Met beslissing ET.129.288 van 19 januari 2016 heeft de BTW administratie haar visie op het BTW-statuut van autonome gemeentebedrijven uiteengezet.
Van belang is onder meer dat werkingssubsidies (waarop geen BTW moet worden aangerekend) die door de gemeente aan het AGB worden toegekend, in principe niet in aanmerking mogen worden genomen voor de beoordeling van het winstoogmerk. Prijssubsidies (waarop wel BTW moet worden aangerekend) die door de gemeente aan het AGB worden toegekend, komen daarentegen wel in aanmerking voor de beoordeling van het winstoogmerk.
Het AGB Aarschot heeft haar inkomsten en uitgaven geraamd voor het kalenderjaar 2022 voor de exploitatie van de infrastructuur, zoals vastgelegd in het op 16 december 2021 goedgekeurd meerjarenplan 2020-2025. Op basis van deze ramingen heeft het AGB Aarschot vastgesteld dat voor het kalenderjaar 2022 de inkomsten uit prijssubsidies voor het verlenen van het recht op toegang tot de door het AGB geëxploiteerde infrastructuur minstens 394.404,50 euro (exclusief btw) moeten bedragen om economisch rendabel te zijn.
Om economisch rendabel te zijn, wenst de stad Aarschot het AGB Aarschot een prijssubsidie toe te kennen voor volgende zaken:
Aan de gemeenteraad wordt het desbetreffende prijssubsidiereglement voorgelegd.
Met beslissing van ET.129.288 van 19 januari 2016 heeft de BTW administratie haar visie op het BTW-statuut van autonome gemeentebedrijven uiteengezet, nl.:
- Een AGB is in principe een gewone BTW-plichtige met recht op aftrek van BTW. Dat impliceert dus dat een AGB de BTW op de exploitatiekosten en de investeringskosten volgens de normale regels in aftrek kan brengen.
- Voorwaarde daartoe is wel dat het AGB een winstoogmerk heeft en dat dus statutair is bepaald dat eventueel gemaakte winsten moeten worden uitgekeerd en dat ook effectief gebeurt.
- Om te beoordelen of er winstoogmerk is, moet de globale activiteit van het AGB in aanmerking worden genomen.
- De administratie kan onderzoeken of die statutaire bepalingen niet louter theoretisch zijn. Dat zal het geval zijn wanneer systematisch tekorten voorkomen in hoofde van het AGB omdat de aan de bezoekers van de inrichting aangerekende prijzen niet volstaan om de exploitatiekosten van het AGB te dekken
- Werkingssubsidies waarop geen BTW moet worden aangerekend die door de gemeente aan het AGB worden toegekend, mogen in principe niet in aanmerking worden genomen voor de beoordeling van het winstoogmerk. Men kan hierbij wel niet terugkomen op beslissingen die de Rulingdienst in het verleden heeft genomen en die het tegenovergestelde zouden beweren.
- Prijssubsidies waarop wel BTW moet worden aangerekend die door de gemeente aan het AGB worden toegekend, komen daarentegen wel in aanmerking voor de beoordeling van het winstoogmerk.
- In de loop van het boekjaar is het mogelijk om het bedrag van de prijssubsidies aan te passen naar de toekomst toe.
Verder vermeldt voorgaande beslissing van de BTW-administratie:
De kwalificatie van een autonoom gemeentebedrijf als belastingplichtige met recht op aftrek van BTW belet niet dat de administratie later kan onderzoeken of de statutaire bepalingen niet louter theoretisch zijn.
Dit zal het geval zijn wanneer systematische tekorten voorkomen in hoofde van het autonoom gemeentebedrijf omdat de aan de bezoekers van de inrichting aangerekende prijzen niet volstaan tot dekking van de exploitatiekosten van het autonoom gemeentebedrijf. In dat verband kunnen de werkingssubsidies die door de gemeente aan het autonoom gemeentebedrijf worden ter beschikking gesteld, gelet op de nauwe band de tussen het autonoom gemeentebedrijf en de gemeente, niet worden aangemerkt als ontvangsten uit een bepaalde activiteit. De werkingssubsidies mogen bijgevolg niet als bijkomende ontvangsten worden aangemerkt en mogen evenmin in mindering worden gebracht van de gedane kosten voor het bepalen van het boekhoudkundig resultaat.
De door de gemeente aan het autonoom gemeentebedrijf toegekende subsidies die rechtstreeks verband houden met de prijs behoren tot de maatstaf van heffing van de BTW en mogen dan ook gevoegd bij de overige ontvangsten uit een bepaalde activiteit om te bepalen of de statutaire bepalingen inzake winstoogmerk en het doel winsten uit te keren al dan niet theoretisch zijn.
