Met beslissing van ET.129.288 van 19 januari 2016 heeft de BTW administratie haar visie op het BTW-statuut van autonome gemeentebedrijven uiteengezet, nl.:
Verder vermeldt voorgaande beslissing van de BTW-administratie:
De kwalificatie van een autonoom gemeentebedrijf als belastingplichtige met recht op aftrek van BTW belet niet dat de administratie later kan onderzoeken of de statutaire bepalingen niet louter theoretisch zijn.
Dit zal het geval zijn wanneer systematische tekorten voorkomen in hoofde van het autonoom gemeentebedrijf omdat de aan de bezoekers van de inrichting aangerekende prijzen niet volstaan tot dekking van de exploitatiekosten van het autonoom gemeentebedrijf. In dat verband kunnen de werkingssubsidies die door de gemeente aan het autonoom gemeentebedrijf worden ter beschikking gesteld, gelet op de nauwe band de tussen het autonoom gemeentebedrijf en de gemeente, niet worden aangemerkt als ontvangsten uit een bepaalde activiteit. De werkingssubsidies mogen bijgevolg niet als bijkomende ontvangsten worden aangemerkt en mogen evenmin in mindering worden gebracht van de gedane kosten voor het bepalen van het boekhoudkundig resultaat.
De door de gemeente aan het autonoom gemeentebedrijf toegekende subsidies die rechtstreeks verband houden met de prijs behoren tot de maatstaf van heffing van de BTW en mogen dan ook gevoegd bij de overige ontvangsten uit een bepaalde activiteit om te bepalen of de statutaire bepalingen inzake winstoogmerk en het doel winsten uit te keren al dan niet theoretisch zijn.
Van een rechtstreeks verband met de prijs is slechts sprake indien de subsidie specifiek aan het gesubsidieerde orgaan wordt betaald om een welbepaald goed te leveren of een welbepaalde dienst te verrichten. Dit verband tussen de subsidie en de prijs moet duidelijk blijken uit een onderzoek van de concrete omstandigheden die aan de basis van de betaling van de tegenprestaties liggen. Daarentegen is het niet nodig dat de prijs van het goed of de dienst, of een deel ervan, bepaald zou zijn. Het volstaat dat hij bepaalbaar is.
Voor het bepalen van de winst moet rekening gehouden worden met het boekhoudkundig resultaat (met inbegrip van afschrijvingen, aanleggen van provisies, …) en mag met niet louter vergelijken tussen het boek voor inkomende facturen enerzijds en het boek voor uitgaande facturen/dagboek voor ontvangsten anderzijds.
Het resultaat van de globale activiteit (dus niet activiteit per activiteit) van de instelling dient in aanmerking te worden genomen. Er wordt evenwel geen rekening gehouden met uitzonderlijke opbrengsten (vb. de inkomsten uit onroerende en financiële transacties). De winst/verliespositie moet structureel zijn en onafhankelijk van toevallige gebeurtenissen langs inkomsten- of uitgavenzijde.
Het AGB Aarschot heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2023 voor de exploitatie van de infrastructuur, zoals vastgelegd in het op 15 december 2022 goedgekeurd meerjarenplan 2020-2025. Op basis van deze ramingen heeft het AGB Aarschot vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2023 de inkomsten uit prijssubsidies voor het verlenen van het recht op toegang tot de door het AGB geëxploiteerde infrastructuur minstens 1.981.836,62 euro (exclusief btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.
Op het moment van vastlegging van de kredieten van het AGB Aarschot voor het kalenderjaar 2023, d.d. 15 december 2022, werd uitgegaan van een inschatting van de prijzen voor energie zoals die op dat moment beschikbaar waren. Sinds begin 2023 zijn de prijzen voor energie echter gedaald. De prijssubsidie van de stad aan het AGB Aarschot kan dus ook verlaagd worden, rekening houdende dat het AGB Aarschot nog steeds moet voldoet aan de bepalingen m.b.t. het winstoogmerk.
Op basis van een recente inschatting van kosten en opbrengsten van het AGB Aarschot kan de prijssubsidie van de stad aan het AGB Aarschot verlaagd worden tot 1.210.128,05 euro (excl. btw). Hiermee rekening houdende wordt het prijssubsidiereglement aangepast zoals hieronder wordt weergegeven.
