Voor haar algemene financiering heft de stad Aarschot een belasting op de masten en pylonen. Het opleggen van deze belasting is verantwoord doordat de aanwezigheid van masten en pylonen, door hun hoogte en specifieke karakter, een vorm van visuele vervuiling betekent en als landschapsverstorend wordt ervaren wegens het doorbreken van de nog beschikbare vrije open ruimte. Tevens heeft deze aanwezigheid een negatieve invloed op de aantrekkingskracht van de stad als woonomgeving en toeristische bestemming.
Daar het aangewezen is om het gebruik van hernieuwbare energiebronnen te bevorderen, wordt er voorzien in een vrijstelling van belasting voor constructies rond windenergie of andere vormen van groene stroom. Het landschapsverstorend element wordt hier gecompenseerd door het milieuvriendelijk aspect ervan. Ook de masten en pylonen tot het stellen van een exclusieve openbare hulpverlenings- en veiligheidsdienst worden vrijgesteld.
Het aanslagbedrag wordt vastgesteld op 5.000,- euro per mast/pyloon. De eigenaar van de masten en/of pylonen is belastingplichtig. Een ambtshalve inning verhoogt het bedrag met 50%.
Gelet op:
Overwegende dat:
De financiële toestand van de stad rechtvaardigt de invoering van alle rendabele belastingen.
Raadslid Bart Dehaes verzoekt volgende aanpassing op te nemen in het reglement:
Artikel 5 – Vrijstellingen
De belasting is niet verschuldigd voor:
wordt aangevuld als volgt:
De belasting is niet verschuldigd voor:
Motivering:
De constructies die voor recreatieve of niet-commerciële doeleinden worden gebruikt, zoals radioapparatuur door radiozendamateurs, worden vrijgesteld van de belasting, aangezien radiozendamateurs de belasting enerzijds niet kunnen inbrengen als beroepskosten en anderzijds hun apparatuur steeds een (bijkomende) maatschappelijke functie heeft in het kader van noodcommunicatie.
Gelet op het resultaat van de stemming over dit amendement:
Met 20 stemmen voor (Isabelle Dehond, Gwendolyn Rutten, Bert Van der Auwera, Nicole Van Emelen, Annick Geyskens, Gerry Vranken, Stef Van Calster, Betty Kiesekoms, Nico Creces, Bart Dehaes, Ronny De Ryck, Koen Nijs, Cindy Symons, Marleen Verhaegen, Wendy De Rijck, Petra Vanlommel, Hannelore Castelein, Martine Verlinden, Nele Weckhuyzen, Hanne Goossens), 7 stemmen tegen (André Peeters, Mattias Paglialunga, Nele Pelgrims, Julia Mellaerts, Leo Janssens, Bart Den Hondt, Dries Van Horebeek), 1 onthouding (Dries Vandenbroeck)
wordt het amendement aanvaard en gaat de raad over tot de stemming van het aldus geamendeerde besluit
Met 15 stemmen voor (Isabelle Dehond, Gwendolyn Rutten, Bert Van der Auwera, Nicole Van Emelen, Annick Geyskens, Gerry Vranken, Stef Van Calster, Bart Dehaes, Ronny De Ryck, Koen Nijs, Cindy Symons, Marleen Verhaegen, Wendy De Rijck, Martine Verlinden, Hanne Goossens), 7 stemmen tegen (André Peeters, Mattias Paglialunga, Nele Pelgrims, Julia Mellaerts, Leo Janssens, Bart Den Hondt, Dries Van Horebeek), 6 onthoudingen (Betty Kiesekoms, Nico Creces, Dries Vandenbroeck, Petra Vanlommel, Hannelore Castelein, Nele Weckhuyzen)
Artikel 1 - Heffingstermijn en belastbaar feit
Er wordt voor de aanslagjaren 2023 tot en met 2026 een jaarlijkse gemeentebelasting gevestigd op de masten en pylonen geplaatst op het grondgebied van de stad Aarschot, in open lucht en zichtbaar vanaf de openbare weg.
Artikel 2 - Definities
§1. Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder:
Artikel 3 - Belastingplichtige
De belasting is verschuldigd door de eigenaar van de mast of pyloon.
Artikel 4 - Berekeningsgrondslag en tarief
De belasting bedraagt 5.000,- euro per jaar per mast of pyloon.
Artikel 5 - Vrijstellingen
De belasting is niet verschuldigd voor:
Artikel 6 - Wijze van invordering en betaling
De belasting wordt ingevorderd door middel van een kohier dat wordt vastgesteld en uitvoerbaar verklaard door het College van Burgemeester en Schepenen.
De belasting moet worden betaald binnen 2 maanden na de verzending van het aanslagbiljet.
Artikel 7 - Aangifteplicht
De belastingplichtige ontvangt een aangifteformulier dat door hem, behoorlijk ingevuld en ondertekend, voor de erin vermelde vervaldatum moet worden teruggestuurd.
De belastingplichtige die geen aangifteformulier heeft ontvangen, is gehouden uiterlijk op 1 juli van het aanslagjaar, aan het gemeentebestuur de voor de aanslag noodzakelijke gegevens ter beschikking te stellen.
Als aangiftedatum geldt de postdatum of (bij afgifte) de datum vermeld op het ontvangstbewijs. Valt de uiterste indieningsdatum op een zaterdag, een zondag of een wettelijke feestdag, dan wordt de vervaldag verplaatst naar de eerstvolgende werkdag.
Een belastingplichtige die niet spontaan een aangifteformulier gekregen heeft, kan dit op eenvoudig verzoek bekomen.
Artikel 8 - Ambtshalve vestiging
Bij gebrek aan aangifte binnen de vastgestelde termijn of bij onjuiste, onvolledige of onnauwkeurige aangifte vanwege de belastingplichtige, kan de belasting ambtshalve ingekohierd worden.
De ambtshalve ingekohierde belasting wordt verhoogd met 50% van de ontdoken belasting. In geen geval mag het verhoogd recht het dubbele van de verschuldigde belasting overschrijden.
De belastingverhoging wordt gelijktijdig en samen met de ambtshalve belasting ingekohierd.
Artikel 9 - Geschillen en bezwaren
De belastingschuldige kan tegen deze belasting een bezwaar indienen bij het college van burgemeester en schepenen.
Het bezwaar moet schriftelijk worden ingediend, gemotiveerd en ondertekend zijn.
De indiening moet, op straffe van verval, gebeuren binnen een termijn van drie maanden vanaf de derde werkdag volgend op de datum van verzending van het aanslagbiljet waarop de bezwaartermijn vermeld staat of vanaf de kennisgeving van de aanslag.
Bezwaarschriften kunnen onder dezelfde voorwaarden en binnen dezelfde termijn worden ingediend via een duurzame drager.
Het college van burgemeester en schepenen of een personeelslid dat speciaal daarvoor is aangewezen, stuurt binnen de 15 kalenderdagen na de indiening van het bezwaarschrift een ontvangstmelding enerzijds naar de belastingschuldige en, in voorkomend geval, zijn vertegenwoordiger en anderzijds naar de financieel directeur van de stad. De ontvangstmelding kan via een duurzame drager worden gestuurd.
Artikel 10 - Inwerkingtreding
Onderhavig reglement treedt op 1 januari 2023 in werking, en neemt een einde op 31 december 2026.