Op het vlak van de tarieven verschilt het voorgestelde retributiereglement 2024 niet van het reglement van 2023. De tarieven blijven ongewijzigd.
Overwegende dat
- Preventie;
- Hergebruik;
- Nuttige toepassing;
- Recycleren;
- Verbranden;
- Storten;
De gepaste kredieten voorzien zijn in het meerjarenplan:
- MJP101738 - 2024/70000999/RUIMTE/0300 -- Opbrengsten uit andere verkopen/Ophalen en verwerken van huishoudelijk afval.
De totale afvalfactuur (opdrachtbedrag) voor de inzameling en verwerking van huishoudelijke afvalstoffen en vergelijkbare bedrijfsafvalstoffen kan voor de jaren 2015 t.e.m. 2024 voor de stad Aarschot geraamd worden op:
- € 2.448.231,00 (opdrachtbedrag 2015 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.472.696,00 (opdrachtbedrag 2016 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.523.150,00 (opdrachtbedrag 2017 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.574.613,00 (opdrachtbedrag 2018 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.627.104,00 (opdrachtbedrag 2019 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.657.245,00 (opdrachtbedrag 2020 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.699.006,00 (opdrachtbedrag 2021 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.740.767,00 (opdrachtbedrag 2022 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.782.528,00 (opdrachtbedrag 2023 op jaarbasis, incl. BTW)
- € 2.824.289,00 (opdrachtbedrag 2024 op jaarbasis, incl. BTW)
I. Retributie voor het restafval, het grof huisvuil, het GFT-afval, het papier- en kartonafval en het snoeihout en algemene modaliteiten
Artikel 1
Er wordt met ingang van 1 januari 2024 t.e.m. 31 december 2024, ten behoeve van de stad Aarschot, een retributie gevestigd op het afleveren van het restafval, het grof huisvuil, het GFT-afval, het papier- en kartonafval en het snoeihout.
Artikel 2: Restafval variabele kost
Voor het afleveren van het restafval in de restafvalcontainer, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de kipbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven restafval door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Voor het afleveren van het restafval in een brenghoekcontainer, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd nádat de referentiepersoon zich aangemeld heeft aan de hand van zijn geïndividualiseerde recyclageparkkaart, maar pas op het ogenblik dat diezelfde referentiepersoon de schuif van het laadsysteem - volladen met een restafvalzak van maximaal 60 liter - sluit.
* De variabele kost wordt berekend aan de hand van het gemiddelde vulgewicht in Vlaanderen 5,94 kg (bron: OVAM - Sorteeranalyse onderzoek huisvuil 2013-2014). Hierbij werd de berekende variabele kost afgerond naar het hogere decimaal.
Artikel 3: Restafval vaste kost
Voor de vaste kost van het huishoudelijk afval (restafval) wordt per aanbieding van een restafvalcontainer van 40, 120, 140 (uitdovend), 240 of 1.100 liter een bijdrage aangerekend (zoals opgenomen in tabel 3.1) waarbij het principe ‘de vervuiler betaalt’ wordt toegepast per elke afzonderlijke aanbieding.
Inhoud restafvalcontainer |
Bijdrage in de vaste kosten |
40 liter restafvalcontainer |
0,29 EUR/kipbeweging |
120 liter restafvalcontainer |
0,86 EUR/kipbeweging |
140 liter restafvalcontainer (uitdovend) |
1,00 EUR/kipbeweging |
240 liter restafvalcontainer |
1,71 EUR/kipbeweging |
1100 liter restafvalcontainer |
7,86 EUR/kipbeweging |
Tabel 3.1: Bijdrage in de vaste kosten
Deze betaling is verschuldigd op het ogenblik dat de kipbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven restafval door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Artikel 4: GFT-afval
Voor het afleveren van het GFT-afval in de GFT-container, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de kipbeweging van de container en het gewicht van het meegegeven GFT-afval door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Artikel 5: Papier- en kartonafval
Voor het afleveren van het papier- en kartonafval in de papiercontainer, wordt de volgende retributie aangerekend:
Artikel 6: Grof vuil
Voor het afleveren van het al dan niet samengebonden grof vuil wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat het gewicht van het meegegeven grof vuil door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Artikel 7: Snoeihout
Voor het afleveren van het al dan niet samengebonden snoeihout wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat het gewicht van het meegegeven snoeihout door de ophaalwagen wordt geregistreerd.
