86 EUR/kipbeweging |
140 liter restafvalcontainer (uitdovend) |
1,00 EUR/kipbeweging |
240 liter restafvalcontainer |
1,71 EUR/kipbeweging |
1100 liter restafvalcontainer |
7,86 EUR/kipbeweging |
Tabel 3.1: Bijdrage in de vaste kosten
Deze betaling is verschuldigd op het ogenblik dat de kipbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven restafval door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Artikel 4: GFT-afval
Voor het afleveren van het GFT-afval in de GFT-container, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de kipbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven GFT-afval door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Artikel 5: Papier- en kartonafval
Voor het afleveren van het papier- en kartonafval in de papiercontainer, wordt de volgende retributie aangerekend:
Artikel 6: Grof vuil
Voor het afleveren van het al dan niet samengebonden grof vuil wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat het gewicht van het meegegeven grof vuil door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Artikel 7: Snoeihout
Voor het afleveren van het al dan niet samengebonden snoeihout wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat het gewicht van het meegegeven snoeihout door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Artikel 8: Provisiesysteem
§1. Algemeen
Aan elke (nieuwe) geregistreerde referentiepersoon, in bezit van een recyclageparkkaart en/of één of meerdere van de volgende containertypes:
wordt verzocht om vóór de opstart van de dienstverlening de provisierekening aan te zuiveren.
Een referentiepersoon dient dus bij registratie de aan zijn referentiepersoon gekoppelde provisierekening bij de stad Aarschot aan te zuiveren vooraleer de dienstverlening van start kan gaan. Ook bij uitputting van de voorschotrekening zal deze referentiepersoon worden verzocht om een nieuw geldelijk bedrag te storten.
§2. Tarifering
Voor de eerste aanzuivering van de provisierekening dienen de referentiepersonen de volgende wijze van tarifering te respecteren. Het aan te zuiveren bedrag dat bij registratie van een referentiepersoon op een welbepaald adres dient te worden gestort, wordt als volgt bepaald.
Per aansluitpunt wordt de referentiepersoon verzocht om - per type afvalrecipiënt in zijn/haar bezit - om een specifiek geldelijk bedrag op de provisierekening te storten. Dit bedrag wordt berekend op basis van de gemiddelde massa’s voor de verschillende types en volumes van afvalrecipiënten, alsook de kosten die de stad Aarschot voor de ophaling aan de gebruikers (referentiepersonen) aan wil rekenen.
In de onderstaande tabel 8.3.1 worden per type afvalrecipiënt en per volume de te verzoeken bedragen weergegeven:
Volume | Fractie | Gemiddelde massa (kg) | Eenheidsprijs (€) | Gemiddelde kostprijs (€ per ophaling) |
1.100 L | REST | 42,2 | 0,30 € / kg + 7,86 € aanbiedingsprijs | 20,52 € |
240 L | REST | 18,0 | 0,30 € / kg + 1,71 € aanbiedingsprijs | 7,11 € |
140 L | REST | 10,5 | 0,30 € / kg + 1,00 € aanbiedingsprijs | 4,15 € |
120 L | REST | 9,0 | 0,30 € / kg + 0,86 € aanbiedingsprijs | 3,56 € |
40 L | REST | 4,3 | 0,30 € / kg + 0,29 € aanbiedingsprijs | 1,58 € |
240 L | GFT | 20,74 | 0,25 € / kg | 5,19 € |
140 L | GFT | 12,1 | 0,25 € / kg | 3,03 e |
120 L | GFT | 10,4 | 0,25 € / kg | 2,60 € |
40 L | GFT | 4,5 | 0,25 € / kg | 1,13 € |
Tabel 8.3.1: Berekening van de gemiddelde kostprijs per ophaling.
De gemiddelde jaarkost - per fractie en volumetype afvalrecipiënt - bedraagt:
Volume (L) |
Fractie |
Jaarlijks gemiddelde (of geraamde*) aantal ophalingen per aansluiting / referentiepersoon |
Gemiddelde kostprijs (€) per type afvalrecipiënt per ophaling |
Gemiddelde jaarlijkse kostprijs (€) per type afvalrecipiënt |
Afronding gemiddelde jaarlijkse kostprijs (€) per type afvalrecipiënt |
1.100 |
REST |
13 |
20,52 |
205,20 |
205,- |
240 |
REST |
9* |
7,11 |
63,99 |
64,- |
140 |
REST |
14 |
4,15 |
58,10 |
58,- |
120 |
REST |
14* |
3,56 |
49,84 |
50,- |
40 |
REST |
12 |
1,58 |
18,96 |
19,- |
240 |
GFT |
6* |
5,19 |
31,14 |
31,- |
140 |
GFT |
7 |
3,03 |
21,21 |
21,- |
120 |
GFT |
7* |
2,60 |
18,20 |
19,- |
40 |
GFT |
7 |
1,13 |
7,91 |
8,- |
Tabel 8.3.2: Berekening en afronding van de gemiddelde jaarlijkse kostprijs per fractie en volumetype afvalrecipiënt.
De volgende subtarieven worden gehanteerd in de berekening van het totaaltarief dat bij de registratie van een referentiepersoon wordt opgevraagd aan deze referentiepersoon:
Volume (L) |
Fractie |
Jaarlijks gemiddelde (of geraamde*) aantal ophalingen per aansluiting / referentiepersoon |
Gemiddelde jaarlijkse kostprijs (€) per type afvalrecipiënt (afgerond) |
Tarifering (€) voor de 1ste algemene betalings-uitnodiging |
Minimumbedrag totaaltarief aansluiting (zie onderstaande toelichting) |
1.100 |
REST |
13 |
205,- |
205,- |
25,- |
240 |
REST |
9* |
64,- |
64,- |
|
140 |
REST |
14 |
58,- |
58,- |
|
120 |
REST |
14* |
50,- |
50,- |
|
40 |
REST |
12 |
19,- |
19,- |
|
240 |
GFT |
6* |
31,- |
31,- |
|
140 |
GFT |
7 |
21,- |
21,- |
|
120 |
GFT |
7* |
19,- |
19,- |
|
40 |
GFT |
7 |
8,- |
8,- |
Tabel 8.3.3: Berekening en afronding van de tarieven per fractie en volumetype afvalrecipiënt.
§3. Rekenwijze bij aanvang / registratie van een referentiepersoon
De volgende rekenwijze dient te worden gehanteerd voor de bepaling van het totaaltarief dat bij de registratie wordt opgevraagd aan de referentieperso(o)n(en): Per fractie en volumetype afvalrecipiënt wordt de tarifering als in hoger staande tabel 8.3.3 aangerekend. Deze subtarieven worden gesommeerd. Het totaaltarief is het saldo waarom de stad Aarschot zal verzoeken. Er wordt een minimumtarief van 25,- euro vastgesteld per referentiepersoon, ongeacht de samenstelling van de op het adres van deze referentiepersoon aanwezige afvalrecipiënten (containertypes en volumes).
Voorbeeld 1: Voor referentiepersonen met volgende actieve afvalrecipiënten:
1 X 140 L REST |
58,00 € |
+ |
1 X 140 L GFT |
21,50 € |
+ |
1 X 140 L P&K |
0 € |
= 79,50 € |
Totaaltarief 1ste algemene betalingsuitnodiging = 79,50 €
Voor de voorgelegde samenstelling (containertypes en volumes) wordt het totaaltarief berekend op 79,50 €. Aan de referentiepersoon wordt daarom verzocht een tarief van 79,50 € over te schrijven op de provisierekening.
Voorbeeld 2: Voor referentiepersonen met volgende actieve afvalrecipiënten:
1 X 40 L REST |
19,00 € |
+ |
1 X 40 L GFT |
0 € |
+ |
1 X 40 L P&K |
0 € |
= 19,00 € |
Totaaltarief 1ste algemene betalingsuitnodiging = 19,00 €
Voor de voorgelegde samenstelling (containertypes en volumes) wordt het totaaltarief berekend op 19,00 €. Het minimum aan te zuiveren tarief dat bij registratie wordt opgevraagd aan de referentiepersonen bedraagt 25,- €. Aan de referentiepersoon wordt daarom verzocht het minimumtarief € 25,- over te schrijven op de provisierekening, i.p.v. het berekende tarief van 19,00 €
§4. Wijze van verrekenen van de gepresteerde kosten
Al de door referentiepersonen gepresteerde kosten - gekoppeld aan het gebruik van het afvalsysteem van de stad Aarschot - worden geautomatiseerd van de provisierekening van de desbetreffende referentiepersonen afgetrokken. Dit volgens de vooropgestelde dotatieregels.
Referentiepersonen die zich inschrijven op een nieuw adres dienen geen kosten te betalen voor o.m.:
Referentiepersonen, die reeds méér dan 1 maand als referentiepersoon geregistreerd staan op hun nieuwe adres, dienen voor de volgende dienstverlening de gepresteerde kosten te dragen:
Referentiepersonen dienen voor de volgende dienstverlening de gepresteerde kosten te dragen:
Al de te presteren kosten inzake de aanlevering, het bijvragen en wisselen van containers, alsook het bestellen en vervangen van recyclageparkkaarten en de plaatsing van sloten, worden in mindering gebracht van de provisierekening, gekoppeld aan de betreffende referentiepersoon, dit voorafgaandelijk aan de eigenlijke dienstverlening.
De volgende maatregelen zijn voor de geregistreerde referentiepersonen steeds kosteloos:
§5. Verzenden van betalingsuitnodiging(en) en -verzoek(en)
Indien de provisierekening van een referentiepersoon op een specifiek moment terugvalt onder een vooropgesteld drempelbedrag (zie artikel 10), zal deze referentiepersoon hiervan in kennis worden gesteld. Aan deze referentiepersoon wordt onverwijld een nieuwe betalingsuitnodiging of een betalingsverzoek toegezonden.
Artikel 9: Toepassing van dotatieregels
Telkens de ophaalwagen een kipbeweging en/of een aangeboden massa registreert, zal de retributie zoals bepaald in de artikelen 2, 3, 4, 5, 6 en 7 in mindering worden gebracht van de provisierekening, gekoppeld aan de referentiepersoon die de resp. afvalbakken aangeboden heeft.
Artikel 10: Aanzuiveren van provisie en betalingssystemen
§.1 Indien de provisierekening van een referentiepersoon op een specifiek moment terugvalt onder een vooropgesteld drempelbedrag, zal deze referentiepersoon hiervan voortschrijdend in kennis worden gesteld: Aan de referentiepersonen worden onverwijld de nodige betalingsuitnodigingen, -verzoeken, facturen en/of dwangbevelen toegezonden.
Dit volgens volgend systeem en chronologie:
I. betalingsuitnodiging
Wanneer het resterende saldo op de provisierekening van de referentiepersoon bij de stad Aarschot de eerste limiet bereikt van 12,50 euro bereikt - d.w.z. dat het saldo = of < € 12,50 is - zal aan de referentiepersoon een betalingsuitnodiging worden overgezonden. Dit laat toe de gebruiker tijdig de nodige betalingen te laten uitvoeren, opdat de ophaling niet in het gedrang zou komen.
II. betalingsverzoek
Wanneer het resterende saldo op de provisierekening van de referentiepersoon bij de stad Aarschot geen krediet meer bevat - d.w.z. dat het saldo < € 0 is - zal:
Indien de referentiepersoon vervolgens nalaat om binnen 28 kalenderdagen na datum verzending betalingsverzoek het provisiekrediet aan te zuiveren, zal de betreffende referentiepersoon op non-actief (zwarte lijst) worden geplaatst, m.n. zullen de afvalcontainers niet langer worden geledigd.
III. afrekeningfactuur
Na het verlopen van een termijn van 4 weken, te tellen vanaf de datum van verzending van het betalingsverzoek, zal er bij vaststelling van wanbetaling van ditzelfde betalingsverzoek, aan de betreffende referentiepersoon een afrekeningfactuur toegezonden worden.
Aan de referentiepersoon wordt een betalingstermijn van 14 dagen verleend tot betaling van deze afrekeningfactuur.
IV. laatste aangetekende aanmaning voor dwangbevel
Na het verlopen van de betalingstermijn van de afrekeningfactuur, zal er bij vaststelling van wanbetaling van ditzelfde afrekeningfactuur, een laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel toegezonden worden.
In de laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel worden de volgende bijkomende kosten verrekend:
- Administratieve kost: 20,00 euro;
- Verwijlintresten.
Aan de referentiepersoon wordt een betalingstermijn van 7 dagen verleend tot betaling van deze laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel.
V. dwangbevel
Na het verlopen van de betalingstermijn van de laatste aangetekende aanmaning voor dwangbevel, zal er bij vaststelling van wanbetaling van diezelfde laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel, een dwangbevel opgemaakt worden.
In navolging van de tarieven die aldus door de hogere overheid als redelijk geacht worden, wordt per aanmaning een redelijk bedrag van 20,- euro aan administratieve kosten bijgerekend voor:
Het dwangbevel wordt binnen een termijn van 30 dagen, tellende vanaf datum verzending laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel voor goedkeuring geagendeerd voor het College van Burgemeester en Schepenen. De financieel beheerder zal hiervoor instaan, alsook voor de eventueel navolgende deurwaarderprocedure.
