Voor haar algemene financiering heft de stad Aarschot een belasting op de masten en pylonen. De gemeenteraad keurde in zitting van 10 november 2022 het belastingreglement op de masten en pylonen 2023-2026 goed.
Het opleggen van deze belasting is verantwoord doordat de aanwezigheid van masten en pylonen, door hun hoogte en specifieke karakter, een vorm van visuele vervuiling betekent en als landschapsverstorend wordt ervaren wegens het doorbreken van de nog beschikbare vrije open ruimte. Tevens heeft deze aanwezigheid een negatieve invloed op de aantrekkingskracht van de stad als woonomgeving en toeristische bestemming.
Omwille van deze doelstellingen is het dan ook objectief en redelijk verantwoord om enkel de masten en pylonen met een hoogte van minimaal 15 meter te belasten, gezien de hoogte een doorslaggevende invloed heeft op het storend karakter van een mast en/of pyloon.
Daar het aangewezen is om het gebruik van hernieuwbare energiebronnen te bevorderen, wordt er voorzien in een vrijstelling van belasting voor constructies rond windenergie of andere vormen van groene stroom. Het landschapsverstorend element wordt hier gecompenseerd door het milieuvriendelijk aspect ervan.
Ook de masten en pylonen tot het stellen van een exclusieve openbare hulpverlenings- en veiligheidsdienst worden vrijgesteld. Voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten die primaire overheidstaken uitoefenen is communicatie en bereikbaarheid essentieel. Hiervoor zijn masten en pylonen een onmisbare schakel. Omwille van hun maatschappelijk belang is een vrijstelling verantwoord.
De masten en pylonen gebruikt door radiozendamateurs worden vrijgesteld van belasting. Deze constructies hebben eveneens een louter recreatief gebruik. Bijkomend hebben ze een maatschappelijke functie in het kader van noodcommunicatie, alsook worden deze aangewend om lokaal nieuws te verspreiden en de lokale handel te promoten. Omwille van voormelde redenen is een vrijstelling van belasting verantwoord.
VOORSTEL aan de gemeenteraad om tevens een vrijstelling te voorzien voor louter recreatief gebruik.
De stad doet eveneens inspanningen om haar erkende verenigingen te ondersteunen in hun activiteiten. Masten en pylonen voor louter recreatief gebruik zijn duidelijk te onderscheiden van constructies van commerciële ondernemingen. Gezien de afwezigheid van enig bedrijfsmatig aspect, alsook het maatschappelijk en sociaal draagvlak dat verenigingen hebben in de gemeente, wordt voor constructies voor louter recreatief gebruik een vrijstelling voorzien.
Voor haar algemene financiering heft de stad Aarschot een belasting op de masten en pylonen. De gemeenteraad keurde in zitting van 10 november 2022 het belastingreglement op de masten en pylonen 2023-2026 goed.
Het opleggen van deze belasting is verantwoord doordat de aanwezigheid van masten en pylonen, door hun hoogte en specifieke karakter, een vorm van visuele vervuiling betekent en als landschapsverstorend wordt ervaren wegens het doorbreken van de nog beschikbare vrije open ruimte. Tevens heeft deze aanwezigheid een negatieve invloed op de aantrekkingskracht van de stad als woonomgeving en toeristische bestemming.
Omwille van deze doelstellingen is het dan ook objectief en redelijk verantwoord om enkel de masten en pylonen met een hoogte van minimaal 15 meter te belasten, gezien de hoogte een doorslaggevende invloed heeft op het storend karakter van een mast en/of pyloon.
Daar het aangewezen is om het gebruik van hernieuwbare energiebronnen te bevorderen, wordt er voorzien in een vrijstelling van belasting voor constructies rond windenergie of andere vormen van groene stroom. Het landschapsverstorend element wordt hier gecompenseerd door het milieuvriendelijk aspect ervan.
Ook de masten en pylonen tot het stellen van een exclusieve openbare hulpverlenings- en veiligheidsdienst worden vrijgesteld. Voor openbare hulpverlenings- en veiligheidsdiensten die primaire overheidstaken uitoefenen is communicatie en bereikbaarheid essentieel. Hiervoor zijn masten en pylonen een onmisbare schakel. Omwille van hun maatschappelijk belang is een vrijstelling verantwoord.
De masten en pylonen gebruikt door radiozendamateurs worden vrijgesteld van belasting. Deze constructies hebben eveneens een louter recreatief gebruik. Bijkomend hebben ze een maatschappelijke functie in het kader van noodcommunicatie, alsook worden deze aangewend om lokaal nieuws te verspreiden en de lokale handel te promoten. Omwille van voormelde redenen is een vrijstelling van belasting verantwoord.
VOORSTEL aan de gemeenteraad om tevens een vrijstelling te voorzien voor louter recreatief gebruik.
De stad doet eveneens inspanningen om haar erkende verenigingen te ondersteunen in hun activiteiten. Masten en pylonen voor louter recreatief gebruik zijn duidelijk te onderscheiden van constructies van commerciële ondernemingen. Gezien de afwezigheid van enig bedrijfsmatig aspect, alsook het maatschappelijk en sociaal draagvlak dat verenigingen hebben in de gemeente, wordt voor constructies voor louter recreatief gebruik een vrijstelling voorzien.
Overwegende dat
De financiële toestand van de stad rechtvaardigt de invoering van alle rendabele belastingen.
Artikel 1 - Heffingstermijn en belastbaar feit
Er wordt voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2026 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de masten en pylonen geplaatst op 1 januari van het aanslagjaar op het grondgebied van de stad Aarschot, in open lucht en zichtbaar vanaf de openbare weg.
Artikel 2 - Definities
§1. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
§2. De belasting is ondeelbaar en voor het hele jaar verschuldigd. Er wordt geen vermindering of terugbetaling van de belasting toegestaan indien de mast en/of pyloon in de loop van het aanslagjaar wordt weggenomen.
Artikel 3 - Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast of pyloon.
Artikel 4 - Berekeningsgrondslag en tarief
De belasting bedraagt 5.000,- euro per jaar per mast of pyloon.
Artikel 5 – Vrijstellingen en verminderingen
De belasting is niet verschuldigd voor:
Artikel 6 - Wijze van invordering en betaling
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het college van burgemeester en schepenen.
De belasting moet worden betaald binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 7 – Aangifteplicht
De belastingplichtige ontvangt een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.
Alle belastingplichtigen zijn gehouden uiterlijk op 1 september van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag.
Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen.
Artikel 8 - Ambtshalve vestiging
Bij gebrek aan aangifte binnen de vastgestelde termijn of bij onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve ingekohierd worden.
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 50% van de ontdoken belasting. In geen geval mag het verhoogd recht het dubbele van de verschuldigde belasting overschrijden.
De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Artikel 9 - Geschillen en bezwaren
De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.
De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Bezwaarschriften kunnen onder dezelfde voorwaarden en binnen dezelfde termijn worden ingediend via een duurzame drager.
Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen de 15 kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel directeur van de stad. De ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden gestuurd.
Artikel 10 - Inwerkingtreding
Onderhavig reglement treedt op 1 januari 2023 in werking, en neemt een einde op 31 december 2026.
Het vorige reglement dd. 10 november 2022 wordt opgeheven met ingang van 1 januari 2023.