Artikel 8: Provisiesysteem
§1. Algemeen
Aan elke (nieuwe) geregistreerde referentiepersoon, in bezit van een recyclageparkkaart en/of één of meerdere van de volgende containertypes:
wordt verzocht om vóór de opstart van de dienstverlening de provisierekening aan te zuiveren.
Een referentiepersoon dient dus bij registratie de aan zijn referentiepersoon gekoppelde provisierekening bij de stad Aarschot aan te zuiveren vooraleer de dienstverlening van start kan gaan. Ook bij uitputting van de voorschotrekening zal deze referentiepersoon worden verzocht om een nieuw geldelijk bedrag te storten.
§2. Tarifering
Voor de eerste aanzuivering van de provisierekening dienen de referentiepersonen de volgende wijze van tarifering te respecteren. Het aan te zuiveren bedrag dat bij registratie van een referentiepersoon op een welbepaald adres dient te worden gestort, wordt als volgt bepaald.
Per aansluitpunt wordt de referentiepersoon verzocht om - per type afvalrecipiënt in zijn/haar bezit - om een specifiek geldelijk bedrag op de provisierekening te storten. Dit bedrag wordt berekend op basis van de gemiddelde massa’s voor de verschillende types en volumes van afvalrecipiënten, alsook de kosten die de stad Aarschot voor de ophaling aan de gebruikers (referentiepersonen) aan wil rekenen.
In de onderstaande tabel 8.3.1 worden per type afvalrecipiënt en per volume de te verzoeken bedragen weergegeven:
Volume | Fractie | Gemiddelde massa (kg) | Eenheidsprijs (€) | Gemiddelde kostprijs (€ per ophaling) |
1.100 L | REST | 42,2 | 0,30 € / kg + 7,86 € aanbiedingsprijs | 20,52 € |
240 L | REST | 18,0 | 0,30 € / kg + 1,71 € aanbiedingsprijs | 7,11 € |
140 L | REST | 10,5 | 0,30 € / kg + 1,00 € aanbiedingsprijs | 4,15 € |
120 L | REST | 9,0 | 0,30 € / kg + 0,86 € aanbiedingsprijs | 3,56 € |
40 L | REST | 4,3 | 0,30 € / kg + 0,29 € aanbiedingsprijs | 1,58 € |
240 L | GFT | 20,74 | 0,25 € / kg | 5,19 € |
140 L | GFT | 12,1 | 0,25 € / kg | 3,03 e |
120 L | GFT | 10,4 | 0,25 € / kg | 2,60 € |
40 L | GFT | 4,5 | 0,25 € / kg | 1,13 € |
Tabel 8.3.1: Berekening van de gemiddelde kostprijs per ophaling.
De gemiddelde jaarkost - per fractie en volumetype afvalrecipiënt - bedraagt:
Volume (L) |
Fractie |
Jaarlijks gemiddelde (of geraamde*) aantal ophalingen per aansluiting / referentiepersoon |
Gemiddelde kostprijs (€) per type afvalrecipiënt per ophaling |
Gemiddelde jaarlijkse kostprijs (€) per type afvalrecipiënt |
Afronding gemiddelde jaarlijkse kostprijs (€) per type afvalrecipiënt |
1.100 |
REST |
13 |
20,52 |
205,20 |
205,- |
240 |
REST |
9* |
7,11 |
63,99 |
64,- |
140 |
REST |
14 |
4,15 |
58,10 |
58,- |
120 |
REST |
14* |
3,56 |
49,84 |
50,- |
40 |
REST |
12 |
1,58 |
18,96 |
19,- |
240 |
GFT |
6* |
5,19 |
31,14 |
31,- |
140 |
GFT |
7 |
3,03 |
21,21 |
21,- |
120 |
GFT |
7* |
2,60 |
18,20 |
19,- |
40 |
GFT |
7 |
1,13 |
7,91 |
8,- |
Tabel 8.3.2: Berekening en afronding van de gemiddelde jaarlijkse kostprijs per fractie en volumetype afvalrecipiënt.