§2. Een provisierekening kan steeds op het eigen initiatief van de hieraan gekoppelde referentiepersoon worden aangezuiverd:
§3. Aansluitingen die geblokkeerd of op non-actief geplaatst werden, worden pas terug op actief geplaatst:
Artikel 11: Afmelding van een referentiepersoon
Bij een afmelding van een referentiepersoon (vb. mutatie van een referentiepersoon in- en ex-Aarschot) wordt de dienstverlening stopgezet, en wordt het nog beschikbare bedrag op de provisierekening bij de stad Aarschot teruggestort op het rekeningnummer van de betreffende referentiepersoon.
Bij het vaststellen van een overlijden van een referentiepersoon wordt de dienstverlening 21 kalenderdagen na de vaststelling van het overlijden stopgezet. Het nog beschikbare provisiebedrag op de provisierekening bij de stad Aarschot wordt teruggestort, en wel in deze volgorde, op het rekeningnummer van:
II. P.M.D.-zakken: (inhoud: 60 liter)
Artikel 12
Er wordt voor de periode 1 januari 2021 t.e.m. 31 december 2021 een retributie gevestigd op het afleveren van P.M.D.-zakken.
Artikel 13
De retributie bedraagt € 0,25 per zak. De zakken worden slechts per rol van 20 zakken verkocht (€ 5,00).
Artikel 14
De P.M.D.-zakken kunnen bekomen worden :
Artikel 15
De retributie op het afleveren van P.M.D.-zakken is ten laste van diegene die er om verzoekt.
Artikel 16
De retributie op het afleveren van P.M.D.-zakken bij de infobalie van het stadhuis moet contant worden betaald.
III. Grote P.M.D.-zakken (scholen - stadsdiensten): (inhoud : 120 liter)
Artikel 17
Er wordt voor de periode 1 januari 2021 t.e.m. 31 december 2021 een retributie gevestigd op het afleveren van grote P.M.D.-zakken.
Artikel 18
De retributie bedraagt € 0,25 per zak. De zakken worden slechts per doos van 300 zakken verkocht (€ 75,00).
Artikel 19
De grote P.M.D.-zakken kunnen bekomen worden aan de infobalie – stadhuis gelijkvloers – tijdens de kantooruren.
Artikel 20
De grote P.M.D.-zakken mogen enkel gebruikt worden door de scholen van Aarschot.
Artikel 21
De koper verbindt er zich toe de grote P.M.D.-zakken niet door te verkopen, te ruilen of af te staan aan derden.
Artikel 22
De retributie op het afleveren van grote P.M.D.-zakken is ten laste van diegene die er om verzoekt.
Artikel 23
De retributie op het afleveren van grote P.M.D.-zakken moet contant worden betaald.
IV. Recyclagepark
Artikel 24
Er wordt voor de periode 1 januari 2021 t.e.m. 31 december 2021 een retributie gevestigd op de aanvoer van gras, tuinafval, grof vuil, boomstronken, snoeihout, houtafval, bouw- en sloopafval, vlak glas en autobanden op het recyclagepark.
Artikel 25: Aanvoer grof vuil op het recyclagepark:
Voor de aanvoer van het grof vuil op het recyclagepark, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de weegbrug de massa van het aangevoerde grof vuil, registreert.
Artikel 26: Aanvoer groenafval (gras, tuinafval en snoeihout) en boomstronken op het recyclagepark:
Voor de aanvoer van het groenafval (gras, tuinafval en snoeihout) en boomstronken op het recyclagepark, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de weegbrug de massa van het aangevoerde tuinafval, gras, snoeihout en boomstronken, registreert.
Voor de eerste 200 kg groenafval en boomstronken dewelke worden aangeboden op het recyclagepark krijgen de referentiepersonen jaarlijks een reductie van 100 % op de betreffende retributie.
Artikel 27: Aanvoer houtafval, asbestcement en vlak glas op het recyclagepark:
Voor de aanvoer van houtafval, asbestcement en vlak glas op het recyclagepark, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de weegbrug de massa van het aangevoerde houtafval, asbestcement en/of vlak glas registreert.
Voor de eerste 200 kg asbestcement dewelke worden aangeboden op het recyclagepark krijgt de referentiepersoon jaarlijks een reductie van 100 % op de betreffende retributie.
Voor de eerste 300 kg houtafval dewelke worden aangeboden op het recyclagepark krijgt de referentiepersoon jaarlijks een reductie van 100 % op de betreffende retributie.
Artikel 28: Aanvoer bouw- en sloopafval op het recyclagepark:
Voor de aanvoer van bouw- en sloopafval op het recyclagepark wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de weegbrug de massa van het aangevoerde bouw- en sloopafval registreert.
Voor de eerste 300 kg bouw- en sloopafval dewelke worden aangeboden op het recyclagepark krijgt de referentiepersoon jaarlijks een reductie van 100 % op de betreffende retributie.
Artikel 29
De retributie op de aanvoer van afvalstoffen op het recyclagepark is ten laste van diegene (referentiepersoon) die er om verzoekt.
Artikel 30
Bij elke registratie van een massa van aangevoerde afvalstoffen op het recyclagepark (door de weegbrug) zal de retributie zoals bepaald in de artikelen 25, 26, 27 en 28 in mindering worden gebracht van de provisierekening, gekoppeld aan de referentiepersoon die (of in wiens naam) de afvalstoffen aangeboden werden op het recyclagepark.
De huidige overeenkomst met de Kringwinkel Hageland vzw neemt een einde 31 december 2020. De stad dient als stad een nieuwe overeenkomst af te sluiten cf. het uitvoeringsplan voor huishoudelijk afval en bedrijfsafval, en het (geactualiseerde) uitvoeringsplan van de Vlaamse Regering d.d. 12.06.2020. De overeenkomst met de Kringwinkel Hageland wordt vernieuwd voor een periode van 4 jaar, t.t.z. tot en met 31 december 2024. De overeenkomst consolideert de samenwerking en verzorgt de continuering van de Kringwinkel Hageland en het voorzien van een brengpunt voor hergebruikgoederen grondgebied Aarschot.
Overwegende dat
De huidige overeenkomst met de Kringwinkel Hageland vzw neemt een einde 31 december 2020. De stad dient als stad een nieuwe overeenkomst af te sluiten cf. het uitvoeringsplan voor huishoudelijk afval en bedrijfsafval, en het (geactualiseerde) uitvoeringsplan van de Vlaamse Regering d.d. 12.06.2020. De overeenkomst met de Kringwinkel Hageland wordt vernieuwd voor een periode van 4 jaar, t.t.z. tot en met 31 december 2024. De overeenkomst consolideert de samenwerking en verzorgt de continuering van de Kringwinkel Hageland en het voorzien van een brengpunt voor hergebruikgoederen grondgebied Aarschot.
De nodige kredieten zijn voorzien in de budgetten 2021 tem 2024: Budgetsleutel (2020) : 2020000374 - 2020/61399999/RUIMTE/0300 - Andere erelonen en vergoedingen voor prestaties van derden/Ophalen en verwerken van huishoudelijk afval.
Visum opdracht ‘samenwerkingsovereenkomst tussen stad en De Kringwinkel Hageland vzw m.b.t. kringloopactiviteiten’ – periode 2021-2024
Visum – Component ‘Voorafgaande kredietcontrole’
De jaarlijkse kost van de kringloopactiviteiten wordt geraamd op 65.000 euro. In het meerjarenplan 2020-2025, dat zal voorgelegd worden op 10 december a.s. aan de gemeenteraad ter goedkeuring, is voldoende krediet opgenomen m.b.t. ondersteuning kringwinkel, BBC–actie AC000051 ‘4.3.1. We houden straten en pleinen net en bestrijden zwerfvuil’, raming MJP101718 – 61399999 / 0300 / ophalen en verwerken van huishoudelijk afval.
Aldus gunstig mits goedkeuring van de aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 door de gemeenteraad op 10 december 2020.
Visum – Component ‘ Wetmatigheidscontrole die voorafgaat aan de verbintenis’
Uit het onderzoek van de documenten blijken er geen strijdigheden met de wettelijke voorschriften.
Enig artikel
De bij deze beslissing gevoegde samenwerkingsovereenkomst m.b.t. kringloopactiviteiten tussen de Stad Aarschot en de Kringwinkel Hageland vzw, wordt goedgekeurd.
De samenwerkingsovereenkomst wordt aangegaan met:
voor een geraamd bedrag voor het jaar 2021 van: 65.000,- euro.
Op 23 juni 2014 keurde de gemeenteraad het besluit goed houdende de terugbetaling van reiskosten aan de burgemeester en schepenen van de stad Aarschot, waardoor zij aanspraak kunnen maken op een terugbetaling van:
Het jaarlijks kilometercontingent voor verplaatsingen gemaakt met het eigen motorvoertuig gerelateerd aan de uitoefening van het mandaat werd voor de burgemeester en schepenen vastgesteld op 2.500 kilometer.
Alleen de kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat en die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het mandaat kunnen worden terugbetaald. De kosten voor verplaatsingen van en naar het stadhuis zitten voor de burgemeester en schepenen vervat in de bezoldiging die ze maandelijks ontvangen en komen bijgevolg niet voor terugbetaling in aanmerking. De kosten dienen verantwoord te worden met bewijsstukken. Alle nota’s ter rechtvaardiging van de gemaakte reiskosten (formulieren ‘reiswijzer-schuldvordering’) met betrekking tot het jaar 2019 dienden uiterlijk op 31 januari 2020 door de mandataris binnengebracht te zijn op de personeelsdienst, met het oog op de uitbetaling en voorlegging ervan aan de gemeenteraad. De algemeen directeur beoordeelt of de kosten voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor terugbetaling, conform artikel 35 §2 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 06.07.2018 houdende het statuut van de lokale mandataris. Jaarlijks wordt er een overzicht van de terugbetaalde reiskosten aan de mandatarissen voorgelegd aan de gemeenteraad.
In het overzicht werden de reiskosten terugbetaald aan de mandatarissen van de stad Aarschot met betrekking tot het jaar 2019 opgenomen op basis van de voorgelegde formulieren ‘reiswijzer-schuldvordering’.
Op 23 juni 2014 keurde de gemeenteraad het besluit goed houdende de terugbetaling van reiskosten aan de burgemeester en schepenen van de stad Aarschot, waardoor zij aanspraak kunnen maken op een terugbetaling van:
Het jaarlijks kilometercontingent voor verplaatsingen gemaakt met het eigen motorvoertuig gerelateerd aan de uitoefening van het mandaat werd voor de burgemeester en schepenen vastgesteld op 2.500 kilometer.
Alleen de kosten die verband houden met de uitoefening van het mandaat en die noodzakelijk zijn voor de uitoefening van het mandaat kunnen worden terugbetaald. De kosten voor verplaatsingen van en naar het stadhuis zitten voor de burgemeester en schepenen vervat in de bezoldiging die ze maandelijks ontvangen en komen bijgevolg niet voor terugbetaling in aanmerking. De kosten dienen verantwoord te worden met bewijsstukken. Alle nota’s ter rechtvaardiging van de gemaakte reiskosten (formulieren ‘reiswijzer-schuldvordering’) met betrekking tot het jaar 2019 dienden uiterlijk op 31 januari 2020 door de mandataris binnengebracht te zijn op de personeelsdienst, met het oog op de uitbetaling en voorlegging ervan aan de gemeenteraad. De algemeen directeur beoordeelt of de kosten voldoen aan de voorwaarden om in aanmerking te komen voor terugbetaling, conform artikel 35 §2 van het Besluit van de Vlaamse Regering van 06.07.2018 houdende het statuut van de lokale mandataris. Jaarlijks wordt er een overzicht van de terugbetaalde reiskosten aan de mandatarissen voorgelegd aan de gemeenteraad.
In het overzicht werden de reiskosten terugbetaald aan de mandatarissen van de stad Aarschot met betrekking tot het jaar 2019 opgenomen op basis van de voorgelegde formulieren ‘reiswijzer-schuldvordering’.
De financiering is voorzien in het budget 2020 en het meerjarenplan via BBC-artikel:
AC000093/0100/61430050/10/CBS/IP−GEEN/KP−GEEN
NEEMT KENNIS VAN:
Artikel 1
De burgemeester en schepenen van de stad Aarschot kunnen aanspraak maken op een terugbetaling van:
Artikel 2
Het jaarlijks kilometercontingent voor verplaatsingen gemaakt met het eigen motorvoertuig gerelateerd aan de uitoefening van het mandaat werd voor de burgemeester en schepenen vastgesteld op 2.500 kilometer.
Artikel 3
Het bedrag van de kilometervergoeding wordt vastgesteld conform de bepalingen die in dit verband van toepassing zijn voor het gemeentepersoneel en wordt jaarlijks automatisch aangepast op basis van de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex (= het gemiddelde van de laatste 4 gezondheidsindexen). Bij carpooling kan de vergoeding voor de bestuurder worden verhoogd conform de modaliteiten die van toepassing zijn voor het gemeentepersoneel.