Van een rechtstreeks verband met de prijs is slechts sprake indien de subsidie specifiek aan het gesubsidieerde orgaan wordt betaald om een welbepaald goed te leveren of een welbepaalde dienst te verrichten. Dit verband tussen de subsidie en de prijs moet duidelijk blijken uit een onderzoek van de concrete omstandigheden die aan de basis van de betaling van de tegenprestaties liggen. Daarentegen is het niet nodig dat de prijs van het goed of de dienst, of een deel ervan, bepaald zou zijn. Het volstaat dat hij bepaalbaar is.
Voor het bepalen van de winst moet rekening gehouden worden met het boekhoudkundig resultaat (met inbegrip van afschrijvingen, aanleggen van provisies, …) en mag met niet louter vergelijken tussen het boek voor inkomende facturen enerzijds en het boek voor uitgaande facturen/dagboek voor ontvangsten anderzijds.
Het resultaat van de globale activiteit (dus niet activiteit per activiteit) van de instelling dient in aanmerking te worden genomen. Er wordt evenwel geen rekening gehouden met uitzonderlijke opbrengsten (vb. de inkomsten uit onroerende en financiële transacties). De winst/verliespositie moet structureel zijn en onafhankelijk van toevallige gebeurtenissen langs inkomsten- of uitgavenzijde.
Uit het meerjarenplan 2020-2025 van het AGB Aarschot zoals vastgesteld en goedgekeurd op 16 december 2021 blijkt dat er geen structureel exploitatietekort is op de globale sportinfrastructuur (sporthal/zwembad/cafetaria), de zalen Gelrode/Den Akker/Capucienenklooster en de uitbating van het dienstencentrum. Er is wel een structuur tekort op de exploitatie van de culturele infrastructuur (bibliotheek, museum, CC Het Gasthuis).
Om de exploitatie van de culturele infrastructuur economisch leefbaar te houden, moeten de vergoedingen van het recht op toegang tot de culturele infrastructuur (bibliotheek, museum, CC Het Gasthuis) worden verhoogd tenzij het AGB Aarschot vanwege de stad Aarschot prijssubsidies ontvangt voor dit recht op toegang tot de culturele infrastructuur. De stad kiest ervoor om prijssubsidies toe te kennen voor de exploitatie van de culturele infrastructuur op de Gasthuissite, omdat ze bijzonder wil inzetten op een duurzaam en kwaliteitsvol lokaal cultuurbeleid.
In zitting van 17 september 2020 heeft de gemeenteraad beslist om een verlaagd tarief in te voeren voor het gebruik van de sportzalen door jeugd(ploegen). Om het inkomstenverlies van het AGB Aarschot te compenseren, zal de stad in 2022 een prijssubsidie verlenen aan het AGB Aarschot.
Artikel 1
De gemeenteraad keurt het onderstaand prijssubsidiereglement ten voordele van het Autonoom Gemeentebedrijf Aarschot goed.
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE BIBLIOTHEEK AARSCHOT
Rekening houdend met de socio-culturele en sociale functie van de door het AGB Aarschot geëxploiteerde bibliotheek en om de leesmotivatie te stimuleren en de toegang tot de bibliotheekinfrastructuur en haar collectie zo laagdrempelig mogelijk te maken, wenst de stad Aarschot de kosten voor de toegang van de door AGB Aarschot geëxploiteerde bibliotheekinfrastructuur op zich te nemen.
De kostprijs per bezoeker voor het gebruik van de infrastructuur van de bibliotheek wordt bepaald op 1,75 euro (exclusief 6% BTW).
Het aantal bezoekers van de door het AGB Aarschot geëxploiteerde bibliotheekinfrastructuur bedroeg in 2019, 60.368. Gedurende 2020 en 2021 heeft de bibliotheek deels als afhaalbib gewerkt en zijn het aantal bezoekers merkbaar lager dan in 2019. Vandaar dat voor de berekening van de prijssubsidie wordt uitgegaan van van het bezoekersaantal van 2019 i.p.v. 2021.
De berekening van het voorschot van de jaarlijkse prijssubsidie (2022) op basis van het aantal bezoekers van 2019:
In de loop van januari 2023 zal het AGB Aarschot aan de stad Aarschot een overzicht bezorgen van het aantal bezoekers van de bibliotheek in 2022. Op basis hiervan zal een eindafrekening worden opgemaakt van de jaarlijkse prijssubsidie, zijnde het effectief aantal bezoekers in 2022 X 1,75 euro (excl. BTW).