De volgende subtarieven worden gehanteerd in de berekening van het totaaltarief dat bij de registratie van een referentiepersoon wordt opgevraagd aan deze referentiepersoon:
Volume (L) |
Fractie |
Jaarlijks gemiddelde (of geraamde*) aantal ophalingen per aansluiting / referentiepersoon |
Gemiddelde jaarlijkse kostprijs (€) per type afvalrecipiënt (afgerond) |
Tarifering (€) voor de 1ste algemene betalings-uitnodiging |
Minimumbedrag totaaltarief aansluiting (zie onderstaande toelichting) |
1.100 |
REST |
13 |
205,- |
205,- |
25,- |
240 |
REST |
9* |
64,- |
64,- |
|
140 |
REST |
14 |
58,- |
58,- |
|
120 |
REST |
14* |
50,- |
50,- |
|
40 |
REST |
12 |
19,- |
19,- |
|
240 |
GFT |
6* |
31,- |
31,- |
|
140 |
GFT |
7 |
21,- |
21,- |
|
120 |
GFT |
7* |
19,- |
19,- |
|
40 |
GFT |
7 |
8,- |
8,- |
Tabel 8.3.3: Berekening en afronding van de tarieven per fractie en volumetype afvalrecipiënt.
§3. Rekenwijze bij aanvang / registratie van een referentiepersoon
De volgende rekenwijze dient te worden gehanteerd voor de bepaling van het totaaltarief dat bij de registratie wordt opgevraagd aan de referentieperso(o)n(en): Per fractie en volumetype afvalrecipiënt wordt de tarifering als in hoger staande tabel 8.3.3 aangerekend. Deze subtarieven worden gesommeerd. Het totaaltarief is het saldo waarom de stad Aarschot zal verzoeken. Er wordt een minimumtarief van 25,- euro vastgesteld per referentiepersoon, ongeacht de samenstelling van de op het adres van deze referentiepersoon aanwezige afvalrecipiënten (containertypes en volumes).
Voorbeeld 1: Voor referentiepersonen met volgende actieve afvalrecipiënten:
1 X 140 L REST |
58,00 € |
+ |
1 X 140 L GFT |
21,50 € |
+ |
1 X 140 L P&K |
0 € |
= 79,50 € |
Totaaltarief 1ste algemene betalingsuitnodiging = 79,50 €
Voor de voorgelegde samenstelling (containertypes en volumes) wordt het totaaltarief berekend op 79,50 €. Aan de referentiepersoon wordt daarom verzocht een tarief van 79,50 € over te schrijven op de provisierekening.
Voorbeeld 2: Voor referentiepersonen met volgende actieve afvalrecipiënten:
1 X 40 L REST |
19,00 € |
+ |
1 X 40 L GFT |
0 € |
+ |
1 X 40 L P&K |
0 € |
= 19,00 € |
Totaaltarief 1ste algemene betalingsuitnodiging = 19,00 €
Voor de voorgelegde samenstelling (containertypes en volumes) wordt het totaaltarief berekend op 19,00 €. Het minimum aan te zuiveren tarief dat bij registratie wordt opgevraagd aan de referentiepersonen bedraagt 25,- €. Aan de referentiepersoon wordt daarom verzocht het minimumtarief € 25,- over te schrijven op de provisierekening, i.p.v. het berekende tarief van 19,00 €
§4. Wijze van verrekenen van de gepresteerde kosten
Al de door referentiepersonen gepresteerde kosten - gekoppeld aan het gebruik van het afvalsysteem van de stad Aarschot - worden geautomatiseerd van de provisierekening van de desbetreffende referentiepersonen afgetrokken. Dit volgens de vooropgestelde dotatieregels.
Referentiepersonen die zich inschrijven op een nieuw adres dienen geen kosten te betalen voor o.m.:
Referentiepersonen, die reeds méér dan 1 maand als referentiepersoon geregistreerd staan op hun nieuwe adres, dienen voor de volgende dienstverlening de gepresteerde kosten te dragen:
Referentiepersonen dienen voor de volgende dienstverlening de gepresteerde kosten te dragen:
Al de te presteren kosten inzake de aanlevering, het bijvragen en wisselen van containers, alsook het bestellen en vervangen van recyclageparkkaarten en de plaatsing van sloten, worden in mindering gebracht van de provisierekening, gekoppeld aan de betreffende referentiepersoon, dit voorafgaandelijk aan de eigenlijke dienstverlening.
De volgende maatregelen zijn voor de geregistreerde referentiepersonen steeds kosteloos:
§5. Verzenden van betalingsuitnodiging(en) en -verzoek(en)
Indien de provisierekening van een referentiepersoon op een specifiek moment terugvalt onder een vooropgesteld drempelbedrag (zie artikel 10), zal deze referentiepersoon hiervan in kennis worden gesteld. Aan deze referentiepersoon wordt onverwijld een nieuwe betalingsuitnodiging of een betalingsverzoek toegezonden.
