Door een wijziging van artikel 39 van het Decreet Lokaal Bestuur moeten alle lokale besturen een deontologische commissie oprichten, die waakt over de naleving van de deontologische code voor lokale mandatarissen.
"Artikel 39 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt nu: "De gemeenteraad neemt een deontologische code aan en richt een deontologische commissie op. De deontologische code regelt ook de samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie. De deontologische commissie bestaat minstens uit één vertegenwoordiger per fractie in de gemeenteraad."
De deontologische code voor lokale mandatarissen werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 25.04.2019.
Voorgesteld wordt deze deontologische code aan te vullen met een artikel 38, dat de samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie vaststelt. Dit artikel bepaalt o.m.:
De deontologische commissie bestaat uit de burgemeester, de voorzitter van de gemeenteraad en de fractievoorzitters of hun plaatsvervangers. De deontologische commissie kan tevens een beroep doen op onafhankelijke experts. De voorzitter van de raad is de voorzitter van de deontologische commissie.
Vermoedelijke overtredingen van de deontologische code dienen gemeld te worden bij de algemeen directeur binnen 30 dagen na kennisname hiervan. De algemeen directeur onderzoekt samen met de voorzitter van de deontologische commissie de ontvankelijkheid van de melding. Indien de melding onontvankelijk is, worden de melder en de leden van de deontologische commissie hiervan schriftelijk in kennis gesteld. Indien de melding ontvankelijk is, roept de voorzitter de deontologische commissie samen binnen een termijn van 30 dagen na ontvangst van de melding.
De deontologische commissie onderzoekt de melding door de betrokken partijen en eventuele derden te horen.
De vergaderingen van de deontologische commissie zijn besloten.
De deontologische commissie bezorgt haar gemotiveerd advies aan de gemeenteraad. Enkel de gemeenteraad kan zich uitspreken over het feit of een lokale mandataris een schending van de deontologische code heeft begaan. De gemeenteraad beraadslaagt hierover in besloten zitting. Als de gemeenteraad beslist om af te wijken van het advies van de deontologische commissie, moet de betrokken mandataris de kans krijgen om door de gemeenteraad zelf gehoord te worden vooraleer de gemeenteraad ten gronde een beslissing neemt.
Indien de gemeenteraad vaststelt dat de deontologische code geschonden werd, kan de raad:
- een publieke blaam geven aan de betrokken mandataris;
- vragen dat de betrokken mandataris zich verontschuldigt;
- beslissen een melding te doen bij het parket of Audit Vlaanderen;
- bij een kennelijk wangedrag of grove nalatigheid van of door de burgemeester, een schepen, raadsvoorzitter, de voorzitter of een lid van het vast bureau, de voorzitter of een lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst een dossier overmaken aan de Vlaamse regering zodat die een tuchtonderzoek kan instellen.
Het ontwerp van aangepaste deontologische code voor lokale mandatarissen wordt ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Door een wijziging van artikel 39 van het Decreet Lokaal Bestuur moeten alle lokale besturen een deontologische commissie oprichten, die waakt over de naleving van de deontologische code voor lokale mandatarissen.
"Artikel 39 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt nu: "De gemeenteraad neemt een deontologische code aan en richt een deontologische commissie op. De deontologische code regelt ook de samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie. De deontologische commissie bestaat minstens uit één vertegenwoordiger per fractie in de gemeenteraad."
De deontologische code voor lokale mandatarissen werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 25.04.2019.
Voorgesteld wordt deze deontologische code aan te vullen met een artikel 38, dat de samenstelling, werking en bevoegdheid van de deontologische commissie vaststelt. Dit artikel bepaalt o.m.:
De deontologische commissie bestaat uit de burgemeester, de voorzitter van de gemeenteraad en de fractievoorzitters of hun plaatsvervangers. De deontologische commissie kan tevens een beroep doen op onafhankelijke experts. De voorzitter van de raad is de voorzitter van de deontologische commissie.
Vermoedelijke overtredingen van de deontologische code dienen gemeld te worden bij de algemeen directeur binnen 30 dagen na kennisname hiervan. De algemeen directeur onderzoekt samen met de voorzitter van de deontologische commissie de ontvankelijkheid van de melding. Indien de melding onontvankelijk is, worden de melder en de leden van de deontologische commissie hiervan schriftelijk in kennis gesteld. Indien de melding ontvankelijk is, roept de voorzitter de deontologische commissie samen binnen een termijn van 30 dagen na ontvangst van de melding.
De deontologische commissie onderzoekt de melding door de betrokken partijen en eventuele derden te horen.
De vergaderingen van de deontologische commissie zijn besloten.
De deontologische commissie bezorgt haar gemotiveerd advies aan de gemeenteraad. Enkel de gemeenteraad kan zich uitspreken over het feit of een lokale mandataris een schending van de deontologische code heeft begaan. De gemeenteraad beraadslaagt hierover in besloten zitting. Als de gemeenteraad beslist om af te wijken van het advies van de deontologische commissie, moet de betrokken mandataris de kans krijgen om door de gemeenteraad zelf gehoord te worden vooraleer de gemeenteraad ten gronde een beslissing neemt.
Indien de gemeenteraad vaststelt dat de deontologische code geschonden werd, kan de raad:
- een publieke blaam geven aan de betrokken mandataris;
- vragen dat de betrokken mandataris zich verontschuldigt;
- beslissen een melding te doen bij het parket of Audit Vlaanderen;
- bij een kennelijk wangedrag of grove nalatigheid van of door de burgemeester, een schepen, raadsvoorzitter, de voorzitter of een lid van het vast bureau, de voorzitter of een lid van het bijzonder comité voor de sociale dienst een dossier overmaken aan de Vlaamse regering zodat die een tuchtonderzoek kan instellen.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt de bijgaande, aangepaste deontologische code voor lokale mandatarissen goed.
Artikel 2
De gemeenteraad gaat akkoord met de oprichting van een deontologische commissie, zoals bepaald in de deontologische code.