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE MUSEUM AARSCHOT
Rekening houdend met de socio-culturele en sociale functie van het door het AGB Aarschot geëxploiteerd museum en om de toegang tot de museuminfrastructuur en haar collectie zo laagdrempelig mogelijk te maken, wenst de stad Aarschot de kosten voor de toegang van de door AGB Aarschot geëxploiteerde museuminfrastructuur op zich te nemen.
De kostprijs per bezoeker voor het gebruik van de infrastructuur van het museum wordt bepaald op 10,00 euro (exclusief 6% BTW).
Het aantal bezoekers van de door het AGB Aarschot geëxploiteerde museuminfrastructuur bedroeg in 2019, 9.055. Gedurende 2020 en 2021 heeft de bibliotheek minder bezoekers gekend lager dan in 2019 omwille van coronamaatregelen. Vandaar dat voor de berekening van de prijssubsidie wordt uitgegaan van het bezoekersaantal van 2019 i.p.v. 2021.
De berekening van het voorschot van de jaarlijkse prijssubsidie (2022) op basis van het aantal bezoekers van 2019:
In januari 2023 jaar zal het AGB Aarschot aan de stad Aarschot een overzicht bezorgen van het aantal bezoekers van het museum in 2022. Op basis hiervan zal een eindafrekening worden opgemaakt van de jaarlijkse prijssubsidie, zijnde het effectief aantal bezoekers in 2022 X 10,00 euro (excl. BTW).
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE CC HET GASTHUIS
Rekening houdend met de socio-culturele en sociale functie van het door het AGB Aarschot geëxploiteerd CC Het Gasthuis en om de toegang tot de voorstellingen in de theaterinfrastructuur zo laagdrempelig mogelijk te maken, wenst de stad Aarschot geen prijsverhogingen door te voeren van de ticketprijzen. De stad Aarschot verbindt er zich toe om de tickets tot het theater van het CC Het Gasthuis te subsidiëren middels de toekenning van een prijssubsidie, zijnde 5,50 euro (exclusief 6% BTW) per toegangsticket.
Het aantal bezoekers van de door het AGB Aarschot geëxploiteerde theaterinfrastructuur van het CC Het Gasthuis bedroeg in 2019, 34.323 (verkochte tickets). Gedurende 2020 en 2021 ligt het aantal bezoekers van CC Het Gasthuis merkbaar lager dan in 2019 omwille van coronamaatregelen. Vandaar dat voor de berekening van de prijssubsidie wordt uitgegaan van van het bezoekersaantal van 2019 i.p.v. 2021.
De berekening van het voorschot van de jaarlijkse prijssubsidie (2022) op basis van het aantal bezoekers van 2019:
In de loop van januari 2023 jaar zal het AGB Aarschot aan de stad Aarschot een overzicht bezorgen van het aantal bezoekers van de theaterinfrastructuur van het CC Het Gasthuis in 2022. Op basis hiervan zal een eindafrekening worden opgemaakt van de jaarlijkse prijssubsidie, zijnde het effectief aantal bezoekers in 2022 X 5,50 euro (excl. BTW).
PRIJSSUBSIDIEREGLEMENT EXPLOITATIE ZALEN SPORTCOMPLEX VOOR JEUGDPLOEGEN
Op basis van het besluit van de gemeenteraad, d.d. 17 september 2020, m.b.t. een verlaagd tarief voor het gebruik van de sportzalen door jeugd(ploegen), zal de stad in 2022 een prijssubsidie verlenen aan het AGB Aarschot om het inkomstenverlies van het AGB Aarschot te compenseren. Het inkomstenverlies voor 2022 wordt geraamd op 9.434,00 euro (excl. BTW).
In de loop van januari 2023 jaar zal het AGB Aarschot aan de stad Aarschot een overzicht bezorgen van het totaal bedrag van het inkomstenverlies als gevolg van het verlaagd tarief voor het gebruik van de sportzalen door jeugd(ploegen). Op basis hiervan zal een eindafrekening worden opgemaakt van de jaarlijkse prijssubsidie voor de exploitatie van de sportzalen.
Artikel 2
Het AGB Aarschot deelt jaarlijks het aantal bezoekers/gebruikers mee van het voorafgaande jaar en stelt een nota op met vermelding van het jaarlijks verschuldigd bedrag van de prijssubsidie. De Stad Aarschot dient deze nota te betalen aan AGB Aarschot binnen de 30 kalenderdagen na ontvangst. Bovengenoemde prijssubsidie kan steeds geëvalueerd worden in het kader van een periodieke evaluatie van de totale exploitatieresultaten van het AGB Aarschot.
Artikel 3
De stad Aarschot heeft de nodige kredieten voor de betaling van de prijssubsidies voorzien in haar meerjarenplan 2020-2025, zoals vastgesteld en goedgekeurd op 16 december 2021.