Voor het jaar 2019 betekent dit in concreto:
Artikel 4
Het bedrag van de fietspremie wordt vastgesteld conform de bepalingen die in dit verband van toepassing zijn voor het gemeentepersoneel voor dienstverplaatsingen met de eigen fiets en wordt jaarlijks automatisch aangepast op basis van de evolutie van de afgevlakte gezondheidsindex (= het gemiddelde van de laatste 4 gezondheidsindexen).
Voor het jaar 2019 betekent dit in concreto:
Artikel 5
Onderstaande reiskosten met betrekking tot verplaatsingen gemaakt in het jaar 2019 werden terugbetaald aan de mandatarissen op basis van de ingediende verantwoordingsnota’s
OVERZICHT REISKOSTEN JAAR 2019
naam en voornaam
|
eigen motorvoertuig aantal kilometer |
parkeerkosten bedrag in € |
openbaar vervoer bedrag in € |
fiets bedrag in € |
Geyskens Annick | 980 | 29,50 | 6,60 | / |
In zitting van 11 juni 2020 keurde de gemeenteraad de aanpassingen aan de personeelsformatie en het organogram van stad/OCMW Aarschot goed. De personeelsformatie is een veranderlijk beheersinstrument dat de personele middelen vaststelt voor de uitvoering van het beleid. Hoewel het decreet lokaal bestuur de personeelsformatie niet meer oplegt als verplicht instrument, blijft het vaststellen van de (aanpassingen aan) de personeelsformatie aangewezen en noodzakelijk zolang de raad - of, na delegatie, het bevoegde orgaan - de personeelsformatie niet opheft of door een ander systeem vervangt. Het organogram geeft op schematische wijze een overzicht van de indelingsstructuur en verhoudingen binnen en tussen de diverse departementen en diensten, waarbij ook de betrekkingen zijn opgenomen waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden. De raad stelt de betrekkingen voor het kabinets- en fractiepersoneel vast in de personeelsformatie. Voor elke betrekking op de formatie van het kabinets- en fractiepersoneel stelt de raad een overeenkomstige graad of graden vast die gelijkwaardig moeten zijn aan een bestaande graad of graden in de eigen gemeentelijk diensten (vb. C1-C3, A1a-A3a,…). De betrekkingen worden ingedeeld per niveau. De niveau-indeling voor het personeel in de gemeentelijke diensten is van toepassing. Er moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen de gemeentelijke formatie en het kabinets- en/of fractiepersoneel.
De personeelsformatie en het organogram worden dan ook op regelmatige basis getoetst aan de noden en behoeften van onze organisatie met het oog op het realiseren van de beleidsdoelstellingen in het meerjarenplan en in het belang van de verdere uitbouw van de organisatiebeheersing. In dit verband worden, met oog voor talentontwikkeling en -benutting van onze medewerkers, bijgevoegde aanpassingen aan het organogram en de personeelsformatie van stad/OCMW Aarschot voorgesteld.
Voorliggende voorstellen werden voorgelegd aan en goedgekeurd door het managementteam bij toepassing van de schriftelijke procedure, behandeld en goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 24 november 2020 en rekening houdend met de aanbevelingen van de federale overheid omtrent het coronavirus (Covid-19) en de interne richtlijnen in dit verband - met instemming van de vakbonden - middels toepassing van de schriftelijke procedure op 26 november 2020 aan hen voorgelegd en goedgekeurd (syndicaal overleg- en onderhandelingscomité november 2020).
Aan de gemeenteraad wordt dan ook voorgesteld om hiermee in te stemmen.
Gelet op:
In zitting van 11 juni 2020 keurde de gemeenteraad de aanpassingen aan de personeelsformatie en het organogram van stad/OCMW Aarschot goed. De personeelsformatie is een veranderlijk beheersinstrument dat de personele middelen vaststelt voor de uitvoering van het beleid. Hoewel het decreet lokaal bestuur de personeelsformatie niet meer oplegt als verplicht instrument, blijft het vaststellen van de (aanpassingen aan) de personeelsformatie aangewezen en noodzakelijk zolang de raad- of, na delegatie, het bevoegde orgaan - de personeelsformatie niet opheft of door een ander systeem vervangt. Het organogram geeft op schematische wijze een overzicht van de indelingsstructuur en verhoudingen binnen en tussen de diverse departementen en diensten, waarbij ook de betrekkingen zijn opgenomen waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden. De raad stelt de betrekkingen voor het kabinets- en fractiepersoneel vast in de personeelsformatie. Voor elke betrekking op de formatie van het kabinets- en fractiepersoneel stelt de raad een overeenkomstige graad of graden vast die gelijkwaardig moeten zijn aan een bestaande graad of graden in de eigen gemeentelijk diensten (vb. C1-C3, A1a-A3a,…). De betrekkingen worden ingedeeld per niveau. De niveau-indeling voor het personeel in de gemeentelijke diensten is van toepassing. Er moet een duidelijk onderscheid gemaakt worden tussen de gemeentelijke formatie en het kabinets- en/of fractiepersoneel.
De personeelsformatie en het organogram worden dan ook op regelmatige basis getoetst aan de noden en behoeften van onze organisatie met het oog op het realiseren van de beleidsdoelstellingen in het meerjarenplan en in het belang van de verdere uitbouw van de organisatiebeheersing. In dit verband worden, met oog voor talentontwikkeling en -benutting van onze medewerkers, bijgevoegde aanpassingen aan het organogram en de personeelsformatie van stad/OCMW Aarschot voorgesteld.
Voorliggende voorstellen werden voorgelegd aan en goedgekeurd door het managementteam bij toepassing van de schriftelijke procedure, behandeld en goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 24 november 2020 en rekening houdend met de aanbevelingen van de federale overheid omtrent het coronavirus (Covid-19) en de interne richtlijnen in dit verband - met instemming van de vakbonden - middels toepassing van de schriftelijke procedure op 26 november 2020 aan hen voorgelegd en goedgekeurd (syndicaal overleg- en onderhandelingscomité november 2020).
De financiële implicaties van voorliggend voorstel werden, zoals bevestigd door het departement financiën, opgenomen in het voorstel van budget 2021 en meerjarenplan, dat ter zitting van 10 december 2020 ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de gemeenteraad.
Artikel 1
De aanpassingen aan de personeelsformatie en het organogram van stad/OCMW Aarschot, zoals gevoegd in bijlage 1 bij dit besluit, worden goedgekeurd.
Artikel 2
§1. De aangepaste[1] personeelsformatie van de stad Aarschot wordt vastgesteld als volgt:
functionele loopbaan |
graadbenaming |
statutaire formatie |
contractuele formatie |
TOTAAL |
|
|
aantal VTE |
aantal VTE |
aantal VTE |
decretale graad |
algemeen directeur |
1 |
0 |
1 |
decretale graad |
financieel directeur |
1 |
0 |
1 |
A5a-A5b |
departementshoofd |
3 |
0 |
3 |
A4a-A4b |
departementshoofd |
1 | 0 | 1 |
A1a-A3a |
departementshoofd |
4 | 4 | 8 |
|
diensthoofd |
1 | 1 | 2 |
jurist |
0 | 1 |
1 |
|
omgevingsambtenaar |
0 | 1 | 1 | |
archivaris |
0 | 0,5 | 0,5 | |
|
diensthoofd/omgevingsambtenaar |
1 | 0 | 1 |
|
diensthoofd/milieuambtenaar |
1 | 0 | 1 |
|
conservator/bibliothecaris |
1 | 0 | 1 |
|
coördinator ouderenbeleid |
1 | 0 | 1 |
|
projectcoördinator |
1 | 0 | 1 |
|
ICT-expert |
0 |
2 |
2 |
coördinator | 1 | 0 | 1 | |
B4-B5 |
hoofddeskundige |
3 | 1 | 4 |
B1-B3 |
deskundige |
15 | 20 | 35 |
beheerder sportinfrastructuur | 1 | 0 | 1 | |
deskundige / zwembadbeheerder | 1 | 0 | 1 | |
GIS-deskundige |
0 | 1 | 1 | |
diensthoofd |
0 | 1 | 1 | |
|
sportpromotor |
0 | 1 | 1 |
|
jeugdconsulent |
0 | 2 | 2 |
|
assistent-dienstleider |
0 | 2 | 2 |
mobiliteitsdeskundige |
0 | 1 | 1 | |
expert trage wegen | 0 | 1 | 1 | |
|
werkleider |
0 | 1 | 1 |
|
cultuurfunctionaris |
0 | 2 | 2 |
|
hoofd techniek en theaterprogrammatie | 1 | 0 | 1 |
|
preventieadviseur |
1 | 0 | 1 |
|
opbouwwerker |
0 | 1 | 1 |
evenementencoördinator |
1 | 0 | 1 | |
C4-C5 |
administratief hoofdmedewerker |
2 | 0 | 2 |
noodplancoördinator |
1 | 0 | 1 | |
C1-C3 |
administratief medewerker |
15,6 | 19 | 34,6 |
theatertechnicus/coördinator | 0 | 1 | 1 | |
|
technisch medewerker |
1 | 0 | 1 |
|
noodplanambtenaar |
1 |
0 | 1 |
|
bibliotheekassistent |
0 | 2 | 2 |
evenementenmedewerker |
0 | 1 | 1 | |
toezichter/redder | 0 | 13 | 13 | |
D4-D5 |
ploegbaas |
4 | 0 | 4 |
D4 |
technisch medewerker |
1 | 0 | 1 |
D1-D3 |
administratief assistent |
1 | 0 | 1 |
|
toezichter/redder |
0 | 12 | 12 |
|
collectieverzorger |
0 | 1 | 1 |
|
magazijnier |
2 | 0 | 2 |
|
mecanicien |
1 | 0 | 1 |
|
geschoold arbeider |
3 | 32,5 | 35,5 |
|
geschoold arbeider-chauffeur |
0 | 11 | 11 |
|
polyvalent medewerkers |
0 | 6 | 6 |
logistiek assistent |
0 | 1,5 |
1,5 | |
theatertechnicus |
0 | 3 |
3 | |
|
conciërge |
0 | 1 |
1 |
E1-E3 |
technisch beambte |
0 |
18,78 | 18,78 |
|
|
|
|
|
|
TOTAAL |
71,6 |
153,28 |
224,88 |
§2. De aangepaste [1] personeelsformatie van het OCMW van Aarschot wordt vastgesteld als volgt:
functionele loopbaan |
graadbenaming |
statutaire formatie |
contractuele formatie |
TOTAAL |
|
|
aantal VTE |
aantal VTE |
aantal VTE |
A5a-A5b |
departementshoofd-directeur WZC |
0 |
1 |
1 |
A1a-A3a |
departementshoofd |
1 |
0 |
1 |
A1a-A3a |
stafmedewerker |
1 |
0 |
1 |
A1a-A3a |
psycholoog |
0 |
1 |
1 |
BV5 |
hoofdverpleegkundige |
5 |
0 |
5 |
B4-B5 |
diensthoofd |
2 |
0 |
2 |
B4-B5 |
centrumleider |
1 |
0 |
1 |
B4-B5 |
hoofddeskundige |
1 |
1 |
2 |
BV1-BV3 |
diëtist - diensthoofd |
1 |
0 |
1 |
BV1-BV3 of A1a-A3a (*) |
kinesist |
0 |
3 |
3 |
BV1-BV3 |
ergotherapeut |
0 |
3 |
3 |
BV1-BV3 |
logopedist |
0 |
0,50 |
0,50 |
BV1-BV3 |
coördinator dagverzorgingscentrum |
0 |
1 |
1 |
BV1-BV3 |
bachelor verpleegkundige |
0 |
5 |
5 |
BV1-BV3 |
diëtist |
0 |
0,5 |
0,5 |
B1-B3 |
deskundige |
2 |
5 |
7 |
B1-B3 |
diversiteitsambtenaar | 0 |
1 |
1 |
B1-B3 | diensthoofd |
0 | 1 | 1 |
B1-B3 |
maatschappelijk werker |
11 (incl. 1 fiscale maribel) |
1 |
12 |
B1-B3 of C1-C2 (*) |
animator |
0 |
2,50 |
2,50 |
B1-B3 |
woonassistent-centrummedewerker |
0 |
0,80 |
0,80 |
C3-C4 |
gegradueerd verpleegkundige |
0 |
17 |
17 |
C1-C3 |
administratief medewerker |
0 |
11,50 |
11,50 |
C1-C3 |
kok |
0 |
1 |
1 |
C1-C3 |
diensthoofd schoonmaak |
0 |
1 |
1 |
C1-C3 |
animatieassistent |
0 |
1 sociale maribel |
1 |
C1-C2 |
zorgkundige |
0 |
38,10 (incl. 2 sociale maribel) |
38,10 |
C1-C2 |
verzorgende (aan huis) |
0 |
33 |
33 |
D1-D3 |
hulpkok |
0 |
4 |
4 |
D1-D3 |
logistiek assistent |
0 |
6 |
6 |
D1-D3 |
kapper |
0 |
0,80 |
0,80 |
E1-E3 |
schoonmaker |
0 |
20 (incl. 3 sociale maribel) |
20 |
E1-E3 |
onderhoudsmedewerker |
0 |
1,30 |
1,30 |
E1-E3 |
logistiek medewerker |
0 |
1,50 gesubs aanvullende thuiszorg |
1,50 |
E1-E3 |
poetshulp (aan huis) |
0 |
21,50 |
21,50 |
E1-E3 |
keukenhulp |
0 |
10 (incl. 1 sociale maribel) |
10 |
|
TOTAAL |
25 |
194 |
219 |
(*) Bij de betrekkingen van kinesist en animator waarbij een dubbel toegangspad is voorzien, zal het diploma van de laureaat bepalen op welk niveau de invulling van de betrekking zal gebeuren.