Artikel 9: Toepassing van dotatieregels
Telkens de ophaalwagen een kipbeweging en/of een aangeboden massa registreert, zal de retributie zoals bepaald in de artikelen 2, 3, 4, 5, 6 en 7 in mindering worden gebracht van de provisierekening, gekoppeld aan de referentiepersoon die de resp. afvalbakken aangeboden heeft.
Artikel 10: Aanzuiveren van provisie en betalingssystemen
§.1 Indien de provisierekening van een referentiepersoon op een specifiek moment terugvalt onder een vooropgesteld drempelbedrag, zal deze referentiepersoon hiervan voortschrijdend in kennis worden gesteld: Aan de referentiepersonen worden onverwijld de nodige betalingsuitnodigingen, -verzoeken, facturen en/of dwangbevelen toegezonden.
Dit volgens volgend systeem en chronologie:
I. betalingsuitnodiging
Wanneer het resterende saldo op de provisierekening van de referentiepersoon bij de stad Aarschot de eerste limiet bereikt van 12,50 euro bereikt - d.w.z. dat het saldo = of < € 12,50 is - zal aan de referentiepersoon een betalingsuitnodiging worden overgezonden. Dit laat toe de gebruiker tijdig de nodige betalingen te laten uitvoeren, opdat de ophaling niet in het gedrang zou komen.
II. betalingsverzoek
Wanneer het resterende saldo op de provisierekening van de referentiepersoon bij de stad Aarschot geen krediet meer bevat - d.w.z. dat het saldo < € 0 is - zal:
Indien de referentiepersoon vervolgens nalaat om binnen 28 kalenderdagen na datum verzending betalingsverzoek het provisiekrediet aan te zuiveren, zal de betreffende referentiepersoon op non-actief (zwarte lijst) worden geplaatst, m.n. zullen de afvalcontainers niet langer worden geledigd.
III. afrekeningfactuur
Na het verlopen van een termijn van 4 weken, te tellen vanaf de datum van verzending van het betalingsverzoek, zal er bij vaststelling van wanbetaling van ditzelfde betalingsverzoek, aan de betreffende referentiepersoon een afrekeningfactuur toegezonden worden.
Aan de referentiepersoon wordt een betalingstermijn van 14 dagen verleend tot betaling van deze afrekeningfactuur.
IV. laatste aangetekende aanmaning voor dwangbevel
Na het verlopen van de betalingstermijn van de afrekeningfactuur, zal er bij vaststelling van wanbetaling van ditzelfde afrekeningfactuur, een laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel toegezonden worden.
In de laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel worden de volgende bijkomende kosten verrekend:
- Administratieve kost: 20,00 euro;
- Verwijlintresten.
Aan de referentiepersoon wordt een betalingstermijn van 7 dagen verleend tot betaling van deze laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel.
V. dwangbevel
Na het verlopen van de betalingstermijn van de laatste aangetekende aanmaning voor dwangbevel, zal er bij vaststelling van wanbetaling van diezelfde laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel, een dwangbevel opgemaakt worden.
In navolging van de tarieven die aldus door de hogere overheid als redelijk geacht worden, wordt per aanmaning een redelijk bedrag van 20,- euro aan administratieve kosten bijgerekend voor:
Het dwangbevel wordt binnen een termijn van 30 dagen, tellende vanaf datum verzending laatst aangetekende aanmaning voor dwangbevel voor goedkeuring geagendeerd voor het College van Burgemeester en Schepenen. De financieel beheerder zal hiervoor instaan, alsook voor de eventueel navolgende deurwaarderprocedure.
§2. Een provisierekening kan steeds op het eigen initiatief van de hieraan gekoppelde referentiepersoon worden aangezuiverd:
§3. Aansluitingen die geblokkeerd of op non-actief geplaatst werden, worden pas terug op actief geplaatst:
Artikel 11: Afmelding van een referentiepersoon
Bij een afmelding van een referentiepersoon (vb. mutatie van een referentiepersoon in- en ex-Aarschot) wordt de dienstverlening stopgezet, en wordt het nog beschikbare bedrag op de provisierekening bij de stad Aarschot teruggestort op het rekeningnummer van de betreffende referentiepersoon.
Bij het vaststellen van een overlijden van een referentiepersoon wordt de dienstverlening 21 kalenderdagen na de vaststelling van het overlijden stopgezet. Het nog beschikbare provisiebedrag op de provisierekening bij de stad Aarschot wordt teruggestort, en wel in deze volgorde, op het rekeningnummer van:
II. P.M.D.-zakken: (inhoud: 60 liter)
Artikel 12
Er wordt voor de periode 1 januari 2024 t.e.m. 31 december 2024 een retributie gevestigd op het afleveren van P.M.D.-zakken.