De nodige kredieten voor de betaling van de prijssubsidies worden voorzien in de volgende aanpassing van het meerjarenplan.
Artikel 1
Het prijssubsidiereglement voor het kalenderjaar 2023, zoals goedgekeurd door de raad van bestuur op 15 december 2022 en gewijzigd op 22 juni 2023, wordt vervangen door onderstaand prijssubsidiereglement voor de periode van 1 november 2023 t.e.m. 31 december 2023.
Artikel 2
De raad van bestuur geeft de goedkeuring aan het onderstaand prijssubsidiereglement voor de periode van 1 november 2023 t.e.m. 31 december 2023 ten voordele van het Autonoom Gemeentebedrijf Aarschot:
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE BIBLIOTHEEK AARSCHOT
Rekening houdend met de socio-culturele en sociale functie van de door het AGB Aarschot geëxploiteerde bibliotheek en om de leesmotivatie te stimuleren en de toegang tot de bibliotheekinfrastructuur en haar collectie zo laagdrempelig mogelijk te maken, wenst de stad Aarschot de kosten voor de toegang van de door AGB Aarschot geëxploiteerde bibliotheekinfrastructuur op zich te nemen, nl. 219.007,80 euro (excl. 6% BTW) in 2023. De kostprijs per bezoeker voor het gebruik van de infrastructuur van de bibliotheek gedurende de periode 1 november 2023 t.e.m. 31 december 2023 wordt bepaald op 4,97 euro (exclusief 6% BTW), zijnde een kost die de stad Aarschot op zich zal nemen.
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE MUSEUM AARSCHOT
Rekening houdend met de socio-culturele en sociale functie van het door het AGB Aarschot geëxploiteerd museum en om de toegang tot de museuminfrastructuur en haar collectie zo laagdrempelig mogelijk te maken, wenst de stad Aarschot de kosten voor de toegang van de door AGB Aarschot geëxploiteerde museuminfrastructuur op zich te nemen, nl. 189.997,08 euro (excl. 6% BTW), in 2023. De kostprijs per bezoeker voor het gebruik van de infrastructuur van het museum gedurende de periode 1 november 2023 t.e.m. 31 december 2023 wordt bepaald op 24,00 euro (exclusief 6% BTW), zijnde een kost die de stad Aarschot op zich zal nemen.
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE CC HET GASTHUIS
Rekening houdend met de socio-culturele en sociale functie van het door het AGB Aarschot geëxploiteerd CC Het Gasthuis en om de toegang tot de voorstellingen in de theaterinfrastructuur zo laagdrempelig mogelijk te maken, wenst de stad Aarschot de tickets tot het theater van het CC Het Gasthuis te subsidiëren middels de toekenning van een prijssubsidie per toegangsticket. De totale kost in 2023 wordt geraamd op 360.735,98 euro (excl. BTW). De prijssubsidie per bezoeker voor het gebruik van de theaterinfrastructuur van het CC Het Gasthuis gedurende de periode 1 november 2023 t.e.m. 31 december 2023 wordt bepaald op 10,45 euro (exclusief 6% BTW).
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE SPORTCOMPLEX
Rekening houdend met de sportieve en sociale functie van het door het AGB Aarschot geëxploiteerde sportinfrastructuur en om de toegang tot het zwembad zo laagdrempelig mogelijk te maken, wenst de stad Aarschot de tickets tot het zwembad te subsidiëren middels de toekenning van een prijssubsidie. De totale kost m.b.t de exploitatie van het sportcomplex in 2023 wordt geraamd op 440.387,19 euro (excl. BTW). De prijssubsidie voor het gebruik van het zwembad gedurende de periode 1 november 2023 t.e.m. 31 december 2023 wordt bepaald op basis van de omzet van die periode vermenigvuldigd met een factor 0,80.
Artikel 3
Het AGB Aarschot deelt op 31 december 2023 het aantal bezoekers/omzet mee van het voorafgaande jaar en stelt een nota op met vermelding van het jaarlijks verschuldigd bedrag van de prijssubsidie. De Stad Aarschot dient de prijssubsidie te betalen aan AGB Aarschot binnen de 30 kalenderdagen na ontvangst.
Artikel 4
De stad Aarschot zal de nodige kredieten voor de betaling van de prijssubsidies voorzien in de volgende aanpassing van haar meerjarenplan.