[1] De aanpassingen zijn in vet gemarkeerd
Artikel 3
§1. Het uitdovend kader (overgangsregeling) van de stad Aarschot wordt vastgesteld als volgt:
overgangsregeling |
|||||||
uitdovende graad
|
geblokkeerde graad |
||||||
aantal VTE |
graadbenaming |
functionele loopbaan |
S/C |
aantal VTE |
graadbenaming |
functionele loopbaan |
S/C |
1 |
adjunct-algemeen directeur |
decretale graad |
S |
||||
2 |
adjunct-financieel directeur |
decretale graad |
S |
||||
1 | administratief medewerker personeel | C1-C3 | S | ||||
1 | administratief medewerker secretariaat | C1-C3 | S | ||||
1 | administratief medewerker secretariaat | C1-C3 | S | 1 | administratief medewerker secretariaat | C1-C3 | C |
2 | administratief medewerker leefmilieu | C1-C3 | S | ||||
1,5 | administratief medewerker financiën | C1-C3 | S | ||||
1 |
cultuurfunctionaris-directeur |
A1a-A3a |
S |
||||
1 |
noodplanambtenaar |
C1-C3 |
S |
||||
1 |
administratief hoofdmedewerker dagonderwijs |
C4-C5 |
S |
1 |
administratief medewerker lokale en sociale economie dagonderwijs |
C1-C3 | C |
1 | administratief assistent communicatie | D1-D3 | S | ||||
1 | departementshoofd burgerzaken | A1a-A3a | S | 1 | departementshoofd burgerzaken | A1a-A3a | C |
0,5 | administratief medewerker burgerzaken | C1-C3 | S | 0,5 | administratief medewerker burgerzaken | C1-C3 | C |
einde detacheringsopdracht administratief medewerker EID | 1 | administratief medewerker burgerzaken | C1-C3 | C | |||
1 | administratief hoofdmedewerker industrie | C4-C5 | S | 1 | deskundige industrie | B1-B3 | C |
1 | cultuurfunctionaris-directeur | A1a-A3a | S | ||||
1 | cultuurfunctionaris | A1a-A3a | S | 1 | cultuurfunctionaris | B1-B3 | C |
1 | cultuurfunctionaris | B1-B3 | S | 1 | cultuurfunctionaris | B1-B3 | C |
1 | administratief medewerker cultuurcentrum | C1-C3 | S | ||||
1 | assistent-dienstleider | B1-B3 | S | ||||
2 | assistent-dienstleider | B1-B3 | S | 2 | assistent-dienstleider | B1-B3 | C |
1 | administratief medewerker bibliotheek | C1-C3 | S | 1 | administratief medewerker bibliotheek |
C1-C3 | C |
1,74 | bibliotheekassistent | C1-C3 | S | ||||
1,34 | bibliotheekassistent | C1-C3 | S | 1,34 | bibliotheekassistent | C1-C3 | C |
1 | collectieverzorger | D1-D3 | S | 1 | collectieverzorger | D1-D3 | C |
2 | jeugdconsulent | B1-B3 | S | ||||
1 | administratief medewerker jeugd | C1-C3 | S | 1 | administratief medewerker jeugd | C1-C3 | C |
1 | departementshoofd sport | A1a-A3a | S | ||||
1 | sportfunctionaris | B1-B3 | S | ||||
1 | administratief medewerker sport | C1-C3 | S | ||||
1 | zwembadassistent | C1-C3 | S | 1 | administratief medewerker sport | C1-C3 | C |
2 | toezichter | D1-D3 | S | 2 | toezichter/redder | C1-C3 | C |
10 | technisch assistent-zwembadmedewerker | D1-D3 | C | 9 | toezichter/redder | C1-C3 | C |
1 | hoofddeskundige ruimtelijke ordening en stedenbouw | B4-B5 | S | ||||
2 | administratief medewerker ruimtelijke ordening en stedenbouw |
C1-C3 | S | 2 | administratief medewerker ruimtelijke ordening en omgeving | C1-C3 | C |
1 | administratief medewerker onderwijs | C1-C3 | S | ||||
1 | deskundige DKO | B1-B3 | S | ||||
1 | administratief medewerker DKO | C1-C3 | S | ||||
0,5 | stadswacht/gemeenschapswacht | D1-D3 | C | 0,5 | logistiek assistent | D1-D3 | C |
1 | gezins- en bejaardenconsulent | C1-C3 | S | ||||
1 | deskundige sociaal huis | B1-B3 | S | 1 | deskundige samenleven | B1-B3 | C |
0,26 | dierenarts | A6a | S | ||||
1 | deskundige/groenambtenaar | B1-B3 | S | 1 | deskundige | B1-B3 | C |
1 | administratief medewerker toerisme | C1-C3 | S | ||||
1 |
mobiliteitsambtenaar |
C1-C3 |
S | ||||
1 | geschoold arbeider-chauffeur rein-en ruimdienst | D1-D3 | S | 1 |
geschoold arbeider-chauffeur rein- en ruimdienst |
D1-D3 |
C |
3 | arbeiders rein-en ruimdienst | E1-E3 | S | ||||
2 | geschoold arbeider-chauffeur groen-en begraafplaatsten | D1-D3 | S | 2 |
geschoold arbeider-chauffeur groen-en begraafplaatsen |
D1-D3 |
C |
1 | geschoold arbeider groen-en begraafplaatsen | D1-D3 | S | 1 | geschoold arbeider groen-en begraafplaatsen | D1-D3 | C |
3 | geschoold arbeider klusjesdienst en verkeer | D1-D3 | S | 3 | geschoold arbeider klusjesdienst en verkeer |
D1-D3 | C |
3 | geschoold arbeider-chauffeur klusjesdienst en verkeer | D1-D3
|
S | 3 | geschoold arbeider-chauffeur klusjesdienst en verkeer | D1-D3 | C |
§2. De afgeschafte betrekkingen bij de stad Aarschot zijn vastgesteld als volgt:
afgeschafte betrekkingen | |||
aantal VTE |
graadbenaming |
functionele loopbaan |
S/C |
1 |
departementshoofd verzelfstandiging (financiën) |
A1a-A3a |
S |
1 | deskundige verzelfstandiging (financiën) | B1-B3 | S |
§3. Het uitdovend kader (overgangsregeling) van het OCMW van Aarschot wordt vastgesteld als volgt:
overgangsregeling |
|||||||
uitdovende graad
|
geblokkeerde graad |
||||||
aantal VTE |
graadbenaming |
functionele loopbaan |
S/C |
aantal VTE |
graadbenaming |
functionele loopbaan |
S/C |
1 |
diensthoofd |
B4-B5 |
S |
1 |
hoofddeskundige |
B4-B5 |
C |
1 |
diensthoofd financiën |
B4-B5 |
S | ||||
1 |
kinesist |
BV1-BV3 of A1a-A3a |
S |
1 |
kinesist |
BV1-BV3 of A1a-A3a |
C |
1 |
ergotherapeut |
BV1-BV3 |
S |
1 |
ergotherapeut |
BV1-BV3 |
C |
1 |
bachelor verpleegkundige |
BV1-BV3 |
S |
1 |
bachelor verpleegkundige |
BV1-BV3 |
C |
1 |
deskundige zorgloket |
B1-B3 |
S |
1 |
deskundige zorgloket |
B1-B3 |
C |
1 |
animator |
B1-B3 of C1-C2 |
S |
1 |
animator |
B1-B3 of C1-C2 |
C |
3 |
gegradueerd verpleegkundige |
C3-C4 |
S |
3 |
gegradueerd verpleegkundige |
C3-C4 |
C |
7 6 |
administratief medewerker |
C1-C3 |
S |
5,50 4,70 |
administratief medewerker |
C1-C3 |
C |
4 |
zorgkundige |
C1-C2 |
S |
4 |
zorgkundige |
C1-C2 |
C |
1 |
verzorgende |
C1-C2 |
S |
1 |
verzorgende |
C1-C2 |
C |
0,50 |
administratief medewerker |
D1-D3 |
C |
|
|
|
|
1 |
geschoold arbeider |
D1-D3 |
S |
1 |
logistiek assistent |
D1-D3 |
C |
1 |
schoonmaker |
D1-D3 |
S |
1 |
schoonmaker |
E1-E3 |
C |
1 |
keukenhulp |
D1-D3 |
S |
1 |
keukenhulp |
E1-E3 |
C |
1 |
keukenhulp |
E1-E3 |
S |
1 |
keukenhulp |
E1-E3 |
C |
1 |
arbeider/werkman |
E1-E3 |
C |
1 |
logistiek assistent |
D1-D3 |
C |
2 |
schoonmaker |
E1-E3 |
S |
2 |
schoonmaker |
E1-E3 |
C |
6 |
poetshulp |
E1-E3 |
C |
|
|
|
|
Artikel 4
§1. De personeelsformatie van het kabinetspersoneel ter ondersteuning van het college van burgemeester en schepenen wordt vastgesteld als volgt:
functionele loopbaan |
graadbenaming |
statutaire formatie |
contractuele formatie |
TOTAAL |
|
|
aantal VTE |
aantal VTE |
aantal VTE |
A1a-A3a |
kabinetsmedewerker (beleidsmedewerker) | 0 |
1 |
1 |
TOTAAL | 0 |
1 |
1 |
§2. De raad beslist in een afzonderlijk besluit over de aanstellings- en aanwervingsvoorwaarden en - in voorkomend geval - over bijkomende administratieve en geldelijke bepalingen.
§3. De interne werkverdeling tussen de gemeentelijke administratie en het kabinetspersoneel wordt vastgesteld in een afsprakennota namens het managementteam met het college van burgemeester en schepenen.
Artikel 5
Het aangepaste organogram van stad/OCMW Aarschot met bijhorende detailoverzicht, zoals gevoegd in bijlage 2 (schematische voorstelling) en bijlage 3 (detailoverzicht) bij dit besluit, waarbij ook de betrekkingen zijn opgenomen waaraan het lidmaatschap van het managementteam is verbonden, wordt goedgekeurd.
Het uurloon van de modellen van de Hagelandse Academie voor Beeldende Kunst is, conform artikel 51 van het geldelijk statuut van 1 juni 2006, vastgesteld op een basisbrutobedrag van 8,05 euro, gekoppeld aan de spilindex 138,01. In het kader van de opwaardering van het modellenstatuut en een correcte, marktconforme verloning wordt, na benchmarking met de verloning bij gelijkaardige academies, voorgesteld om het basisbrutobedrag van het uurloon van de modellen van de Hagelandse Academie voor Beeldende Kunst met ingang van 1 januari 2021 te verhogen van 8,05 euro per uur (basisbedrag → aan huidige index = 14,02 euro per uur) naar 10,71 euro per uur (basisbedrag → aan huidige index = 18,65 euro per uur).
Voorliggend voorstel werd goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 11 september 2020 en rekening houdend met de aanbevelingen van de federale overheid omtrent het coronavirus (Covid-19) en de interne richtlijnen in dit verband met instemming van de vakbonden bij toepassing van de schriftelijke procedure aan hen voorgelegd en goedgekeurd (syndicaal overleg- en onderhandelingscomité oktober 2020).
Aan de gemeenteraad wordt dan ook voorgesteld om hiermee in te stemmen.
Gelet op:
Het uurloon van de modellen van de Hagelandse Academie voor Beeldende Kunst is, conform artikel 51 van het geldelijk statuut van 1 juni 2006, vastgesteld op een basisbrutobedrag van 8,05 euro, gekoppeld aan de spilindex 138,01. In het kader van de opwaardering van het modellenstatuut en een correcte, marktconforme verloning wordt, na benchmarking met de verloning bij gelijkaardige academies, voorgesteld om het basisbrutobedrag van het uurloon van de modellen van de Hagelandse Academie voor Beeldende Kunst met ingang van 1 januari 2021 te verhogen van 8,05 euro per uur (basisbedrag → aan huidige index = 14,02 euro per uur) naar 10,71 euro per uur (basisbedrag → aan huidige index = 18,65 euro per uur).
Voorliggend voorstel werd goedgekeurd door het college van burgemeester en schepenen op 11 september 2020 en rekening houdend met de aanbevelingen van de federale overheid omtrent het coronavirus (Covid-19) en de interne richtlijnen in dit verband met instemming van de vakbonden bij toepassing van de schriftelijke procedure aan hen voorgelegd en goedgekeurd (syndicaal overleg- en onderhandelingscomité oktober 2020).
