Terug
Gepubliceerd op 14/11/2022

Besluit  Gemeenteraad

do 10/11/2022 - 20:00

Belasting op brandstofverdeelapparaten 2023 - 2026

Aanwezig: Isabelle Dehond, Voorzitter van de gemeenteraad
Gwendolyn Rutten, Burgemeester
Bert Van der Auwera, Nicole Van Emelen, Annick Geyskens, Gerry Vranken, Stef Van Calster, schepenen
André Peeters, Betty Kiesekoms, Nico Creces, Mattias Paglialunga, Nele Pelgrims, Bart Dehaes, Julia Mellaerts, Leo Janssens, Ronny De Ryck, Koen Nijs, Cindy Symons, Marleen Verhaegen, Wendy De Rijck, Dries Vandenbroeck, Petra Vanlommel, Hannelore Castelein, Bart Den Hondt, Martine Verlinden, Dries Van Horebeek, Nele Weckhuyzen, Hanne Goossens, gemeenteraadsleden
Christi Van Calster, Algemeen directeur
Verontschuldigd: Kurt Lemmens, Schepen
Toelichting

Voor haar algemene financiering heft de stad Aarschot een belasting op de verdeelapparaten voor autobrandstoffen.

Het betreft een herziening van een bestaand belastingreglement. Met name wordt het reglement geüniformiseerd samen met de andere belastingreglementen van toepassing op grondgebied Aarschot.

Het aanslagbedrag wordt vastgesteld op 1.250,- euro per brandstofslang voor vaste installaties en 150,- euro per brandstofslang voor de mobiele of verplaatsbare installaties. De huidige tarieven binnen de Vlaamse steden en gemeenten kennen maxima tot 2.500,- euro per brandslang. Er is een dringende nood tot aanpassing van het aanslagtarief gelet indexaties doorheen de jaren niet uitgevoerd werden voor de belasting op de brandstofverdeelapparaten.

Het huidige aanslagtarief bedraagt cfr. huidig reglement slechts 250,- euro per brandstofslang.

Er wordt een vrijstelling voorzien voor groene of milieuvriendelijke brandstofverdeelapparaten, m.n. deze ter verdeling van Ad Blue, LPG, CNG en H2.

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de belastbare verdelingsapparaten. Een ambtshalve inning verhoogt het bedrag met 50%.

Regelgeving

Gelet op:

  • het decreet over het lokaal bestuur van 22.12.2017 en de bijhorende besluiten en omzendbrieven van de Vlaamse regering;
  • de wet van 29.07.1991 betreffende de uitdrukkelijke motivering van bestuurshandelingen;
  • de wet van 11.04.1994 betreffende de openbaarheid van bestuur;
  • het bestuursdecreet van 7.12.2018;
  • het besluit van de Vlaamse Regering d.d. 30.03.2018 betreffende de beleids- en beheerscyclus van de lokale en provinciale besturen;
  • het decreet van 30.05.2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzigingen;
  • de omzendbrief KB/ABB2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit;
  • het wetboek van de minnelijke en gedwongen invordering van fiscale en niet-fiscale schuldvorderingen van 13.04.2019.
Feiten, context en motivering

Overwegende dat:

  • het aangewezen is om de aanwezigheid van verdeelapparaten voor autobrandstoffen op het grondgebied van de gemeente te beperken, ter vrijwaring van de aantrekkingskracht van de gemeente als woonomgeving en toeristische bestemming en wegens de bijhorende risico's tot potentiële milieugerelateerde hinder;
  • een aangifteprocedure aangewezen is, en het voor deze aangifteprocedure opportuun lijkt om een eenduidige timing in het reglement op te nemen: De belastingplichtige ontvangt een aangifteformulier. De belastingplichtige die geen voorstel van aangifte heeft ontvangen, dient de nodige gegevens uiterlijk op 1 juli door te geven aan de betrokken diensten van de stad Aarschot.
Financiële Impact/budget

De financiële toestand van de stad rechtvaardigt de invoering van alle rendabele belastingen.