Artikel 13
De retributie bedraagt € 0,25 per zak. De zakken worden slechts per rol van 20 zakken verkocht (€ 5,00).
Artikel 14
De P.M.D.-zakken kunnen bekomen worden :
Artikel 15
De retributie op het afleveren van P.M.D.-zakken is ten laste van diegene die er om verzoekt.
Artikel 16
De retributie op het afleveren van P.M.D.-zakken bij de infobalie van het stadhuis moet contant worden betaald.
III. Grote P.M.D.-zakken (scholen - stadsdiensten): (inhoud : 120 liter)
Artikel 17
Er wordt voor de periode 1 januari 2024 t.e.m. 31 december 2024 een retributie gevestigd op het afleveren van grote P.M.D.-zakken.
Artikel 18
De retributie bedraagt € 0,25 per zak. De zakken worden slechts per doos van 300 zakken verkocht (€ 75,00).
Artikel 19
De grote P.M.D.-zakken kunnen bekomen worden aan de infobalie – stadhuis gelijkvloers – tijdens de kantooruren.
Artikel 20
De grote P.M.D.-zakken mogen enkel gebruikt worden door de scholen van Aarschot.
Artikel 21
De koper verbindt er zich toe de grote P.M.D.-zakken niet door te verkopen, te ruilen of af te staan aan derden.
Artikel 22
De retributie op het afleveren van grote P.M.D.-zakken is ten laste van diegene die er om verzoekt.
Artikel 23
De retributie op het afleveren van grote P.M.D.-zakken moet contant worden betaald.
IV. Recyclagepark(en)
Artikel 24
Er wordt voor de periode 1 januari 2024 t.e.m. 31 december 2024 een retributie gevestigd op de aanvoer van gras, tuinafval, grof vuil, boomstronken, snoeihout, houtafval, bouw- en sloopafval, vlak glas en autobanden op het recyclagepark.
Artikel 25: Aanvoer grof vuil op het recyclagepark:
Voor de aanvoer van het grof vuil op het recyclagepark, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de weegbrug de massa van het aangevoerde grof vuil, registreert.
Artikel 26: Aanvoer groenafval (gras, tuinafval en snoeihout) en boomstronken op het recyclagepark:
Voor de aanvoer van het groenafval (gras, tuinafval en snoeihout) en boomstronken op het recyclagepark, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de weegbrug de massa van het aangevoerde tuinafval, gras, snoeihout en boomstronken, registreert.
Voor de eerste 200 kg groenafval en boomstronken dewelke worden aangeboden op het recyclagepark krijgen de referentiepersonen jaarlijks een reductie van 100 % op de betreffende retributie.
Artikel 27: Aanvoer houtafval, asbestcement en vlak glas op het recyclagepark:
Voor de aanvoer van houtafval, asbestcement en vlak glas op het recyclagepark, wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de weegbrug de massa van het aangevoerde houtafval, asbestcement en/of vlak glas registreert.
Voor de eerste 200 kg asbestcement dewelke worden aangeboden op het recyclagepark krijgt de referentiepersoon jaarlijks een reductie van 100 % op de betreffende retributie.
Voor de eerste 300 kg houtafval dewelke worden aangeboden op het recyclagepark krijgt de referentiepersoon jaarlijks een reductie van 100 % op de betreffende retributie.
Artikel 28: Aanvoer bouw- en sloopafval op het recyclagepark:
Voor de aanvoer van bouw- en sloopafval op het recyclagepark wordt de volgende retributie aangerekend:
De retributie is verschuldigd op het ogenblik dat de weegbrug de massa van het aangevoerde bouw- en sloopafval registreert.
Voor de eerste 300 kg bouw- en sloopafval dewelke worden aangeboden op het recyclagepark krijgt de referentiepersoon jaarlijks een reductie van 100 % op de betreffende retributie.
Artikel 29
De retributie op de aanvoer van afvalstoffen op het recyclagepark is ten laste van diegene (referentiepersoon) die er om verzoekt.
Artikel 30
Bij elke registratie van een massa van aangevoerde afvalstoffen op het recyclagepark (door de weegbrug) zal de retributie zoals bepaald in de artikelen 25, 26, 27 en 28 in mindering worden gebracht van de provisierekening, gekoppeld aan de referentiepersoon die (of in wiens naam) de afvalstoffen aangeboden werden op het recyclagepark.