De financiering is voorzien in het budget 2021 en de meerjarenplanning, zoals bevestigd door het departement financiën, op BBC-artikel:
AC000093/0820-0820-010/62034000/10/CBS /IP-GEEN/KP-GEEN
Artikel 1
§1. Het basisbrutobedrag van het uurloon van de modellen van de Hagelandse Academie voor Beeldende Kunst wordt met ingang van 1 januari 2021 verhoogd van 8,05 euro per uur, gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01 naar 10,71 euro per uur, gekoppeld aan het spilindexcijfer 138,01 (basisbedrag → aan huidige index = 18,65 euro per uur).
§2. Voormelde verhoging van het bruto-uurloon van de modellen van de Hagelandse Academie voor Beeldende Kunst omvat in concreto - aan huidige index - een verhoging van 14,02 euro per uur naar 18,65 euro per uur.
Artikel 2
Dit besluit wordt ter kennis gebracht van de modellen van de Hagelandse Academie voor Beeldende Kunst en voor verdere administratieve opvolging en uitwerking genoteerd.
De maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus leiden ertoe dat tal van evenementen ook in 2021 nog niet kunnen plaatsvinden. Om lokale kleinschalige initiatieven optimaal een kans te geven en te ondersteunen, wenst het bestuur de soepelere regeling te behouden voor de duur van de coronacrisis.
Het college van burgemeester en schepenen zal hierdoor voor de duur van de coronacrisis op gemotiveerde wijze kunnen beslissen rekening houdend met de openbare veiligheid, gezondheid, zindelijkheid, mogelijke overlast voor de buren, plaatselijke omstandigheden, een haalbare administratieve afhandeling van het dossier, ...
De maatregelen tegen de verspreiding van het coronavirus leiden ertoe dat tal van evenementen ook in 2021 nog niet kunnen plaatsvinden. Om lokale kleinschalige initiatieven optimaal een kans te geven en te ondersteunen, wenst het bestuur de soepelere regeling te behouden voor de duur van de coronacrisis.
Het college van burgemeester en schepenen zal hierdoor voor de duur van de coronacrisis op gemotiveerde wijze kunnen beslissen rekening houdend met de openbare veiligheid, gezondheid, zindelijkheid, mogelijke overlast voor de buren, plaatselijke omstandigheden, een haalbare administratieve afhandeling van het dossier, ...
Artikel 1 - Politiereglement op de fuiven en evenementen
Voor het organiseren van een gewoon of middelgroot evenement wordt voor de duur van de coronacrisis, uitzonderlijk, een soepele regeling gevolgd die afwijkt van de procedure en de voorwaarden vermeld in het politiereglement op de fuiven en evenementen (goedgekeurd door de gemeenteraad op 9 februari 2002 en gewijzigd op 27 januari 2014 en 14 februari 2019).
Het college van burgemeester en schepenen beslist op gemotiveerde wijze rekening houdend met de openbare veiligheid, gezondheid, zindelijkheid, mogelijke overlast voor de buren, plaatselijke omstandigheden, een haalbare administratieve afhandeling van het dossier, ...
Volgende bepalingen van voornoemd politiereglement blijven gelden.
Voor het organiseren van een mega evenement blijven de bepalingen van het politiereglement op de fuiven en evenementen (goedgekeurd door de gemeenteraad op 9 februari 2002 en gewijzigd op 27 januari 2014 en 14 februari 2019) van toepassing.
Artikel 2 - Reglement op de speelstraten
Voor het inrichten van een speelstraat wordt voor de duur van de coronacrisis, uitzonderlijk, een soepele regeling gevolgd die afwijkt van de procedure en de voorwaarden vermeld in het reglement op de speelstraten (goedgekeurd door de gemeenteraad op 14 maart 2019).
Het College van Burgemeester en Schepenen beslist op gemotiveerde wijze rekening houdend met de openbare veiligheid, gezondheid, zindelijkheid, mogelijke overlast voor de buren, plaatselijke omstandigheden, een haalbare administratieve afhandeling van het dossier, ...
Volgende bepalingen van voornoemd reglement blijven gelden.
§1. De engagementsverklaring wordt ondertekend (te downloaden via http://www.aarschot.be/vrije-tijd/jeugdcentrum-de-klinker/speelstraten of te verkrijgen aan de balie van JC De Klinker). Het evenement moet voor de opgegeven deadlines geregistreerd worden via het evenementenloket op de website van stad Aarschot.
§2. Een speelstraat in de zomer kent volgende termijnen:
§3. Een speelstraat kan doorgaan tussen 10u en 21u. De aanvrager specificeert de gekozen uren in zijn aanvraag.
§4. Het spelende kind staat centraal tijdens de speelstraat.
§5. Per speelstraat zijn er minimum 2 personen, de meters en/of/ peters (eventueel van het buurtcomité), verantwoordelijk voor de opvolging van de doelstellingen en fungeren als aanspreekpunten. Zij zijn verantwoordelijk voor het plaatsen en verwijderen van de door de technische dienst geleverde- nadarhekken. De straat wordt vrijgemaakt van doorgaand verkeer, maar inwoners van de straat moeten steeds (stapvoets) kunnen parkeren. Ook hulpdiensten moeten steeds door kunnen.
§6. De organisatoren van de speelstraat gaan na (via mondelinge of schriftelijke bevraging) of er voldoende draagvlak (meer dan de helft van de bewoners gaan akkoord) is bij de bewoners van de straat om een speelstraat te organiseren. Indien de stad klachten krijgt van een bewoner / bewoners, moet bewezen kunnen worden dat er een rondvraag is gebeurd.
§7. De speelstraat moet doorgaan in een straat met een overheersend woonkarakter: advies wordt door de politie gegeven (dit kan verschillend zijn per buurt). De maximumsnelheid is 50km per uur en er is geen (belangrijk) doorgaand verkeer of openbaar vervoer. De omringende straten blijven bereikbaar bij het afsluiten van de speelstraat.
§8. Indien er zich een handelaar bevindt in het afgesloten deel van de straat, moet er een schriftelijk akkoord worden gegeven door de handelaar. Indien deze niet akkoord gaat, moet de handelaar bereikbaar blijven voor elk verkeer tijdens de speelstraat. De toestemming moet niet worden gevraagd wanneer de speelstraat doorgaat op een sluitingsdag van de handelaar.
§9. Na de speelstraat kan er een buurtfeest doorgaan – tijdens de speelstraat ligt de prioriteit op spelen.
§10. Elke speelstraat kan een gratis speelstratenpakket aanvragen bij de uitleendienst. Daarnaast kunnen de peters en meters ook een keuzepakket reserveren in de uitleendienst. De verantwoordelijken van de speelstraat halen en leveren dit pakket opnieuw af bij Jeugdcentrum De Klinker op de afgesproken datum. De peters en meters van de speelstraat kunnen verder beroep doen op de stedelijke uitleendienst voor extra materiaal.
§11. De nodige vergunningen (verkeersvrij maken van de straat) moeten aangevraagd worden door de organisator van de speelstraat bij het evenementenloket.
§12. Het afsluiten van de straat gebeurt met verkeersborden C3. Deze worden door de technische dienst geleverd op een moment dat voor hun past, de organisatoren plaatsen deze borden op het juiste moment op de juiste plaats (plannetje wordt meegeleverd door de technische dienst) om de straat af te sluiten. De burgerlijke aansprakelijkheid van de peters en meters die in opdracht van het stadsbestuur helpen bij de inrichting van speelstraten is verzekerd via de ABA-polis 45.403.254 van de stad.
§13. Het inrichten van een speelstraat ontslaat ouders niet met betrekking tot het toezicht op hun kinderen.
§14. Een speelstraat mag niet worden georganiseerd tijdens de momenten dat de vuilniswagens ophalingen organiseren. De peters en meters zijn zelf verantwoordelijk om na te gaan wanneer de afvalophaling in hun straat gebeurt.
§15. Een speelstraat is geen kinderopvang. De peters en meters van de speelstraten houden toezicht, maar ouders blijven verantwoordelijk voor hun eigen kinderen.
§16. Wanneer niemand op straat speelt (zoals bv. bij heftig regenweer), kunnen de organisatoren van de speelstraat beslissen om de straat die dag niet af te sluiten.
De stad Aarschot wil ook in 2021 de horeca-uitbaters een hart onder de riem steken.
Drink- en eetgelegenheden vormen een zeer moeilijke context bekeken vanuit de invalshoek van de risico’s op verspreiding van COVID-19. De context van deze gelegenheden is immers bij uitstek sociaal, waarbij mensen elkaar ontmoeten, praten en samen plezier maken.
De stad Aarschot wil ook in 2021 de horeca-uitbaters een hart onder de riem steken.
Drink- en eetgelegenheden vormen een zeer moeilijke context bekeken vanuit de invalshoek van de risico’s op verspreiding van COVID-19. De context van deze gelegenheden is immers bij uitstek sociaal, waarbij mensen elkaar ontmoeten, praten en samen plezier maken.
Artikel 1
Voor het aanslagjaar 2021 wordt de belasting op de terrassen niet geheven.
Voor de aanslagjaren 2022-2025 heeft het besluit van de gemeenteraad van 12.12.2019 houdende goedkeuring van de belasting op de terrassen wel uitwerking.
Artikel 2
De gemeenteraadsbeslissing van 12.12.2019 houdende goedkeuring van de belasting op de terrassen 2020-2025 wordt gewijzigd als volgt:
Artikel 1
Er wordt voor de aanslagjaren 2022 tot en met 2025 een belasting gevestigd op de terrassen.
Artikel 2
De belasting is verschuldigd door de persoon voor wiens rekening de uitbating geschiedt en aan wie de vergunning tot aanwending van het openbaar domein zoals vermeld, wordt toegestaan.
Artikel 3
De belasting bedraagt
o 16,5 euro/m² per jaar (winterterras)
o 11,1 euro/m² per jaar (zomerterras)
rekening houdende met het feit dat de gedeelten der oppervlakten die geen volledige vierkante meter bedragen toch voor een volledige zullen aangerekend worden.
De belasting is volledig verschuldigd, welke ook de datum van aflevering, de verzaking of de intrekking van de toelating is.
De bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemmen overeen met de gezondheidsindex van de maand oktober 2019.
Deze bedroeg 108,98 (gezondheidsindex 2013 = 100).
Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand oktober die aan de aanpassing voorafgaat.
Het bedrag na indexering zal worden afgerond naar de hogere tien cent.
Artikel 4
Vrijstelling van de belasting kan toegestaan worden bij feestelijkheden waaraan de stad haar medewerking verleent en die officieel door het college van burgemeester en schepenen zijn vastgesteld.
Een gedeeltelijke vrijstelling van de belasting wordt niet toegestaan. Nochtans in geval van overname van een zaak, zal de belasting voor het lopende jaar geen tweede maal moeten betaald worden.
Indien de inname van het openbaar domein voor horecaterrassen door de ligging eveneens vergund dient te worden door derden, zoals Agentschap Wegen en Verkeer of De Vlaamse Waterweg, en deze instanties retributie heffen, wordt de oppervlakte - aangerekend in de vergunning van deze derden - vrijgesteld voor de gemeentelijke retributie.
Artikel 5
De belasting wordt contant betaald bij de aflevering van de vergunning tegen afgifte van een betalingsbewijs. Bij gebreke van betaling wordt de belasting ingekohierd en wordt een kohierbelasting.
Artikel 6
De belastingschuldige kan bezwaar indienen tegen deze belasting bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend en worden gemotiveerd.
De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de datum van de contante inning.
Bezwaarschriften kunnen onder zelfde voorwaarden en binnen dezelfde termijn worden ingediend via een duurzame drager.
Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen vijftien kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel directeur van de stad. De ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden gestuurd.
Artikel 7
Zonder afbreuk te doen aan het huidige decreet van 30 mei 2008, zijn van overeenkomstige toepassing op de provincie- en gemeentebelastingen:
Artikel 1
Vanaf 1 januari 2021 heeft het besluit van de gemeenteraad van 12.12.2019 houdende goedkeuring van de retributie op de inname van het openbaar domein ten gevolge van bouw- of andere werken, terug uitwerking.
Artikel 2
De gemeenteraadsbeslissing van 12.12.2019 houdende goedkeuring van de retributie op de inname van het openbaar domein ten gevolge van bouw- of andere werken wordt gewijzigd als volgt:
Art. 1
Er wordt vanaf 1 januari 2021 een retributie geheven op de privatieve inname van het openbaar domein door containers, werfafsluitingen, werfwagens, stellingen, kranen, machines, losplaatsen voor bouwmaterialen en alle andere zaken en goederen ten behoeve van het bouwen of verbouwen.
Art. 2
De retributie bedraagt 0,4 euro per m² en per kalenderdag vanaf de 1e dag met een minimum van 65,3 euro per dossier (bedragen van 2020).
De bedragen zijn gekoppeld aan de evolutie van de gezondheidsindex en stemmen overeen met de gezondheidsindex van de maand november 2013. Deze bedroeg 121,12 (gezondheidsindex 2004 = 100).
Ze worden jaarlijks op 1 januari aangepast aan het gezondheidsindexcijfer van de maand november die aan de aanpassing voorafgaat.