Publieke stemming
Aanwezig: Isabelle Dehond, Gwendolyn Rutten, Bert Van der Auwera, Nicole Van Emelen, Annick Geyskens, Gerry Vranken, Stef Van Calster, André Peeters, Betty Kiesekoms, Nico Creces, Mattias Paglialunga, Nele Pelgrims, Bart Dehaes, Julia Mellaerts, Leo Janssens, Ronny De Ryck, Koen Nijs, Cindy Symons, Marleen Verhaegen, Wendy De Rijck, Dries Vandenbroeck, Petra Vanlommel, Hannelore Castelein, Bart Den Hondt, Martine Verlinden, Dries Van Horebeek, Nele Weckhuyzen, Hanne Goossens, Christi Van Calster
Voorstanders: Isabelle Dehond, Gwendolyn Rutten, Bert Van der Auwera, Nicole Van Emelen, Annick Geyskens, Gerry Vranken, Stef Van Calster, Betty Kiesekoms, Bart Dehaes, Ronny De Ryck, Koen Nijs, Cindy Symons, Marleen Verhaegen, Wendy De Rijck, Petra Vanlommel, Martine Verlinden, Nele Weckhuyzen, Hanne Goossens
Onthouders: André Peeters, Nico Creces, Mattias Paglialunga, Nele Pelgrims, Julia Mellaerts, Leo Janssens, Dries Vandenbroeck, Hannelore Castelein, Bart Den Hondt, Dries Van Horebeek
Resultaat: Met 18 stemmen voor, 10 onthoudingen
Besluit

Artikel 1 - Heffingstermijn en belastbaar feit

Er wordt voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2026 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de olie-, benzine- of andere brandstofverdelingsapparaten, welke op het grondgebied van de stad, langs de openbare weg, al dan niet op privé-terrein zijn opgesteld en gebruikt worden tot de publieke bevoorrading van aanrijdende auto- en motorvoertuigen.


Artikel 2 - Definities

§1. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:

  • een brandstofverdeelapparaat: een verdeelapparaat, voorzien van een brandstofslang, voor vloeibare of gasvormige motorbrandstoffen ter bevoorrading van auto- en motorvoertuigen;
  • een groen of milieuvriendelijk brandstofverdeelapparaat: een verdeelapparaat, voorzien van een brandstofslang, voor vloeibare of gasvormige motorbrandstoffen ter bevoorrading van auto- en motorvoertuigen, ter verdeling van Ad Blue, LPG, CNG en H2;
  • een brandstofslang: een brandstofslang is de leiding waarmee de brandstof uit het verdelingsapparaat naar het voertuig geleid wordt. 


Artikel 3 - Belastingplichtige

De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de belastbare verdelingsapparaten.


Artikel 4 - Berekeningsgrondslag en tarief

De belasting bedraagt:

  • voor vaste verdeelapparaten: 1.250,- euro per jaar per brandstofslang;
  • voor beweegbare verdelingsapparaten: 150,- euro per jaar per brandstofslang. 

Indien er twee of meerdere brandstofslangen in hetzelfde verdelingsapparaat ingebouwd zijn, is de belasting respectievelijk 2 of meerdere malen verschuldigd.


Artikel 5 - Vrijstellingen

De belasting is niet verschuldigd voor:

  • verdelingsapparaten waarvan de brandstofslangen niet worden gebruikt voor publieke bevoorrading;
  • verdelingsapparaten geplaatst in privé-eigendommen (b.v. garages), wanneer geen enkele aanduiding naar buiten is aangebracht die wijst op brandstofverkoop en wanneer deze brandstofslangen niet worden gebruikt voor de publieke bevoorrading van aanrijdende voertuigen;
  • de groene of milieuvriendelijke brandstofverdeelapparaten.


Artikel 6 - Wijze van invordering en betaling

De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen.

De belasting moet worden betaald binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.


Artikel 7 - Aangifteplicht

De belastingplichtige ontvangt een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.             

De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 1 juli van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.

Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag.

Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen.


Artikel 8 - Ambtshalve vestiging

Bij gebrek aan aangifte binnen de vastgestelde termijn of bij onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve ingekohierd worden.

De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 50% van de ontdoken belasting. In geen geval mag het verhoogd recht het dubbele van de verschuldigde belasting overschrijden.

De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.


Artikel 9 - Geschillen en bezwaren

De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.

Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.

De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.

Bezwaarschriften kunnen onder dezelfde voorwaarden en binnen dezelfde termijn worden ingediend via een duurzame drager.

Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen de 15 kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel directeur van de stad. De ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden gestuurd.


Artikel 10 - Inwerkingtreding

Onderhavig reglement treedt op 1 januari 2023 in werking, en neemt een einde op 31 december 2026.