Het bedrag na indexering zal worden afgerond naar de hogere tien cent.
Art. 3
De retributie is verschuldigd door de persoon die de aanvraag doet. Dit kan de aannemer zijn die de ingebruikname nodig heeft voor de uitvoering van de werken of de bouwheer.
Art. 4
Er wordt geen retributie geheven in volgende gevallen:
Art. 5
Degene die het openbaar domein wenst in te nemen, dient voorafgaandelijk een vergunning te bekomen van het College van Burgemeester en Schepenen overeenkomstig de bepalingen van het Algemeen Politiereglement van de stad Aarschot.
Art. 6
De retributie moet betaald worden bij het verkrijgen van de vergunning om het openbaar domein in gebruik te nemen.
Bij niet-betaling zal de retributie via burgerrechtelijke weg ingevorderd worden.
N.a.v. de coronacrisis wordt voorgesteld deze retributie voorlopig omwille van de coronapandemie en de moeilijkheden die daardoor worden veroorzaakt voor de verenigingen op te schorten zodat het materiaal gratis kan worden aangeboden zolang de coronacrisis duurt.
N.a.v. de coronacrisis wordt voorgesteld deze retributie voorlopig omwille van de coronapandemie en de moeilijkheden die daardoor worden veroorzaakt voor de verenigingen op te schorten zodat het materiaal gratis kan worden aangeboden zolang de coronacrisis duurt.
Enig artikel
Voor de duur van de coronacrisis wordt er geen retributie gevestigd op het het uitlenen van stedelijk signalisatiemateriaal.
In toepassing van het gemeentedecreet organiseert de gemeenteraad een systeem van klachtenbehandeling op het ambtelijk niveau van de gemeente en maximaal onafhankelijk van de diensten of departementen waarop de klachten betrekking hebben. Elke gebruiker van de dienstverlening van de stad die een klacht uit, heeft het recht op een grondige behandeling van zijn klacht. Klachten hebben betrekking op het niet correct handelen van een dienst of departement, niet van een individu. Het systeem van klachtenbehandeling is een hulpmiddel om de dienstverlening te optimaliseren en leidt tot een grotere tevredenheid bij de burgers. Onderhavig artikel 7, §2 van het reglement klachtenbehandeling zoals goedgekeurd door de gemeenteraad op 1 oktober 2007, rapporteert de klachtencoördinator jaarlijks aan de gemeenteraad. In 2019 behandelde de klachtencoördinator 102 klachten.
Overwegende dat
Enig artikel
De gemeenteraad neemt kennis van de bijgevoegde klachtenrapportering voor 2019.
De stad Aarschot wil ook in 2021 de horeca-uitbaters een hart onder de riem steken.
Drink- en eetgelegenheden vormen een zeer moeilijke context bekeken vanuit de invalshoek van de risico’s op verspreiding van COVID-19. De context van deze gelegenheden is immers bij uitstek sociaal, waarbij mensen elkaar ontmoeten, praten en samen plezier maken.
De stad Aarschot wil ook in 2021 de horeca-uitbaters een hart onder de riem steken.
Drink- en eetgelegenheden vormen een zeer moeilijke context bekeken vanuit de invalshoek van de risico’s op verspreiding van COVID-19. De context van deze gelegenheden is immers bij uitstek sociaal, waarbij mensen elkaar ontmoeten, praten en samen plezier maken.
Artikel 1
Voor de aanvraag van het plaatsen of uitbreiden van een niet-permanent terras (zomerterras) wordt gedurende 2021, uitzonderlijk, een soepele regeling gevolgd die afwijkt van de procedure en de voorwaarden vermeld in het stedelijk politiereglement voor de privatieve ingebruikname van de openbare weg voor horecaterrassen (goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24.02.2014).
§1. De aanvraag wordt ingediend bij het College van Burgemeester en Schepenen vergezeld van
§2. Het College van Burgemeester en Schepenen neemt een beslissing rekening houdend met de plaatselijke omstandigheden, zoals de openbare veiligheid, het voetgangersverkeer, ...
§3. Iedere toegang naar woningen en kantoren e.d. die boven de horecazaak gelegen zijn, moet steeds over de volle lengte van deze toegang en over de volle diepte van het gevelterras vrij blijven. Het pand moet ten allen tijde ongehinderd betreden kunnen worden.
Bij levering van meubels of verhuis ten behoeve van woongelegenheden boven het horecapand, dient het meubilair van het open terras op eenvoudig verzoek van het College van Burgemeester en Schepenen verwijderd te worden gedurende de tijd nodig voor de verhuiswerken en dit zonder recht op schadevergoeding.
§4. De terrasvergunning blijft beperkt tot het gedeelte van het openbaar domein dat zich uitstrekt voor de horecazaak. Mits schriftelijke toelating van de eigenaar van de naastliggende panden, kan het open terras uitgebreid worden voor deze panden.
§5. Indien er tijdens de wekelijkse markt een marktabonnee voor het horecapand een standplaats heeft, dan heeft de marktabonnee voorrang op het terras. Deze standplaats dient tijdens de markt vrij gehouden te worden voor de marktkramer. Er kan slechts een terras geplaatst worden op deze standplaats tijdens de wekelijkse markt van het ogenblik dat er een akkoord is met de marktabonnee.
§6. Voorzieningen van openbaar nut, zoals hydranten, straatkolken, verlichtingsmasten en toegangen tot openbare nutsvoorzieningen moeten altijd vrij zijn en goed bereikbaar blijven. Brandweerslangen moeten steeds aan een hydrant kunnen gekoppeld worden, hiervoor moet de noodzakelijke ruimte beschikbaar zijn.
§7. De terrasopstelling mag nooit de vrije doorgang voor de hulpdiensten verhinderen.
§8. De vergunninghouder draagt er zorg voor dat tafels en/of stoelen niet worden opgesteld buiten de in de vergunning toegewezen oppervlakte en dat de doorgangen rondom en op het terras overeenkomstig de vergunning steeds vrij blijven. Hij zal erop toezien dat de obstakelvrije doorgang op het voetpad niet wordt ingenomen door (brom)fietsen en andere obstakels.
§9. De uitbating van een terras mag de omgeving niet vervuilen. De uitbater is verantwoordelijk voor het goed onderhoud van het terras en zijn onmiddellijke omgeving. De vergunninghouder verwijdert dagelijks alle mogelijke afval.
§10. De uitbater is aansprakelijk voor alle schade die veroorzaakt wordt door het rechtmatig en onrechtmatig gebruik van de vergunning. Hij is onder meer aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door het plaatsen, de aanwezigheid of het wegnemen van het terras en al zijn onderdelen en voor de vervuiling die de exploitatie van het terras veroorzaakt ter plaatse en in de onmiddellijke omgeving.
§11. De uitbater blijft verantwoordelijk voor alle ongevallen overkomen aan derden of voor alle schade aan het openbaar domein of aan derden berokkend, die het gevolg zouden zijn van het plaatsen van het terras.
§12. Naar aanleiding van werken voor openbaar nut e.a. kan de vergunning vroegtijdig ingetrokken of geschorst worden of de vergunde terras oppervlakte verminderd worden zonder enig recht op schadevergoeding.
Artikel 2
Voor de aanvraag van het plaatsen van een permanent terras blijven de bepalingen van het stedelijk politiereglement voor de privatieve ingebruikname van de openbare weg voor horecaterrassen (goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24.02.2014) van toepassing.
De raad van bestuur van het AGB Aarschot heeft op 12 december 2019 de beleids- en financiële planning vastgelegd in een meerjarenplan voor de periode 2020 tot 2025. De raad van bestuur heeft in zitting van 17 september 2020 de eerste aanpassing van het meerjarenplan vastgelegd. Het meerjarenplan vormt de basis voor het beleid van het bestuur. Het budget is geen afzonderlijk beleidsrapport meer, maar wordt geïntegreerd in het meerjarenplan. De ramingen, die voor het boekjaar 2021 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor dat jaar.
Gelet op de noodzaak tot wijziging van het meerjarenplan wordt het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlage, eerst vastgesteld door de raad van bestuur en vervolgens voorgelegd aan de gemeenteraad ter goedkeuring. Na goedkeuring door de gemeenteraad is de aanpassing van het meerjarenplan definitief vastgesteld.
Het meerjarenplan van het AGB Aarschot is financieel in evenwicht als het geraamd beschikbaar budgettair resultaat in geen enkel jaar negatief is.
In toepassing van de bepalingen van het decreet lokaal bestuur werd het ontwerp van de tweede aanpassing van het meerjarenplan op 25 november 2020 aan de raadsleden bezorgd.
Voorstel van besluit:
De gemeenteraad keurt de aanpassing 2 van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Aarschot goed. Hierdoor is de aanpassing van het meerjarenplan in zijn geheel definitief vastgesteld.
Gelet op
De aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlagen, bestaat uit 5 onderdelen:
De kerncijfers van het meerjarenplan, zoals terug te vinden in het document M2 (staat van het financieel evenwicht):
Budgettair resultaat
|
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Exploitatiesaldo |
13.388 |
12.812 |
13.173 |
44.358 |
48.357 |
31.224 |
Investeringssaldo |
-1.354.275 |
-3.529.084 |
-347.468 |
-306.609 |
-3.664.251 |
-2.895.396 |
Financieringssaldo |
731.754 |
3.516.272 |
334.296 |
262.251 |
3.615.893 |
2.864.172 |
Budgettair resultaat van het boekjaar |
-609.133 |
0 |
1 |
0 |
-1 |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
Beschikbaar budgettair resultaat |
0 |
0 |
1 |
1 |
0 |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
Autofinancieringsmarge |
-329.485 |
-383.792 |
-576.389 |
-538.225 |
-562.440 |
-775.390 |
|
|
|
|
|
|
|
Gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
-747.451 |
-811.603 |
-1.112.279 |
-1.130.281 |
-1.171.963 |
-1.518.740 |
Het meerjarenplan van een autonoom gemeentebedrijf is financieel in evenwicht als het geraamd beschikbaar budgettair resultaat in geen enkel jaar negatief is.
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de aanpassing 2 van het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Aarschot, dat door de raad van bestuur op 10 december 2020 werd vastgesteld, goed. Hierdoor is de aanpassing van het meerjarenplan in zijn geheel definitief vastgesteld. De ramingen, die voor het boekjaar 2021 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2021.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn hebben op 12 december 2019 hun beleids- en financiële planning vastgelegd in een meerjarenplan voor de periode 2020 tot 2025. De gemeenteraad heeft in zitting van 17 september 2020 de eerste aanpassing van het meerjarenplan goedgekeurd. Het meerjarenplan vormt de basis voor het beleid van het bestuur. Het budget is geen afzonderlijk beleidsrapport meer, maar wordt geïntegreerd in het meerjarenplan. De ramingen, die voor het boekjaar 2021 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor dat jaar.
Gelet op de noodzaak tot wijziging van het meerjarenplan wordt het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlage, voorgelegd aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst het eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van de aanpassing van het meerjarenplan, dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor de aanpassing van het meerjarenplan definitief is vastgesteld. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel definitief vastgesteld.
Vermits elke rechtspersoon (stad en OCMW) voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan wel een duidelijk onderscheid tussen de kredieten van de stad en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (M3), waarin de kredieten voor de stad en het OCMW apart worden opgenomen.
Omdat de stad en het OCMW een geïntegreerd meerjarenplan maken, wordt het financieel evenwicht voor de twee besturen als één geheel gepresenteerd en beoordeeld. Het meerjarenplan is financieel in evenwicht als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
De twee bovenvermelde normen worden aangevuld met indicatoren over het geconsolideerd financieel evenwicht en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge. Dit zijn evenwel geen afdwingbare normen.
In toepassing van de bepalingen van het decreet lokaal bestuur werd het ontwerp van aanpassing 2 van het meerjarenplan op 25 november 2020 aan de raadsleden bezorgd.
Voorstel van besluit:
De gemeenteraad stelt haar deel van de aanpassing 2 van het meerjarenplan 2020-2025 vast, zoals in bijlage toegevoegd.
Gelet op
De aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlage, bestaat uit 5 onderdelen:
De kerncijfers van het meerjarenplan, zoals terug te vinden in het document M2 (staat van het financieel evenwicht):
Budgettair resultaat
|
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Exploitatiesaldo |
1.543.281 |
787.430 |
1.634.321 |
2.565.347 |
2.788.422 |
3563.617 |
Investeringssaldo |
-3.870.634 |
-17.126.429 |
-7.624.784 |
4.521.108 |
-4.106.122 |
-3.669.511 |
Financieringssaldo |
2.313.955 |
8.525.205 |
5.990.462 |
-3.380.733 |
-2.388.021 |
105.894 |
Budgettair resultaat van het boekjaar |
-13.399 |
-7.813.794 |
-1 |
3.705.723 |
-3.705.723 |
0 |
|
|
|
|
|
|
|
Beschikbaar budgettair resultaat |
7.813.794 |
1 |
0 |
3.705.723 |
1 |
0 |
|
|
|
|
|
|
|
Autofinancieringsmarge |
-188.996 |
-611.120 |
-586.542 |
-263.160 |
-53595 |
814.313 |
|
|
|
|
|
|
|
Gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
-372.525 |
-1.127.631 |
-1.204.110 |
-695.678 |
-168.390 |
719.312 |
Het meerjarenplan is financieel in evenwicht als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
Geconsolideerd financieel evenwicht
|
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Totaal beschikbaar budgettair resultaat |
7.813.794 |
1 |
1 |
3.705.724 |
1 |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
Totale autofinancieringsmarge |
-518.481 |
-994.912 |
-1.162.931 |
-801.385 |
-616.035 |
38.923 |
|
|
|
|
|
|
|
Totale gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
-1.119.976 |
-1.939.234 |
-2.316.389 |
-1.825.959 |
-1.340.353 |
-799.428 |
Enig artikel
De gemeenteraad stelt haar deel van de aanpassing 2 van het meerjarenplan 2020-2025 vast, zoals in bijlage toegevoegd. De ramingen, die voor het boekjaar 2021 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2021.
De voorzitter schorst de vergadering van de gemeenteraad en opent de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn voor de behandeling van het agendapunt "Vaststelling van aanpassing 2 meerjarenplan stad/OCMW 2020-2025 en krediet 2021, deel OCMW".
Nadat de raad voor maatschappelijk welzijn het voornoemde agendapunt heeft goedgekeurd, schorst de voorzitter de vergadering van de raad voor maatschappelijk welzijn en wordt de vergadering van de gemeenteraad voortgezet.
De gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn hebben op 12 december 2019 hun beleids- en financiële planning vastgelegd in een meerjarenplan voor de periode 2020 tot 2025. De gemeenteraad heeft in zitting van 17 september 2020 de eerste aanpassing van het meerjarenplan goedgekeurd. Het meerjarenplan vormt de basis voor het beleid van het bestuur. Het budget is geen afzonderlijk beleidsrapport meer, maar wordt geïntegreerd in het meerjarenplan. De ramingen, die voor het boekjaar 2021 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor dat jaar.
Gelet op de noodzaak tot wijziging van het meerjarenplan wordt het ontwerp van aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlage, voorgelegd aan de gemeenteraad en de raad voor maatschappelijk welzijn. Zowel de gemeenteraad als de raad voor maatschappelijk welzijn moet eerst het eigen deel van de aanpassing van het meerjarenplan vaststellen. Daarna kan de gemeenteraad het deel van de aanpassing van het meerjarenplan, dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goedkeuren, waardoor de aanpassing van het meerjarenplan definitief is vastgesteld. Door die goedkeuring wordt het beleidsrapport in zijn geheel definitief vastgesteld.
Vermits elke rechtspersoon (stad en OCMW) voor de eigen verplichtingen en verbintenissen blijft instaan, blijft in het meerjarenplan wel een duidelijk onderscheid tussen de kredieten van de stad en die van het OCMW. Dat komt tot uiting in het schema met het overzicht van de kredieten (M3), waarin de kredieten voor de stad en het OCMW apart worden opgenomen.
Omdat de stad en het OCMW een geïntegreerd meerjarenplan maken, wordt het financieel evenwicht voor de twee besturen als één geheel gepresenteerd en beoordeeld. Het meerjarenplan is financieel in evenwicht als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
De twee bovenvermelde normen worden aangevuld met indicatoren over het geconsolideerd financieel evenwicht en de gecorrigeerde autofinancieringsmarge. Dit zijn evenwel geen afdwingbare normen.
In toepassing van de bepalingen van het decreet lokaal bestuur werd het ontwerp van aanpassing 2 van het meerjarenplan op 25 november 2020 aan de raadsleden bezorgd.
Voorstel van besluit:
De gemeenteraad keurt de aanpassing 2 van het meerjarenplan 2020-2025, dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goed. Hierdoor is de aanpassing van het meerjarenplan in zijn geheel definitief vastgesteld.
Gelet op
De aanpassing van het meerjarenplan, zie bijlagen, bestaat uit 5 onderdelen:
De kerncijfers van het meerjarenplan, zoals terug te vinden in het document M2 (staat van het financieel evenwicht):
Budgettair resultaat
|
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Exploitatiesaldo |
1.543.281 |
787.430 |
1.634.321 |
2.565.347 |
2.788.422 |
3.563.617 |
Investeringssaldo |
-3.870.634 |
-17.126.429 |
-7.624.784 |
4.521.108 |
-4.106.122 |
-3.669.511 |
Financieringssaldo |
2.313.955 |
8.525.205 |
5.990.462 |
-3.380.733 |
-2.388.021 |
105.894 |
Budgettair resultaat van het boekjaar |
-13.399 |
-7.813.794 |
-1 |
3.705.723 |
-3.705.723 |
0 |
|
|
|
|
|
|
|
Beschikbaar budgettair resultaat |
7.813.794 |
1 |
0 |
3.705.723 |
1 |
0 |
|
|
|
|
|
|
|
Autofinancieringsmarge |
-188.996 |
-611.120 |
-586.542 |
-263.160 |
-53.595 |
814.313 |
|
|
|
|
|
|
|
Gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
-372.525 |
-1.127.631 |
-1.204.110 |
-695.678 |
-168.390 |
719.312 |
Het meerjarenplan is financieel in evenwicht als het voldoet aan de volgende voorwaarden:
Geconsolideerd financieel evenwicht
|
2020 |
2021 |
2022 |
2023 |
2024 |
2025 |
Totaal beschikbaar budgettair resultaat |
7.813.794 |
1 |
1 |
3.705.724 |
1 |
1 |
|
|
|
|
|
|
|
Totale autofinancieringsmarge |
-518.481 |
-994.912 |
-1.162.931 |
-801.385 |
-616.035 |
38.923 |
|
|
|
|
|
|
|
Totale gecorrigeerde autofinancieringsmarge |
-1.119.976 |
-1.939.234 |
-2.316.389 |
-1.825.959 |
-1.340.353 |
-799.428 |
Enig artikel
De gemeenteraad keurt de aanpassing 2 van het meerjarenplan 2020-2025, dat de raad voor maatschappelijk welzijn heeft vastgesteld, goed. Hierdoor is de aanpassing van het meerjarenplan in zijn geheel definitief vastgesteld. De ramingen, die voor het boekjaar 2021 in het meerjarenplan zijn ingeschreven voor de exploitatie, investeringen en financiering, zijn ook de kredieten voor 2021.
In toepassing van artikel 41, 23° van het decreet lokaal bestuur kan de gemeenteraad haar bevoegdheid voor het toekennen van nominatieve subsidies niet toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen. De bevoegdheid voor de toekenning van nominatieve subsidies ligt dus volledig bij de gemeenteraad. Tot en met 2019 was de lijst met nominatieve subsidies een verplichte bijlage bij het budget, de goedkeuring van het budget impliceerde automatisch ook de goedkeuring van de nominatieve subsidies. Vanaf BBC 2020 bestaat het beleidsrapport 'budget' en haar verplichte bijlagen niet meer. De nominatieve subsidies nemen vanaf BBC 2020 de vorm aan van afzonderlijke besluiten van de gemeenteraad.
Naar aanleiding van de aanpassing van het meerjarenplan wordt aan de gemeenteraad voorgesteld om de lijst van nominatieve subsidies aan te passen zoals aangegeven in het document in bijlage.
Gelet op
Naar aanleiding van de aanpassing van het meerjarenplan wordt aan de gemeenteraad voorgesteld om de volgende nominatieve werkingssubsidies van 2020 te actualiseren:
Naar aanleiding van de aanpassing van het meerjarenplan wordt aan de gemeenteraad voorgesteld om de volgende nominatieve werkingssubsidies in 2020 toe te kennen, in het kader van het winterfeest 2020, aan:
Gelet op de lijst van de nominatieve subsidies 2020 van de stad Aarschot in bijlage.
In het ontwerp van meerjarenplan 2020-2025 zijn bovenstaande nominatieve subsidies opgenomen.
Artikel 1
De gemeenteraad stelt de lijst van nominatieve subsidies 2020 vast, zoals bepaald in het document in bijlage.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitvoering conform het gemeentelijk reglement 'Controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen' zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29.02.1996.
In toepassing van artikel 41, 23° van het decreet Lokaal Bestuur kan de gemeenteraad haar bevoegdheid voor het toekennen van nominatieve subsidies niet toevertrouwen aan het college van burgemeester en schepenen. De bevoegdheid voor de toekenning van nominatieve subsidies ligt dus volledig bij de gemeenteraad. Tot en met 2019 was de lijst met nominatieve subsidies een verplichte bijlage bij het budget, de goedkeuring van het budget impliceerde automatisch ook de goedkeuring van de nominatieve subsidies. Vanaf BBC 2020 bestaat het beleidsrapport 'budget' en haar verplichte bijlagen niet meer. De nominatieve subsidies nemen vanaf BBC 2020 de vorm aan van afzonderlijke besluiten van de gemeenteraad.
Mededeling van de burgemeester:
In de lijst van de nominatieve toelagen sloop een materiële vergissing: de investeringstoelage aan Strooien Dorp en de investeringstoelage aan Riopact bedraagt telkens 30.000 euro i.p.v. 180.000 euro voor Strooien dorp en 35.000 euro voor Riopact. Het aldus aangepaste voorstel wordt ter bespreking en ter stemming gelegd.
Gelet op
Artikel 1
De gemeenteraad kent de nominatieve subsidies 2021 toe, zoals bepaald in het document in bijlage.
Artikel 2
Het college van burgemeester en schepenen wordt belast met de verdere uitvoering conform het gemeentelijk reglement 'Controle op de toekenning en op de aanwending van sommige toelagen' zoals vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 29.02.1996.
Met beslissing ET.129.288 van 19 januari 2016 heeft de BTW administratie haar visie op het BTW-statuut van autonome gemeentebedrijven uiteengezet.
Van belang is onder meer dat werkingssubsidies (waarop geen BTW moet worden aangerekend) die door de gemeente aan het AGB worden toegekend, in principe niet in aanmerking mogen worden genomen voor de beoordeling van het winstoogmerk. Prijssubsidies (waarop wel BTW moet worden aangerekend) die door de gemeente aan het AGB worden toegekend, komen daarentegen wel in aanmerking voor de beoordeling van het winstoogmerk.
Om er voor te zorgen dat het AGB economisch rendabel is, heeft de gemeenteraad in zitting van 11 maart 2020 beslist om een prijssubsidie aan het AGB Aarschot toe te kennen voor volgende zaken:
De uitbating van o.a. zwembad, sporthal, cultureel centrum, museum werd tijdelijk opgeschort omwille van de coronacrisis. Om het exploitatietekort van het AGB Aarschot, dat hierdoor is ontstaan, op te vangen zal de stad een extra prijssubsidie verlenen aan het AGB Aarschot, nl. 260.000 euro (excl. BTW) zoals opgenomen in de aanpassing van het meerjarenplan.
In zitting van 17 september 2020 heeft de gemeenteraad beslist om een verlaagd tarief in te voeren voor het gebruik van de sportzalen door jeugd(ploegen). Om het inkomstenverlies van het AGB Aarschot te compenseren, zal de stad in 2020 een bijkomende prijssubsidie verlenen aan het AGB Aarschot voor een een bedrag van 3.360 euro (excl. BTW) voor de exploitatie van de sportzalen.
Voorstel van besluit:
De gemeenteraad gaat akkoord met de vermelde aanpassing van het prijssubsidiereglement.
De BTW administratie heeft met de beslissing ET.129.288, d.d. 19 januari 2016, haar visie op het BTW-statuut van autonome gemeentebedrijven uiteengezet, nl.:
Verder vermeldt voorgaande beslissing:
De kwalificatie van een autonoom gemeentebedrijf als belastingplichtige met recht op aftrek van BTW belet niet dat de administratie later kan onderzoeken of de statutaire bepalingen niet louter theoretisch zijn.
Dit zal het geval zijn wanneer systematische tekorten voorkomen in hoofde van het autonoom gemeentebedrijf omdat de aan de bezoekers van de inrichting aangerekende prijzen niet volstaan tot dekking van de exploitatiekosten van het autonoom gemeentebedrijf. In dat verband kunnen de werkingssubsidies die door de gemeente aan het autonoom gemeentebedrijf worden ter beschikking gesteld, gelet op de nauwe band de tussen het autonoom gemeentebedrijf en de gemeente, niet worden aangemerkt als ontvangsten uit een bepaalde activiteit. De werkingssubsidies mogen bijgevolg niet als bijkomende ontvangsten worden aangemerkt en mogen evenmin in mindering worden gebracht van de gedane kosten voor het bepalen van het boekhoudkundig resultaat.
De door de gemeente aan het autonoom gemeentebedrijf toegekende subsidies die rechtstreeks verband houden met de prijs behoren tot de maatstaf van heffing van de BTW en mogen dan ook gevoegd bij de overige ontvangsten uit een bepaalde activiteit om te bepalen of de statutaire bepalingen inzake winstoogmerk en het doel winsten uit te keren al dan niet theoretisch zijn.
Van een rechtstreeks verband met de prijs is slechts sprake indien de subsidie specifiek aan het gesubsidieerde orgaan wordt betaald om een welbepaald goed te leveren of een welbepaalde dienst te verrichten. Dit verband tussen de subsidie en de prijs moet duidelijk blijken uit een onderzoek van de concrete omstandigheden die aan de basis van de betaling van de tegenprestaties liggen. Daarentegen is het niet nodig dat de prijs van het goed of de dienst, of een deel ervan, bepaald zou zijn. Het volstaat dat hij bepaalbaar is.
Prijssubsidies kunnen enkel voor de toekomst worden vastgesteld of aangepast en niet voor het verleden. Zo is het mogelijk om in de loop van het boekjaar het bedrag van de prijssubsidies aan te passen, maar dan enkel voor de toekomst en niet voor het verleden.
Voor het bepalen van de winst moet rekening gehouden worden met het boekhoudkundig resultaat (met inbegrip van afschrijvingen, aanleggen van provisies, …) en mag met niet louter vergelijken tussen het boek voor inkomende facturen enerzijds en het boek voor uitgaande facturen/dagboek voor ontvangsten anderzijds.
Het resultaat van de globale activiteit (dus niet activiteit per activiteit) van de instelling dient in aanmerking te worden genomen. Er wordt evenwel geen rekening gehouden met uitzonderlijke opbrengsten (vb. de inkomsten uit onroerende en financiële transacties). De winst/verliespositie moet structureel zijn en onafhankelijk van toevallige gebeurtenissen langs inkomsten- of uitgavenzijde.
Uit het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Aarschot zoals vastgesteld en goedgekeurd op 12 december 2019 en gewijzigd op 17 september 2020 en 10 december 2020, blijkt dat er exploitatietekort dreigt door de tijdelijke opschorting van de uitbating van o.a. zwembad, sporthal, cultureel centrum, museum omwille van de coronacrisis. Om het exploitatietekort van het AGB Aarschot, dat hierdoor is ontstaan, op te vangen kiest de stad er voor om een extra prijssubsidie te verlenen aan het AGB Aarschot, nl. 260.000 euro (excl. BTW).
In zitting van 17 september 2020 heeft de gemeenteraad beslist om een verlaagd tarief in te voeren voor het gebruik van de sportzalen door jeugd(ploegen). Om het inkomstenverlies van het AGB Aarschot te compenseren, zal de stad in 2020 een prijssubsidie verlenen aan het AGB Aarschot voor een een bedrag van 3.360 euro (excl. BTW) voor de exploitatie van de sportzalen.
Artikel 1
De onderstaande aanvulling van het bestaande prijssubsidiereglement (d.d. 11 maart 2020), ten voordele van het Autonoom Gemeentebedrijf Aarschot, wordt goedgekeurd:
PRIJSSUBSIDIE EXPLOITATIE ZALEN SPORTCOMPLEX
Op basis van het besluit van de gemeenteraad, d.d. 17 september 2020, m.b.t. een verlaagd tarief voor het gebruik van de sportzalen door jeugd(ploegen), zal de stad in 2020 een prijssubsidie verlenen aan het AGB Aarschot voor een een bedrag van 3.360,00 euro (excl. BTW) voor de exploitatie van de sportzalen.
PRIJSSUBSIDIE M.B.T. TIJDELIJKE OPSCHORTING EXPLOITATIE ZWEMBAD, SPORTCOMPLEX, CC, MUSEUM
Rekening houdende met de tijdelijke opschorting van de uitbating van o.a. zwembad, sporthal, cultureel centrum, museum omwille van de coronacrisis, zal de stad in 2020 een extra prijssubsidie verlenen aan het AGB Aarschot, nl. 260.000,00 euro (excl. BTW).
Artikel 2
De stad Aarschot heeft de nodige kredieten voor de betaling van de prijssubsidies voorzien in haar meerjarenplan 2020-2025, zoals vastgesteld en goedgekeurd op 12 december 2019 en aangepast op 17 september 2020 en 10 december 2020.
Voorstel: Single bells, with a little help from my friends.
Gemeenteraad draait verzoekplaatjes op lokale radio om Aarschottenaren hart onder de riem te steken
Collega’s, wat denken jullie er van? We slaan als gemeenteraad de handen in elkaar voor een Aarschots lokale radio-initiatief naar ieder die een ondersteunende, ludieke en hoopvolle boodschap kan gebruiken. We vertegenwoordigen samen 100% van de stemgerechtigde bevolking: over partijgrenzen heen kunnen we onze lokale gemeenschap in deze donkere dagen wat muzikaal licht brengen. Er is perspectief en er is hoop. Die kunnen we vertalen om 2021 ook vanuit de gemeenteraad in te leiden via een verzoeknummer, een persoonlijke boodschap, een hartverwarmende steun of een kleine attentie tot in elke Aarschotse huiskamer.
Een kerst-en nieuwjaarsboodschap is sowieso een mooi idee. We danken dan meteen iedereen die zich tijdens deze hele moeilijke periode ontzettend hard heeft ingezet. We applaudisseren met een muzikale noot voor de zorgsector. We denken ook aan alle Aarschottenaren die ziek zijn, herstellend zijn of een dierbare hebben verloren.
Waarom organiseren we geen ‘Single Bells’? In de kerstvakantie draaien we als gemeenteraadsleden in samenwerking met een lokale radio in Aarschot verzoeknummers voor alleenstaanden, mensen die we willen danken, iedereen die zich al maanden zo hard inzet om alles draaiende te houden, jong en oud die het lastig heeft in deze coronatijden. We tonen meteen dat deze gemeenteraad aandacht heeft voor iedereen. Joe Cocker had zeker gelijk: with a little help from my friends gaat alles een stuk beter. Alle Aarschottenaren kunnen verzoeknummers aanvragen en ook fijne voorstellen van de gemeenteraadsleden zelf zijn welkom.
Via de lokale radio maken we afspraken over hoe we zendtijd ontlenen of inkopen (voor dat laatste kijk ik naar de burgemeester, bevoegd voor communicatie). We brengen geen politieke boodschappen. Enkel onze naam wordt vernoemd als DJ of hulppresentator, niet de eigenlijke partij of welke overtuiging dan ook. We verdelen de zendtijd onderling op een faire manier via overleg tussen al onze fractievoorzitters. Een eerste verkennende stap heb ik gezet richting stadsradio Vlaanderen, maar ik wil me gerust bij een instemmende reactie verder achter dit initiatief zetten. Indien nodig zijn ook andere fora mogelijk, van Facebook Live tot een podcast op de stadswebsite, maar de lokale radio draagt onze voorkeur weg.
De gemeenteraad gaat principieel akkoord om een hartverwarmende lokale radio-actie tijdens het eindejaar of bij het begin van 2021 te organiseren. Raadslid Mattias Paglialunga werkt dit voorstel concreter uit, in samenspraak met de burgemeester en koppelt terug naar de fractievoorzitters.
Enkele van onze buurgemeenten organiseren het nieuwjaarszingen op een coronaveilige manier.
Zij hebben daarvoor een overleg gehad met hun politiezone en met de gouverneur. Er werd groen licht gegeven om dit onder strikte voorwaarden te laten doorgaan.
Dat het traditionele koekenzingen zoals we het kennen in deze regio niet kan doorgaan, is evident.
Wij stellen daarom een alternatief voor waardoor de kinderen (en hun ouders) toch nog een fijne oudejaarsdag kunnen beleven in deze vreemde tijden.
Door een weloverwogen communicatie uit te sturen, kan het mogelijk worden om dit veilig te laten doorgaan.
We denken hierbij aan richtlijnen zoals:
Knabbelen zonder grabbelen & zingen zonder tringen
Wij hopen dat het bestuur dit kindvriendelijke en virusveilige voorstel in overweging wil nemen.
Zo kunnen we op oudjaar vanop afstand onze buren het beste toewensen alvorens we weer in onze eigen bubbel het nieuwe jaar ingaan.
Gevolg dat aan dit punt is gegeven
Dit agendapunt werd besproken. Voor de volledige bespreking verwijzen we naar het audioverslag van deze vergadering.
In aanvulling bij mijn eerdere schriftelijke vraag aan schepen Geyskens, wil ik graag de stand van zaken rond een eventuele sluiting van de overweg in de Winterstraat als punt op de gemeenteraad ter sprake brengen. Bij de buurt beweegt hier heel wat rond een eventuele sluiting en we willen hen graag duidelijkheid bieden.
Volgende vragen zou ik graag op de gemeenteraad brengen:
Gevolg dat aan dit punt is gegeven
Dit agendapunt werd besproken. Voor de volledige bespreking verwijzen we naar het audioverslag van deze vergadering.
Achtergrond
Het windplan werd op de gemeenteraad van 17 september goedgekeurd en geeft weer waar windturbines passen en waar niet, rekening houdend met objectieve criteria. Groen Aarschot staat achter dit plan en wil dit vanuit de oppositie steunen.
Het is een goed en onderbouwd plan dat Aarschot zal helpen om klimaatneutraal te worden.
Dat verdient aandacht en uitleg, net zoals het ganse windenergietraject.
Een duurzaam energieproject werkt in de driehoek ‘burger - overheid - bedrijf’ met een sterke focus op lokaal en lokaal draagvlak .
Om een lokaal draagvlak te krijgen is informatie geven en duidelijk communiceren cruciaal.
Een project staat of valt met duidelijke en verstaanbare communicatie. Burgers moeten begrijpen waarover het precies gaat en op de hoogte gehouden worden.
Het Aarschotse verhaal van windenergie begint met het windplan. De informatie over het windplan op de website van de stad Aarschot is voor velen niet duidelijk. Het is een omvangrijk
dossier wat je niet in 1, 2, 3 gelezen krijgt.
Duidelijke communicatie begint met een communicatieplan. Zo een plan is een leidraad om de informatie rond windenergie op een correcte en duidelijke manier te laten doorstromen. Een
communicatieplan zegt wie, wanneer en via welke kanalen het best communiceert.
Het is niet ongewoon om een communicatieplan samen met derden die expertise, inzicht en ervaring met windenergie-projecten hebben, te laten opstellen. Zij weten vanuit hun ervaring waar de valkuilen liggen. Encon, het bedrijf dat het windplan heeft opgesteld (of een ander bedrijf met kennis) kan bv helpen.
Windturbines zijn game-changers waarbij iedereen in Aarschot op 1 of andere manier betrokken is. Iedereen is erbij gebaat met een zo transparant mogelijk windenergiebeleid en daar hoort duidelijke en gerichte communicatie bij.
Vragen
We vragen dat de stad een communicatieplan rond windenergieproductie in Aarschot opstelt of laat opstellen.
We vragen eveneens om de informatie over het windplan die nu beschikbaar is op de website van de stad ook op een meer begrijpbare manier aan te bieden.
Gevolg dat aan dit punt is gegeven
Dit agendapunt werd besproken. Voor de volledige bespreking verwijzen we naar het audioverslag van deze vergadering.
Nico Creces
Voorstel aangaande de gevolgen van de nieuwe federale effectentaks op de gemeentefinanciën.
De nieuwe effectentaks van de federale regering zal ook de gemeenten, OCMW’s en onder meer AGB’s en intercommunales treffen. Het is niet aanvaardbaar dat de federale regering een belasting oplegt aan de lokale bestuursniveaus. Ook de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten verzette zich reeds tegen deze beslissing van de federale regering. We hekelen het feit dat lokale besturen hierdoor getroffen worden terwijl zij bijzondere financiële inspanningen leveren om de gevolgen van de corona-crisis voor hun sport- en cultuurverenigingen, de middenstand en de inwoners die door de crisis worden geraakt, trachten te temperen.
De Vlaams Belang fractie vraagt dan ook dat de gemeenteraad van Aarschot en het stadsbestuur in het bijzonder, zich uitspreekt tegen deze belasting op lokale besturen.
Overwegend:
Voorstel van besluit:
Gevolg dat aan dit punt is gegeven
Dit punt werd niet behandeld.
Nico Creces
De Vlaamse regering besliste recent dat 30% van het Vlaams Noodfonds Corona naar de steden en gemeenten zal gaan. Dat geld is bedoeld om lokale cultuur-, jeugd- en sportverenigingen te ondersteunen.
Vragen:
Gevolg dat aan dit punt is gegeven:
De burgemeester verwijst naar het feit dat dit punt al tijdens eerdere vergaderingen van de gemeenteraad werd besproken en naar de opnames van de betrokken vergaderingen.
Notulen en zittingsverslag vergadering 12 november 2020
Notulen
Gelet op het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en de gemeenteraadscommissies, goedgekeurd door de gemeenteraad in vergadering van 14 februari 2019, inzonderheid artikel 29 §3;
Aangezien verder tijdens de vergadering geen bezwaren tegen de notulen van de vergadering van 12 november 2020 werden ingebracht;
zijn de notulen van de vergadering van 12 november 2020 goedgekeurd.
Zittingsverslag
In toepassing van artikel 278 §1 van het decreet over het lokaal bestuur en artikel 28 §2 van het huishoudelijk reglement van de gemeenteraad en de gemeenteraadscommissies is het zittingsverslag vervangen door de integrale audio-opname van de openbare zitting van de gemeenteraad.